7.2.5
Meting van de ionisatiestroom
De brander heeft een ionisatiesysteem om de aanwezigheid van
de vlam te controleren.
De minimumstroom om de controledoos te doen werken is 4 µA.
Het bedieningspaneel geeft "30%" weer (zie "Lijst parameters"
op pag. 43, parameter nr. 954).
De brander levert echter een veel hogere stroom op, zodat geen
enkele controle vereist is.
Als de ionisatiestroom toch moet gemeten worden, de stekker-
stopcontact op de kabel van de ionisatiesonde losgekoppeld wor-
den en een microampèremeter voor gelijkstroom met 100 µA op
de volle schaaluitslag geplaatst worden, zoals is aangeduid in
Afb. 35.
Let op de polariteit!
OPGELET
7.2.6
Controle van de druk van de lucht en het gas
in de branderkop
Om deze handeling uit te voeren, moet een manometer gebruikt
worden voor de meting van de lucht- en de gasdruk op de bran-
derkop, zoals is aangeduid in Afb. 36.
Onderhoud
Controle
gasdruk
+
_
D8052
51
NL
D8051
+
_
Controle
luchtdruk
Afb. 35
Afb. 36
20073568