Mocht deze gebruiksaanwijzing u op enig moment onverhoopt in de steek laten, dan hebt u de beschikking over een fijnmazig servicenetwerk van dealers in alle delen van Europa. Maak ook gebruik van de ervaring en vakkennis van uw dealer, met wie u beslist een uitvoerig gesprek moet hebben voordat u met uw Hobby caravan gaat rijden.
1. Inleiding Inhoudsopgave Inleiding Algemeen ................................. 1 Gebruikte termen in de gebruiksaanwijzing ....................2 Veiligheid Gebruik volgens de voorschriften ........................4 Algemeen ................................. 4 Brandveiligheid ............................... 5 Nooduitrusting ............................... 5 Vóór de rit ................................6 2.5.1 Voordat u op weg gaat ............................6 2.5.2 Vóór iedere rit ................................
Pagina 4
1. Inleiding Water Algemeen ................................48 Watervoorziening ...............................48 Toilet met waterspoeling ............................50 Inbouwapparatuur Algemeen ................................53 Dometic koelbox ..............................53 10 Accessoires ..................................55 11 Onderhoud en reiniging 11.1 Onderhoud ................................56 11.2 Trekinrichtingen ..............................57 11.3 Remmen .................................58 11.4 Achterlichtlampen vervangen ..........................59 11.5 Onderhoud en batterijen vervangen bij rookmelder ...................60 11.6 Ventileren ................................61 11.7 Reiniging ................................62 11.8 Winterpauze voor de caravan ...........................67...
Voor speciale vragen m.b.t. uitrusting en technische bijzonderheden kunt u contact opnemen met uw dealer. Uw Hobby caravan is gebouwd volgens de laatste stand der techniek en conform de erkende technische veiligheidsvoorschriften. Ondanks alle voorzorgsmaatregelen is het mogelijk dat personen gewond ra- ken of de caravan beschadigd raakt als de veiligheidsvoorschriften in deze handleiding of de waarschuwingsaanwijzingen (bijv.
Aanduiding van details met behulp van positie- een koppelteken “-”. nummers Name Datum Art der Änderung Werkwijzen ETL. Konstr. Näherei Zulieferer Hobby Wohnwagenwerk Datum Name Gezeichnet Geprüft Ing. H. Striewski GmbH, Harald-Striewski-Str.15, 24787 Fockbek Maßstab Zeich.Nr.: Art.Nr.: Pro le Nr: Handelingsinstructies worden eveneens puntsgewijs weergegeven, waarbij elke alinea begint met het teken “•”.
Pagina 7
“ . Speciale uitvoeringen zijn tot op zekere hoogte modelafhankelijk en dus niet in elk model technisch realiseerbaar. Neem bij vragen contact op met uw Hobby-dealer. Als bepaalde uitvoeringen en modellen niet zijn be- schreven in deze gebruiksaanwijzing, raadpleeg dan de bijgevoegde extra handleidingen.
2. Veiligheid 2.1 Gebruik volgens de voorschriften De caravan is ontworpen als mobiele reisaccommodatie voor particu- lier, niet-commercieel gebruik. Het betreft een bewoonbaar vrijetijds- voertuig met een wooneenheid die tijdelijk of gedurende bepaalde seizoenen kan worden gebruikt en voldoet aan de eisen op het gebied van de constructie en het gebruik als voertuig op de openbare weg.
2. Veiligheid 2.3 Brandveiligheid Preventieve maatregelen tegen brand • Laat geen kinderen en kwetsbare personen zonder toezicht in de caravan. • Houd brandbare materialen uit de buurt van alle verwarmings en kooktoestellen • Veranderingen aan de elektrische installatie of de inbouwappara- ten mogen uitsluitend worden uitgevoerd door erkende repara- teurs.
