1. Inleiding Beste camperbezitter, Hartelijk gefeliciteerd met de aankoop van uw nieuwe HOBBY camper. Het in ons gestelde vertrouwen is voor ons aanleiding ernaar te streven onze campers voortdurend te verbeteren, met nieuwe ideeën, technische innovaties en subtiele details. Met compleet uitgeruste en geperfectioneerde modellen willen wij optimale voorwaarden creëren om te kunnen genieten...
Uw HOBBY camper is gebouwd volgens de modernste tech- nische inzichten en met inachtneming van de erkende veilig- Vul de garantiekaarten van de inbouwapparatuur en onder- heidstechnische voorschriften.
1. Inleiding 1.2 In deze handleiding gebruikte aanduidingen HOBBY geeft u via uw dealer 5 jaar garantie op dichtheid van de camper volgens de garantiebepalingen. Bij aankoop van het voertuig krijgt u van uw dealer een garantieboekje In deze handleiding wordt de camper op de volgende manier “5 jaar dichtheidsgarantie”.
1. Inleiding Opsommingen Speciale uitvoeringen Opsommingen verschijnen puntsgewijs en worden voorafge- U hebt gekozen voor een camper met een individuele gaan door een koppelteken “-”. uitrusting. Handelingsinstructies Deze gebruiksaanwijzing beschrijft alle modellen en uitvoerin- Handelingsinstructies worden eveneens puntsgewijs weerge- gen die binnen hetzelfde programma leverbaar zijn. Zodo- geven, waarbij elke alinea wordt voorafgegaan door het teken ende kunnen hier uitvoeringsvarianten worden genoemd die (“•”).
Pagina 8
1. Inleiding Actualiteit van de publicatie Het hoge veiligheids- en kwaliteitsniveau van de campers wordt gewaarborgd door een voortdurende verdere ontwikke- ling. Het kan incidenteel voorkomen dat dit leidt tot een beschrijving van het voertuig die afwijkt van de actuele situatie.
2. Veiligheid Hoofdstuk 2: Veiligheid Elk gebruik van de camper dat afwijkt van het hier beschreven gebruik is verboden en is in strijd met de voorschriften. 2.1 Gebruik volgens de voorschriften 2.2 Algemeen De camper is ontworpen als mobiele reisaccommodatie voor particulier, niet-commercieel gebruik. De camper is niet bedoeld voor gebruik als permanente woonplaats. Bovendien mogen er • De camper mag op de openbare weg uitsluitend worden niet meer personen in het voertuig overnachten dan er slaap- bestuurd door personen die beschikken over een geldig plaatsen zijn. Op de openbare weg mag het voertuig uitsluitend rijbewijs van de geschikte categorie. worden gebruikt volgens de bepalingen van de wegenverkeers- • Neem m.b.t. de inbouwapparatuur (koelkast, verwarming, wet en de Duitse regeling inzake de toelating van motorrijtuigen kooktoestel enz.) alsook m.b.t.
2. Veiligheid 2.3 Brandveiligheid Voorzorgsmaatregelen tegen brand • Laat geen kinderen zonder toezicht in de camper. • Houd brandbare materialen uit de buurt van alle verwar- mings– en kooktoestellen. • Veranderingen aan de elektrische installatie, de gasinstalla- tie of de inbouwapparatuur mogen uitsluitend worden aan- gebracht door een erkend vakman. • Bevestig een brandblusser in de buurt van de toegangs- deur.
2. Veiligheid 2.4 Uitrusting 2.4.1 Nooduitrusting Om goed op noodsituaties te zijn voorbereid, dient u de drie red- dingsmiddelen steeds bij u te hebben en ermee vertrouwd te zijn. Verbanddoos De verbanddoos moet te allen tijde onder handbereik zijn en op een vaste plaats in de camper worden bewaard. Na gebruik 100 m van materialen uit de verbanddoos moet de inhoud ervan on- middellijk weer worden aangevuld.
2. Veiligheid Campers met een toelaatbaar totaalgewicht tot 3,5 ton moeten tevens een waarschuwingsknipperlicht en vanaf een toelaatbaar totaalgewicht van 4 ton minstens 2 onder- legwiggen bij zich hebben (niet standaard meegeleverd). 2.4.2 Boordgereedschap In elk voertuig is een individuele basisuitrusting boordge- reedschap en toebehoren aanwezig. De gereedschapskist is los meegeleverd bij het voertuig. Bij aflevering bevindt deze zich in de garage of onder het bed.
2. Veiligheid 2.5 Voordat u gaat rijden 2.5.1 Vóór iedere rit Verkeersveiligheid • Controleer voor het begin van de reis of de verlichting, de richtingaanwijzers (accuhoofdschakelaar inschakelen), de stuurinrichting en de remmen goed functioneren. • Laat de remmen en de gasinstallatie door een erkend ga- ragebedrijf controleren als het voertuig langere tijd heeft Maak het voertuig vóór het begin van de rit reisklaar! stilgestaan (ca. 10 maanden).
2. Veiligheid Garageruimte achterin (afhankelijk van het model) Accu Let bij het beladen van de garageruimte achterin op de toelaatbare asbelasting en op de technisch toelaatbare ma- • Laad de accu’s vóór iedere reis volledig op. Zie hoofdstuk “Huisaccu”. ximummassa. Verdeel het gewicht van de lading gelijkmatig • Schakel de accuhoofdschakelaar in. en borg deze. Te hoge puntlasten beschadigen de vloerbe- dekking. Cabine • De maximaal toelaatbare belasting van de garageruimte Vergeet niet de volgende dingen: achterin bedraagt 150 kg. • Stel de zitpositie in. • D e toelaatbare achterasbelasting mag in geen geval worden overschreden. • B ij volledige belading van de garageruimte achterin Buitenkant wordt de vooras ontlast, waardoor het rijgedrag van de Loop om de camper heen en maak hem als volgt klaar voor camper aanzienlijk slechter wordt. de reis: Daklast (max.
2. Veiligheid • Zet zo nodig de TV-houder vast, demonteer zo mogelijk de • Zo nodig SAT-schotel inklappen. TV en berg hem veilig op. • Indien van toepassing: schuif de tv-antenne zo ver mogelijk in. • Sluit deuren (ook die van de koelkast), laden en kleppen • Indien van toepassing: maak de bagage op het dak goed goed af. vast en borg deze tegen schuiven. • Zware en/of grote voorwerpen (bijv. TV, radio) moeten vóór • Indien van toepassing: zet de fietsen op de drager goed vast elke rit stevig worden vastgezet. en beveilig ze tegen schuiven.
2. Veiligheid • Kinderzitjes mogen alleen worden bevestigd met behulp van fabrieksmatig aangebrachte driepuntsgordels. • Zet de draaistoelen vast in de rijrichting. Tijdens het rijden mogen de draaistoelen niet worden gedraaid. • Zet de schuifzitting vast in de uitgangspositie.. • Open niet de deurvergrendeling! • Er mogen zich verder geen personen in het voertuig bevinden! Rijden Houd rekening met bijzonderheden qua rijgedrag! Maak vóór de eerste grote rit een proefrit om uzelf vertrouwd te maken met het rijgedrag van de camper. Oefen ook het 2.6 Tijdens de rit achteruit rijden.
