Installatie
5.10
Bedradingschema van de brander
5.11
Programmaverloop
5.12
Ontgrendelingsknop
5.13
Storingsdiagnostiek
Het bedradingschema van de brander maakt integraal deel uit van het
bedradingschema van het hoofdstuk Technische kenmerken (zie blz. 9)
Startvoorwaarden
Apparaat onder spanning, veiligheid- en ketelthermostaat actief. Installatie
in warmtevraag ( verwarmings- en swwthermostaat in stand WERKING
Werking van de vóórverwarming
De tijd om het op peil komen van de temperatuur van Stookolie bedraagt
60 seconden.
Begin vóórventilatietijd
De motor start
De ontsteking werkt (vóórontsteking)
De totale vóórventilatietijd bedraagt ongeveer 12 seconden.
Bekrachtiging magneetventiel – Begin veiligheidstijdspanne
Het magneetventiel gaat open
Vlamvorming
Vlamsignaal
Totale veiligheidstijdspanne < 10 seconden
Einde veiligheidstijdspanne
Waarneming vlamsignaal door de vlambewakingcel
Na-ontsteking ongeveer 15 seconden
Werking van de brander (blauwe vlam)
De ontgrendelingsknop dient om:
-
de branderautomaat te ontgrendelen en
De diagnostiek te activeren of uit te schakelen.
-
Werkingstand naargelang de kleur
De kleur van de ontgrendelingsknop wordt rood, geel of groen naargelang
de werkingstand.
Bij normale werking zijn de verschillende werkingstanden weergegeven in
de tabel nr.6
Te lang ingedrukte ontgrendelingsknop
(licht flikkerende rode kleur )
Indien de ontgrendeling > 3 seconden ingedrukt wordt gehouden, wordt de
PC diagnostiek ( kant gebruiker) actief (licht flikkerende rode kleur).
Door de ontgrendelingsknop terug > 3 seconden in te drukken wordt hij
terug niet-actief.
Na een vergrendeling ten gevolge van een storing, brandt het
storingslampje in continu.
Na de ontgrendelingsknop > 3 seconden ingedrukt te hebben, is de visuele
diagnostiek van de storingsoorzaken actief, zie tabel 5.
Gedurende de diagnostiek is de spanning op de sturingsuitgangen
afgesloten en blijft de brander buiten werking.