Pagina 1
MX720 series Online handleiding Lees dit eerst Nuttige functies die beschikbaar zijn op het apparaat Overzicht van het apparaat Nederlands (Dutch)
´deze handleiding´ genaamd), deels of geheel te reproduceren, af te leiden of te kopiëren. • In principe kan Canon de inhoud van deze handleiding wijzigen of verwijderen zonder voorafgaande kennisgeving aan de klanten. Daarnaast kan Canon de publicatie van deze handleiding worden uitgesteld of gestopt vanwege dwingende redenen.
Symbolen in dit document Waarschuwing Instructies die u moet volgen om te voorkomen dat er als gevolg van een onjuiste bediening van het apparaat gevaarlijke situaties ontstaan die mogelijk tot ernstig lichamelijk letsel of zelfs de dood kunnen leiden. Deze instructies zijn essentieel voor een veilige werking van het apparaat. Let op Instructies die u moet volgen om lichamelijk letsel of materiële schade als gevolg van een onjuiste bediening van het apparaat te voorkomen.
• Photo Rag is een handelsmerk van Hahnemühle FineArt GmbH. • Bluetooth is een handelsmerk van Bluetooth SIG, Inc., V.S. en gebruiksrecht van dit product is verleend aan Canon Inc.. • Alle andere bedrijfsnamen en producten die in dit document worden genoemd, zijn mogelijk handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectieve bedrijven.
Pagina 5
Zoektips U kunt in het zoekvenster trefwoorden invoeren om te zoeken naar doelpagina's. Belangrijk Als u een zoekopdracht uitvoert via de modelnaam van het product, voert u alleen de eerste twee cijfers van het nummer in de modelnaam in. Voorbeeld: u zoekt naar MX45n (waarbij 'n' een nummer is) Voer 'MX45' in Wanneer u de PRO series gebruikt, vult u de volledige modelnaam in.
Pagina 6
U kunt doelpagina's makkelijk vinden door de naam van de toepassing in te voeren, plus een trefwoord voor de functie waarover u informatie zoekt. Voorbeeld: als u wilt weten hoe u collages kunt afdrukken met My Image Garden Voer in het zoekvenster "My Image Garden collage" in en voer een zoekopdracht uit •...
Venster dat gebruikt wordt in toelichting van de bewerking In deze handleiding worden de meeste bewerkingen beschreven aan de hand van vensters die worden weergegeven wanneer Windows 7 operating system Home Premium (hierna Windows 7 genoemd) wordt gebruikt.
Overzicht van het apparaat Hoofdonderdelen en basishandelingen Hoofdonderdelen Informatie over de stroomvoorziening van het apparaat LCD en bedieningspaneel Cijfers, letters en symbolen invoeren Papier/originelen plaatsen Papier plaatsen Originelen plaatsen Het USB-flashstation plaatsen Een inkttank vervangen Een inkttank vervangen De inktstatus controleren Onderhoud Vage afdrukken of onjuiste kleuren Onderhoud uitvoeren vanaf een computer...
Apparaatinstellingen vanaf uw computer wijzigen Afdrukopties wijzigen Een veelgebruikt afdrukprofiel registreren De stroomvoorziening van het apparaat beheren Het geluidsvolume van het apparaat verlagen De bedieningsmodus van het apparaat wijzigen...
Pagina 12
De apparaatinstellingen wijzigen op het LCD-scherm De apparaatinstellingen wijzigen op het LCD-scherm Faxinstellingen Afdrukinstell. LAN-instellingen Gebruikersinstellingen apparaat Afdrukinstellingen mob. telefoon Bluetooth-instellingen PictBridge-afdrukinstellingen Taal kiezen Firmware bijwerken Instelling herstellen Informatie over ECO-instellingen Informatie over de Stille instelling...
Nuttige functies die beschikbaar zijn op het apparaat De volgende nuttige functies zijn beschikbaar op het apparaat. Ervaar een nog aangenamere fotografiebeleving door de verschillende functies te gebruiken. Eenvoudig foto's afdrukken Inhoud downloaden Gescande afbeeldingen uploaden naar internet Eenvoudig online items afdrukken Eenvoudig afdrukken vanaf een smartphone Afdrukken met Google Cloud Print Druk rechtstreeks af vanaf een iPad, iPhone of iPod touch...
Pagina 15
U kunt premium inhoud eenvoudig downloaden via My Image Garden. Premium inhoud die u hebt gedownload, kunt u rechtstreeks afdrukken met My Image Garden. Als u gedownloade premium inhoud wilt afdrukken, zorg dat voor alle kleuren originele Canon-inkttanks/- inktpatronen zijn geïnstalleerd in een ondersteunde printer.
Pagina 16
Picasa-webalbums) afdrukken terwijl u deze in het printervenster bekijkt. • Sjabloonformulieren van internet afdrukken Canon biedt op internet diverse sjabloonformulieren, onder andere voor feestdagen en kalenders. U kunt uw favoriete sjabloonformulieren op elk gewenst moment downloaden en afdrukken, zo vaak als u wilt. U hoeft alleen het apparaat maar te gebruiken.
Pagina 17
U kunt gemakkelijk afdrukken wanneer u buiten bent, bijvoorbeeld wanneer u op reis bent. Ook uw vrienden of familieleden kunnen afdrukken door zich van tevoren te registreren. U kunt Afdrukken vanuit e-mail gebruiken op alle Canon-printers die de service ondersteunen. 'Afdrukken vanuit e-mail...
Integratiefunctie voor online opslag Het apparaat kan worden geïntegreerd met online opslagservices zoals Evernote. Integratie met het online notitieprogramma 'Evernote' Als een Evernote-clienttoepassing op uw computer is geïnstalleerd, kunt u gescande afbeeldingen importeren in de toepassing en uploaden naar de server van Evernote. Vanaf bijvoorbeeld andere computers of smartphones kan door de geüploade afbeeldingen worden gebladerd.
Afdrukken vanaf een AirPrint-compatibel apparaat In dit document wordt uitgelegd hoe u met AirPrint draadloos afdrukt vanaf uw iPad, iPhone en iPod touch op een Canon-printer. Met AirPrint kunt u direct vanaf uw Apple-apparaat foto's, e-mails, internetpagina's en documenten met uw printer afdrukken, zonder een besturingsbestand te hoeven installeren.
Pagina 20
Raak in het optiemenu Afdrukken (Print) aan. Selecteer in de Printeropties (Printer Options) het model dat u gebruikt. Belangrijk Niet alle programma's ondersteunen AirPrint. Hierdoor wordt Printeropties (Printer Options) mogelijk niet weergegeven. Kunt u vanuit een bepaald programma de printeropties niet gebruiken, dan kunt u vanuit dat programma niet afdrukken.
Bereik: het paginabereik kan alleen worden gebruikt bij bepaalde software en bestandsindelingen (zoals PDF-bestanden). Klik voor 1 kopie (1 Copy) op + of - om het aantal vereiste kopieën in te stellen. Klik voor Dubbelzijdig afdrukken (Duplex Printing) op Aan (On) om dubbelzijdig afdrukken in te schakelen of op Uit (Off) om de functie uit te schakelen.
Pagina 22
• Vanaf de printer: gebruik het bedieningspaneel van de printer om de afdruktaak te annuleren. • Vanaf een Apple-apparaat: druk twee keer op de Home-knop op het Apple-apparaat. Raak het pictogram Afdrukken (Print) aan en geef de lijst met afdruktaken weer. Raak de te annuleren afdruktaak aan en raak vervolgens Afdrukken annuleren (Cancel Print) aan.
U kunt gemakkelijk afdrukken wanneer u buiten bent, bijvoorbeeld wanneer u op reis bent. Ook uw vrienden of familieleden kunnen afdrukken door zich van tevoren te registreren. U kunt Afdrukken vanuit e-mail gebruiken op alle Canon-printers die de service ondersteunen. Uw omgeving controleren Controleer eerst uw omgeving.
Pagina 24
Naar de URL in de e-mail gaan en de printerregistratie voltooien Opmerking Het e-mailadres dat op het scherm wordt weergegeven nadat u de registratie hebt voltooid, is het e- mailadres dat wordt gebruikt voor de functie Afdrukken vanuit e-mail. Klik hier voor meer informatie over de registratieprocedure Afdrukken vanaf uw computer of smartphone Bereid een bestand voor dat u wilt afdrukken De bestandsindeling, het aantal bestanden en de bestandsgrootte die deze functie ondersteunt,...
Selecteer de naam van de printer waaraan u het lid wilt toevoegen. Klik op Lidinstellingen → Toevoegen om het e-mailadres van het lid op te geven en klik daarna op Registreren De URL van de pagina voor lidregistratie wordt verzonden naar het e-mailadres van het zojuist geregistreerde lid.
Als u zich niet kunt registreren bij de service of de service niet kunt verwijderen Als u zich niet kunt registreren bij de service • Als op het bedieningspaneel van de printer het bericht 'Registratie bij 'Afdrukken vanuit e-mail' mislukt.' wordt weergegeven, is de registratie voor Afdrukken vanuit e-mail mogelijk niet op tijd voltooid.
Voorbereidingen voor het gebruik van Afdrukken vanuit e-mail Als u deze service wilt gebruiken om een foto of document af te drukken, moet u de onderstaande procedure volgen en de printer registreren. De URL van de pagina voor printerregistratie en de pincode afdrukken Druk eerst de URL van de pagina voor printerregistratie en de pincode af.
Pagina 28
Geef in het venster Registratie printereigenaar de onderstaande gegevens op en klik op Volgende Gebruikersnaam Geef een naam op. De opgegeven naam wordt weergegeven tijdens de aanmelding. Belangrijk U kunt maximaal 30 tekens invoeren. Taal Selecteer de taal die u gebruikt. De geselecteerde taal wordt gebruikt in e-mailmeldingen zoals meldingen wanneer het afdrukken wordt gestart.
Pagina 29
Nadat u het wachtwoord hebt ingesteld, worden het e-mailadres van de printer en de URL van de service weergegeven en is de printerregistratie voltooid. Belangrijk Wanneer u het wachtwoord opgeeft, gelden de volgende beperkingen. Het wachtwoord moet uit 8 of meer tekens bestaan. U mag enkelbyte hoofdletters, enkelbyte kleine letters en enkelbyte cijfers gebruiken.
Lijst met tijdzones (UTC-12:00) Internationale datumgrens west (UTC-11:00) Midway-eilanden (UTC-10:00) Hawaï (UTC-09:00) Alaska (UTC-08:00) Tijuana, Baja California, Pacific Time (V.S. en Canada) (UTC-07:00) Arizona, Chihuahua, La Paz, Mazatlán, Mountain Time (V.S. en Canada) Guadalajara, Mexico-stad, Monterrey, Saskatchewan, Midden-Amerika, Central Time (UTC-06:00) (V.S.
Pagina 31
Overzicht van het apparaat Hoofdonderdelen en basishandelingen Hoofdonderdelen Informatie over de stroomvoorziening van het apparaat LCD en bedieningspaneel Cijfers, letters en symbolen invoeren Papier/originelen plaatsen Papier plaatsen Originelen plaatsen Het USB-flashstation plaatsen Een inkttank vervangen Een inkttank vervangen De inktstatus controleren Onderhoud Vage afdrukken of onjuiste kleuren Onderhoud uitvoeren vanaf een computer...