In Nederland is niet voorzien in een wettelijk kader m.b.t. periodie- ke keuring van caravans. Wij adviseren u echter nadrukkelijk toe te zien op de staat van onderhoud van uw caravan, door jaarlijks- en/ of tweejaarlijks onderhoud te laten uitvoeren door uw Hobby-dealer.
2. Veiligheid Geschiktheid voor snelheden tot 100 km/u 1. Uw Hobby-caravan is technisch berekend op een maximale snelheid van 100 km/h. Deze snelheid mag in geen geval worden overschreden! 2. Neem de ter plaatse geldende voorschriften m.b.t. de maximumsnelheid van caravancombinaties in acht! 3.
Name Datum Art der Änderung ETL. Konstr. Näherei Zulieferer Datum Name Hobby Wohnwagenwerk Gezeichnet Ing. H. Striewski GmbH, Harald-Striewski-Str.15, 24787 Fockbek Geprüft Maßstab Zeich.Nr.: ook hoofdstuk 3.3 Belading). Art.Nr.: Pro le Nr: • Indien van toepassing: zet de koelbox op 12V.
2. Veiligheid 2.6 Tijdens de rit Rijden Het verblijf in de caravan is tijdens het rijden bij de wet verboden! Maak vóór de eerste grote rit een proefrit of volg een veiligheidstrai- ning, om uzelf vertrouwd te maken met het rijgedrag van de combi- natie.
Ondanks de automatische remverstelling bij Hobby caravans moet na 500 km de basisinstelling van de rem door een erkende vakgarage worden gecontroleerd en zo nodig opnieuw worden in- gesteld (eerste controle).
2. Veiligheid Compenseer hoogteverschillen niet met de uitdraai- steunen! Caravan plaatsen Voor het plaatsen van de caravan geldt • Handrem aantrekken. • Draai de uitdraaisteunen slechts zover uit dat het gewicht nog op de as blijft steunen (De kruk bevindt zich in de garderobekast of in de disselbak •...
Met het oog op de verkeersveiligheid dient het chassis van een caravan even zorgvuldig onderhouden te worden als het trekkend voertuig zelf. Laat het onderhoud uitvoeren door uw Hobby-dealer. Gebruik bij vervanging van onderdelen uitsluitend de door de fabrikant hiervoor bestemde originele onderdelen.
3. Chassis 3.3 Belading Voor de belading geldt • Verdeel het gewicht van de lading evenwichtig over het linker en 3.3.1 Algemeen rechter gedeelte van de caravan. Zware voorwerpen of voor- werpen die veel ruimte innemen dienen zo dicht mogelijk bij de assen te worden opgeborgen.
1. Stel uzelf op de hoogte van de maximale kogeldruk van het trek- kende voertuig (autopapieren, typeplaatje,trekhaakplaatje). 2. De maximaal toegestane steunlast van uw Hobby-caravan be- draagt 100 kg. 3. Richt u bij het inladen van de caravan op de kleinste van deze twee waarden.
Pagina 19
− niet tot de standaard omvang van de uitrusting behoort, − is gemonteerd onder de verantwoordelijkheid van Hobby, − door de klant kan worden besteld. 4. Feitelijke massa Het totaal van het ‘rijklaar gewicht’...
3. Chassis 3.4 Stabilisatie-trekkogelkoppeling KS 25 De caravan is uitgerust met een stabilisatie-trekkogelkoppeling van de klasse B50-X, waarmee slinger- en knikbewegingen van de aanhanger worden verminderd. Dit systeem voldoet aan de norm ISO 11555-1 en is toegelaten voor gebruik tot een maximumsnelheid van 100 km/h. Raadpleeg tevens de bijgeleverde gebruiksaanwijzing en veiligheids- instructies van de fabrikant.
Pagina 21
3. Chassis Ga niet op de dissel staan bij een aangekoppelde caravan. De maximale kogeldruk van caravan en/of trekkend voer- tuig zou overschreden kunnen worden en de combinatie zou kunnen knikken. Gebruik bij het verplaatsen van de caravan uitsluitend de daarvoor bestemde rangeergrepen (zie hoofdstuk 2.7 Na de rit) en nooit de bedieningshendel van de KS 25.