2. Veiligheid Zuinig rijden • Lange, licht hellende weggedeelten kunnen gevaarlijk zijn. Kies uw snelheid van meet af aan zodanig dat u zo nodig De motor van uw camper is er niet voor ontworpen om voort- nog kunt versnellen zonder andere weggebruikers in gevaar durend op topsnelheid te rijden. te brengen. • Rijd bergafwaarts in principe niet sneller dan bergopwaarts. M.b.t. het rijden geldt • Bij het inhalen van of ingehaald worden door vrachtwagen- • geen plankgas! combinaties of bussen kan de camper in een luchtstroom • De laatste 20 km/h tot aan de topsnelheid kosten tot wel terecht komen. Licht tegensturen heft het effect hiervan op. 50% meer brandstof! • Anticiperend rijden, bij lange ritten regelmatig pauzes Remmen inlassen. Het remgedrag van een camper wijkt af van dat van een per- sonenauto. Daarom is het zinvol – met name voor onervaren chauffeurs – om op een geschikt terrein enkele voorzichtige Rijden door bochten remtests uit te voeren. De remweg van een camper is langer dan...
2. Veiligheid Rangeren 2.7 Na de rit Uw camper is aanzienlijk groter dan een personenauto. Keuze staplaats M.b.t. parkeren geldt • Ook bij juist ingestelde buitenspiegels is er een aanzienlijke Voor de keuze van de staplaats geldt dode hoek. • Zoek de staanplaats zo mogelijk bij daglicht. • Laat u bij het (invoegend) parkeren op onoverzichtelijke • Kies een zo horizontaal mogelijke staanplaats.
2. Veiligheid Apparaten omschakelen Voor het omschakelen van de apparaten geldt • schakel de koelkast om van 12V op gas of 230V, omdat de 12V-voorziening bij staande motor na korte tijd auto- matisch wordt uitgeschakeld. Waterinstallatie Stilstaand water in de drinkwatertank of in de in de waterleidin- gen wordt na korte tijd ondrinkbaar. Zorg er absoluut voor dat het restwater volledig wordt afgetapt voordat de watertank wordt gevuld. Controleer daarom vóór elk gebruik of de waterleidingen en de drinkwatertank schoon zijn. Desinfecteer en spoel regel- matig uw drinkwaterinstallatie – beslist vóór elke reis.
Tevens is het VIN zowel aan- gegeven op het fabrieksplaatje van het basisvoertuig als op het Hobby-fabrieksplaatje (in de motorruimte vóór op de steunbalk van de radiateur). Tevens is het VIN zowel aangegeven op het typeplaatje van het basisvoertuig als op het Hobby-typeplaatje (in de motorruimte vóór op de steunbalk van de radiateur.
• Voorkom dat de achterkant van de camper te zwaar wordt belast, omdat dit het rijgedrag negatief beïnvloedt. Hobby-fabrieksplaatje • Hoe lager het zwaartepunt van de camper, hoe beter het Vergunningsnummer gedrag in bochten en het algehele rijgedrag.
De aanduiding van de technisch toelaatbare maximummassa Als u niet zeker weet of u het voertuig te zwaar hebt beladen, vindt plaats volgens opgave van de Hobby caravanfabriek moet u het wegen op een openbare weeginstallatie. in samenwerking met de fabrikanten van de voorafgaande constructiefasen (Fiat).
Siesta, Optima − niet tot de standaard omvang van de uitrusting behoort, a) Vloeibaargasinstallatie − is gemonteerd onder de verantwoordelijkheid van Hobby of de fabrikant van het basisvoertuig, Aantal ingebouwde gasregelaars: − door de klant kan worden besteld.
3. Chassis Voor het bepalen van de minimale nuttige belasting telt mee het gewicht van voorwerpen die de gebruikers in de camper bij zich kunnen hebben en die niet in het rijklaar gewicht of bij het speciale toebehoren zijn inbegrepen (bijv. kleding, toilet- en keukeninrichting, levensmiddelen, campinguitrusting, speel- goed, huisdieren).
Registratie van accessoires in de kentekenpapieren aanhangergewicht mogelijk. • Laat aanbouwelementen monteren door uw HOBBY-dealer. Bij een verhoging van het technisch toelaatbaar totaalge- • Rijd met uw camper naar een keuringsinstantie of tech- wicht wordt het aanhangergewicht verlaagd.
3. Chassis 3.6 Automatische transmissie Bij deze drie standen blijft de hendel niet in de gekozen posi- tie staan, d.w.z. na activering keert de hendel in de midden- Optioneel is uw camper voorzien van een automatische stand terug. transmissie (Comfort-Matic), die beschikt over de bedie- ningswijzen MANUAL/ handgeschakeld en AUTO.
3. Chassis versnellingen terug om het nodige vermogen en koppel voor Bij een ingeschakelde achteruitversnelling (R) mag de door de chauffeur gewenste acceleratie beschikbaar te uitsluitend in de eerste versnelling wordt geschakeld – of omgekeerd – als het voertuig helemaal stilstaat en het stellen.
• Rijd nooit met een overladen voertuig. 16'' 180 Nm 15'' 160 Nm Op uw HOBBY-camper zijn tubeless banden gemonteerd. In deze banden mogen absoluut geen binnenbanden worden aangebracht! Controleer aanhaalmomenten eens in de 5000 km of min- stens eenmaal per jaar.
4. Wielen en banden 29 Sneeuwkettingen 4.3 Bandenspanning Controleer de spanning van alle banden en van het reservewiel Rijd niet sneller dan 50 km/h. ongeveer om de 4 weken en vóór lange ritten. Maak op sneeuwvrije straten geen gebruik van snee- uwkettingen.
4. Wielen en banden 4.4 Profieldiepte en leeftijd banden Vervang uw banden tijdig, d.w.z. voordat de profieldiepte minder dan 1,6 mm bedraagt. De wettelijk toegestane minimale profieldiepte biedt slechts een beperkte rijveiligheid. De volgende aanbevelingen moeten worden opgevolgd: Veiligheidsgrens in de zomer: 3,0 mm Veiligheidsgrens in de winter: 4,0 mm Banden mogen niet kruislings worden verwisseld, d.w.z.
4. Wielen en banden 31 4.5 Velgen Gebruik alleen de originele velgen. Als u andere velgen wilt gebruiken, moet u de volgende punten in acht nemen. Voor het gebruik van andere velgen geldt: - formaat, - uitvoering, - inpersdiepte en - draagvermogen moeten voldoende zijn voor het max.
4. Wielen en banden 4.6 Wiel verwisseln • Zet de wielbouten erop en draai ze kruislings licht aan. • Laat de krik zakken en verwijder hem. Wiel verwisselen voorbereiden • Draai de wielbouten gelijkmatig aan met de wielsleutel. De • Parkeer het voertuig op een zo stevig en egaal mogelijke instelwaarde van het aanhaalmoment van de wielbouten kunt ondergrond.
4. Wielen en banden 33 De snelle bandenreparatieset is bruikbaar bij buitentempera- turen tussen –20°C en +50°C. Het gebruik van de snelle bandenreparatieset is beschre- ven in het FIAT-handboek. De afdichtvloeistof heeft een houdbaarheidsdatum. Let daarom op de vervaldatum. Als de datum is overschreden, kan een perfect functioneren van de afdichtvloeistof niet worden gegarandeerd.