Hoofdonderdelen en basishandelingen Hoofdonderdelen Informatie over de stroomvoorziening van het apparaat LCD en bedieningspaneel Cijfers, letters en symbolen invoeren...
Vooraanzicht bedieningspaneel Gebruik het bedieningspaneel om de apparaatinstellingen te wijzigen of het apparaat te bedienen. Bedieningspaneel ADF (automatische documentinvoer) Plaats een document dat u wilt kopiëren, scannen of faxen. Documenten die in de documentlade worden geplaatst, worden automatisch vel voor vel gescand. Documenten in de ADF (automatische documentinvoer) plaatsen klep van documentinvoer Open deze klep om vastgelopen documenten te verwijderen.
Pagina 35
Knippert: Bezig met afdrukken of scannen via een draadloos LAN. Dit lampje knippert ook wanneer tijdens het instellen wordt gezocht naar een toegangspunt voor een draadloos LAN en wanneer verbinding wordt gemaakt met het toegangspunt. (12) USB-flashstation Plaats een USB-flashstation in deze poort. Het USB-flashstation plaatsen U kunt de optionele Bluetooth-eenheid BU-30* aansluiten als u rechtstreeks vanaf het apparaat wilt afdrukken.
Pagina 36
Achteraanzicht achterklep Koppel de achterklep los wanneer u vastgelopen papier wilt verwijderen. netsnoeraansluiting Hier kunt u het meegeleverde netsnoer aansluiten. telefoonaansluiting Hier kunt u de telefoonlijn aansluiten. aansluiting voor extern apparaat Hier kunt u een extern apparaat aansluiten, zoals een telefoon of een antwoordapparaat. aansluiting voor bekabeld LAN Sluit hier de LAN-kabel aan om het apparaat met een LAN te verbinden.
Binnenaanzicht inktlampje Deze lampjes branden of knipperen rood om de status van de inkttank aan te geven. De inktstatus controleren met de inktlampjes printkophouder De printkop is vooraf geïnstalleerd. inktklepje Open deze klep als u een inkttank wilt vervangen, een inktlampje wilt controleren of vastgelopen papier uit het apparaat wilt verwijderen.
Bedieningspaneel * Ter illustratie branden alle knoppen en lampjes op het bedieningspaneel in de onderstaande afbeelding. Selectie-/instelknoppen weergeven Numerieke toetsen weergeven Opmerking Bedieningsafhankelijke knoppen worden weergegeven op het bedieningspaneel. Wanneer u het aantal kopieën opgeeft voor het afdrukken of kopiëren van foto's, of opties selecteert in het scherm met afdrukinstellingen, worden de selectie-/instelknoppen weergegeven zoals in (A).
Knop Stoppen (Stop) Hiermee annuleert u actieve afdruk-, kopieer- of scantaken of het verzenden/ontvangen van een fax. Alarm-lampje Dit lampje brandt of knippert oranje als er een fout optreedt, bijvoorbeeld als het papier of de inkt op is. Knop Zwart (Black) Hiermee start u kopiëren, scannen of faxen in zwart-wit.
Pagina 40
Opmerking Het apparaat maakt piepgeluiden als er knoppen op het bedieningspaneel worden ingedrukt. U kunt het geluidsvolume aanpassen via Geluidsregeling (Sound control) bij Gebruikersinstellingen apparaat (Device user settings). Gebruikersinstellingen apparaat...
Informatie over de stroomvoorziening van het apparaat Controleer of de printer is ingeschakeld Het apparaat in- en uitschakelen Kennisgeving over de stekker/het netsnoer Kennisgeving over het loskoppelen van het netsnoer...
Controleer of de printer is ingeschakeld Het lampje van de modusknop of de knop MENU brandt blauw wanneer het apparaat is ingeschakeld. Als een lampje van deze knoppen brandt, is het apparaat ingeschakeld, zelfs als het LCD-scherm is uitgeschakeld. Opmerking Het kan enige tijd duren voordat het apparaat met afdrukken begint nadat u het apparaat hebt ingeschakeld.
Het apparaat in- en uitschakelen Het apparaat inschakelen Druk op de knop AAN (ON) om het apparaat in te schakelen. Het lampje van de knop KOPIËREN (COPY) knippert en blijft daarna blauw branden. Controleer of de printer is ingeschakeld Opmerking Het kan enige tijd duren voordat het apparaat met afdrukken begint nadat u het apparaat hebt ingeschakeld.
Kennisgeving over de stekker/het netsnoer Controleer de stekker/het netsnoer eenmaal per maand om er zeker van te zijn dat geen van de onderstaande onregelmatigheden zich voordoet. De stekker/het netsnoer is heet. De stekker/het netsnoer is roestig. De stekker/het netsnoer is verbogen. De stekker/het netsnoer is versleten.
Kennisgeving over het loskoppelen van het netsnoer Volg de onderstaande procedure om de stekker uit het stopcontact te trekken. Belangrijk Druk op de knop AAN (ON) en controleer daarna of alle lampjes op het bedieningspaneel uit zijn wanneer u het netsnoer uit het stopcontact haalt. Als u het netsnoer loskoppelt voordat alle lampjes op het bedieningspaneel uit zijn, kan de printkop uitdrogen of verstopt raken en kan de afdrukkwaliteit afnemen.
LCD en bedieningspaneel U kunt het apparaat gebruiken om zonder computer te kopiëren, faxen te verzenden/ontvangen, originelen te scannen of foto´s op een USB-flashstation af te drukken. U kunt de verschillende functies van het apparaat ook probleemloos gebruiken via het menuscherm en het instellingenscherm op het LCD-scherm.
Pagina 47
Druk op de middelste Functie (Function)-knop. Het scherm Instellingen ontvangstmodus (Receive mode settings) wordt weergegeven. Druk op de rechter Functie (Function)-knop om TX-beeldkwal. (TX image qlty) te selecteren. Het scherm Instel. TX-beeldkwaliteit (TX image quality settings) wordt weergegeven.
Cijfers, letters en symbolen invoeren Op het apparaat kunt u tekens invoeren met de numerieke toetsen wanneer u informatie invoert, zoals een toestelnaam, de naam van een ontvanger voor verkort kiezen en dergelijke. De invoermodus wijzigen Het apparaat heeft drie invoermodi: kleine letters, hoofdletters en cijfers. U kunt de numerieke toetsen gebruiken om tekens in elke invoermodus in te voeren.
Pagina 49
Druk op de rechter Functie (Function)-knop om Spatie (Space) te selecteren. U kunt een spatie invoegen na en tussen tekens. Een teken invoegen Plaats de cursor onder het teken rechts naast de invoegpositie en voer vervolgens het teken in. Het teken bij de cursor wordt naar rechts verplaatst en het nieuwe teken wordt ingevoegd.
Papier plaatsen Papierbronnen voor het laden van papier Papier van klein formaat plaatsen Papier van groot formaat plaatsen Enveloppen plaatsen Mediumtypen die u kunt gebruiken Mediumtypen die u niet kunt gebruiken Afdrukgebied...
Papierbronnen voor het laden van papier Het apparaat heeft twee papierbronnen om papier in te voeren, de cassette (bovenste) en de cassette (onderste). De gebruikte papierbron hangt af van het paginaformaat en het mediumtype. Mediumtypen die u kunt gebruiken Opmerking Selecteer tijdens het afdrukken het juiste paginaformaat en mediumtype.
Pagina 53
Fotopapier (A4, 20 x 25 cm (8 x 10 inch) of Letter) Normaal papier (A4, B5, A5, Letter of Legal) Enveloppen Papier plaatsen met de afdrukzijde naar beneden Als papier een afdrukzijde heeft (voor- of achterzijde), zoals fotopapier, plaatst u dit met de wittere (of glanzende) zijde naar beneden.
Als u normaal papier voor een proefafdruk uitknipt tot bijvoorbeeld 10 x 15 cm (4 x 6 inch) of 13 x 18 cm (5 x 7 inch), kan het papier vastlopen. Opmerking Wij raden aan om origineel fotopapier van Canon te gebruiken voor het afdrukken van foto's. Raadpleeg Mediumtypen die u kunt gebruiken voor meer informatie over origineel Canon-papier.
Pagina 55
Plaats de papierstapel MET DE AFDRUKZIJDE NAAR BENEDEN in het midden van de cassette (bovenste). Opmerking Lijn de papierstapel uit met de rand van de cassette (bovenste), zoals in de onderstaande afbeelding. Als de papierstapel in contact komt met de uitstekende delen (C), wordt het papier mogelijk niet goed ingevoerd.
Pagina 56
Plaats de cassette (bovenste) in het apparaat. Druk de cassette (bovenste) helemaal in het apparaat. Open de papieruitvoerlade. Open de papieruitvoerlade voorzichtig terwijl u beide zijden vasthoudt. Het verlengstuk van de uitvoerlade wordt automatisch geopend wanneer de papieruitvoerlade is geopend. Opmerking Na het plaatsen van papier Selecteer het formaat en type van het geplaatste papier in het venster met afdrukinstellingen op het...
Plaats papier van klein formaat in de cassette (bovenste). Papier van klein formaat plaatsen Opmerking Wij raden aan om origineel fotopapier van Canon te gebruiken voor het afdrukken van foto's. Raadpleeg Mediumtypen die u kunt gebruiken voor meer informatie over origineel Canon-papier.
Pagina 58
Verschuif de papiergeleider aan de voorzijde en aan de rechterzijde om de papiergeleiders te openen. Plaats de papierstapel MET DE AFDRUKZIJDE NAAR BENEDEN in het midden van de cassette (onderste). Opmerking Lijn de papierstapel uit met de rand van de cassette (onderste), zoals in de onderstaande afbeelding.
Pagina 59
Opmerking Papier groter dan A4 plaatsen Als u papier groter dan A4-formaat in de cassette (onderste) plaatst, drukt u de vergrendeling op de cassette (onderste) omlaag en trekt u de cassette (onderste) uit. De cassette (onderste) steekt uit het apparaat wanneer de cassette correct is geplaatst. Forceer de cassette (onderste) niet verder het apparaat in.
Pagina 60
Open de papieruitvoerlade. Open de papieruitvoerlade voorzichtig terwijl u beide zijden vasthoudt. Het verlengstuk van de uitvoerlade wordt automatisch geopend wanneer de papieruitvoerlade is geopend. Trek de papieruitvoersteun uit. Opmerking Na het plaatsen van papier Selecteer het formaat en type van het geplaatste papier in het venster met afdrukinstellingen op het bedieningspaneel of van het printerstuurprogramma.
Enveloppen plaatsen U kunt DL-enveloppen (Europa) en #10-enveloppen (VS) plaatsen. Het adres wordt automatisch geroteerd en afgedrukt aan de hand van de richting van de envelop, zoals opgegeven in het printerstuurprogramma. Belangrijk Afdrukken van enveloppen vanuit het bedieningspaneel of vanuit een digitale camera wordt niet ondersteund.
Pagina 62
Verschuif de papiergeleider aan de voorzijde en aan de rechterzijde om de papiergeleiders te openen. Plaats de enveloppen MET DE AFDRUKZIJDE NAAR BENEDEN in het midden van de cassette (onderste). De gevouwen klep van de envelop is omhoog gericht en bevindt zich aan de linkerzijde. Achterzijde Adreszijde Er kunnen maximaal 10 enveloppen tegelijk worden geplaatst.
