Onderhoud en verzorging
12-11
Voor het interieur geldt
• Zuig vloerkleden, kussens en matrassen schoon en
bewaar ze zo mogelijk buiten de camper op een droge
plaats.
• Was PVC-vloerbedekking en gladde oppervlakken met een
eenvoudige zeepoplossing.
• Laat de koelkastdeur in de ventilatiestand (zie 10.6).
• Laat bergruimten, kasten, laden en kastdeuren na de rei-
niging open staan, zodat de luchtcirculatie wordt onder-
steund.
• Laat ventilatieroosters open staan. Als de camper in een
gesloten ruimte wordt gestald, kan het dakluik open blijven
staan.
• Ventileer het voertuig bij droog weer elke vier à zes weken
grondig.
• Zet luchtontvochtigers in de caravan en droog of vervang
het granulaat regelmatig.
• Open de accuhoofdschakelaar.
• Maak de camper zo nodig grondig droog door hem voor
het stallen goed te verwarmen; zo voorkomt u schimmel-
vorming door condenswater.
• Schakel 12V-hoofdschakelaar uit.
12.7 Gebruik tijdens de winter
Voorbereidingen
Door het algehele voertuigontwerp is uw camper tot op zekere
hoogte bestand tegen de winter. Om echt te kunnen kamperen
tijdens de winter adviseren wij uw camper naar uw persoonlijke
voorkeur te optimaliseren. De dealer in uw rayon adviseert u graag.
M.b.t. de voorbereidingen geldt:
• Controleer het voertuig op lak- en roestschade en herstel
deze zo nodig.
• Zorg ervoor dat er geen water in de beluchting en ontluch-
ting en in de verwarming kan binnendringen.
• Bescherm de metalen onderdelen van de bodemplaat te-
gen roest met een beschermingsmiddel op basis van was.
• Conserveer de gelakte vlakken aan de buitenzijde met een
geschikt middel.
• Vul de brandstoftank met winterdiesel, controleer of rui-
tensproeivloeistof en koelvloeistof antivries bevatten.
Voor de ventilatie geldt:
Bij gebruik tijdens de winter ontstaat door het bewonen van
het voertuig bij lage temperaturen condenswater. Om een
goede binnenluchtkwaliteit te garanderen en schade aan
het voertuig door condenswater te voorkomen, is voldoende
ventilatie zeer belangrijk.