GEVAAR!
) Om persoonlijk letsel en/of materiële schade te voorkomen dient u er bij het naderhand inbouwen van
extra gastoestellen altijd op te letten dat deze zijn ontworpen voor een bedrijfsdruk van 30 millibar
[mbar].
) Bij gebruik van een gasstel, gasoven of op brandstof werkend kooktoestel dient ofwel een dakluik, een
raam of de deur worden geopend. Bij veronachtzaming bestaat acuut levensgevaar door zuurstofte-
kort en het eventueel gevormde reukloze en giftige koolmonoxide (CO)!
) Wanneer in het voertuig een normale gasregelaar zonder CrashSensor is gemonteerd mag er tijdens
het rijden geen inbouwapparatuur met gas worden gebruikt.
) In Duitsland moet tijdens het rijden het afsluitventiel van de gasfles gesloten zijn, de slangaansluiting
van de gasfles gedemonteerd en de beschermkap op de gasfles zijn geplaatst, behalve indien het voer-
tuig met een regeleenheid DuoControl CS of een regeleenheid MonoControl CS in combinatie met
DuoComfort is uitgerust!
Deze voorschriften kunnen van land tot land afwijken, daarom dient u voor vertrek informatie in te
winnen.
) De afsluiter van de gasfles moet tijdens het rijden gesloten zijn als er geen verbruikers zijn!
) Op gas werkende toestellen niet met verschillende aansluitdrukken gebruiken.
) Andere op gas werkende extra toestellen mogen in geen geval worden aangesloten!
GEVAAR!
) Op gas werkende toestellen niet gebruiken bij het tanken in parkeergarages, garages of op veerboten.
) Op brandstof werkende toestellen (bijv. Op diesel werkende verwarming) niet gebruiken bij het
tanken in parkeergarages, garages of op veerboten.
) Ventilatie-inrichtingen en gasafvoeropeningen van op gas of brandstof werkende toestellen (koelkast, verwarming
etc.) niet blokkeren en regelmatig reinigen.
) Straalkachels en andere toestellen die verbrandingslucht aan de binnenruimte van de caravan onttrekken, mogen
in geen geval worden gebruikt om het voertuig te verwarmen!
) Reparaties of wijzigingen aan de gasinstallatie mogen alleen door een bevoegde vakgarage worden uitgevoerd!
) De installatie voor vloeibaar gas is in de fabriek door een vakman gecontroleerd. Na verloop van telkens 2 jaar en na
uitvoering van wijzigingen en reparaties moet de gasinstallatie opnieuw worden gecontroleerd!
) Om een constante luchtverversing in het voertuig te waarborgen, mogen de geforceerde ventilatie-openingen in
de dakluiken, paddelstoelventilatoren, in de ingangszone en in het achtergedeelte nooit worden afgedekt.
) Voordat de gasverwarming in gebruik wordt genomen, moeten de schoorsteen en de verbrandingslucht-toevoer-
leidingen worden ontdaan van vuil en sneeuw om een verhoogd koolmonoxide- (CO-)gehalte in het uitlaatgas te
voorkomen!
) De gaskast is tegen de binnenruimte van het voertuig afgedicht zijn en heeft direct boven de vloer een ventilatie-
opening met een omvang van minstens 100 cm
) Gasflessen uitsluitend in de gaskast bewaren, verticaal opstellen en vastsjorren, zodat deze niet kunnen draaien!
109-0031-01NL - 20/10
VeiligheidsVoorschriften
, die nooit mag worden afgedekt.
2
2
17