Pagina 63
Plaats de cassette (onderste) in het apparaat. Druk de cassette (onderste) helemaal in het apparaat totdat deze stopt. Open de papieruitvoerlade. Open de papieruitvoerlade voorzichtig terwijl u beide zijden vasthoudt. Het verlengstuk van de uitvoerlade wordt automatisch geopend wanneer de papieruitvoerlade is geopend.
Pagina 64
Opmerking Nadat u enveloppen hebt geplaatst Selecteer het formaat en type van de geplaatste enveloppen in het venster met afdrukinstellingen van het printerstuurprogramma.
Mediumtypen die u kunt gebruiken Kies voor het beste afdrukresultaat papier dat geschikt is om op af te drukken. Canon levert diverse papiersoorten waarmee u het plezier van afdrukken kunt vergroten, zoals stickers, en papiersoorten voor foto's of documenten. Het verdient aanbeveling belangrijke foto's af te drukken op origineel Canon-papier.
64 tot 105 g /m (17 tot 28 lb) (behalve origineel Canon-papier) Gebruik geen zwaarder of lichter papier (met uitzondering van papier van het merk Canon), anders kan het papier in het apparaat vast komen te zitten. Opmerkingen over het opslaan van papier Neem alleen het benodigde aantal vellen papier uit de verpakking, vlak voordat u gaat afdrukken.
Pagina 67
Ongeveer 50 vel papier) Enveloppen 10 enveloppen Origineel Canon-papier Opmerking Wij adviseren u het vorige afgedrukte vel uit de papieruitvoerlade te verwijderen voordat u verder gaat met afdrukken om vlekken en verkleuringen te voorkomen (behalve voor High Resolution Paper <HR-101N>).
Pagina 68
*3 Wij adviseren u de vorige afgedrukte envelop uit de papieruitvoerlade te verwijderen voordat u verder gaat met afdrukken om vlekken en verkleuringen te voorkomen. *4 Wanneer u papier in stapels plaatst, kan de afdrukzijde bij het invoeren worden gemarkeerd of wordt het papier mogelijk niet goed ingevoerd.
Instellingen voor mediatype op het bedieningspaneel Verkrijgbare papiersoorten Mediumnaam Instellingen voor Type Normaal papier (inclusief gerecycled papier) Normaal papier (Plain paper) Origineel Canon-papier Papier voor het afdrukken van foto's: Mediumnaam <Modelnummer> Instellingen voor Type Professioneel Foto Platinum <PT-101> Pro Platinum Glanzend Fotopapier 'voor frequent gebruik' <GP-501>...
(17 lb)) Papier dat te dik is (dat meer weegt dan 105 g /m (28 lb), behalve origineel Canon-papier) Papier dat dunner is dan een briefkaart, inclusief gewoon papier of papier van een notitieblok dat kleiner is gemaakt (wanneer u afdrukt op papier dat kleiner is dan A5)
Pagina 71
Afdrukgebied Afdrukgebied Andere formaten dan Letter, Legal, Enveloppen Letter, Legal Enveloppen...
Pagina 72
Voor de beste afdrukkwaliteit wordt door het apparaat een marge aan iedere zijde van het papier vrijgelaten. Het eigenlijke afdrukgebied is het gebied binnen deze marges. Aanbevolen afdrukgebied : Canon raadt u aan binnen dit gebied af te drukken. Afdrukgebied : in dit gebied is afdrukken mogelijk.
Andere formaten dan Letter, Legal, Enveloppen Formaat Afdrukgebied (breedte x hoogte) 141,2 x 202,0 mm (5,56 x 7,95 inch) 203,2 x 289,0 mm (8,00 x 11,38 inch) 175,2 x 249,0 mm (6,90 x 9,80 inch) 10 x 15 cm (4 x 6 inch) 94,8 x 144,4 mm (3,73 x 5,69 inch) 13 x 18 cm (5 x 7 inch) 120,2 x 169,8 mm (4,73 x 6,69 inch)
Letter, Legal Formaat Afdrukgebied (breedte x hoogte) Letter 203,2 x 271,4 mm (8,00 x 10,69 inch) Legal 203,2 x 347,6 mm (8,00 x 13,69 inch) Aanbevolen afdrukgebied 40,4 mm (1,59 inch) 37,4 mm (1,47 inch) Afdrukgebied 3,0 mm (0,12 inch) 5,0 mm (0,20 inch) 6,4 mm (0,25 inch) 6,3 mm (0,25 inch)
Enveloppen Formaat Aanbevolen afdrukgebied (breedte x hoogte) Europees DL 98,8 x 179,6 mm (3,88 x 7,07 inch) US Comm. Env. #10 93,5 x 200,9 mm (3,68 x 7,90 inch) Aanbevolen afdrukgebied 3,0 mm (0,12 inch) 37,4 mm (1,47 inch) 5,6 mm (0,22 inch) 5,6 mm (0,22 inch)
Originelen plaatsen De locatie voor het plaatsen van originelen Originelen op de glasplaat plaatsen Documenten in de ADF (automatische documentinvoer) plaatsen Originelen plaatsen voor elke functie Originelen die u kunt plaatsen...
De locatie voor het plaatsen van originelen U kunt originelen op twee locaties in het apparaat plaatsen: de glasplaat en de ADF (automatische documentinvoer). Selecteer de positie waar u het origineel wilt plaatsen op basis van het formaat, type of de methode van gebruik.
Originelen op de glasplaat plaatsen U kunt originelen die u wilt kopiëren, faxen of scannen op de glasplaat plaatsen. Plaats een origineel op de glasplaat. Open de documentklep. Belangrijk Raak bij het openen of sluiten van de documentklep de knoppen en het LCD-scherm op het bedieningspaneel niet aan.
Pagina 79
Houd de documentklep goed vast wanneer u deze sluit. De documentklep is zwaar. Let erop dat u de documentklep sluit nadat u het origineel op de glasplaat hebt geplaatst, voordat u begint met kopiëren, faxen of scannen.
Documenten in de ADF (automatische documentinvoer) plaatsen U kunt een document dat u wilt kopiëren, faxen of scannen in de ADF (automatische documentinvoer) plaatsen. Opmerking Als u een document met optimale kwaliteit wilt scannen, plaatst u het op de glasplaat. Controleer of alle originelen van de glasplaat zijn verwijderd.
Pagina 81
Opmerking Wanneer u dubbelzijdige originelen scant, kunt u de uitvoerinstellingen opgeven bij Dubbelzijdige uitvoer instellen (Two-sided paper output setting) of Gebruikersinstellingen apparaat (Device user settings). U kunt selecteren of de pagina´s in de juiste volgorde of in omgekeerde volgorde moeten worden uitgevoerd. Met de instelling voor de omgekeerde volgorde verloopt het scannen sneller.
Originelen plaatsen voor elke functie Mogelijk moet u het origineel in een andere positie plaatsen, afhankelijk van de functie die u hebt geselecteerd voor kopiëren, faxen, scannen en dergelijke. Plaats het origineel in de juiste positie op basis van de geselecteerde functie. Als u het origineel niet correct plaatst, wordt het mogelijk niet juist gescand. Het origineel uitgelijnd met de positiemarkering plaatsen Plaats originelen om te kopiëren of te faxen...
Twee of meer originelen plaatsen op de glasplaat Twee of meer afgedrukte foto's scannen met Foto kopiëren (Photo copy) In de scanmodus: - selecteer Automatische scan (Auto scan) voor Doc.type om twee of meer afgedrukte foto's, ansichtkaarten of visitekaartjes te scannen - selecteer Foto (Photo) voor Doc.type en geef Autom.
Originelen die u kunt plaatsen U kunt de volgende originelen op de glasplaat of in de ADF (automatische documentinvoer) plaatsen: glasplaat Item Details - Tekstdocumenten, tijdschriften of kranten Typen originelen - Afgedrukte foto, ansichtkaart, visitekaartje of schijf (bd/dvd/cd, enzovoort) - Documenten die niet geschikt zijn voor de ADF Grootte (breedte x hoogte) Maximaal 216 x 297 mm (8,5 x 11,7 inch) Aantal...
Pagina 85
Het USB-flashstation plaatsen Het USB-flashstation plaatsen Het USB-flashstation verwijderen...
Het USB-flashstation plaatsen Afdrukbare afbeeldingsgegevens Dit apparaat accepteert en afbeeldingen die zijn gemaakt met een digitale camera die voldoet aan het Design rule for Camera File system (compatibel met Exif 2.2/2.21/2.3), TIFF (compatibel met Exif 2.2/2.21/2.3). Andere typen afbeeldingen of films, zoals RAW-afbeeldingen, kunnen niet worden afgedrukt.
Het USB-flashstation verwijderen Controleer of het apparaat geen gegevens leest van of schrijft naar het USB- flashstation. Tijdens dergelijke bewerkingen wordt een bericht weergegeven op het LCD-scherm. Belangrijk Verwijder het USB-flashstation niet en zet het apparaat niet uit terwijl een lees- of schrijfbewerking plaatsvindt.
Pagina 88
Een inkttank vervangen Een inkttank vervangen De inktstatus controleren...
Een inkttank vervangen Wanneer de inkt opraakt of zich fouten voordoen, wordt het bericht op het LCD weergegeven om u op de hoogte te brengen van het probleem. Neem de maatregelen die in het bericht worden beschreven. Een bericht verschijnt op het scherm Opmerking Meer informatie over geschikte inkttanks vindt u in de gedrukte handleiding: Aan de Slag-gids.
Pagina 90
Open de inktklep. De printkophouder schuift naar de vervangingspositie. Let op Houd de printkophouder niet vast om deze te stoppen of te verplaatsen. Raak de printkophouder niet aan voordat deze helemaal stilstaat. Belangrijk Raak geen metalen delen of andere delen binnen in het apparaat aan. Als de inktklep langer dan 10 minuten heeft opengestaan, wordt de printkophouder naar de rechterzijde verplaatst.
Pagina 91
Belangrijk Raak behalve de inkttanks geen andere delen aan. Wees voorzichtig met de inkttank om vlekken op kleding en dergelijke te voorkomen. Houd bij het weggooien van lege inkttanks rekening met de plaatselijke regelgeving met betrekking tot afvalverwerking. Opmerking Verwijder niet twee of meer inkttanks tegelijk. Vervang inkttanks één voor één als u twee of meer inkttanks vervangt.
Pagina 92
Belangrijk Druk de zijkanten van de inkttank niet in. Als u de zijkanten van de inkttank indrukt en het Y- vormige luchtgat wordt geblokkeerd, kan er inkt spatten. Raak de binnenkant van het oranje beschermkapje of de geopende inktopening niet aan.
Pagina 93
U kunt niet afdrukken als de inkttank onjuist is geplaatst. U moet de inkttank correct plaatsen, zoals is aangegeven op het label van de printkophouder. U kunt pas afdrukken als alle inkttanks zijn geïnstalleerd. Zorg dat alle inkttanks zijn geïnstalleerd. Sluit de inktklep en sluit vervolgens voorzichtig de documentklep.
De inktstatus controleren De inkstatus controleren met het LCD op het aparaat De inktstatus controleren met de inktlampjes U kunt de inktstatus ook controleren op het computerscherm. De inktstatus controleren vanaf uw computer...