5. Opbouw buitenzijde Hoofdstuk 5: Opbouw buitenzijde 5.1 Luchttoevoer en ontluchting Voor de ventilatie geldt: Een goede luchttoevoer en ontluchting van de camper is een voorwaarde voor een aangenaam wooncomfort. In uw camper is een tochtvrije ventilatie via de aandrijfkop en een ontluchting via de dakluiken geïntegreerd;...
Pagina 36
5. Opbouw buitenzijde Zorg ervoor het koelvermogen en het functioneren van de koelkast niet te beperken door het blokkeren van de ven- tilatieroosters. Deze winterafdekplaten zijn speciaal toebehoren en zijn te koop via uw dealer. Deze winterafdekplaten zijn speciaal toebehoren en zijn te koop via uw dealer. Neem de aanwijzingen op de afdekplaten in acht.
5. Opbouw buitenzijde 5.2 Deuren en kleppen openen en sluiten Voertuigsleutel Met de camper worden de volgende sleutels geleverd: - twee sleutels, voor het openen van de volgende sloten van het basisvoertuig: - chauffeursdeur, passagiersdeur, tankdeksel - een codekaart. Raadpleeg hiervoor a.u.b. de gebruiksaanwijzing van het basisvoertuig.
Pagina 38
5. Opbouw buitenzijde De toegangsdeur is uw vluchtweg naar buiten. Daarom de deur nooit barricaderen. Rijd uitsluitend terwijl de toegangsdeur gesloten is. Gebruik de geleiderail van de vliegenhor niet als instaphulp om beschadigingen hieraan te voorkomen. Toegangsdeur buiten Toegangsdeur Openen •...
Pagina 39
5. Opbouw buitenzijde Voorbeeld anti-insectenplissé Optima Toegangsdeur binnen Anti-insectenplissé Toegangsdeur Optima • Open en sluit het anti-insectenplissé voorzichtig langs de geleiding. Openen • Trek aan de greep totdat de deur opengaat. Bij het sluiten van de toegangsdeur moet eerst de in- Sluiten sectendeur worden gesloten! •...
5. Opbouw buitenzijde Porta-Potti-luik Garageluik Garageluik/ Klep van de bergruimte Toiletluik (modelspecifiek) Openen Openen • Open het slot met de sleutel. • Open beide sloten met de sleutel, de greepe springen een • Druk op beide knoppen en open het luik. stukje uit.
5. Opbouw buitenzijde Klep van de gasflessenkast Klem voor deuren en kleppen Klep van de gasfleskast Deur- en luikklem De toegangsdeur en sommige zijluiken kunnen met behulp van Het ventilatierooster van de klep van de gasfleskast mag een klem worden vastgezet aan de buitenwand van de camper. niet worden afgesloten of afgedekt.
5. Opbouw buitenzijde Openen • Pak de afdekklep onder bij het lipje vast en draai hem naar boven open. Sluiten • Pak de afdekklep bij het lipje vast en sluit hem totdat hij vastklikt. Hoe de afzonderlijke onderdelen kunnen worden bediend, is te vinden in de desbetreffende hoofdstukken Water, Gas en Elektrische installatie.
5. Opbouw buitenzijde Tankdop Opstapje uitgeschoven Brandstofvulopening 5.3 Opstapje De zwarte tankdop bevindt zich aan de linkerzijde van de De camper bezit een elektrisch uitschuifbaar opstapje camper achter de bestuurdersdeur in het onderste gedeelte van de B-zuil achter een klep. Openen Ga pas op het opstapje staan wanneer deze volledig is •...
5. Opbouw buitenzijde Uitdraaisteunen ingeklapt Opstapje ingeschoven Schakelaar opstapje 5.4 Uitdraaisteunen Openen • Druk op de toets bij de toegangsdeur. De uitdraaisteunen bevinden zich aan de achterkant op de Het opstapje schuift automatisch uit. onderstelverlenging van uw camper. Sluiten Uitdraaisteunen uitklappen •...
5. Opbouw buitenzijde Uitdraaisteunen uitgeklapt Achterladder 5.5 Achterladder * Uitdraaisteunen inklappen • Ontspan de uitdraaisteunen met de kruk. Met behulp van de achterladder kan het dak van de camper • Draai met gelijkmatige bewegingen aan de kruk totdat de worden bereikt, bijvoorbeeld om de dakreling te beladen. uitdraaisteun weer de horizontale uitgangspositie heeft Het onderste deel van de achterladder is door een slot bevei- bereikt.
5. Opbouw buitenzijde Niet betreden!!! Niet betreden!!! Achterladder uitgeklapt Dakrondingen Inklappen M.b.t. de dakbelasting geldt • Klap de ladder omhoog. Het dak is niet ontworpen voor puntbelastingen. Leg vóór • Draai de sleutel 90° naar rechts. het betreden van het dak iets op de loopzone. Geschikt zijn •...
Pagina 47
5. Opbouw buitenzijde De max. totale belasting bedraagt 80 kg! Wees voorzichtig bij het betreden van het dak. Er bestaat extreem gevaar voor uitglijden bij een vochtig of beijzeld dak. De achterladder moet vóór het begin van elke rit worden ingeklapt en vergrendeld.
Pagina 48
5. Opbouw buitenzijde • Houd bij belading rekening met de maximaal toelaatbare asbelasting. • Tel de hoogte van de daklast op bij de hoogte van de camper. • Breng in de cabine een aantekening met de totale hoogte goed zichtbaar aan. Dan hoeft u bij bruggen en viaducten niet meer te rekenen.
5. Opbouw buitenzijde Beladen fietsendrager Vastgezette fietsendrager 5.6 Fietsendrager • Let erop dat de remlichten en achterverlichting van het voertuig noch geheel noch gedeeltelijk door de lading aan het zicht worden onttrokken. Lees a.u.b. vóór gebruik de bij de fietsendrager geleverde gebruiksaanwijzing.
Pagina 50
5. Opbouw buitenzijde Clips Beveiliging Als de fietsendrager voor achterop niet wordt gebruikt, moet deze omhoog worden geklapt en vastgezet. Gebruik hiervoor de clip en de aparte bevestigingen in de verpakking. Tijdens het rijden met fietsen moet de fietsendrager worden opengeklapt en de gespen worden vastgemaakt.
5. Opbouw buitenzijde • Neem altijd het toegestane draagvermogen van de drager ter hoogte van 75 kg in acht en zorg ervoor dat deze nooit wordt overbelast. • Met een volledig beladen achterdrager wordt afhankelijk van de overhang van de lading de achteras belast en de vooras ontlast.
5. Opbouw buitenzijde Uitdraaien • Steek de haak van de draaihendel in het oog van de aandrijfinrichting. • Houd de draaihendel met één hand aan de bovenste en met de andere hand aan de onderste draaigreep vast. Trek tijdens het uitdraaien de draaihendel enigszins naar u toe en houd hem zo mogelijk verticaal ten opzichte van het oog van de aandrijfinrichting.
