Mogelijke configuraties voor de veranderlijke analoge input:
Voor elke configuratie van CHANG.AI moet ook het type
worden geselecteerd:
0-20mA, 4-20mA
0-1V, 0-5V, 0-10V
NTC TYPE 1, NTC TYPE 2, NTC TYPE 3, NTC
TYPE 4 (Zie de servicehandleiding voor de betekenis van
de verschillende soorten NTC-sensoren.)
DI (Digitale input)
(zie het bedradingsschema voor de aansluiting)
NONE: de veranderlijke analoge input krijgt geen functie
toegewezen.
STATUS: geeft alleen de status aan als test
SETP: vlottend instelpunt op basis van
FLOATING
omgevingsomstandigheden of analoge input (alleen verkrijgbaar
voor types mA, V of NTC)
TEMPERATURE: geeft alleen de (bijvoorbeeld) temperatuur
aan de condensoruitlaat weer (alleen verkrijgbaar voor NTC-
types)
DI***: zie de mogelijke functies voor veranderlijke digitale
inputs. (*** kan één van de volgende zijn: STATUS, DUAL
SETPOINT, REMOTE ON/OFF, FREE COOLING REQ, LOW
NOISE of FAN FORCED ON.) (alleen verkrijgbaar voor DI-
types (digitale input))
Instellen van het sondeverschil
Ga via het onderhoudsmenu naar het INPUT OUTPUT-submenu.
U kunt een correctiewaarde voor bepaalde opgemeten temperatuur-
waarden invoeren (temperatuur van inlaatwater aan verdamper en
temperatuur gemengd uitlaatwater aan verdamper). Op deze manier
kunt u mogelijke opmeetfouten corrigeren. De standaardwaarde voor
het sondeverschil is 0.
De pomp manueel besturen
Ga via het onderhoudsmenu naar het PUMP-submenu.
U kunt de pomp manueel in- of uitschakelen. Dit betekent dat u de
pomp altijd kunt inschakelen om ze te controleren, ook wanneer de
unit uit is.
Wanneer een verwarmingslint is geïnstalleerd
Ga via het onderhoudsmenu naar het PUMP-submenu.
_
PUMPCONTROL
IF UNIT OFF AND LOW
WATER TEMP THEN PUMP
: OFF
Als geen verwarmingslint is geïnstalleerd, kan de pomp worden
ingeschakeld bij lage omgevingsomstandigheden wanneer de unit
uitgeschakeld is.
EWAQ080~260DAYN
Bedrijfsklare luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen
4PW35557-1C
De
standaardinstelling
is
Verander deze instelling in
wanneer de pomp moet werken
Definiëren van de BMS-instellingen (optiekit EKACPG)
Ga via het onderhoudsmenu naar het COMMUNICATION-
submenu.
De BMS-parameters die communicatie mogelijk maken tussen de
unit en het controlesysteem kunnen worden gewijzigd met behulp
van het tweede COMMUNICATION
COMMUNICATION-scherm van het onderhoudsmenu. De BMS-
parameters zijn:
COMMUNICATION PCB-scherm:
RS485: geeft seriële verbinding MODBUS of NONE aan.
ADDR: gebruikt om de printplaat aan te duiden.
BR: geeft de communicatiesnelheid aan (baudsnelheid).
De mogelijke instellingen zijn: 1200, 2400, 4800, 9600,
19200.
PARITY: geeft de pariteit aan, NONE
2 stopbits of ODD/EVEN met 1 stopbit (1STOPb).
COMMUNICATION-scherm:
BMS CONTROL ALLOWED: indien ingesteld op Y (ja), kan
de unit worden bestuurd en geconfigureerd met behulp van een
controlesysteem. Indien ingesteld op N (neen), kan het controle-
systeem alleen de waarden lezen maar niet wijzigen.
Definiëren van de thermostaatinstellingen
Voor een autonome unit
Ga via het onderhoudsmenu naar het eerste scherm van het
THERMOSTAT-submenu.
De thermostaatinstellingen voor de inlaat- en uitlaatwater-
temperatuur van A en C kunnen alleen in het onderhoudsmenu
worden ingesteld.
_
THERMOSTAT
STEPLENGTH
A:2$ 0 ¢
RESTART COND.:Ax2
Voor een in een DICN-systeem aangesloten unit.
Ga via het onderhoudsmenu naar het vierde scherm van het
DICN-submenu (alleen op de master-unit).
De
thermostaatinstellingen
uitlaatwatertemperatuur van A, B en C kunnen alleen in het
onderhoudsmenu worden ingesteld.
_^
DICN THERMOSTAT
STEPLENGTH
A:3$ 0 ¢ B:3$ 6 ¢ C:0$ 4 ¢
OFF.
ON
V
ERDERE HANDELINGEN
.
Na montage en aansluiting van de bedrijfsklare luchtgekoelde
ijswaterkoelgroep dient u het volledige systeem te controleren en te
testen zoals beschreven in "Controle voor het opstarten" in de met de
unit meegeleverde gebruiksaanwijzing.
Vul het formulier in met de gebruiksinstructies en bevestig het op een
zichtbare
plaats
ijswaterkoelgroep.
PCB-scherm en het laatste
Thermostaatinstellingen van de inlaat-
en uitlaatwatertemperatuur definiëren.
C:0$ 4 ¢
voor
Thermostaatinstellingen van de inlaat-
watertemperatuur bepalen.
nabij
het
werkingsgedeelte
(2STOPb) met
de
inlaat-
en
van
de
Montagehandleiding
11