De inkstatus controleren met het LCD op het aparaat Controleer of het apparaat is ingeschakeld en druk op de knop MENU. Selecteer Instellen (Setup) en druk daarna op de knop OK. LCD en bedieningspaneel Het scherm Instellingenmenu (Setup menu) wordt weergegeven. Selecteer Geschatte inktniveaus (Estimated ink levels) en druk daarna op de knop OK.
De inktstatus controleren met de inktlampjes Zorg dat het apparaat is ingeschakeld en open de papieruitvoerlade voorzichtig terwijl u beide zijden vasthoudt. Open de documentklep en open vervolgens de inktklep. Vervangingsprocedure Controleer het inktlampje. Sluit de inktklep nadat u de status van de inktlampjes hebt gecontroleerd. Vervangingsprocedure Het inktlampje brandt.
Pagina 97
Onderhoud Vage afdrukken of onjuiste kleuren Onderhoud uitvoeren vanaf een computer Het apparaat reinigen...
Vage afdrukken of onjuiste kleuren Onderhoudsprocedure Controleraster voor de spuitopeningen afdrukken Controleraster voor de spuitopeningen bekijken De printkop reinigen Een diepte-reiniging van de printkop uitvoeren De printkop uitlijnen De printkop handmatig uitlijnen...
Onderhoudsprocedure Als de afdrukresultaten onduidelijk zijn of de kleuren niet correct worden afgedrukt, zijn is de spuitopening van printkop waarschijnlijk verstopt. Voer de onderstaande procedure uit om het controleraster voor de spuitopeningen af te drukken, de conditie van de spuitopeningen van de printkop te controleren en vervolgens de printkop te reinigen.
Pagina 100
De printkop reinigen Vanaf de computer De printkoppen reinigen vanaf de computer Als het probleem niet is opgelost nadat u de printkop tweemaal hebt gereinigd: Stap 3 Voer een diepte-reiniging van de printkop uit. Vanaf het apparaat Een diepte-reiniging van de printkop uitvoeren Vanaf de computer De printkoppen reinigen vanaf de computer...
Controleraster voor de spuitopeningen afdrukken Druk het controleraster voor de spuitopeningen af om te bepalen of de inkt op de juiste wijze uit de spuitopening van printkop wordt gespoten. Opmerking Als de inkt bijna op is, wordt het controleraster niet goed afgedrukt. Vervang de inkttank die bijna leeg is.
Controleraster voor de spuitopeningen bekijken Bekijk het controleraster voor de spuitopeningen en reinig zo nodig de printkop. Controleer het raster op ontbrekende lijnen en de aanwezigheid van horizontale witte strepen. Geen ontbrekende lijnen/geen horizontale witte strepen Lijnen ontbreken/er zijn horizontale witte strepen aanwezig Aantal vellen dat tot nog toe is afgedrukt Selecteer het raster in het bevestigingsscherm dat het dichtst in de buurt komt van het controleraster voor de spuitopeningen dat u hebt afgedrukt.
Pagina 103
Voor toegang tot andere beschikbare functies drukt u op de modusknoppen of de knop MENU. Voor (lijnen ontbreken of er zijn horizontale witte strepen aanwezig) in raster of raster (2), of zowel in raster als raster (2): De reiniging is vereist. Selecteer Ook B (Also B) en druk op de knop OK. Het bevestigingsscherm met reinigingsinformatie wordt weergegeven.
De printkop reinigen De printkop moet worden gereinigd als er in het afgedrukte controleraster voor de spuitopeningen lijnen ontbreken of horizontale witte strepen worden weergegeven. Door een reiniging uit te voeren worden de spuitopeningen vrij gemaakt en de toestand van de printkop hersteld. Bij het reinigen van de printkop wordt inkt verbruikt.
Pagina 105
Opmerking Voor toegang tot andere beschikbare functies drukt u op de modusknoppen of de knop MENU. Als het probleem niet is opgelost nadat u de printkop tweemaal hebt gereinigd, voert u de diepte- reiniging van de printkop uit. Een diepte-reiniging van de printkop uitvoeren...
Een diepte-reiniging van de printkop uitvoeren Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd door de normale reiniging van de printkop, moet u een diepte- reiniging van de printkop uitvoeren. Bij een diepte-reiniging van de printkop wordt meer inkt verbruikt dan bij een normale reiniging van de printkop. Het is daarom raadzaam de diepte-reiniging van de printkop alleen uit te voeren als het echt nodig is.
Pagina 107
Bekijk het controleraster voor de spuitopeningen. Controleraster voor de spuitopeningen bekijken Als een bepaalde kleur niet goed wordt afgedrukt, vervangt u de inkttank van de desbetreffende kleur. Een inkttank vervangen Als het probleem niet is opgelost, schakelt u het apparaat uit en voert u de diepte-reiniging van de printkop 24 uur later nogmaals uit.
Een inkttank vervangen Als het meegeleverde papier (Matglans Foto Papier MP-101) op is of als het aangegeven originele Canon-papier niet direct verkrijgbaar is, kunt u normaal papier gebruiken en de printkop handmatig uitlijnen. Vanaf het apparaat De printkop handmatig uitlijnen...
Pagina 109
Het bevestigingsscherm wordt weergegeven. Selecteer Ja (Yes) en druk op OK. Het controlevel voor de uitlijning van de printkop wordt afgedrukt en de positie van de printkop wordt automatisch uitgelijnd. Dit duurt ongeveer 4 minuten. Belangrijk Open de inktklep niet terwijl er een afdruktaak wordt uitgevoerd. Opmerking Als de automatische aanpassing van de printkoppositie is mislukt, wordt er een foutbericht weergegeven op het LCD-scherm.
De printkop handmatig uitlijnen Als evenwijdige lijnen niet correct worden afgedrukt of als u nog steeds niet tevreden bent over de afdrukresultaten nadat de printkoppositie automatisch is aangepast, kunt u de printkoppositie handmatig aanpassen. Opmerking Voor meer informatie over handmatige aanpassing van de printkoppositie raadpleegt u De printkop uitlijnen.
Pagina 111
Selecteer Ja (Yes) en druk op OK. Het uitlijningsraster voor de printkop wordt afgedrukt. Belangrijk Open de inktklep niet terwijl er een afdruktaak wordt uitgevoerd. Als het bericht Zijn de controlerasters correct afgedrukt? (Did the patterns print correctly?) wordt weergegeven, bevestigt u dat het raster goed is afgedrukt, selecteert u Ja (Yes) en drukt u op OK.
Pagina 112
Minst duidelijk zichtbare verticale strepen Meest zichtbare verticale strepen Herhaal dezelfde procedure totdat u het rasternummer voor de kolommen B tot en met H hebt ingevoerd en druk vervolgens op de knop OK. Selecteer voor de kolommen G en H de instelling die de minst waarneembare horizontale strepen veroorzaakt op de positie die wordt aangegeven door de pijl.
Pagina 113
Minst duidelijk zichtbare verticale strepen Meest zichtbare verticale strepen Herhaal dezelfde procedure totdat u het rasternummer voor de kolommen J tot en met P hebt ingevoerd en druk vervolgens op de knop OK. Bevestig het bericht en druk op de knop OK. Het derde raster wordt afgedrukt.
Pagina 114
De handmatige aanpassing van de printkoppositie is voltooid. Wanneer het voltooiingsbericht wordt weergegeven, drukt u op de knop OK. Het scherm Onderhoud (Maintenance) wordt opnieuw weergegeven. Opmerking Voor toegang tot andere beschikbare functies drukt u op de modusknoppen of de knop MENU.
Onderhoud uitvoeren vanaf een computer De printkoppen reinigen vanaf de computer De papierinvoerrollen reinigen vanaf de computer De positie van de printkop uitlijnen vanaf de computer De computer gebruiken om een controleraster voor de spuitopeningen af te drukken De binnenkant van het apparaat reinigen...
De printkoppen reinigen vanaf de computer Met de functie voor het reinigen van de printkop kunt u verstopte spuitopeningen van de printkop weer vrijmaken. Reinig de printkoppen wanneer de afdruk vaag is of een bepaalde kleur niet wordt afgedrukt, ook al is er genoeg inkt. De procedure voor het reinigen van de printkop is als volgt: Reiniging (Cleaning) Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma...
Pagina 117
Klik op Initiële controle-items (Initial Check Items) om de items te bekijken die u moet controleren voordat deze een diepte-reiniging ondergaan. Voer de diepte-reiniging uit Zorg dat het apparaat is ingeschakeld en klik op Uitvoeren (Execute). Klik op OK in het bevestigingsbericht. De diepte-reiniging wordt gestart.
De papierinvoerrollen reinigen vanaf de computer U kunt de papierinvoerrollen reinigen. U doet dit als er stukjes papier aan de papierinvoerrollen vastzitten en het papier niet goed wordt ingevoerd. De procedure voor het reinigen van de papierinvoerrol is als volgt: Reiniging rollen (Roller Cleaning) Bereid het apparaat voor Verwijder alle vellen papier uit de papierbron vanwaar papier niet goed kan worden ingevoerd.
De positie van de printkop uitlijnen vanaf de computer Bij het uitlijnen van de printkop worden de installatieposities van de printkop gecorrigeerd waardoor kleuren en lijnen beter worden afgedrukt. Dit apparaat ondersteunt twee methoden voor het uitlijnen van de printkop: automatische uitlijning en handmatige uitlijning.
De positie van de printkop handmatig uitlijnen vanaf de computer Bij het uitlijnen van de printkop worden de installatieposities van de printkop gecorrigeerd waardoor kleuren en lijnen beter worden afgedrukt. Dit apparaat ondersteunt twee methoden voor het uitlijnen van de printkop: automatische uitlijning en handmatige uitlijning.
Pagina 121
Klik op OK nadat u alle benodigde waarden hebt ingevoerd. Opmerking Als het moeilijk is het beste raster te kiezen, selecteert u de instelling waarbij de verticale strepen het minst duidelijk zichtbaar zijn. (A) Minst duidelijk zichtbare verticale strepen (B) Meest zichtbare verticale strepen Als het moeilijk is het beste raster te kiezen, kiest u de instelling waarbij de horizontale strepen het minst duidelijk zichtbaar zijn.
Pagina 122
Klik op OK nadat u alle benodigde waarden hebt ingevoerd. Opmerking Als het moeilijk is het beste raster te kiezen, selecteert u de instelling waarbij de verticale strepen het minst duidelijk zichtbaar zijn. (A) Minst duidelijk zichtbare verticale strepen (B) Meest zichtbare verticale strepen Bevestig het weergegeven bericht en klik op OK Het derde raster wordt afgedrukt.
Pagina 123
Klik op OK nadat u alle benodigde waarden hebt ingevoerd. Opmerking Als het moeilijk is het beste raster te kiezen, kiest u de instelling waarbij de horizontale strepen het minst duidelijk zichtbaar zijn. (A) Minst duidelijk zichtbare horizontale strepen (B) Duidelijkst zichtbare horizontale strepen Klik op OK om de positie van de kop aan te passen.
De computer gebruiken om een controleraster voor de spuitopeningen af te drukken Met de functie voor controle van de spuitopeningen kunt u controleren of de printkop goed functioneert door een controleraster af te drukken. Druk een controleraster af wanneer de afdruk vaag is of een bepaalde kleur niet wordt afgedrukt.
