Normen voor het voedingscircuit en de kabels
1
De elektrische voeding van de unit moet zodanig worden
aangesloten dat deze kan worden in- en uitgeschakeld
onafhankelijk van de elektrische voeding van het systeem en de
uitrusting in het algemeen.
2
Er moet een voedingscircuit worden voorzien voor aansluiting
van de unit. Daarvoor moeten de nodige beveiligingen worden
voorzien, namelijk een stroomonderbreker, een langzaam
werkende zekering op iedere fase en een aardsluitingsaanwijzer
(snel type 100 mA nominaal). De aanbevolen zekeringen
worden vermeld op het elektrisch schema dat is meegeleverd
met de unit. Bij een systeem met waterkoelers in een DICN-
configuratie moet een afzonderlijk voedingscircuit worden
voorzien voor elke waterkoeler.
Schakel de hoofdschakelaar uit voordat u een aansluiting
uitvoert (schakel de stroomonderbreker uit, verwijder de
zekeringen of schakel deze uit).
Aansluiting van de elektrische voeding van de
luchtgekoelde waterkoelers
1
Sluit met behulp van de geschikte kabel het voedingscircuit aan
op de klemmen L1, L2 en L3 van de unit.
Het voedingscircuit moet worden aangesloten op klem 2, 4 en 6
van de hoofdnetscheidingsschakelaar.
2
Sluit de aardgeleider (geel/groen) aan op de aardklem
Verbindingskabels
Alleen voor modellen zonder optie OPSP, OPTP, OPHP,
OPSC of OPTC
Een pompgrendelcontact moet worden geïnstalleerd
om te voorkomen dat de unit zonder waterstroming
werkt. In de schakelkast steekt een klem voor de
elektrische aansluiting van het grendelcontact.
Bij units opgesteld in een DICN-configuratie kan elke
waterkoeler
uitgerust
circulatiepomp. Eén enkele pomp kan ook water
afvoeren in een verdeler die het water naar de
verschillende waterkoelers voert.
In beide gevallen moeten alle units voorzien zijn van
een grendelcontact!
LET OP
Door de standaard geïnstalleerde stromings-
schakelaar zal de unit normaal niet werken als er
geen stroming is.
Maar als extra veiligheid moet u het pomp-
grendelcontact installeren.
Wanneer de unit wordt gebruikt zonder stroming
zal de apparatuur ernstig beschadigd worden (de
verdamper kan bevriezen).
Spanningsvrije contacten (voor alle modellen)
De controller is uitgerust met spanningsvrije contacten die de
status van de unit aangeven. Raadpleeg het bedradingsschema
voor het bedraden van deze spanningsvrije contacten.
EWAQ080~260DAYN
Bedrijfsklare luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen
4PW35557-1C
.
zijn
met
een
individuele
Inputs voor werking vanop afstand (voor alle modellen)
Behalve het bedraden van spanningsvrije contacten is het
mogelijk om ingangen voor werking vanop afstand te monteren.
Raadpleeg daartoe het bedradingsschema.
Let op het volgende bij units in een DICN-configuratie:
•
Schakelaar aan/uit op afstand:
Units met een status NORMAL of STANDBY worden
bestuurd door de schakelaar aan/uit op afstand aangesloten
op de ijswatergroep gedefinieerd als MASTER.
Units met een status DISCONNECT
bestuurd door de schakelaar die daarop is aangesloten.
Zie tevens de gebruiksaanwijzing: "Selecteren van lokale
aan/uit-besturing of vanop afstand".
•
Schakelaar voor dubbele instelling op afstand:
De schakelaar voor dubbele instelling op afstand mag enkel
worden aangesloten op de waterkoeler gedefinieerd als
MASTER.
Indien echter de hoofdunit stilvalt door bijvoorbeeld een
spanningsuitval kan het interessant zijn dat ook op de andere
units een dubbele temperatuurschakelaar is gemonteerd.
Lokale bedrading aansluiten
De lokale bedrading moet worden geleid zoals aangegeven in de
afbeeldingen hieronder.
In de afdekplaat is ruimte voorzien voor de installatie van de
kabelnippels (u moet hiervoor wel door de afdekplaat boren).
-
voor units met één circuit: onder de aansluitklemmen van de
lokale bedrading,
-
voor units met twee circuits: onder de hoofdschakelaar.
Maak de bedrading vast met een klem (lokale levering) aan de
bevestigingspluggen (1) zoals te zien in de onderstaande
afbeeldingen om ervoor te zorgen dat de bedrading niet gespannen
wordt.
LET OP
In het geval van mechanische spanning op de
bedrading, zullen de aardingsaansluitingen misschien
niet loskomen vóór de stroomvoerende aansluitingen.
Maak de aardingsgeleiders langer dan de stroom-
voerende geleiders.
Voeding van in de fabriek geïnstalleerd verwarmingslint
(optie OP10) en extra verwarmingslinten.
Een onafhankelijke voeding 1~50 Hz, 230 V moet worden
aangesloten op de klemmen zoals aangegeven op het bij de unit
geleverde bedradingsschema. De verwarmingslinten moeten
hele jaar door aangesloten blijven op de onafhankelijke voeding.
Lokaal moeten afzonderlijke zekeringen en een scheidings-
schakelaar voor de verwarmingslinten worden geïnstalleerd.
Sluit de aardgeleider (geel/groen) aan op de aardklem
(Raadpleeg het bij de unit geleverde bedradingsschema.)
Gebruik een voedingskabel met 2 geleiders en een aarding met
een kabeldoorsnede afhankelijk van:
maximum stroom van 10 A,
maximum
omgevingstemperatuur
schakelkast.
Unit met één circuit
1
ON/OFF worden
.
van
60°C
in
de
Montagehandleiding
7