Inhoudsopgave
Advertenties
Voorafgaand aan Vertrek
4
4.5
Steunlast
Alleen een correct ingestelde steunlast verschaft de combinatie een optimale rijstabiliteit en verhoogt de veiligheid op
de weg in beslissende mate.
De steunlast geeft aan met welke kracht de dissel van de aanhangwagen aan de caravan op de trekhaak van het trekkende
voertuig drukt.
De steunlast is geörienteerd aan de grootst mogelijke steunlast van het trekkende voertuig of de caravan. Als bovengrens
van de steunlast geldt de kleinere waarde.
) De steunlast moet steeds correct zijn ingesteld. Voor de instelling van de steunlast een steunlastweegschaal ge-
bruiken die verticaal onder de koppelingsbek wordt gepositioneerd. De dissel van de aanhangwagen moet daarbij
horizontaal staan.
) Aanwijzingen voor het beladen van de caravan vindt in de paragraaf 4.4.
) Controleer de steunlast voorafgaand aan ieder vertrek.
) De voorgeschreven steunlasten (zie sticker dissel "Toegestane steunlast") en het toegestane totaalgewicht van
trekkend voertuig en caravan mogen niet worden overschreden.
Steunlast instellen
1.
Maximale steunlast van het trekkend voertuig bepalen. (zie registratiebewijs deel 1 (voorheen kentekenbewijs),
typeplaatje, steunlastplaatje).
2.
Maximale steunlast van de caravan bepalen (zie registratiebewijs deel 1 (voorheen kentekenbewijs), typeplaatje,
steunlastplaatje dissel "Toegestane steunlast").
3.
De steunlast van de caravan door "intelligent beladen" op de kleinere van de beide waarden instellen.
Deze waarde moet echter maximaal worden benut.
4.
De kleinere waarde van de aangegeven max. steunlast van het trekkende voertuig resp. de caravan mag niet wor-
den overschreden!
5.
De minimum steunlast van 25 kg mag niet worden onderschreden!
4.6
Caravan aankoppelen
1.
Parkeerrem op de caravandissel vasttrekken.
2.
Neuswiel licht op de bodem neerzetten door omlaag te draaien.
3.
De vier uitdraaisteunen omhoog draaien.
4.
Met het trekkend voertuig voorzichtig achteruit tegen de caravan aanrijden.
5.
Dissel met geopende koppeling door omhoog resp. omlaag draaien van het neuswiel via de kogelkop uitrichten
en door omlaag draaien van het neuswiel op de kogelkop plaatsen en laten vergrendelen.
6.
Koppeling volgens de voorschriften vergrendelen.
32
109-0031-01NL - 20/10
Advertenties
Inhoudsopgave