Pagina 22
3. Chassis Afkoppelen • Ontspan de oploopinrichting zodat de vouwbalg volledig is uitgevouwen. • Trek de parkeerrem aan en borg de wielen van de caravan zo nodig met onderlegwiggen. • Trek de 13-polige stekker eruit en maak vervolgens de breekkabel los. •...
3. Chassis 3.5 Neuswiel Omhoogdraaien en vastzetten • Koppel de caravan aan het trekkend voertuig en richt daarbij het neuswiel naar achteren toe. • Draai de knevelschroef los. • Trek de neuswielbuis zo ver mogelijk omhoog. • Draai de knevelschroef vast.
(zie op de foto nr. Let bij een eventuele vervanging van de karabijnhaak op een gelijkwaar- dig alternatief. Uw Hobby caravan beschikt standaard over een brand- weerkarabijnhaak. Een zogeheten veerhaak mag niet rechtstreeks aan het bevestigingsoog worden bevestigd, omdat deze alleen als sluiting van een lus voldoende kracht heeft om de rem volledig aan te trekken.
3.8 Elektronisch trailerstabiliseringssysteem (ETS Plus)* ETS Plus is een achteraf in te bouwen veiligheidssysteem voor cara- vans van het merk Hobby met mechanische oplooprem. Het signaleert automatisch gevaarlijke slingerbewegingen en stabiliseert zo nodig de combinatie door een gerichte remingreep aan de caravan.
Pagina 26
3. Chassis • Controleer vóór het begin van elke rit de lichtdiode (led) van ETS Plus. • ETS Plus werkt bij temperaturen van -20°C tot 65°C. • Kom niet met de hand in het bewegende deel van de centrale ETS Plus-unit - beknellingsgevaar! •...
4. Wielen en banden 4.1 Wielen Voor wielmoeren geldt Draai bij een nieuw voertuig en na elke (de)montage van de wielen de wielbouten of wielmoeren na de eerste 50 km en de daaropvolgende 100 km aan. Gebruik voor uw eigen veiligheid uitsluitend de originele wielen en bevestigingsmaterialen.
4. Wielen en banden 4.3 Bandenspanning Voor controle van de bandenspanning geldt • Om de vier weken, op zijn laatst om de drie maanden en voorafgaand aan ieder gebruik de bandenspanning controleren en corrigeren. • De controle dient met koude banden te geschieden. •...
4. Wielen en banden Advies van de bandenfabrikanten • Na 6 jaar banden verwisselen, ongeacht de profieldiepte. • Vermijd het botsen tegen trottoirbanden of andere obstakels en het rijden door grote gaten in het wegdek. Ouderdom van de banden Banden kunnen beter niet ouder zijn dan zes jaar. Het materiaal wordt door lang stilstaan en veroudering broos.
4. Wielen en banden 4.6 Het verwisselen van een wiel Het verwisselen van een wiel voorbereiden • Zorg in de eerste plaats voor uw eigen veiligheid! • Verwissel het wiel zo mogelijk bij een aangekoppeld trekkend voer- tuig. • Parkeer het voertuig op een zo vlak mogelijke en vaste ondergrond. •...
Pagina 31
4. Wielen en banden Het verwisselen van een wiel • Bij zachte ondergrond een stabiele onderlegger onder de krik leggen, b.v. een plank. • Geschikte krik op de asbuis naast de tuimelarmgroep of op de langsligger ter hoogte van de asbevestiging van het te verwisse- len wiel plaatsen.
4. Wielen en banden 4.7 Bandenreparatieset Alle modellen zijn standaard uitgerust met een bandenreparatieset. Gebruik de bandenreparatieset niet wanneer de band ten gevolge van rijden zonder lucht is beschadigd. Kleine scheurtjes (tot 6 mm), vooral in het loopvlak van de band, kunnen met de bandenreparatieset worden afgedicht.