De binnenkant van het apparaat reinigen Voer een reiniging van de onderste plaat uit voordat u dubbelzijdig afdrukt, om te voorkomen dat er vegen op de achterzijde van het papier ontstaan. Voer ook een reiniging van de onderste plaat uit als er inktvegen op een afdruk voorkomen die niet worden veroorzaakt door de afdrukgegevens.
Het apparaat reinigen De buitenkant van het apparaat reinigen De glasplaat en de documentklep reinigen De ADF (automatische documentinvoer) reinigen De papierinvoerrol reinigen Het binnenste van het apparaat reinigen (Reiniging onderste plaat) De uitstekende delen binnen in het apparaat reinigen Het cassettekussentje reinigen...
De buitenkant van het apparaat reinigen Gebruik altijd een zachte en droge doek, bijvoorbeeld een brillendoekje, en veeg vuilresten voorzichtig van het oppervlak. Strijk eventuele kreukels in de doek zo nodig glad voordat u de doek gebruikt. Belangrijk Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat reinigen. - Het apparaat kan niet worden uitgeschakeld terwijl een fax wordt verzonden of ontvangen, of als er niet-verzonden faxen in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen.
De glasplaat en de documentklep reinigen Belangrijk Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat reinigen. - Het apparaat kan niet worden uitgeschakeld terwijl een fax wordt verzonden of ontvangen, of als er niet-verzonden faxen in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen.
De ADF (automatische documentinvoer) reinigen Belangrijk Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat reinigen. - Het apparaat kan niet worden uitgeschakeld terwijl een fax wordt verzonden of ontvangen, of als er niet-verzonden faxen in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen.
Pagina 130
Sluit daarna de klep van de documentinvoer door erop te drukken totdat deze vastklikt. Sluit de documentlade.
De papierinvoerrol reinigen Als de papierinvoerrol vuil is of als er papierstof op ligt, wordt het papier mogelijk niet goed ingevoerd. Reinig in dat geval de papierinvoerrol. Als u de papierinvoerrol reinigt, slijt deze. Reinig de rol daarom alleen als dat nodig is. U moet het volgende voorbereiden Voor de cassette (bovenste): een vel normaal papier van A4- of Letter-formaat (knippen voor gebruik)
Pagina 132
Papier in de cassette (bovenste) plaatsen: Knip een vel normaal papier van A4- of Letter-formaat in vier stukken. Plaats ze in de cassette (bovenste) met de boven- en onderrand gericht naar de achterzijde van de cassette (bovenste). Papier in de cassette (onderste) plaatsen: Plaats drie vellen papier van A4- of Letter-formaat in de cassette (onderste).
Het binnenste van het apparaat reinigen (Reiniging onderste plaat) Hiermee verwijdert u vlekken van de binnenkant van het apparaat. Als het binnenste van het apparaat vuil wordt, kan bedrukt papier ook vuil worden. Daarom raden we u aan de binnenkant van het apparaat regelmatig te reinigen.
Pagina 134
(10) Open de papieruitvoerlade voorzichtig terwijl u beide zijden vasthoudt. Het verlengstuk van de uitvoerlade wordt automatisch geopend wanneer de papieruitvoerlade is geopend. (11) Trek de papieruitvoersteun uit. (12) Druk op de knop OK. Het papier reinigt de binnenkant van het apparaat terwijl het wordt doorgevoerd door het apparaat.
De uitstekende delen binnen in het apparaat reinigen Belangrijk Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat reinigen. - Het apparaat kan niet worden uitgeschakeld terwijl een fax wordt verzonden of ontvangen, of als er niet-verzonden faxen in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen.
Het cassettekussentje reinigen Als het kussentje in een cassette besmeurd is geraakt met papierstof of vuil, kunnen twee of meer vellen papier tegelijk worden uitgevoerd. Volg de onderstaande procedure om het kussentje in de cassette te reinigen. U moet het volgende voorbereiden: wattenstaafje Trek de cassette (bovenste) of cassette (onderste) uit het apparaat en verwijder al het papier.
Pagina 137
De apparaatinstellingen wijzigen Apparaatinstellingen vanaf uw computer wijzigen De apparaatinstellingen wijzigen op het LCD-scherm...
Pagina 138
Apparaatinstellingen vanaf uw computer wijzigen Afdrukopties wijzigen Een veelgebruikt afdrukprofiel registreren De stroomvoorziening van het apparaat beheren Het geluidsvolume van het apparaat verlagen De bedieningsmodus van het apparaat wijzigen...
Afdrukopties wijzigen U kunt de gedetailleerde instellingen voor het printerstuurprogramma wijzigen voor afdrukgegevens die worden verzonden vanuit een toepassing. Geef deze optie aan als u te maken hebt met afdrukproblemen, zoals een deel van beeldgegevens dat wordt afgesneden. De procedure voor het wijzigen van de afdrukopties is als volgt: Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma Klik op Afdrukopties...
Een veelgebruikt afdrukprofiel registreren U kunt een veelgebruikt afdrukprofiel registreren bij Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup). Afdrukprofielen die u niet meer nodig hebt, kunt u op elk gewenst moment verwijderen. De procedure voor het opslaan van een afdrukprofiel is als volgt: Een afdrukprofiel registreren Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma Stel de benodigde items in...
De naam en het pictogram worden weergegeven in Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings). Belangrijk Klik op Opties... (Options...) om het paginaformaat, de afdrukstand en het aantal exemplaren dat u hebt ingesteld op te slaan, en controleer elk item. Opmerking Wanneer u het printerstuurprogramma opnieuw installeert of een upgrade van het stuurprogramma uitvoert, worden de geregistreerde afdrukinstellingen verwijderd uit Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings).
De stroomvoorziening van het apparaat beheren Met deze functie kunt u de stroomvoorziening van het apparaat vanuit het printerstuurprogramma beheren. De procedure voor het beheren van de stroomvoorziening van het apparaat is als volgt: Printer uit (Power Off) Met de functie Printer uit (Power Off) schakelt u het apparaat uit. Als u deze functie gebruikt, kunt u het apparaat niet inschakelen vanuit het printerstuurprogramma.
Het geluidsvolume van het apparaat verlagen Met de stille functie kunt u ervoor zorgen dat het apparaat minder geluid maakt. Selecteer deze functie als u wilt dat de printer 's nachts of in andere omstandigheden minder geluid maakt. Wanneer u deze functie selecteert, kan het afdrukken langzamer verlopen. De procedure voor het gebruiken van de stille modus is als volgt: Stille instellingen (Quiet Settings) Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma...
De bedieningsmodus van het apparaat wijzigen Indien nodig kunt u schakelen tussen verschillende bedieningsmodi van het apparaat. De procedure voor het configureren van de Aangepaste instellingen (Custom Settings) is als volgt: Aangepaste instellingen (Custom Settings) Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma Zorg dat het apparaat aan staat en klik vervolgens op Aangepaste instellingen (Custom Settings) op het tabblad Onderhoud (Maintenance) Het dialoogvenster Aangepaste instellingen (Custom Settings) wordt geopend.
Pagina 145
De apparaatinstellingen wijzigen op het LCD-scherm De apparaatinstellingen wijzigen op het LCD-scherm Faxinstellingen Afdrukinstell. LAN-instellingen Gebruikersinstellingen apparaat Afdrukinstellingen mob. telefoon Bluetooth-instellingen PictBridge-afdrukinstellingen Taal kiezen Firmware bijwerken Instelling herstellen Informatie over ECO-instellingen Informatie over de Stille instelling...
Pagina 146
De apparaatinstellingen wijzigen op het LCD-scherm In dit gedeelte wordt de procedure voor het wijzigen van de instellingen in het scherm Apparaatinstellingen (Device settings) beschreven. Daarbij worden de stappen voor het opgeven van de optie Uitbreiding kopiehoeveelheid (Extended copy amount) als voorbeeld genomen. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.
Pagina 147
Meer informatie over de verschillende instellingsitems: Faxinstellingen Afdrukinstell. LAN-instellingen Gebruikersinstellingen apparaat Afdrukinstellingen mob. telefoon Bluetooth-instellingen PictBridge-afdrukinstellingen Taal kiezen Firmware bijwerken Instelling herstellen Opmerking U kunt bij het instellen van het apparaat rekening houden met het milieu, door bijvoorbeeld standaard dubbelzijdig afdrukken in te stellen. Informatie over ECO-instellingen U kunt het geluid van de printer zachter zetten wanneer u gedurende de nacht afdrukt.
Faxinstellingen In dit gedeelte worden de instellingen van FAX-instellingen (FAX settings) beschreven. Gebruikersinstellingen FAX (FAX user settings) Geavanc. FAX-instellingen (Advanced FAX settings) Automatische afdrukinstellingen (Auto print settings) Instellingen automatisch opslaan (Auto save setting) Beveiligingsbeheer (Security control) Handmatige instelling (Easy setup) Opmerking Voordat u deze instellingen wijzigt, kunt u de huidige instellingen controleren door de LIJST GEBRUIKERSGEGEVENS (USER'S DATA LIST) af te drukken.
• Kleuroverdracht (Color transmission) Hiermee stelt u in of u kleurendocumenten met de ADF wilt omzetten naar zwart-wit als het faxapparaat van de ontvanger geen ondersteuning biedt voor faxen in kleur. Als u Verbreken (Disconnect) kiest, worden er geen kleurendocumenten door het apparaat verzonden als het faxapparaat van de ontvanger geen ondersteuning biedt voor faxen in kleur.
• Afdrukken bij geen inkt (Print when out of ink) Hiermee kunt u instellen of het apparaat ontvangen faxen moeten blijven afdrukken zonder deze op te slaan in het apparaatgeheugen wanneer de inkt op is. Het kan echter zijn dat de fax deels of in zijn geheel niet wordt afgedrukt omdat de inkt op is. Instellingen automatisch opslaan (Auto save setting) Selecteer of de ontvangen fax automatisch na ontvangst op het USB-flashstation moet worden opgeslagen.
Pagina 151
Afdrukinstell. • Papierschuring voorkomen (Prevent paper abrasion) Gebruik deze instelling alleen als er vlekken op het afdrukoppervlak ontstaan. Belangrijk Stel dit item na het afdrukken weer in op UIT (OFF), omdat dit tot een lagere afdruksnelheid of - kwaliteit kan leiden. •...
LAN-instellingen • Draadloos/bedraad wijzigen (Change wireless/wired) Hiermee activeert u draadloos LAN of bedraad LAN. U kunt draadloos/bedraad LAN ook uitschakelen. • Instellingen draadloos LAN (Wireless LAN setup) Hiermee selecteert u de instelmethode voor de draadloze LAN-verbinding. Opmerking U kunt dit menu ook weergeven door Instell. draadl.LAN (WLAN setup) te selecteren in het menuscherm.
Vooraf gedeelde sleutel XXXXXXXXXXXXXXXX (Pre-shared key) Printernaam (Printer name) XXXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXXX Bonjour-servicenaam XXXXXXXXXXXXX (Bonjour service name) XXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXXX ('XX' staat voor alfanumerieke tekens.) • Lijst LAN-instellingen (LAN setting list) De lijst met instellingen voor bekabeld LAN van dit apparaat wordt op het LCD-scherm weergegeven.
