UITGAVE 05/2017
GEBRUIKSAANWIJZING
6
INBEDRIJFSTELLING
6.1
KWALIFICATIE VAN HET MONTAGE-/INBEDRIJFSTELLINGSPERSONEEL
Het voor de montage en het in gebruik nemen verantwoordelijke personeel moet
voldoen aan alle vakkundige voorwaarden voor een veilig in gebruik nemen.
Bij het monteren, in gebruik nemen en alle werkzaamheden de gebruiksaanwijzing
en de veiligheidsbepalingen van de aanvullend benodigde systeemcomponenten
lezen en opvolgen.
Een competente persoon moet na afloop van de montage en inbedrijfstelling het apparaat
controleren op een veilige werking.
6.2
OPSLAGOMSTANDIGHEDEN
Het apparaat moet tot aan de montage op een schokvrije, droge en zoveel mogelijk
stofvrije plaats worden opgeslagen. Het apparaat mag niet buiten gesloten ruimtes
worden opgeslagen.
De luchttemperatuur op de plaats van opslag moet in een temperatuurbereik tussen
-20 °C en +60 °C; -4 °F en +140 °F liggen.
De relatieve luchtvochtigheid op de plaat van montage moet tussen 10 - 95% (zonder
condensatie) liggen.
6.3
MONTAGEVOORWAARDEN
De luchttemperatuur op de plaats van montage moet in een temperatuurbereik tussen 0 °C
en 40 °C; 32 °F en 104 °F liggen.
De relatieve luchtvochtigheid op de plaats van montage moet tussen 10 - 95% (zonder
condensatie) liggen.
BESTELNUMMER DOC2388048
SPRINT XE
29