Instellingen voor met glycolapplicatie (OPZL)
In het onderhoudsmenu kunt u de minimumtemperatuur van het
uitlaatwater
(MIN.OUTL.WATER)
minimumtemperatuur van het uitlaatwater verlaagt:
Voeg voldoende glycol toe aan het watersysteem, zoals
aangegeven in de tabel.
De instellingen moeten overeenstemmen met de tabel.
(*)
LWE
°C –10~–5
Ethyleenglycol
%
40
Propyleenglycol
%
40
MIN.OUTL.WATER
–10
Minimum uitlaatwater
FREEZE UP DIS
Bevriezen deactiveren
–11
temperatuurinstelling
RESET
Bevriezen deactiveren
–10
temperatuur reset
REFR TEMP SET
Koelmiddelgas
–17,5
temperatuurinstelling
LP SETP. C:
Instelpunt lage druk in
0,5
koelstand
PUMP ON SETP
Temperatuurinstelling
–21,5
(**)
pomp aan
(*) LWE = Uitlaatwater verdamper
(**) Geen verwarmingslint aanwezig
Instellingen zoals hierboven resulteren in onderlimieten koel-
inlaat en koeluitlaat zoals aangegeven in de onderstaande tabel.
(*)
LWE
°C –10~–5
Ethyleenglycol
%
40
Propyleenglycol
%
40
COOL. INLSP1/2
Onderlimiet van
–7
koelinlaat
COOL. OUTSP1/2
Onderlimiet van
–10
koeluitlaat
(*) LWE = Uitlaatwater verdamper
Een verkeerde instelling kan de apparatuur ernstig
beschadigen.
Wachtwoord instellen voor resetten van beveiliging
Ga via het onderhoudsmenu naar het SAFETY-submenu.
Om te voorkomen dat onbevoegde personen de beveiligingen
zouden resetten, wordt voor het resetten van een beveiliging
standaard het gebruikerswachtwoord gevraagd.
Dit paswoord kan wel worden veranderd in SERVICE PASSWORD
of NONE.
Aangezien het toestel schade kan oplopen door slecht
LET OP
resetten van de beveiligingen, blijft de standaard-
instelling van het beveiligingsniveau van het SAFETY-
menu best behouden en verandert u dit best nooit in
NONE.
Instellen van de werkingsuren van de compressor
Ga via het onderhoudsmenu naar het COMPRESSOR-submenu.
Wanneer het weergegeven aantal werkingsuren niet overeenstemt
met het echte aantal werkingsuren van de compressor, kunt u dit
aanpassen.
Montagehandleiding
10
veranderen. Voor
u
–5~0
0~2
2~4
4~20
30
20
10
0
35
25
15
0
–5
0
2
4
–6
–1
1
3
–5
0
2
4
–12,5
–7,5
–5,5
–3,5
0,5
0,5
1,2
1,2
–14,5
–7,5
–2,5
1,5
–5~0
0~2
2~4
4~20
30
20
10
0
35
25
15
0
–2
3
5
7
–5
0
2
4
De veranderlijke digitale/analoge inputs en outputs definiëren
Ga via het onderhoudsmenu naar het INPUT OUTPUT-submenu.
de
Behalve vaste inputs en output zijn er een aantal veranderlijke
digitale inputs en outputs waarvan u de functie uit een aantal
mogelijkheden kunt kiezen.
Volgende functies voor veranderlijke digitale inputs zijn mogelijk:
NONE: de veranderlijke digitale input krijgt geen functie
toegewezen.
STATUS: de veranderlijke digitale input heeft geen functie
toegewezen, maar de inputstatus kan in het menu "input/output"
worden gelezen.
DUAL SETPOINT: schakelen tussen instelpunten.
REMOTE ON/OFF: de unit op afstand in- of uitschakelen.
CAP. LIM 25%/50%/75%/SET: de capaciteit van de unit
tot de ingevoerde waarden beperken.
FREE COOLING REQ: om de unit op afstand op vrij koelen
in te stellen.
FAN
FORCED
wanneer de unit uit staat
Volgende functies voor de veranderlijke digitale output zijn mogelijk:
(OPEN): de veranderlijke digitale output krijgt geen
NONE
functie toegewezen.
CLOSED: de veranderlijke digitale output heeft geen functie
toegewezen, maar de output is gesloten.
2ND PUMP: kan worden gebruikt om een tweede verdamper-
pomp aan te sturen.
100% CAPACITY: geeft aan wanneer de unit op 100% werkt.
FULL CAPACITY: geeft aan wanneer de unit op maximum
capaciteit werkt, bijvoorbeeld wanneer 100% van de capaciteit
of maximum capaciteit is bereikt wegens veiligheidsbeperking.
COOLING: regeling van een 3-wegs waterklep
FREE
wanneer de unit in vrij koelen werkt.
GEN.OPERATION: geeft aan wanneer de unit ingeschakeld
is.
SAFETY+W.(NO): geeft aan dat een veiligheid of een
waarschuwing actief is met een normaal open contact.
SAFETY+W.(NC): geeft aan dat een veiligheid of een
waarschuwing actief is met een normaal gesloten contact.
SAFETY (NO): geeft aan dat een veiligheid actief is met een
normaal open contact.
SAFETY (NC): geeft aan dat een veiligheid actief is met een
normaal gesloten contact.
LET OP
C1/C2 SAFETY: geeft aan dat een circuitveiligheid actief is.
WARNING: geeft aan dat een waarschuwing actief is.
C1/C2 OPERATION: geeft aan dat een compressor van dat
circuit ingeschakeld is.
CAPACITY: geeft aan dat geen compressoren
0%
ingeschakeld zijn.
ON: om de ventilatoren in te schakelen
NO: normaal open contact
Mogelijk bij alle veranderlijke digitale outputs
-
Veiligheid actief = contact gesloten
-
Geen voeding = contact open
-
Geen veiligheid actief = contact open
NC: normaal gesloten contact
Alleen mogelijk bij veranderlijke digitale
output 1
-
Veiligheid actief = contact gesloten
-
Geen voeding = contact gesloten
-
Geen veiligheid actief = contact open
Bedrijfsklare luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen
EWAQ080~260DAYN
4PW35557-1C