onderhoud & insPectie
19
19.5
Onderhoudsschema's
19.5.1
Onderhoudsschema chassis
Onderhoudsmaatregel
Wielbouten aandraaien.
Remvoeringen controleren en eventueel laten afstellen.
Controleren of wielbouten goed vastzitten en eventueel aandraaien.
Oplooprem smeren.
Op de wielremmen slijtage van de remvoeringen controleren en
door afstellen van de remschoenen compenseren.
Glijplaatsen van de oploopinrichting smeren.
Kogelkoppeling op functie controleren en glijdende onderdelen
smeren.
Reactieafstand en oploopinrichting controleren en glijplaatsen
smeren.
Remkabels en stangen op roest en beschadigingen controleren.
Wielrem controleren, evt. remschoenen vernieuwen en terug-
haalveer vervangen.
=
Eerste onderhoudsmaatregel
=
Regelmatige onderhoudsmaatregel
Tab. 9
Onderhoudsschema chassis
166
Onderhoudsinterval na km
50
1000
2000
5000
10000
109-0031-01NL - 20/10