Pagina 154
WSD in/uitschakelen (Enable/disable WSD) Hiermee selecteert u of WSD is in- of uitgeschakeld. Opmerking Wanneer deze is ingeschakeld, wordt het printerpictogram weergegeven in de netwerkverkenner in Windows 7 en Windows Vista. WSD-scan vanaf dit apparaat (WSD scan from this device) Als u Inschakelen (Enable) selecteert, kunt u de gescande gegevens via WSD naar de computer verzenden.
Gebruikersinstellingen apparaat • Instelling datum/tijd (Date/time setting) Hiermee kunt u de huidige datum en tijd instellen. Informatie over de afzender instellen • Indeling datumweergave (Date display format) Hiermee selecteert u de notatie van datums die worden weergegeven op het LCD-scherm en die worden afgedrukt op verzonden faxen en foto's.
Pagina 156
• Dubbelzijdige uitvoer instellen (Two-sided paper output setting) Hiermee selecteert u de instelling voor papieruitvoer voor dubbelzijdige documenten. • Uitvoer per pagina (Output by page) Documenten worden in de oorspronkelijke paginavolgorde uitgevoerd uit de ADF. • Snel - achter/voor (Fast - by back/front) Documenten worden uit de ADF uitgevoerd met de voor- en achterzijde van elk vel in omgekeerde volgorde, zodat de documenten sneller kunnen worden verwerkt.
Pagina 157
Afdrukinstellingen mob. telefoon Wanneer u afdrukt vanaf een mobiele telefoon via Bluetooth-communicatie, selecteert u hier afdrukinstellingen zoals paginaformaat, mediumtype en dergelijke. Raadpleeg voor meer informatie over afdrukken vanaf een mobiele telefoon via Bluetooth-communicatie: Afdrukken vanaf een mobiele telefoon via Bluetooth-communicatie Opmerking Dit menu wordt alleen weergegeven wanneer de optionele Bluetooth-eenheid is aangesloten.
De naam van dit apparaat, die wordt weergegeven op een Bluetooth-compatibel apparaat. Als u bijvoorbeeld ´XXX-2´ instelt, is de apparaatnaam die op het Bluetooth-apparaat wordt weergegeven 'Canon XXX-2'. De standaardwaarde is ´XXX-1´ (waarbij 'XXX' staat voor de naam van uw apparaat).
PictBridge-afdrukinstellingen U kunt de afdrukinstellingen wijzigen wanneer u afdrukt vanaf een PictBridge-compatibel apparaat. Stel de afdrukinstellingen op het PictBridge-compatibele apparaat in op Standaard (Default) als u wilt afdrukken met de instellingen op het apparaat. Afdrukinstellingen wijzigen vanaf het PictBridge-compatibele apparaat: Instellingen op een PictBridge-compatibel apparaat Pg.form.
Firmware bijwerken U kunt de firmware van het apparaat bijwerken, de firmwareversie controleren of instellingen selecteren voor een DNS-server en een proxyserver. Opmerking Als LAN uitschakelen (Disable LAN) is geselecteerd voor Draadloos/bedraad wijzigen (Change wireless/wired) bij LAN-instellingen (LAN settings), is alleen Huidige versie controleren (Check current version) beschikbaar.
Instelling herstellen Hiermee worden alle standaardinstellingen van het apparaat hersteld. Sommige instellingen worden echter mogelijk niet gewijzigd, afhankelijk van de huidige staat van het apparaat. • Alleen webservice instellen (Web service setup only) Hiermee herstelt u de standaardwaarden van de instellingen voor de webservice. Opmerking U kunt de standaardinstellingen van de webservice weer instellen met Webservice herstellen (Reset Web service setup) bij Webservice instellen (Web service setup).
Informatie over ECO-instellingen U kunt automatisch dubbelzijdig afdrukken als standaardinstelling opgeven. Volg de onderstaande procedure om de instellingen op te geven. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Controleer of de printer is ingeschakeld Druk op de knop MENU. Het menuscherm wordt weergegeven. Selecteer ECO-instellingen (ECO settings) en druk op de knop OK.
Informatie over de Stille instelling Hiermee schakelt u deze functie in als u het geluidsniveau van het apparaat wilt beperken, bijvoorbeeld wanneer u 's nachts afdrukt. Bovendien kunt u de tijdsduur opgeven voor het verminderen van het geluid van het apparaat. Belangrijk Stel de huidige datum en tijd vooraf in.
Pagina 165
U kunt de stille modus instellen vanuit het bedieningspaneel van het apparaat, het printerstuurprogramma of ScanGear (scannerstuurprogramma). Wat u ook gebruikt om de stille modus in te zetten, de modus wordt toegepast als u bewerkingen uitvoert vanuit het bedieningspaneel van het apparaat of als u afdrukt of scant vanaf de computer.
Pagina 166
Informatie over de netwerkverbinding Handige informatie over de netwerkverbinding...
Handige informatie over de netwerkverbinding In de fabriek ingestelde waarden (netwerk) Het apparaat op de computer aansluiten met een USB-kabel Als printers met dezelfde naam worden gedetecteerd tijdens de installatie Verbinding maken met andere computers in een LAN/De verbindingsmethode wijzigen van USB in LAN Info over netwerkinstellingen afdrukken...
Het apparaat op de computer aansluiten met een USB-kabel Sluit het apparaat en de computer aan met een USB-kabel (zie illustratie hieronder). De USB-poort bevindt zich aan de achterzijde van het apparaat.
Als printers met dezelfde naam worden gedetecteerd tijdens de installatie Wanneer tijdens het instellen de printer wordt gedetecteerd, ziet u mogelijk meerdere printers met dezelfde naam in het venster met detectieresultaten. Selecteer een printer waarbij u het ingestelde MAC-adres voor de printer vergelijkt met het MAC-adres in het venster met detectieresultaten.
Pagina 171
Verbinding maken met andere computers in een LAN/De verbindingsmethode wijzigen van USB in LAN Als u de computer wilt toevoegen die de printer verbindt met het LAN of als u de verbindingsmethode tussen de printer en de computer wilt wijzigen van USB in LAN, voert u de installatie uit met de Installatie- cd-rom.
Info over netwerkinstellingen afdrukken U kunt de netwerkinstellingen van het apparaat, zoals het IP-adres en de SSID, afdrukken. Belangrijk Deze afdruk bevat belangrijke informatie over uw computer. Bewaar deze zorgvuldig. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Controleer of de printer is ingeschakeld Plaats een normaal papier van A4- of Letter-formaat.
Over netwerkcommunicatie Netwerkinstellingen wijzigen en controleren Vensters voor de netwerkverbinding van IJ Network Tool Andere vensters van IJ Network Tool Bijlage voor netwerkcommunicatie...
Netwerkinstellingen wijzigen en controleren IJ Network Tool Instellingen wijzigen op het tabblad Draadloos LAN De gedetailleerde WEP-instellingen wijzigen WPA- of gedetailleerde WPA2-instellingen wijzigen De instellingen wijzigen op het tabblad Bedrade LAN Instellingen wijzigen op het tabblad Wachtwoord beheerder Status draadloos netwerk controleren Netwerkinstellingen van het apparaat initialiseren Aangepaste instellingen weergeven...
Het wordt aangeraden IJ Network Tool af te sluiten wanneer u van gebruiker wisselt. IJ Network Tool starten Klik op Start en selecteer Alle programma's (All programs), Canon Utilities, IJ Network Tool, en daarna IJ Network Tool. Opmerking...
Instellingen wijzigen op het tabblad Draadloos LAN Als u de draadloze netwerkinstellingen van de printer wilt wijzigen, sluit u de printer tijdelijk met een USB- kabel op de computer aan. Als u de draadloze netwerkinstellingen van de computer aanpast via een draadloze verbinding zonder USB-aansluiting, kan de computer mogelijk niet communiceren met het apparaat nadat de instellingen zijn gewijzigd.
Pagina 179
U kunt WEP-instellingen wijzigen door WEP gebruiken (Use WEP) te selecteren en te klikken op Configuratie... (Configuration...). De gedetailleerde WEP-instellingen wijzigen U kunt WPA- of WPA2-instellingen wijzigen door WPA gebruiken (Use WPA) of WPA2 gebruiken (Use WPA2) te selecteren en te klikken op Configuratie... (Configuration...). WPA- of gedetailleerde WPA2-instellingen wijzigen Belangrijk Als de coderingstypen van het toegangspunt, de printer of de computer niet overeenkomen, kan...
De gedetailleerde WEP-instellingen wijzigen Opmerking Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Als u de draadloze netwerkinstellingen van de printer wilt wijzigen, sluit u de printer tijdelijk met een USB- kabel op de computer aan. Als u de draadloze netwerkinstellingen van de computer aanpast via een draadloze verbinding zonder USB-aansluiting, kan de computer mogelijk niet communiceren met het apparaat nadat de instellingen zijn gewijzigd.
Pagina 181
5. Verificatie: (Authentication:) Selecteer de verificatiemethode om de toegang van de printer tot het toegangspunt te verifiëren. Normaal gesproken selecteert u Automatisch (Auto). Als u de methode handmatig wilt opgeven selecteer u Open systeem (Open System) of Gedeelde sleutel (Shared Key) volgens de instellingen van het toegangspunt.
WPA- of gedetailleerde WPA2-instellingen wijzigen Opmerking Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Als u de draadloze netwerkinstellingen van de printer wilt wijzigen, sluit u de printer tijdelijk met een USB- kabel op de computer aan. Als u de draadloze netwerkinstellingen van de computer aanpast via een draadloze verbinding zonder USB-aansluiting, kan de computer mogelijk niet communiceren met het apparaat nadat de instellingen zijn gewijzigd.
Pagina 183
Geef het wachtwoord op, controleer het type dynamische codering en klik op Volgende> (Next>). Geef het wachtwoord op dat is ingesteld op het toegangspunt. Het wachtwoord is een reeks van 8 tot 63 alfanumerieke tekens of een 64-cijferige hexadecimale waarde. Raadpleeg de instructiehandleiding van het toegangspunt of neem contact op met de fabrikant als u het wachtwoord van het toegangspunt niet weet.
Pagina 184
Opmerking Als u de netwerkinstellingen wijzigt terwijl de USB-kabel tijdelijk is aangesloten, kan de standaardprinter worden gewijzigd. In dit geval selecteert u Als standaardprinter instellen (Set as Default Printer).
De instellingen wijzigen op het tabblad Bedrade LAN Opmerking Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Activeer de instelling voor bedraad LAN van de printer als u de instellingen op het tabblad Bedrade LAN (Wired LAN) wilt wijzigen. Start IJ Network Tool.
Instellingen wijzigen op het tabblad Wachtwoord beheerder Start IJ Network Tool. IJ Network Tool starten Selecteer de printer bij Printers:. Selecteer Configuratie... (Configuration...) in het menu Instellingen (Settings). Klik op de tab Wachtwoord beheerder (Admin Password). Het tabblad Wachtwoord beheerder (Admin Password) wordt weergegeven. Tabblad Wachtwoord beheerder voor meer informatie over het tabblad Wachtwoord beheerder (Admin Password).
Status draadloos netwerk controleren Opmerking Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Als u het apparaat via een bedraad LAN gebruikt, kunt u netwerkstatus niet controleren. Start IJ Network Tool. IJ Network Tool starten Selecteer de printer bij Printers:.