Pagina 33
4. Wielen en banden Schud de bandenvulfles. Schroef het witte opzetstuk op de fles, plaats vervolgens de vulslang en verbind deze met het ventiel. Vul daarna de band met de aanbevolen hoeveelheid bandenafdichtmiddel. Vulslang op het bandventiel schuiven Trek de vulslang eraf. Plaats de ventielkern weer terug met behulp van de ventielsleutel en schroef hem vast.
5. Opbouw buiten 5.1 Luchttoevoer en ontluchting Voor de ventilatie geldt Een goede luchttoevoer en ontluchting van de caravan is een voor- waarde voor een aangenaam wooncomfort. In uw caravan zijn tochtvrije luchtroosters in de vloer en ventilatiero- osters in het dakluik geïntegreerd; deze mogen nooit worden gesloten of afgedekt omdat ze anders niet effectief kunnen functioneren De veiligheidsventilatie-openingen mogen onder geen enkel beding worden afgesloten, ook niet gedeeltelijk.
Pagina 35
5. Opbouw buiten Opstapje Bij het in- en uitstappen geldt • Zet het opstapje voor de toegangsdeur van de caravan. • Let erop dat het opstapje op vaste bodem rust. Zo wordt voorko- men dat het opstapje kantelt. Let op de verschillende treehoogtes en bij het uitstap- pen op een vaste en effen ondergrond.
Pagina 36
5. Opbouw buiten Tweedelige achterklep buiten De bovenklep en de onderdeur kunnen slechts van bin- nenuit worden geopend en gesloten. Gevaar voor verwondingen! De achterklep is door zijn hoge positie in de caravan niet bedoeld als in- of uitgang voor personen! Tweedelige achterklep Bovenklep geopend Boven- en onderklep geopend Tweedelige achterklep binnen...
5. Opbouw buiten Deur- en luikklemmen De toegangsdeur en het onderste deel van de achterklep kunnen met behulp van een klem worden vastgezet aan de buitenwand van de caravan. Vastzetten • Open de deur c.q. de klep volledig. • Druk de nok die aan de deur/klep is bevestigd, in het contrastuk op de buitenwand van uw caravan.
5. Opbouw buiten 5.3 Uitdraaisteunen De uitdraaisteunen bevinden zich aan de voor- en achterzijde onder de caravan. Uitdraaisteunen uitdraaien • Parkeer het voertuig het liefst waterpas. • Leg bij een zachte ondergrond onderleggers onder de uitdraaisteu- nen om te voorkomen dat de caravan wegzakt. •...
5. Opbouw buiten 5.6 Fietsendrager * Lees a.u.b. vóór gebruik de bij de fietsendrager geleverde gebruiksaanwijzing. Doe vóór de eerste rit eerst enkele tests om met e.e.a. vertrouwd te raken. Disselfietsendrager Bij het model “BEACHY” kan een fietsendrager op de dissel worden gemonteerd.
6. Opbouw binnen 6.1 Deuren en laden openen en sluiten Inloopkledingkast/Porta Potti • Druk de klink naar beneden om de deur te openen of te sluiten. Deurgreep Keukenladen/-kasten met drukslot Kast en lade zijn beveiligd door een aparte Pushlock Openen • Druk op de Pushlock (druk-arrêteerknop) zodat de knop naar buiten springt. • Trek aan de Pushlock totdat de lade opengaat resp. de deur open is. Pushlock (drukslot) in combinatie met keukenkast Sluiten en -lade • Schuif de lade dicht resp. sluit de deur door tegen de Pushlock te duwen. • Druk op de Pushlock (druk-arrêteerknop) totdat de knop vast- klikt en de lade c.q. de deur is vastgezet.
