Wielen en banden
04-3
Een te lage druk leidt tot oververhitting van de band.
Dit kan leiden tot zware beschadiging van de band.
De juiste bandenspanning kunt u vinden in de tabel in het
hoofdstuk "Technische gegevens" resp. de gebruiksaan-
wijzing van het basisvoertuig.
4.4 Profieldiepte
Vervang uw banden tijdig, d.w.z. voordat de profieldiepte minder
dan 1,6 mm bedraagt.
De wettelijk toegestane minimale profieldiepte biedt slechts
een beperkte rijveiligheid. De volgende aanbevelingen moeten
worden opgevolgd:
Veiligheidsgrens in de zomer: 3,0 mm
Veiligheidsgrens in de winter: 4,0 mm
Banden mogen niet kruislings worden verwisseld, d.w.z. van
de rechterzijde van de wagen naar de linker en omgekeerd.
Banden verouderen ook wanneer ze weinig of niet worden
gebruikt.
Aanbeveling van de bandenfabrikant
• Vervang de banden na 6 jaar, onafhankelijk van de profiel-
diepte.
• Voorkom sterke schokken door het rijden tegen trottoirban-
den, in gaten in het wegdek of tegen andere obstakels.
4.5 Velgen
Gebruik alleen de originele velgen. Als u andere velgen wilt
gebruiken, moet u de volgende punten in acht nemen.
Voor het gebruik van andere velgen geldt:
- formaat,
- uitvoering,
- inpersdiepte en
- draagvermogen moeten voldoende zijn voor het max. toe-
laatbaar gewicht.
- De conus van de bevestigingsschroef moet overeenkomen
met de uitvoering van de velg
Veranderingen mogen alleen worden doorgevoerd met toestem-
ming van de fabrikant.
Aluminium velgen moeten voor elk voertuigtype apart worden
gecontroleerd. De bouten van de aluminium velgen mogen niet
worden gebruikt voor stalen velgen.