6. Opbouw binnenzijde Hoofdstuk 6: Opbouw binnenzijde 6.1 Deuren, kleppen en schuifladen openen en sluiten Siesta Optima Meubeldeuren met sluitmechanisme Meubeldeuren met sluitmechanisme Bergruimten en bovenkasten Openen • Druk op de toets (Siesta: van boven) om de klep te ontgrendelen. • Trek aan de greep totdat de klep is geopend. Sluiten • Pak de klep bij de greep en duw hem dicht totdat de slu- iting hoorbaar vastklikt. Berg in de bovenste bergruimten uitsluitend lichte voor- werpen op.
6. Opbouw binnenzijde Spiegelkasten Magnetische sluitingen Meubeldeuren met magnetische sluiting Spiegelkasten doucheruimte Openen Openen • Open de spiegelkastdeur door op de ontgrendeling aan de • Trek aan de greep en draai de deur open. achterzijde van de onderrand te drukken. Sluiten Sluiten • Duw de deur bij de greep dicht totdat hij hoorbaar sluit. • Beweeg de spiegelkastdeur in de uitgangspositie totdat deze automatisch en hoorbaar wordt vergrendeld. Eenvoudige meubeldeuren beschikken hooguit over een magnetische sluiting; berg er daarom alleen lichte voorwer- pen in op.
6. Opbouw binnenzijde Deurgreep wasruimte Druksluiting keukenla Laden met druksluiting Meubeldeuren met klink Openen Deur wasruimte • Druk van onderen op knop om de lade te ontgrendelen. • Druk de klink naar beneden om de deur te openen en sluiten. • Trek aan de greep totdat de lade is geopend. Sluiten • Pak de lade bij de greep en duw hem dicht totdat de lade hoorbaar sluit en vastklikt.
6. Opbouw binnenzijde Draaiknop Pushlock (druksluiting) in combinatie met keukenla Meubeldeuren met draaiknop Keukenladen/-kasten met drukslot Garderobekast (afhankelijk van het model) Elke afzonderlijke lade wordt beveiligd door een aparte Push- • Draai aan de knop om de deur te openen of te sluiten. lock Openen • Druk op de pushlock (drukknop-sluiting) totdat de knop naar buiten springt. • Trek aan de greep totdat de lade opengaat resp. de deur open is.
Pagina 57
6. Opbouw binnenzijde Sluiten • Schuif de lade dicht resp. sluit de deur door tegen de greep te duwen. • Druk op de pushlock (drukknop-sluiting) totdat de knop vastklikt en de lade is vastgezet. Houd a.u.b. absoluut rekening met de maximale belast- baarheid van 15 kg per keukenla. Roldeur in de doucheruimte Roldeuren Openen • Pak roldeuren vast bij de greep c.q. het tussenstuk en schuif ze open. Sluiten • Pak de deur vast bij de greep c.q. het tussenstuk en schuif hem dicht tot aan de aanslag.
6. Opbouw binnenzijde TV-houder vergrendeld Uittrekbaar TV-plateau TV-houder uitgeschoven 6.2 TV-houder (bij Deluxe pakket inbegrepen) TV-houder voor plat beeldscherm • Beweeg voor het ontgrendelen de metalen rail naar rechts, de vergrendeling wordt opgeheven en de TV-houder 230V-contactdozen en de antenne-aansluiting voor TV of kan worden uitgeschoven. ontvanger bevinden zich vlakbij. • Schuif de houder in de uitgangspositie totdat de vergrende- Uittrekbaar TV-plateau voor plat beeldscherm ling weer vastklikt. • Druk de metalen rail in om deze te ontgrendelen en schuif tegelijkertijd de TV-houder uit.
6. Opbouw binnenzijde Laten zakken • Haal hendel helemaal over om de vergrendeling op te heffen. • Duw met twee handen het tafelblad naar beneden. • Beweeg hendel weer terug naar de uitgangspositie om de tafel in die stand vast te zetten. Om de tafel helemaal te laten zakken, moet het blad zodanig worden geplaatst dat het niet op de zitkisten kan rusten. Luxe salontafel 6.3 Tafels Luxe salontafel De luxe salontafel* kan zowel worden neergelaten als worden verschoven. Verschieben • Open hendel om de tafel traploos rond de kolompoot te verschuiven. • Sluit hendel weer om de tafel in de gewenste stand vast te zetten.
Pagina 60
6. Opbouw binnenzijde Hangtafel met naar buiten draaibaar tafelblad Borgpen aan de onderkant van het tafelblad Hangtafel • Haak het tafelblad vast in de onderste wandhouder De hangtafel kan in neergelaten toestand als bedonderbouw De vergrendeling moet weer naar boven worden vastgezet. worden gebruikt. • Zet het tafelblad aan de voorkant op de grond met de inge- korte steunvoet Laten zakken • Klap het uitdraaibare onderste tafelblad volledig in Uitklappen totdat dit automatisch wordt vergrendeld. • Trek aan de borgpen • Druk de vergrendeling omlaag • Draai het onderste tafelblad in de gewenste positie.
6. Opbouw binnenzijde Zitbankverbreding Dwarszit 6.4 Zitgroepen en slaapruimtes Dwarse zitbank ombouwen (alleen Optima) De zitgroepen kunnen worden omgebouwd tot bedden. Om de extra slaapgelegenheid aan de voorzijde te kunnen gebruiken moet de dwarse zitbank worden omgebouwd. Ombouw (alleen alkoof modellen) • Verwijder zit- en rugkussens. Ombouw • Laat de tafel zakken. • Verwijder zit- en rugkussens. • Draai de vergrendeling van de bedverbreding los. • Laat de tafel zakken (het onderste blad moet daarbij naar • Leg het buitenste blad van de bedverbreding op de vloer. buiten zijn gedraaid).
6. Opbouw binnenzijde 6.5 Kussenconfiguratie Extra kussen (alleen bij T65 FL) De modellen A55 GS en V60 GF kunnen niet worden Hoofdsteun omgebouwd, omdat de constructie van de zitgroep hier niet op berekend is. Rugkussen Alle hefbedwagens kunnen niet omgebouwd worden, Rugkussen omdat dan niet voldoende vrije ruimte aanwezig is bij Zitkussen een neergelaten hefbed. Extra kussen Zitkussen Extra kussen Kussenconfiguratie Optima (modelvoorbeeld) 1. Haak de tafel vast in de onderste rail (zie 6.3 Tafels). 2. Draai het uitdraaiblad van de tafel zo ver mogelijk naar rechts. 3. (alleen T65 FL) Plaats de extra multiplexplaat parallel aan de tafel boven de zitbanken en ondersteun deze in het midden met de extra opsteekvoet (het zitkussen moet voor stap 3 enigszins worden opgetild). 4. Plaats het extra kussen op het uitdraaiblad.
Pagina 63
6. Opbouw binnenzijde Hoofdsteun Extra kussen Hoofdsteun Rugkussen Rugkussen Rugkussen Zitkussen Rugkussen Zitkussen Zitkussen Zitkussen Extra kussen Extra kussen Rugkussen Zitkussen Rugkussen Zitkussen Kussenconfiguratie T65 FL Optima met optie L-zitgroep Kussenconfiguratie T65 GE Optima met optie L-zitgroep + luxe salontafel + luxe salontafel 1. Beweeg de tafel in de onderste positie (zie 6.3 Tafels).