6. Opbouw binnen 6.2 Klaptafel Klaptafel Laten zakken • Haak de steunen los en klap de poten naar binnen samen. Beknellingsgevaar! Let er bij het dichtklappen op dat uw handen en vingers niet bekneld raken. Klaptafel Klaptafel laten zakken 6.3 Zitgroep en slaapruimte Ombouw zitgroep De zitgroep kan worden omgebouwd tot comfortabele bedden. Ombouw voorbereiden • Klap de twee klaptafels samen (zie hoofdstuk 6.2 Tafels).
6. Opbouw binnen • Leg de twee ingeklapte klaptafels als verbreding tussen de zitbanken. • Leg de rugkussens aan de zijkant als inlegmatrassen op de bedverbreding. • Leg de rugkussens aan de zijkant als extra laag op de matrassen. Maximale belasting van het bed: 100 kg per persoon/ slaapplaats. 6.4 Kussenconfiguratie Leg de kussens niet rechtstreeks op het tafelblad. Er kun- nen krassen ontstaan en er kan schimmelvorming optreden door transpiratievocht. Wij adviseren het gebruik van een absorberende onderlaag (bijv. een onderlaken van badstof of katoen). Zorg voor een goede bevestiging van tafelblad, zitkisten en kussens, zodat er niets naar beneden kan vallen.
6. Opbouw binnen 6.5 Ramen Afhankelijk van het type raam beschikt het over een of meerdere venstersluitingen met vergrendelknoppen . Om deze venstersluitingen te kunnen openen, moeten de vergrendelknoppen worden ingedrukt. In het voertuig bevinden zich diverse raambeugels. Raam met klikgrendel Openen • Draai alle venstersluitingen 90°. • Duw het raam aan de grendel naar buiten totdat er een klik hoor- baar is. Het raam blijft automatisch in deze stand staan. Er zijn meerdere standen instelbaar. Sluiten • Til het raam enigszins op, zodat de uitzetter loskomt uit de haak. • Klap het raam dicht. Grendel • Draai alle venstersluitingen in de uitgangspositie terug, zodat ze achter de beugels klemmen en het raam naar de afdichting toe trekken. Let er vóór het sluiten van de ramen op dat de gor- dijnen niet in de afdichting bekneld raken. De venstersluitingen hebben drie standen: open, dicht en half open; in deze laatste stand kunnen ze worden vastgeklikt om voor enige ventilatie te zorgen. Bij hoge luchtvochtigheid kan de ruit aan de binnenzijde gesloten ventileren beslaan, hetgeen weer verdwijnt bij droog weer.
6. Opbouw binnen 6.6 Dakluiken Veiligheidsaanwijzingen • O pen het dakluik niet als het hard waait, regent, ha- gelt enz., of bij buitentemperaturen onder -20°C! • Gebruik niet teveel kracht bij het openen van de dakluiken bij vorst of sneeuw, omdat het risico be- staat dat de scharnieren en het openingsmechanisme breken. • V erwijder sneeuw, ijs of vuil voordat u het dakluik opent. Houd rekening met de ruimte die het ge- opende dakluik inneemt als u het onder een boom of in een garage opent. • S luit en vergrendel het dakluik vóór het begin van iedere rit. Insectenrolgordijn en plisségordijn openen (ruststand). • S luit bij sterke zonneschijn de verduistering slechts voor ¾ deel, omdat anders gevaar voor oververhitting dreigt. • Laat de rolgordijnen helemaal geopend als de caravan gedurende langere tijd niet wordt gebruikt. • D e ventilatieopeningen van de luchtroosters moeten steeds open blijven. Luchtroosters nooit sluiten of af- dekken! Groot dakluik...
7. Elektrische installaties 7.1 Veiligheidsinstructies De elektrische installatie in Hobby-caravans is uitgevoerd over- eenkomstig de geldende voorschriften en normen. Let op het volgende • Zorg ervoor dat de veiligheidsinstructies resp. risico- waarschuwingen in de vorm van aanwijsbordjes op elektrische onderdelen niet worden verwijderd.
