Verschuiving stooklijn
(721, 1021, 1321)
Verwarmingbegrenzing
zomer/winter
(730, 1030, 1330)
Omgevingsinvloed
(750, 1050, 1350)
Versnelde opwarming
(770, 1070, 1370)
Versnelde verlaging
(780, 1080, 1380)
Duur van de versnelde verlaging in uren bij een verlaging van 2 °C
Buitentemperatuur
gemengd
0 uur
15 °C
10 °C
5 °C
0 °C
-5 °C
-10 °C
-15 °C
-20 °C
Duur van de versnelde verlaging in uren bij een verlaging van 4 °C
Buitentemperatuur
gemengd
0 uur
15 °C
10 °C
5 °C
0 °C
-5 °C
-10 °C
-15 °C
-20 °C
Aanpassing van de stooklijn door parallelle verschuiving in het geval van
een algemene te hoge of te lage omgevingstemperatuur.
In het geval de temperatuur hier ingesteld is, wordt de verwarming op de
zomer- of wintermodus omgeschakeld. De aangepaste buitentemperatuur
werkt als referentietemperatuur (Programma 8703).
Indien de omgevingsinvloed ingesteld is, worden de afwijkingen van de
omgevingstemperatuur door een voeler waargenomen. Op basis van deze
gegevens wordt de omgevingstemperatuur door de regeling bijgestuurd.
Er moet een omgevingsvoeler aangesloten worden. De waarde voor de
omgevingsinvloed moet tussen 1 en 99 % gelegen zijn.
Indien er een thermostatische kraan gemonteerd is op de radiator die zich
in het lokaal waarin de omgevingsvoeler zich bevindt, moet deze volledig
open zijn.
Afstelling om weersafhankelijk met omgevingsinvloed gebonden te zijn: 1
% tot 99 %.
Afstelling om enkel weersafhankelijk gebonden te zijn: ... %
Afstelling om enkel met omgevingsinvloed gebonden te zijn; 100 %.
Bij een omschakeling van de waarde van verlaagde temperatuur naar de
comforttemperatuur, laat de versnelde opwarming toe om een hogere
vertrektemperatuur te bekomen tot de comforttemperatuur bereikt is en dit
om het lokaal sneller op te warmen.
Wanneer de versnelde verlaging actief is, wordt de werking van de cv-
pomp uitgeschakeld. Bij het bereiken van de ingestelde waarde, wordt de
cv-pomp terug in werking gesteld en wordt de temperatuur afgesteld op de
verlaagde- vortsbeschermingtemperatuur. De duur van de versnelde
verlaging is in functie van de buitentemperatuur, de tijdscontante van het
gebouw (6110) en het verschil tussen de waarde van de verlaagde en de
omgevingtemperatuur.
Tijdscontante (configuratie, programma nr. 6110)
2 uur
5 uur
0
3,1
7,7
0
1,3
3,3
0
0,9
2,1
0
0,6
1,6
0
0,5
1,3
0
0,4
1,0
0
0,4
0,9
0
0,3
0,8
Tijdscontante (configuratie, programma nr. 6110)
2 uur
5 uur
0
9,7
24,1
0
3,1
7,7
0
1,9
4,7
0
1,3
3,3
0
1,0
2,6
0
0,9
2,1
0
0,7
1,8
0
0,6
1,6
10 uur
15 uur
20 uur
15,3
23
6,7
10
4,3
6,4
3,2
4,7
2,5
3,8
2,1
3,1
1,8
2,6
1,5
2,3
10 uur
15 uur
20 uur
15,3
23,0
9,3
14,0
6,7
10,0
5,2
7,8
4,3
6,4
3,6
5,5
3,2
4,7
50 uur
13,4
8,6
21,5
6,3
15,8
5,0
12,5
4,1
10,3
3,5
8,8
3,1
7,7
50 uur
18,6
13,4
10,5
26,2
8,6
21,5
7,3
18,2
6,3
15,5