6. Opbouw binnenzijde Hoofdsteun Rugkussen Zitkussen Hoofdsteun Extra kussen Rugkussen Extra kussen Zitkussen Kussenconfiguratie Siesta 1. Haak de tafel vast in de onderste rail (zie 6.3 Tafels). 2. Klap de zijdelen van de zitbanken omhoog. 3. Leg de multiplexplaat boven de zijdelen en ondersteun deze in het midden met de extra opsteekvoet. 4. Plaats het extra kussen op het tafelblad. 5. Plaats het extra kussen op de multiplexplaat.
6. Opbouw binnenzijde Verlengstuk voor bedverbreding Bedverbreding Bedverbreding Bij modellen met eenpersoonsbedden boven de garageru- imte kunnen deze met behulp van de bedverbreding met elkaar worden verbonden. • Schuif het verlengstuk in de rails. • Leg vervolgens de inlegmatras op de bedverbreding. • Hang de ladder in de daarvoor bestemde bevestigings- punten . De ladder bevindt zich bij aflevering in de garage.
Pagina 66
6. Opbouw binnenzijde Veiligheidsnet Alkoof in elkaar geschoven Alkoof / F-bed achter, dwars / Hefbed De alkoofbodem kan voor een aangenamere zitpositie in elkaar worden geschoven. Daarvoor wordt hij met behulp van de gemonteerde greep naar voren geduwd. Ouders dienen erop toe te zien dat kleine kinderen niet uit de bovenste bedden vallen. Als kleine kinderen zich in de alkoof, in verhoogde F-bedden boven de garage of op de hefbedden Denk bij gebruik van het bovenste bed door kleine kinderen bevinden, moeten de aanwezige veiligheidsnetten worden aan het risico van vallen! opgetrokken en in de houders worden gehangen om te voorkomen dat kinderen uit bed vallen.
6. Opbouw binnenzijde Opstapje ingeschoven Opstapje uitgetrokken Opstapje achterbed (afhankelijk van het model) Opstapje inschuiven • Duw het opstapje langzaam en gelijkmatig tot aan de aanslag terug in de ombouw. Sommige achterbedden worden via een uittrekbaar opstapje • Zet het opstapje vast door op de druksluiting te drukken. beklommen. Het opstapje wordt beveiligd door een druk- sluiting (Pushlock, 1). Vóór het begin van de rit moet het opstapje in de om- Opstapje uitschuiven bouw worden geschoven en met de druksluiting worden vastgezet. • Druk de Pushlock in, de knop komt tevoorschijn. • Trek het opstapje aan de uitsparing gelijkmatig en voorzichtig tot aan de aanslag naar buiten. Vergewis u er vóór het betreden van het opstapje van dat dit veilig op de vloer staat en in de ombouw is verankerd.
6. Opbouw binnenzijde Ladderbevestiging Hefbed naar beneden gelaten Trapje Hefbed, mechanisch Alkoven, bovenste stapelbedden en achterbedden (afhankelijk Bediening van het model) kunnen via een trapje worden beklommen. • Verwijder zo nodig de rugleuningen en hoofdsteunen van de zitbank. • Maak het trapje met de haak aan de bovenkant vast aan • Schakel de verlichting onder het hefbed uit. de daarvoor bestemde greep of achter de metalen rail • Maak de vergrendeling van het hefbed los door de greep (modelspecifiek). • Zet het trapje stevig op de vloer. samen te drukken. • Trek het hefbed aan de samengedrukte greep tot aan de aanslag omlaag. • Hang de ladder in de greep. Let erop dat het trapje niet kan gaan schuiven. • Klik tijdens het slapen altijd de valbescherming vast (bevindt zich onder de matras).
Pagina 69
6. Opbouw binnenzijde • Breng voor het begin van een rit het hefbed weer in de bovenste stand (uitgangspositie) terug en zet hem vast. Maximale belasting van het hefbed: 200 kg Let er bij het omhoogzetten van het hefbed op dat de stoffen afdekking aan de zijkant niet naar buiten toe achter het hefbed terechtkomt en in het mechanisme bekneld raakt. Als het voertuig niet wordt gebruikt, verwijder dan de matras uit het hefbed om voor adequate ventilatie van het Kinderbedden hefbed te zorgen. Kinderbedden Om te voorkomen dat kinderen naar buiten vallen, kunnen vensters bij kinderbedden slechts een kiertje worden geopend. Bij het model A55 GS kan het onderste bed worden verwijderd om de ruimte als garage te kunnen gebruiken. • Klap de matras in en berg hem op. • Verwijder daarna de demonteerbare delen van de bedon- derbouw en berg ze veilig op. Denk bij gebruik van het bovenste bed door kleine kinde- ren aan het risico van vallen. Laat kleine kinderen nooit zonder toezicht in de camper achter. De maximaal toegestane belasting van het bovenste bed is 75 kg.
6. Opbouw binnenzijde De vaste douchedeuren moeten tijdens het rijden in de uitgangspositie worden vergrendeld. Let erop dat de douchedeur tijdens een in werking zijnde verwarming niet de uitlaatkanalen voor de warme lucht afdekt. Vaste douchedeuren 6.6 Wasruimte Vaste douchedeuren bij Deluxe pakket inbe- grepen) De badkamer kan desgewenst worden voorzien van een vaste douchedeur in plaats van met een douchegordijn. Voorbereiding • Maak de vergrendelingen aan de ronde deuren resp. aan de vouwdeur los • Koppel ronde deuren en evt. vouwdeur aan elkaar, zodat er een afgescheiden douchecabine ontstaat.
Pagina 71
6. Opbouw binnenzijde Waslijn Opvangstuk Contrastuk Waslijn (Optima) • Trek voor het spannen van de waslijn het opvangstuk uit en haak dit in het tegenoverliggende contrastuk De modellen van de serie Optima zijn uitgerust met een was- boven door de verwijde opening naar beneden vast. lijn in de doucheruimte. • Om de waslijn weer los te maken: maak het opvangstuk weer los uit het contrastuk en beweeg de waslijn langzaam terug. Aanbevolen wordt om tijdens het rijden de waslijn niet te belasten, maar hem bij voorkeur in de uitgangspositie te laten. De maximaal toelaatbare belasting van de waslijn be- draagt 4 kg.
6. Opbouw binnenzijde Sluiten • Til het raam licht op zodat de uitzetter losspringt. • Klap het raam dicht. • Draai de grendel in de uitgangspositie terug, zodat deze achter de beugels klemt en het raam naar de afdichting toe trekt.. Om veiligheidsredenen kunnen ramen bij kinderbedden slechts een kiertje worden geopend. Grendel 6.7 Ramen Alle venstersluitingen j zijn voorzien van vergrendel- knoppen aan de lange onderkant van het kozijn. Om deze venstersluitingen j te kunnen openen, moeten de verg- rendelknoppen worden ingedrukt. Venstersluitingen aan de verticale zijkanten van het kozijn hebben geen vergrendel- knoppen. Uitzetraam met raamuitzetters Openen • Draai de grendel 90°. • Duw het raam aan de grendel naar buiten totdat er een klik hoorbaar is. Het raam blijft automatisch in deze stand staan.