7. Elektrische installaties 7.3 Schakelpanelen Nevenpaneel/-panelen bed/keuken • Door deze toets kort in te drukken wordt de in- of uitgeschakeld. Pos.-Nr. Keuken Verlichting keuken Bedieningsveld met drie Verlichting zitgroep toetsen Plafondverlichting Nevenpaneel slaapruimte • Door deze toets kort in te drukken wordt de Verlichting zitgroep Plafondverlichting in- of uitgeschakeld.
7. Elektrische installaties Aansluiten • Verbreek de verbinding met het trekkende voertuig (13-polige stekker). • Schakel de zekeringsautomaat uit door de wipschakelaar naar beneden te drukken. • Pak de afdekklep van de buitencontactdoos van onderen vast en draai hem naar boven toe (zie hoofdstuk 5.2 Afdekkleppen). •...
Pagina 48
7. Elektrische installaties Aardlekscakelaar Uw caravan is standaard uitgerust met een FI-veiligheidsschakelaar voor de onderbreking van een stroomkring bij een eventuele fout- stroom.Bij een optredende storing onderbreekt de aardlekschakelaar de volledige 230V-stroomkring. Aan de aardlekschakelaar mogen geen reparaties worden uitgevoerd. Een FI-veiligheidsschakelaar biedt geen bescherming tegen het gevaar van een elektrische schok.
Pagina 49
7. Elektrische installaties Stroomvoorziening via trekkend voertuig Tijdens het rijden neemt de accu van de auto de stroomvoorziening van de 12V-apparatuur voor zijn rekening als contactpunt 9 van de 13-polige stekker op de contrastekker van de auto is aangesloten. Schakel de 12V-voorziening (bij aangekoppeld trekkend voertuig) bij langere tussenstops en rustpauzes uit, omdat anders de voertuigaccu wordt ontladen.
7. Elektrische installaties 7.5 Boordnet De omschakeling van accuvoeding naar netvoeding gebeurt automa- tisch zodra het boordnet op het stroomnet wordt aangesloten. De voedingseenheid zet m.b.v. een omvormer de externe netspanning om voor de 12V-gebruikers. Alle lampen in de caravan zijn 12V-lampen. Toewijzing zekeringen De zekeringen van de afzonderlijke interne stroomkringen bevinden zich in de lichtregelmodule.
8. Water 8.1 Algemeen Aanbevolen wordt het getapte water vóór gebruik bijzonder kritisch te proeven. • Gebruik in de omgang met levensmiddelen altijd water van drinkwaterkwaliteit. Dit geldt ook voor de reiniging van de handen en van voorwerpen die met levensmiddelen in aanraking komen.
8. Water Drinkwater- en vuilwaterjerrycans De drinkwaterjerrycan en de vuilwaterjerrycan bevinden zich in de keukenonderkast en hebben elk een volume van 13 l. De jerrycan kan worden (bij)gevuld met vers water via het gele ser- vicedeksel. Het water in de drinkwaterjerrycan moet regelmatig worden vervangen (zie hoofdstuk 11).
8. Water 8.3 Toilet Draagbaar toilet Porta Potti Neem a.u.b. ook goede nota van de aanwijzingen in de bijgeleverde handleiding van de fabrikant. Uw draagbare toilet bestaat uit twee delen die op elkaar zijn gemon- teerd: de spoelwatertank en de afvaltank. Vul beide tanks met toiletvloeistoffen (indien verkrijg- baar) voordat u het toilet gaat gebruiken.
Pagina 55
8. Water Gebruik van het toilet Sluit de afsluitschuif en schuif hem nogmaals open en dicht om eventueel opgebouwde warmte of druk af te laten en opspatten te voorkomen. De afsluitschuif openen De afsluitschuif openen Het toilet kan worden gebruikt met geopende of gesloten afsluitschuif. 18 19 •...