Pagina 188
Wanneer wordt weergegeven bij Verbindingskwaliteit tussen de printer en het toegangspunt: (Connection Performance between the Printer and the Access Point:), kan de printer met het toegangspunt communiceren. Raadpleeg anders de weergegeven opmerkingen en het onderstaande om de status van de communicatieverbinding te verbeteren en klik op Opnieuw meten (Remeasurement).
Voer de installatie daarom uit met de Installatie-cd-rom. Opmerking U kunt de netwerkinstellingen van de printer wijzigen met IJ Network Tool en een USB-verbinding nadat de LAN-instellingen zijn geïnitialiseerd. Als u de netwerkinstellingen wilt wijzigen met Canon IJ Network Tool, moet u eerst draadloos LAN activeren.
Aangepaste instellingen weergeven Het venster Bevestiging (Confirmation) wordt weergegeven wanneer u de printerinstellingen in het venster Configuratie (Configuration) hebt gewijzigd. Wanneer u op Ja (Yes) klikt in het venster Bevestiging (Confirmation), wordt het volgende venster weergegeven waarin u de gewijzigde instellingen kunt controleren.
Venster Canon IJ Network Tool In dit gedeelte worden de items en menu's beschreven die worden weergegeven in het venster Canon IJ Network Tool. Items in het venster Canon IJ Network Tool Menu's van Canon IJ Network Tool Items in het venster Canon IJ Network Tool Het volgende item wordt weergegeven in het venster Canon IJ Network Tool.
Pagina 193
Venster Status Vernieuwen (Refresh) De inhoud van Printers: in het venster Canon IJ Network Tool wordt bijgewerkt en weergegeven. Belangrijk Als u de netwerkinstellingen van de printer wilt wijzigen met IJ Network Tool, moet de printer zijn aangesloten via een LAN.
Pagina 194
Geeft het venster Configuratie (Configuration) weer waarin u de instellingen van de geselecteerde printer kunt configureren. Venster Configuratie Opmerking Dit item heeft dezelfde functie als Configuratie... (Configuration...) in het venster Canon IJ Network Tool. Poort koppelen... (Associate Port...) Hiermee wordt het venster Poort associëren (Associate Port) weergegeven en kunt u een poort toewijzen aan de printer.
Venster Configuratie U kunt de configuratie van de geselecteerde printer in het venster Canon IJ Network Tool wijzigen. Klik op een tab om het tabblad te selecteren en instellingen te wijzigen. Het volgende venster toont een voorbeeld van de instellingen die u kunt wijzigen op het tabblad Draadloze LAN (Wireless LAN).
Tabblad Draadloos LAN Opmerking Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Hier kunt u een draadloze LAN-verbinding voor de printer instellen. Om het blad Draadloos LAN (Wireless LAN) weer te geven klikt u op het tabblad Draadloos LAN (Wireless LAN) in het venster Configuratie (Configuration).
Pagina 197
Als er geen WEP-sleutel is ingesteld, wordt het venster WEP-details (WEP Details) automatisch weergegeven. Als u de eerder ingestelde WEP-instellingen wilt wijzigen, klikt u op Configuratie... (Configuration...) om het venster weer te geven. De gedetailleerde WEP-instellingen wijzigen WPA gebruiken (Use WPA)/WPA2 gebruiken (Use WPA2) Verzending wordt gecodeerd met een WPA- of WPA2-code die u hebt opgegeven.
Venster Zoeken Opmerking Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. De gevonden toegangspunten worden weergegeven. Gevonden toegangspunten: (Detected Access Points:) De signaalsterkte van de toegangspunten, het coderingstype, naam van het toegangspunt en het radiokanaal kunnen worden gecontroleerd. Belangrijk Als u verbinding maakt met een netwerk dat niet wordt beschermd met beveiligingsmaatregelen, is er een risico aanwezig dat gegevens, zoals uw persoonlijke informatie, getoond worden aan...
Pagina 199
Toegangspunten die niet kunnen worden gebruikt door dit apparaat (met inbegrip van toegangspunten die zijn geconfigureerd voor andere coderingstypen), worden lichtgrijs weergegeven en kunnen niet worden geconfigureerd.
Venster WEP-details Opmerking Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Hier kunt u de printer WEP-instellingen opgeven. Opmerking Als u het wachtwoord (WEP-sleutel) van de printer wijzigt, moet dezelfde wijziging worden aangebracht in het wachtwoord (WEP-sleutel) van het toegangspunt. WEP-sleutel: (WEP Key:) Voer dezelfde sleutel in als is ingesteld voor het toegangspunt.
Venster WPA-details Opmerking Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Hier kunt u de printer WPAinstellingen opgeven. De waarde die in het venster wordt weergegeven, hangt af van de vooraf verzonden instellingen. Verificatietype: (Authentication Type:) Hiermee wordt het type verificatie weergegeven dat wordt gebruikt voor clientverificatie.
Venster WPA2-details Opmerking Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Hier kunt u de printer WPA2instellingen opgeven. De waarde die in het venster wordt weergegeven, hangt af van de vooraf verzonden instellingen. Verificatietype: (Authentication Type:) Hiermee wordt het type verificatie weergegeven dat wordt gebruikt voor clientverificatie.
Venster Verificatietype bevestigen Opmerking Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Het type verificatie dat wordt gebruikt voor clientverificatie wordt weergegeven. Venster Verificatietype bevestigen (Authentication Type Confirmation) Het type verificatie dat wordt gebruikt voor clientverificatie wordt weergegeven. Dit apparaat ondersteunt de verificatiemethode PSK.
Venster Instelling PSK-wachtwoordzin en dynamische codering Opmerking Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Geef de wachtwoordzin op en selecteer de methode voor dynamische codering. Wachtwoordzin: (Passphrase:) Geef het wachtwoord op dat is ingesteld op het toegangspunt. Het wachtwoord is een reeks van 8 tot 63 alfanumerieke tekens of een 64-cijferige hexadecimale waarde.
Venster Bevestiging installatiegegevens Opmerking Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Hier worden de gebruikte instellingen voor clientverificatie weergegeven. Bevestig de instellingen en klik op Voltooien (Finish).
Tabblad Bedrade LAN Opmerking Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Hier kunt u een bedrade LAN-verbinding voor de printer instellen. Om het blad Bedrade LAN (Wired LAN) weer te geven klikt u op het tabblad Bedrade LAN (Wired LAN) in het venster Configuratie (Configuration).
Tabblad Wachtwoord beheerder Stel een wachtwoord voor de printer in als u wilt dat alleen bepaalde personen de installatie en configuratie kunnen uitvoeren. Om het blad Wachtwoord beheerder (Admin Password) weer te geven klikt u op het tabblad Wachtwoord beheerder (Admin Password) in het venster Configuratie (Configuration). Wachtwoord beheerder gebruiken (Use admin password) Stel een wachtwoord in voor de beheerder met rechten om de gedetailleerde opties in te stellen en te wijzigen.
Selecteer Netwerkgegevens (Network Information) in het menu Beeld (View) om het venster Netwerkgegevens (Network Information) weer te geven. Hiermee keert u terug naar het venster Canon IJ Network Tool. Alle gegevens kopiëren (Copy All Information) Alle weergegeven netwerkgegevens worden naar het Klembord gekopieerd.
Tabblad Toegangsbeheer Opmerking Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. U kunt de MAC-adressen of de IP-adressen van computers of netwerkapparaten registreren om toegang toe te staan. Om het blad Toegangsbeheer (Access Control) weer te geven, klikt u op het tabblad Toegangsbeheer (Access Control) in het venster Configuratie (Configuration).
Toegangsbeheer printer inschakelen (MAC-adres) (Enable printer access control(MAC address)) Selecteer deze optie om toegangsbeheer tot de printer via het MAC-adres in te schakelen. Opmerking De twee soorten toegangsbeheer (via het MAC-adres of via het IP-adres) kunnen tegelijkertijd worden ingeschakeld. Een type toegangsbeheer is ingeschakeld als het selectievakje Toegangsbeheer printer inschakelen (Enable printer access control) is geselecteerd, ongeacht het type dat momenteel wordt weergegeven als u Type toegangsbeheer printer: (Printer Access Control Type:) selecteert.
Pagina 211
Toegangsbeheer printer inschakelen (IP-adres) (Enable printer access control(IP address)) Selecteer deze optie om toegangsbeheer tot de printer via het IP-adres in te schakelen. Opmerking De twee soorten toegangsbeheer (via het MAC-adres of via het IP-adres) kunnen tegelijkertijd worden ingeschakeld. Een type toegangsbeheer is ingeschakeld als het selectievakje Toegangsbeheer printer inschakelen is geselecteerd, ongeacht het type dat momenteel wordt weergegeven als u Type toegangsbeheer printer: (Printer Access Control Type:) selecteert.
Venster Toegankelijk MAC-adres bewerken/Toegankelijk MAC- adres toevoegen Opmerking Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. De voorbeeldafbeeldingen in dit gedeelte verwijzen naar het venster Toegankelijk MAC-adres toevoegen (Add Accessible MAC Address). MAC-adres: (MAC Address:) Voer het MAC-adres in van een computer of netwerkapparaat om toegang toe te staan.
Venster Toegankelijk IP-adres bewerken/Toegankelijk IP-adres toevoegen Opmerking Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. De voorbeeldafbeeldingen in dit gedeelte verwijzen naar het venster Toegankelijk IP-adres toevoegen (Add Accessible IP Address). Specificatiemethode: (Specification Method:) Selecteer Eén adres opgeven (Single Address Specification) of Bereik opgeven (Range Specification) om een of meer IP-adressen toe te voegen.
Andere vensters van IJ Network Tool Venster Canon IJ Network Tool Venster Status Venster Verbindingskwaliteit meten Venster Onderhoud Venster Netwerkinstelling van de kaartsleuf Venster Poort associëren Venster Netwerkgegevens...
Pagina 215
Venster Canon IJ Network Tool In dit gedeelte worden de items en menu's beschreven die worden weergegeven in het venster Canon IJ Network Tool. Items in het venster Canon IJ Network Tool Menu's van Canon IJ Network Tool Items in het venster Canon IJ Network Tool Het volgende item wordt weergegeven in het venster Canon IJ Network Tool.
Pagina 216
Venster Status Vernieuwen (Refresh) De inhoud van Printers: in het venster Canon IJ Network Tool wordt bijgewerkt en weergegeven. Belangrijk Als u de netwerkinstellingen van de printer wilt wijzigen met IJ Network Tool, moet de printer zijn aangesloten via een LAN.
Pagina 217
Geeft het venster Configuratie (Configuration) weer waarin u de instellingen van de geselecteerde printer kunt configureren. Venster Configuratie Opmerking Dit item heeft dezelfde functie als Configuratie... (Configuration...) in het venster Canon IJ Network Tool. Poort koppelen... (Associate Port...) Hiermee wordt het venster Poort associëren (Associate Port) weergegeven en kunt u een poort toewijzen aan de printer.
Venster Status Hier kunt u de status van de printer en de verbindingskwaliteit controleren. Selecteer Status in het menu Beeld (View) om het venster Status weer te geven. Opmerking Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Als u bedraad LAN gebruikt, zijn Signaalsterkte: (Signal Strength:), Verbindingskwaliteit: (Link Quality:) en Geavanceerde meting...
Venster Verbindingskwaliteit meten Opmerking Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Via dit venster kunt u de verbindingskwaliteit meten. Venster Verbindingskwaliteit meten (Connection Performance Measurement) (beginvenster) Venster Verbindingskwaliteit meten (Connection Performance Measurement) (voltooiingsvenster) Venster Verbindingskwaliteit meten (Connection Performance Measurement) (beginvenster) Klik op Volgende>...