Pagina 73
6. Opbouw binnenzijde Ramen mogen tijdens het rijden niet geopend zijn. Gebruik voor de ramen van de camper nooit ontdooispray of een ijskrabber. Bij hoge luchtvochtigheid kan de ruit aan de binnenzijde beslaan, hetgeen weer verdwijnt bij droog weer. Raamuitzetter traploos Raamuitzetter traploos Openen • Draai alle grendels 90°. • Duw het raam met één hand aan de grendel naar buiten tot- dat de gewenste openingshoek is bereikt. Draai vervolgens met de andere hand de draaiknop aan totdat u weer- stand voelt en het raam op zijn positie blijft. Sluiten • Draai de knop los zodat het raam kan worden dichtge- klapt. • Draai alle grendels in de uitgangspositie terug, zodat ze achter de beugels klemmen en het raam naar de afdichting toe trekken.
6. Opbouw binnenzijde Combineren • Trek het zonnerolgordijn langzaam en gelijkmatig naar beneden en trek vervolgens de insectenhor tot aan het gewenste niveau omlaag. Laat rolgordijnen en horren geopend als de camper niet wordt gebruikt, om mogelijke schade te voorkomen. Zonne- en insectenrolgordijn Zonne- en insectenrolgordijn Zonne- en insectenrolgordijnen zijn in het raamkozijn geïnte- greerd en traploos verstelbaar. Sluiten • Breng de greep voor zonnerolgordijn of het lipje voor insectenhor langzaam en gelijkmatig in de gewenste positie. Openen • Schuif het rolgordijn langzaam en gelijkmatig omhoog.
Pagina 75
6. Opbouw binnenzijde Sluiten • Til het raam licht op zodat de uitzetter losspringt. • Klap het raam dicht. • Draai de grendel in de uitgangspositie terug, zodat deze achter de beugels klemt en het raam naar de afdichting toe trekt.. Het dakraam moet tijdens het rijden gesloten zijn. Dakraam Optima Dakraam Dakramen beschikken over geïntegreerde plissés, die desge- wenst dichtgetrokken kunnen worden (zie ook 6.9 Zonne- en insectenrolgordijnen. Als het voertuig langere tijd niet wordt gebruikt, moet het verduisteringsrolgordijn beslist worden geopend om gevaar voor oververhitting te voorkomen. Openen • Draai de grendel 90°. • Duw het raam aan de grendel naar buiten totdat er een klik hoorbaar is. Het raam blijft automatisch in deze stand staan. Er zijn meerdere standen instelbaar.
6. Opbouw binnenzijde Frontsysteem Zijsysteem 6.8 Verduisteringssysteem voor cabine Frontsysteem • Druk de vergrendelingen naar elkaar toe om het sluitme- chanisme te openen. Het verduisteringsgordijn mag uitsluitend worden uitgetrok- • Breng de beide greeplijsten in het midden samen. Ma- ken als het voertuig stilstaat en de motor is uitgeschakeld. gneetsluiting vergrendelt automatisch. Vóór het begin van een rit moet het systeem volledig worden samengevouwen en vergrendeld. Zijsysteem Als de camper niet wordt gebruikt moet het verduisterings- • Druk de vergrendelingen naar elkaar toe om het sluitme- systeem worden ingeklapt, omdat dit anders door warmte- chanisme te openen.
6. Opbouw binnenzijde 6.9 Dakluik opbouw Veiligheidsaanwijzingen - Open het dakluik niet als het hard waait, regent, hagelt enz., of bij buitentemperaturen onder 20°C! - Verwijder sneeuw, ijs of vuil voordat u het dakluik opent. Houd rekening met de ruimte die het geopende dak- luik inneemt als u het onder een boom of in een garage opent. - Ga niet op het dak staan. - Sluit en vergrendel het dakluik vóór het begin van iedere Groot dakluik Controlestift rit. Open insectenrolgordijn en plooigordijn (ruststand). Groot dakluik - Sluit bij sterke zonneschijn de verduistering slechts voor ¾ deel, omdat anders gevaar voor oververhitting dreigt. Openen • Grijp in de opening van de uitsparing en klap de draaihen- De ventilatieopeningen van de luchtroosters moeten steeds...
6. Opbouw binnenzijde Insectenhor en verduisteringsplissé Beide plissés kunnen traploos worden versteld door deze horizontaal te verschuiven. Klein dakluik Vergrendelknop Klein dakluik Openen • Het dakluik kan tegen de rijrichting in worden opengezet. Druk op de vergrendelknop en zet het dakluik met de instelbeugel in de gewenste stand. Sluiten • Beweeg de instelbeugel langs de geleiding en sluit het dakluik. De kap wordt vergrendeld zodra de beugel achter de vergrendelknop blijft vasthaken. De maximale rijsnelheid bedraagt 130 km/h, omdat afhanke- lijk van voertuigcarrosserie en inbouwpositie geluidsoverlast of beschadigingen kunnen optreden.
6. Opbouw binnenzijde Zitgroep Hendel om de stoelen te draaien 6.10 Zittingen in de cabine De hendel om te draaien bevindt zich aan de buitenzijde van de zittingen in de cabine. Alle campers (behalve A65 GM / A70 GM) beschikken over draaibare bestuurders- en bijrijdersstoelen waarmee het Stoelen draaien woongedeelte met extra zitplaatsen kan worden uitgebreid. • Zet de armleuningen omhoog. Aanwijzingen m.b.t. de bediening kunt u vinden in de • Schuif de stoel in de middenstand. gebruiksaanwijzing van het basisvoertuig. • Beweeg de hendel om de stoel te verdraaien. De stoel wordt uit de vergrendeling losgemaakt. • Zet de draaistoelen vóór elke rit vast in de rijrichting. • Druk de gordelsluiting naar beneden om deze niet te be- • Laat de stoelen tijdens het rijden vergrendeld in de schadigen.
6. Opbouw binnenzijde Bijrijdersstoel verschuifbaar Hendel positieverandering bijrijdersstoel Verschuifbare bijrijdersstoel Positie veranderen • Trek de hendel naar boven en houd hem vast. Bij het model A55 GS kan de bijrijdersstoel worden gedraaid • Verschuif de zitting in de richting van het midden van het en zijwaarts naar het midden worden verschoven. voertuig. • Draai de zitting in de gewenste positie en laat de hendel weer los. Tijdens het rijden moet de bestuurdersstoel in de uitgangs- positie staan, de vergrendeling moet bij het terugdraaien hoorbaar vastklikken.
6. Opbouw binnenzijde Zitbank in woongedeelte Ombouwen van de L-zitgroep 6.11 Zitplaatsen in het woongedeelte Ombouwen van de L-zitgroep Bevestiging zitkussens Om de buitenste zitplaats bij modellen met een L-zitgroep (alleen Optima) te kunnen gebruiken, moet deze vóór elke rit De zitkussens worden door een anti-slip mat op hun plaats worden omgebouwd. gehouden. De rugkussens zijn met klittenband bevestigd. • Verwijder zit- en rugkussens. • Klap het deksel van de zitbank naar boven. Zorg ervoor dat de zit- en rugkussens goed vast zitten. • Trek de zitkist er volledig naar boven uit. • Laat het deksel van de zitkist weer zakken, leg de kussens van zitting en rug weer op hun plaats.
