VOORBEREIDINGEN
Inhoud van het beeldscherm
Het beeldscherm houdt u via verschillende indicatoren en iconen op de hoogte van de status van uw camera.
• Merk op dat de voorbeeldschermen in dit hoofdstuk enkel dienen ter illustratie. Ze komen niet precies overeen met de inhoud
van het scherm dat geproduceerd wordt door de camera.
Opnamefunctie (REC)
I Indicators op het scherm
1
2
3
4
5
67
8
I
H
G
F
E
1
Flitserfunctie indicator
(pagina 62)
9
Automatisch
Flitser uit
0
Flitser aan
Vermindering van het
rode ogen effect
A
•
verschijnt tijdelijk
B
wanneer u "Auto"
C
(automatisch) selecteert als
D
de flitsfunctie en verdwijnt
daarna.
• Als de camera signaleert dat
de flitser gebruikt moet
worden terwijl automatisch
flitsen geselecteerd is,
verschijnt de flitser aan
indicator wanneer de
sluitertoets halverwege wordt
ingedrukt.
2
Scherpstelfunctie
indicator (pagina 72)
Autofocus
Macro
Panfocus
Oneindig
Handmatig sherpstellen
•
verschijnt tijdelijk
wanneer u autofocus
(automatische scherpstelling)
selecteert en verdwijnt
daarna.
3
Witbalansindicator
(pagina 82)
AWB
Automatisch
Daglicht
Bewolkt
Schaduw
Daglichtwit
Daglicht
Gloeilamp
Handmatig
AWB
•
verschijnt tijdelijk
wanneer u de automatische
witbalans selecteert en
verdwijnt daarna.
26
4
Doorlopende
sluiterfunctie
(pagina 85)
Geen
Enkele snapshot
Doorlopende sluiter
5
Zelfontspanner
(pagina 67)
Geen
1-beeld
Zelfontspanner 10 sec.
s
10
Zelfontspanner 2 sec.
s
2
Drievoudige
x
3
zelfontspanner
6
Opnametypes
Automatische opname
(Auto)
BEST SHOT
Film
Spraakopname
(Voice Recording)