Pagina 56
8. Water Het legen van de toilettank Leeg de afvaltank wanneer de niveauindicator rood is. • Haal de tanks van elkaar • Breng de afvaltank naar een geschikt afvoerpunt. • Verwijder de dop van de schenktuit terwijl deze naar boven wijst •...
9. Inbouwapparatuur 9.1 Algemeen In dit hoofdstuk vindt u aanwijzingen met betrekking tot de inbou- wapparatuur van de Hobby caravan. De aanwijzingen hebben alleen betrekking op de bediening van de apparaten. In sommige gevallen behoren de beschreven apparaten niet tot de standaarduitrusting.
Pagina 58
9. Inbouwapparatuur Koelbox in/uitschakelen 230V-aansluiting: • Door op de knop “On/Off” te drukken, kan de koelbox handmatig worden in- of uitgeschakeld. Zodra de koelbox wordt ingeschakeld, klinkt er een kort geluidssig- naal, licht het display op en wordt de starttemperatuur weergegeven. •...
• Voor schade die is veroorzaakt door het gebruik van onderdelen die niet door Hobby zijn goedgekeurd of door het aanbrengen van ongeoorloofde veranderingen, kan Hobby niet aansprakelijk wor- den gesteld.
• Voer het onderhoud aan alle inbouwtoestellen overeenkomstig de in de bijbehorende gebruikshandleidingen aangegeven onder- houdsschema‘s uit. De door Hobby vrijwillig verleende garantie op dichtheid van de camper volgens de garantievoorwaarden (12 jaar) geldt slechts wanneer de dichtheidscontroles (niet gratis) volgens de voorschriften zijn uitgevoerd. Hiervoor moet de camper voor het eerst na 12-18 maanden naar een Hobby-dealer worden gebracht.
11. Onderhoud en reiniging Rubber geveerde torsie-assen zijn onderhoudsvrij. De as(sen) van de caravan is/zijn uitgerust met compacte wiellagers. Trommelnaaf, compactlagers en asmoer vor- men een gesloten eenheid. De compactlagers zijn dankzij het gebruik van een speciaal vet onderhoudsvrij. Zie voor verdere aanwijzingen de bijgeleverde gebruiks- aanwijzing van de asleverancier.
11. Onderhoud en reiniging Vervanging van de frictievoering De frictie-elementen kunnen bij slijtage of contact met olie of vet eenvoudig worden vervangen. De firma KNOTT biedt een reserveset aan voor het vervangen van het voorste en achterste frictie-element. Neem a.u.b. goede nota van de uitvoerige, bij de reserveset geleverde montage-instructies van de fabrikant.
• Maak de kabels los en steek ze op de nieuwe lamp. • Draai de schroeven ter bevestiging weer vast. Nummerplaatverlichting Achterlicht LED-onderdelen van het achterlicht kunnen niet apart worden verwisseld, bij een defect moet het complete achterlicht worden vervangen (uitsluitend via erkende Hobby-dealer). Mistachterlicht Achteruitrijlicht Richtingaanwijzer/remlicht Achterlicht Achterlicht...
11. Onderhoud en reiniging 11.5 Onderhoud en batterijen vervangen bij rookmelder Raadpleeg de bij het apparaat geleverde gebruiksaan- wijzing. Onderhoud Het rookmeldsysteem behoeft geen onderhoud. Verwijder van tijd tot tijd het op de behuizing aanwezige stof en zorg ervoor dat de luchts- leuven niet door insecten e.d.
11. Onderhoud en reiniging 11.6 Ventileren Voldoende beluchting en ontluchting van het caravaninterieur is voor een behaaglijk binnenklimaat een absolute voorwaarde. Vooral op koele dagen of nadat het voertuig langere tijd niet is gebruikt, kan een verhoogde vochtigheid in het interieur van vrijetijdsvoertuigen wor- den vastgesteld.