6. Opbouw binnenzijde • Leg het onderste deel van de gordel over de heupen heen. Gordel losmaken • Druk op de knop in het gordelslot voor het ontgrendelen van de slottong. • Maak voor het begin van de rit de veiligheidsgordel vast en houd hem tijdens het rijden voortdurend om. • Beschadig de veiligheidsgordels niet en zorg ervoor dat ze niet beklemd raken. Laat beschadigde veiligheidsgor- dels door een erkend garagebedrijf vervangen. Veiligheidsgordels • Verander niets aan de bevestigingen van de gordels, het 6.12 Veiligheidsgordels in het woongedeelte rolmechanisme en de sluitingen van de gordels. • Gebruik elke veiligheidsgordel slechts voor één volwas- sen persoon tegelijk. Maak voorwerpen niet samen met De zitgroepen beschikken over veiligheidsgordels. personen vast door middel van een veiligheidsgordel. • Veiligheidsgordels zijn niet geschikt voor personen met een lichaamslengte van minder dan 150 cm. Gebruik in Neem goede nota van het desbetreffende zitplaatseno-...
6. Opbouw binnenzijde 6.13 Overzicht van de zitplaatsen A55 GS A70 GM Zitplaatsen 1 - 5: h et gebruik ervan is tijdens het rijden toegestaan Zitplaatsen 1 - 4: het gebruik ervan is tijdens het rijden toegestaan Zitplaats 6: het gebruik ervan is tijdens het rijden toegestaan wanneer het max. toelaatbaar gewicht = 3650 kg / 3850 / 4250kg / 4400kg A65 GM T60 H Zitplaatsen 1 - 4: het gebruik ervan is tijdens het rijden toegestaan Zitplaatsen 1 - 6: het gebruik ervan is tijdens het rijden toegestaan Zitplaatsen 5 - 6: het gebruik ervan is tijdens het rijden niet toegestaan...
Pagina 84
6. Opbouw binnenzijde T65 FL T65 HFL Zitplaatsen 1 - 4: het gebruik ervan is tijdens het rijden toegestaan Zitplaatsen 1 - 4: het gebruik ervan is tijdens het rijden toegestaan Zitplaatsen 5 - 6: het gebruik ervan is tijdens het rijden niet toegestaan Zitplaatsen 5 - 6: het gebruik ervan is tijdens het rijden niet toegestaan T70 GE T65 GE Zitplaatsen 1 - 4: het gebruik ervan is tijdens het rijden toegestaan Zitplaatsen 1 - 4: het gebruik ervan is tijdens het rijden toegestaan Zitplaats 5: het gebruik ervan is tijdens het rijden niet toegestaan Zitplaats 5: het gebruik ervan is tijdens het rijden niet toegestaan...
Pagina 85
6. Opbouw binnenzijde T70 E T75 HGE Zitplaatsen 1 - 3: h et gebruik ervan is tijdens het rijden toegestaan Zitplaatsen 1 - 4: het gebruik ervan is tijdens het rijden toegestaan Zitplaats 4: het gebruik ervan is tijdens het rijden toegestaan wanneer het Zitplaatsen 5 - 6: het gebruik ervan is tijdens het rijden niet toegestaan max. toelaatbaar gewicht = 3650 kg / 3850 / 4250kg / 4400kg Zitplaatsen 5 - 6: het gebruik ervan is tijdens het rijden niet toegestaan T70 HQ V60 GF Zitplaatsen 1 - 3: h et gebruik ervan is tijdens het rijden toegestaan Zitplaatsen 1 - 4: het gebruik ervan is tijdens het rijden toegestaan Zitplaats 4: het gebruik ervan is tijdens het rijden toegestaan wanneer het max. toelaatbaar gewicht = 3650 kg / 3850 / 4250kg / 4400kg Zitplaatsen 5 : het gebruik ervan is tijdens het rijden niet toegestaan...
Pagina 86
6. Opbouw binnenzijde V65 GE Zitplaatsen 1 - 4: het gebruik ervan is tijdens het rijden toegestaan Zitplaats 5: het gebruik ervan is tijdens het rijden niet toegestaan...
Hoofdstuk 7: Elektrische installaties 7.2 Elementen van de elektrische installatie Adviezen en controle 7.1 Veiligheidsinstructies Belangrijk De elektrische installatie in HOBBY-campers is uitgevoerd • Eventuele veranderingen aan de elektrische installatie mo- overeenkomstig de geldende voorschriften en normen. gen uitsluitend door een erkend vakman worden uitgevo- erd.
7. Elektrische installaties 230V-veiligheidsschakelaar met aardlekschakelaar • Open de accuhoofdschakelaar als de huisaccu gedurende De 230V-hoofdschakelaar voorziet de 230V-apparaten van langere tijd niet wordt gebruikt (langer dan 1 maanden). De stroom en zekert ze. ruststroom die sommige elektrische apparaten voortdurend • Zet de 230V-veiligheidsschakelaar op ‘0’ (OFF) om de verbruiken, ontlaadt de huisaccu. Ondanks een onderbro- 230V-stroomvoorziening in de gehele installatie uit te ken accuhoofdschakelaar kan de accu door de acculader schakelen.
7. Elektrische installaties TFT-Controlpanel Verlichting Plafondlamp zitgroep • Door deze toets kort in te drukken wordt de desbetreffende verlichting in- en uitgeschakeld. Door de toets langer inge- drukt te houden kan de lichtsterkte worden geregeld. De ingestelde lichtsterkte wordt opgeslagen, zodat deze na het uit- en weer inschakelen van de lamp bewaard blijft Als de stroomvoorziening van het systeem onderbroken is geweest, dan brandt de wandlamp de eerstvolgende keer dat hij wordt ingeschakeld op maximaal vermogen.
7. Elektrische installaties Keukenlamp Toets Memory • Met deze toets kunnen eerdere verlichtingsinstellingen wor- • Door deze toets kort in te drukken wordt de keukenlamp in- den opgeslagen en weer worden opgeroepen. Door deze en uitgeschakeld. toets kort in te drukken wordt de laatst opgeslagen toestand van alle schakelbare 12V-lampen weer opgeroepen. Een ver- Lichtsfeer lichtingsinstelling wordt opgeslagen door deze toets langer ingedrukt te houden. De instellingen van de 230V-apparaten (bijv. heteluchtverwarming) worden met deze toets niet opge- • Door deze toets kort in te drukken wordt de indirecte ver- slagen.
7. Elektrische installaties Beginscherm TFT-bedieningspaneel Hoofdscherm B Hier kunnen de actuele instellingen en waarden van de beschik- bare onderdelen op vastgelegde plaatsen worden afgelezen. Standby Modus 01.09.15 09:11 22,5 °C 21,5 °C - De achtergrondverlichting van de display wordt iets donker- der zodra er één minuut lang geen functie wordt uitgevoerd.
Pagina 92
Heizung Abwassertankheizung Popupfenster / Fehlermeldung Wasser Ver- und Endsorgung 7. Elektrische installaties Achtung Netz- und Autospannung! Klimaanlage AUX (Externe Geräte) Ein / Aus Schalter Stromzuführ Heizung Heizung Klimaanlage Radio Ein/Aus Schalter am Display Stromversorgung 09.01.15 12:30 23,5 °C 18,0 °C WLAN Radio Als het symbool groen oplicht, is de desbetreffende...