Pagina 220
Een symbool geeft het resultaat van de meting van de verbindingskwaliteit tussen de printer en het toegangspunt aan. : Goede verbindingskwaliteit : Onstabiele verbindingskwaliteit : Kan geen verbinding maken : Meting is geannuleerd of kan niet worden uitgevoerd Opnieuw meten (Remeasurement) Hiermee meet u de verbindingskwaliteit opnieuw.
Venster Onderhoud In dit venster kunt u Initialisatie instellen (Setting Initialization) en Netwerkinstelling van de kaartsleuf (Network Setup of the Card Slot) uitvoeren. Selecteer Onderhoud (Maintenance) in het menu Instellingen (Settings) om het venster Onderhoud (Maintenance) weer te geven. Initialisatie instellen (Setting Initialization) Hiermee herstelt u de standaardwaarden voor alle netwerkinstellingen van de printer.
Venster Netwerkinstelling van de kaartsleuf Opmerking Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Hier worden de instellingen van de kaartsleuf weergegeven en kunt u een kaartsleuf in het netwerk toewijzen als netwerkstation van de computer. Dit venster wordt weergegeven wanneer u klikt op Installatie (Setup) in het venster Onderhoud (Maintenance).
Pagina 223
Overslaan (Skip) Hiermee voltooit u de instellingen zonder een netwerkstation toe te wijzen aan de kaartsleuf. Opnieuw proberen (Retry) Hiermee keert u terug naar het venster Netwerkinstelling van de kaartsleuf (Network Setup of the Card Slot) en voert u de toewijzing van het netwerkstation opnieuw uit. Annuleren (Cancel) Hiermee annuleert u de instelling van de kaartsleuf.
Venster Poort associëren Hier kunt u een gemaakte poort koppelen aan een printerstuurprogramma. Selecteer de printer waarvoor u de koppeling wilt wijzigen en klik daarna op OK. Opmerking U kunt alleen afdrukken met de printer als het printerstuurprogramma is gekoppeld aan de poort. Model: Hier wordt de naam weergegeven van het apparaat dat is opgegeven als een doelpoort.
Pagina 225
Selecteer Netwerkgegevens (Network Information) in het menu Beeld (View) om het venster Netwerkgegevens (Network Information) weer te geven. Hiermee keert u terug naar het venster Canon IJ Network Tool. Alle gegevens kopiëren (Copy All Information) Alle weergegeven netwerkgegevens worden naar het Klembord gekopieerd.
Bijlage voor netwerkcommunicatie De kaartsleuf gebruiken via een netwerk Als het printerstuurprogramma niet is gekoppeld aan een poort Info over technische termen Beperkingen Informatie over de firewall...
De kaartsleuf gebruiken via een netwerk Opmerking Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. De kaartsleuf toewijzen als netwerkstation Beperkingen voor het gebruik van de kaartsleuf via het netwerk De kaartsleuf toewijzen als netwerkstation De kaartsleuf kan alleen via een netwerk worden gebruikt als deze softwarematig is toegewezen.
Pagina 228
Beperkingen voor het gebruik van de kaartsleuf via het netwerk • Als het apparaat is verbonden met een netwerk, kan de kaartsleuf door meerdere computers worden gedeeld. Er kunnen meerdere computers tegelijk bestanden lezen van een geheugenkaart in de kaartsleuf. Als een computer echter een bestand naar de geheugenkaart schrijft, hebben andere computers geen toegang tot dat bestand.
Indien Geen stuurprogramma (No Driver) als naam voor de printer wordt weergegeven in het venster Canon IJ Network Tool, is het printerstuurprogramma niet aan een gemaakte poort gekoppeld. U koppelt een poort aan een printerstuurprogramma door de onderstaande procedure uit te voeren.
Info over technische termen In dit gedeelte worden de technische termen beschreven die in de handleiding worden gebruikt. • Toegangspunt (Access Point) Een draadloze ontvanger of basisstation dat informatie ontvangt van draadloze clients/het apparaat en ze opnieuw uitzendt. Vereist in een infrastructuurnetwerk. •...
Pagina 231
• Bonjour Een service die in het besturingssysteem Mac OS X is ingebouwd en die automatisch de apparaten detecteert die u op een netwerk kunt aansluiten. • Kanaal (Channel) Frequentiekanaal voor draadloze communicatie. In de infrastructuurmodus wordt het kanaal automatisch aangepast aan de instellingen van het toegangspunt. Dit apparaat ondersteunt de kanalen 1 tot en met 13.
• IP-adres Een uniek nummer bestaand uit vier delen, gescheiden door punten. Elk netwerkapparaat dat verbinding heeft met internet heeft een IP-adres. Voorbeeld: 192.168.0.1 Een IP-adres wordt normaal gesproken automatisch door een toegangspunt of door een DHCP-server van de router toegewezen. •...
Pagina 233
• Router Een doorschakelapparaat waarmee verbinding wordt gemaakt met een ander netwerk. • Signaalsterkte De sterkte van het signaal dat wordt ontvangen door de printer vanaf het toegangspunt wordt aangegeven met een waarde tussen 0 en 100%. • SSID Uniek label door draadloos LAN. Wordt vaak voorgesteld als een netwerknaam of een toegangspuntnaam.
Pagina 234
printer ondersteunt een sleutellengte van 64 bits of 128 bits, de sleutelindelingen ASCII-code en Hexadecimaal, en een sleutelnummer van 1 tot 4. • Wi-Fi Internationale instelling die het samenwerken van draadloze LAN-producten certificeert op basis van de IEEE 802.11-specificatie. Dit apparaat is een door Wi-Fi geautoriseerd product. •...
Beperkingen Als u een printer gebruikt via het draadloze LAN, herkent de printer mogelijk draadloze systemen in de buurt. U moet daarom een netwerksleutel (WEP, WPA of WPA2) instellen voor het toegangspunt om draadloze verzending te coderen. Draadloze communicatie met een product dat niet voldoet aan de Wi-Fi- standaard kan niet worden gegarandeerd.
Informatie over de firewall Een firewall is een functie van de beveiligingssoftware die op de computer is geïnstalleerd of van het besturingssysteem van de computer. Deze functie voorkomt toegang tot het netwerk door onbevoegden. Voorzorgsmaatregelen wanneer een firewallfunctie is ingeschakeld •...
Tips voor een optimale afdrukkwaliteit Handige informatie over inkt Belangrijke punten voor succesvol afdrukken Geef de papierinstellingen op nadat u het papier hebt geplaatst Een afdruktaak annuleren Belangrijke punten voor een consistente afdrukkwaliteit Voorzorgsmaatregelen voor een veilig transport van het apparaat...
Inkt wordt soms gebruikt om de optimale afdrukkwaliteit te behouden. Om de printerprestaties op peil te houden, wordt er op basis van de printerconditie door de Canon-printer een automatische reiniging uitgevoerd. Tijdens deze automatische reiniging wordt een kleine hoeveelheid inkt verbruikt.
Belangrijke punten voor succesvol afdrukken Controleer de status van het apparaat voordat u gaat afdrukken! Is de printkop in orde? Als de spuitopening van printkop verstopt is, worden afdrukken vaag en wordt er papier verspild. Het is raadzaam de printkop te controleren door het controleraster voor de spuitopeningen af te drukken. Onderhoudsprocedure Zijn er inktresten achtergebleven in het binnenste van het apparaat? Nadat het apparaat grote hoeveelheden papier of afdrukken zonder marges heeft geproduceerd, kan...
Geef de papierinstellingen op nadat u het papier hebt geplaatst Als het ingestelde mediumtype niet overeenkomt met het geplaatste papier, zijn de afdrukresultaten mogelijk niet naar behoren. Nadat u papier hebt geplaatst, moet u het juiste mediumtype voor het geplaatste papier selecteren. Afdrukresultaten niet naar behoren Er zijn verschillende soorten papier: papier met een speciale coating voor het optimaal afdrukken van foto’s en papier dat geschikt is voor documenten.
Een afdruktaak annuleren Druk nooit op de knop AAN (ON)! Als u tijdens het afdrukken op de knop AAN (ON) drukt, worden de afdrukgegevens die vanaf een computer worden verzonden in de wachtrij van het apparaat geplaatst en kunt u mogelijk niet meer afdrukken.
Belangrijke punten voor een consistente afdrukkwaliteit Voor een optimale afdrukkwaliteit is het belangrijk dat de printkop niet uitdroogt of verstopt raakt. Houd u altijd aan de volgende richtlijnen voor een optimale afdrukkwaliteit. Haal de stekker pas uit het stopcontact wanneer het apparaat is uitgeschakeld! Als u op de knop AAN (ON) drukt om het apparaat uit te zetten, wordt de printkop (spuitopeningen) automatisch bedekt om uitdrogen te voorkomen.
Voorzorgsmaatregelen voor een veilig transport van het apparaat Let op het volgende wanneer u het apparaat vervoert. Belangrijk Wanneer u het apparaat voor reparatie verzendt Pak het apparaat in een stevige doos in en zorg dat het apparaat rechtop staat (de onderzijde bevindt zich aan de onderkant).
Pagina 244
Wettelijke beperkingen voor het gebruik van het product en het gebruik van afbeeldingen Het maken van kopieën en het scannen, afdrukken of het gebruiken van reproducties van de volgende documenten kan illegaal zijn. Deze lijst is niet volledig. Raadpleeg in geval van twijfel een jurist uit uw rechtsgebied. Papiergeld Postwissels Stortingsbewijzen...
Specificaties Algemene specificaties 9600* (horizontaal) x 2400 (verticaal) Afdrukresolutie (dpi) * Inktdruppels kunnen worden aangebracht met een tussenafstand van minimaal 1/9600 inch. USB-poort: Hi-Speed USB *1 Poort voor USB-flashstation: Bluetooth v2.0 (optie) *2*3 USB-flashstation LAN-poort: Bedraad LAN: 100BASE-TX/10BASE-T Interface Draadloos LAN: IEEE802.11n/IEEE802.11g/IEEE802.11b *4 *1 Een computer die voldoet aan de Hi-Speed USB-standaard is vereist.
(automatische terugval) Zwart Ongeveer 3 seconden per pagina met een snelheid van 33.6 kbps (op basis van ITU-T No.1 chart voor VS-specificaties en Canon FAX Standard chart No.1 voor anderen, allebei in standaardmodus) Overdrachtssnelheid Kleur Ongeveer 1 minuut per pagina met een snelheid van 33.6...
Windows 8 Windows 7, Windows 7 SP1 Windows Vista SP1, Vista SP2 Besturingssysteem Windows XP SP3 alleen 32-bits Raadpleeg de website van Canon voor meer informatie over het gebruik met Windows RT. Browser Internet Explorer 8 of hoger 3 GB Opmerking: voor installatie van de meegeleverde software.
Windows 7, Windows Vista of Windows XP is geïnstalleerd. Windows: Internet Explorer 7, 8 of 9 is vereist voor de installatie van Easy-WebPrint EX. Easy-WebPrint EX voor Internet Explorer 9 kan worden gedownload van de Canon-website. Windows: sommige functies zijn mogelijk niet beschikbaar bij Windows Media Center.