11. Onderhoud en reiniging 11.7 Reiniging M.b.t. de verzorging geldt • Reinig kunststof onderdelen met water van maximaal 60°C en een mild handafwasmiddel. De caravan alleen op de speciaal daarvoor bestemde wasplaatsen wassen. Wees zuinig met het gebruik van reinigingsmiddelen. Agres- sieve middelen zoals b.v.
Bij beschadigingen geldt • Laat beschadigingen onmiddellijk repareren om verdere schade door corrosie te voorkomen. Schakel daarvoor uw Hobby-dealer in. Bodemplaat De bodemplaat van de caravan is voorzien van een speciale coating. Bij beschadiging moet deze beschermende laag direct worden hersteld.
11. Onderhoud en reiniging Chassis Zoutafzettingen brengen schade toe aan het gegalvaniseerde chas- sis en kunnen witte uitslag veroorzaken. Deze uitslag is echter niet schadelijk; het ziet er alleen niet erg fraai uit. Spoel na ritten in de winter of na inwerking door zouthoudend water de gegalvaniseerde oppervlakken af met schoon water.
11. Onderhoud en reiniging Voor stoelbekledingen, bankkussens en gordijnen geldt • Stoelbekledingen met een zachte borstel of een stofzuiger reinigen. • Laat sterk vervuilde matrassen, zitkussens, bedspreien en gordijnen reinigen en was ze niet zelf! Verwijder de bekleding van de zitkus- sens niet.
Pagina 70
11. Onderhoud en reiniging Voor de PVC-vloerbedekking geldt Bij het regelmatig betreden van de PVC-vloerbedekking kan door zand en stof het oppervlak beschadigd raken. Reinig de vloer bij gebruik dagelijks met een stofzuiger of bezem. • Maak de vloerbedekking schoon met schoonmaakmiddelen die geschikt zijn voor PVC.
11. Onderhoud en reiniging Voor de verswaterjerrycan geldt • Spoel de tank regelmatig door met schoon, helder water. Reiniging verswaterjerrycan • Nadat het water uit de verswaterjerrycan is afgetapt moet de in de groef achterblijvende vloeistof met een doek worden opgenomen. Na beëindiging van de onderhouds-werkzaamheden alle spuitbussen met reinigings- of onderhoudsmidde- len uit het voertuig verwijderen!
11. Onderhoud en reiniging Voor het interieur van de caravan geldt • Maak de binnenruimte schoon. Zuig kussens schoon en bewaar ze zo mogelijk buiten de caravan op een droge plaats. Zet ze anders zo neer dat ze niet in contact kunnen komen met condenswater. •...
12. Afvalverwijdering en milieubescherming 12.1 Milieu en reizen met de caravan Milieuverantwoordelijk gebruik Gebruikers van een camper, buscamper of caravan dragen vanzelf- sprekend een bijzondere verantwoordelijkheid voor het milieu.Daarom dient bij het gebruik van de caravan het milieu altijd te worden ontzien. Voor een milieuverantwoordelijk gebruik geldt •...
Pagina 74
12. Afvalverwijdering en milieubescherming Voor alle afval geldt • Afval scheiden en recycleerbare stoffen in de kringloop terug- brengen. • Maak afvalbakken zo vaak mogelijk leeg in de hiervoor bestemde vuilnisbakken of containers. Zo worden onaangename geurvor- ming en problematische vuilnisophoping aan boord vermeden. Voor parkeerterreinen geldt •...
13. Technische gegevens 13.5 Bandenspanningtabel Als vuistregel kan worden aangehouden, dat een volledig gevulde band elke twee maanden 0,1 bar druk verliest. Om schade of een klapband te voorkomen moet de bandenspanning regelmatig worden gecontroleerd. Bandenmaat Luchtdruk in bar 195/70 R 14 XL of reinforced 195/70 R 14 C 13.6 Omloopmaat voortent De aangegeven maat is afhankelijk van speciale uit-...