Pagina 93
7. Elektrische installaties Softkey-menubalk C Airconditioning Klimaanlage Hier kom je in de desbetreffende menu’s van de onderdelen. groen = in bedrijf Klimaanlage Klimaanlage Klimaanlage Klimaanlage Softkeys kühlen Koelen (aircofunctie) kühlen De “softkeys” voeren de erboven in de onderste menure- kühlen kühlen kühlen gel (C) aangegeven opdrachten uit. U komt bijvoorbeeld in heizen submenu’s, verhoogt of verlaagt de getoonde waarden of Verwarmen (aircofunctie)
Pagina 94
Füllstand Füllstand 7. Elektrische installaties Frischwassertank Abwassertank Elektrische vuilwatertankverwarming 09.01.15 12:30 23,5 °C 18,0 °C (functie Alde-warmwaterverwarming) Wassertank Als de camper is voorzien van een Alde-warmwaterverwar- ming*, wordt de vuilwatertank elektrisch verwarmd. De ver- automatic tank warmingsfunctie wordt via de softkey geactiveerd en gedeac- control tiveerd.
Pagina 95
7. Elektrische installaties “U” geeft de actuele laadspanning aan, “I” de actuele laad- 09.01.15 12:30 23,5 °C 18,0 °C Batterie- stroom en de resterende looptijd van de accu wordt in uren management aangegeven. De waarde T geeft de temperatuur van de accu aan en mag niet boven de 50°C uitkomen. Vanaf deze waarde Charger klinkt een waarschuwingsmelding en de accu wordt op het 14,2 V...
7. Elektrische installaties Sensor handmatig kalibreren Foutmeldingen Schakel de elektronica van het woongedeelte uit door de accuhoofdschakelaar te openen (zie positie accuhoofdscha- 09.01.15 12:30 23,5 °C 18,0 °C kelaar). Nu kan de sensor worden gekalibreerd; dit duurt ca. 3 uur. Als nu de accuhoofdschakelaar weer wordt ingeschakeld, moet op de display de waarde ‘1’ verschijnen. Waarschuwingsmelding onderspanning Tijdens de kalibratie mag het voertuig niet zijn aangeslo- Deze waarschuwing verschijnt als er gedurende ten minste 3 ten op het 230V-boordnet (de acculader mag de accu...
7. Elektrische installaties 09.01.15 12:30 23,5 °C 18,0 °C 09.01.15 12:30 23,5 °C 18,0 °C 09.01.15 12:30 23,5 °C 18,0 °C 09.01.15 Bat. 1: SOH: 42 % : 14,2 V Bat. Mot.: SOH: 92 % Bat. 1: 060 Ah AGM : 14,2 V Bat.
Pagina 98
7. Elektrische installaties Het menu kan via de “Terug”-functie worden verlaten of scha- 09.01.15 12:30 23,5 °C 18,0 °C kelt na 1 minuut automatisch over op het beginscherm. Bat. 1: 095 Ah AGM Motor: 095 Ah Instelling van het type accu Type en capaciteit van de accu’s zijn fabrieksmatig ingesteld. Bij verandering van het accutype moeten deze instellingen worden gewijzigd. Selecteer via de pijltjestoetsen of de regelknop de gewenste waarde en verhoog of verlaag deze met behulp van de “+/–”-functie.
7. Elektrische installaties De geactiveerde timer wordt in het hoofdmenu van het ver- Heizung 09.01.15 12:30 ALDE 23,5 °C 18,0 °C lichtingssysteem aangegeven door een blauwe punt in het Hauptdisplay / Inhalt desbetreffende lampsymbool. 18 °C 40°C Het menu kan via de “Terug”-functie worden verlaten of scha- 12:30 23,5 °C 18,0 °C 09.01.15 kelt na 1 minuut automatisch over op het beginscherm.
Pagina 101
7. Elektrische installaties In het menu van de elektrische bijverwarming krijgt de gebru- 09.01.15 12:30 23,5 °C 18,0 °C 09.01.15 iker in eerste instantie het temperatuurniveau (°C) en de ver- Hauptdisplay / Inhalt mogensstand (°C) te zien. Het onderste menusymbool wordt groen weergegeven als de verwarming in gebruik is. Hiernaast wordt de waarde ON = aan of 18 °C OFF = verwarming buiten werking (symbool wit) weergegeven. Menüleiste / Einstellungen Via de “AAN/UIT”-functie in de (onderste) menubalk C wordt Instelling van de gewenste binnentemperatuur HAUPTDISPLAY MENÜLEISTE HAUPTDISPLA...
Pagina 102
7. Elektrische installaties 09.01.15 12:30 23,5 °C 18,0 °C 09.01.15 12:30 23,5 °C 18,0 °C 09.01.15 09.01.15 12:30 23,5 °C 18,0 °C 09.01.15 12:30 23,5 °C 18,0 °C 09.01.15 12:30 40 °C 40 °C Kortstondige toename van de hoeveelheid warm water Bovenstaand menu kan alleen worden gekozen bij de Tru- Informationss HAUPTDISPLAY...
7. Elektrische installaties Kies de gewenste bedrijfsmodus (met gele achtergrond) via de 18,0 °C 09.01.15 12:30 23,5 °C 18,0 °C 09.01.15 12:30 23,5 °C 18,0 °C pijlen (menubalk C) of door te draaien aan de regelknop, en ac- Truma tiveer deze via de “AAN/UIT”-functie of door op de regelknop Truma Gerätetechnik te drukken. GmbH & Co KG http://www.truma.com/ Raadpleeg ook de beschrijvingen in hoofdstuk 10. Informatie-menu Informationsseite MENÜLEISTE HAUPTDISPLAY MENÜLEISTE Hier worden de gegevens over de fabrikant van het apparaat weergegeven.
Pagina 104
7. Elektrische installaties 12:30 23,5 °C 18,0 °C 12:30 23,5 °C 18,0 °C 09.01.15 09.01.15 Klima DOMETIC DOMETIC 19 °C 09.01.15 12:30 23,5 °C 18,0 °C DOMETIC 19 °C Submenu Bedrijfsmoduskeuze Airconditioning DOMETIC - Koelen In het menu van de Dometic airconditioning krijgt de gebru- - Verwarmen iker in eerste instantie de ingestelde bedrijfsmodus, de ven- - Automatisch bedrijf...
Pagina 105
7. Elektrische installaties 12:30 23,5 °C 18,0 °C 12:30 23,5 °C 18,0 °C 09.01.15 09.01.15 12:30 23,5 °C 18,0 °C 09.01.15 09.01.15 12:30 23,5 °C 18,0 °C 09.01.15 20° C 20° C Ventilatorstand instellen Temperatuurinstelling Hier kan de gewenste ventilatorstand worden Hier kan de gewenste temperatuur worden inge- ingesteld (stand 1-3 en maximale ventilatie).
Pagina 106
7. Elektrische installaties De waarden kunnen worden gewijzigd via de softkeys van de 12:30 23,5 °C 18,0 °C ,0 °C 09.01.15 12:30 23,5 °C 18,0 °C 09.01.15 menubalk C “+/–” of door te draaien aan de regelknop. De nieu- Dometic we waarde wordt automatisch overgenomen zodra het submenu Info: wordt verlaten.
7. Elektrische installaties 12:30 --------- --------- 09.01.15 12:30 23,5 °C 18,0 °C 09.01.15 Radiovorbereitung 09.01.15 12:30 23,5 °C 18,0 °C Radio Airconditioning TRUMA Via de “AAN/UIT”-functie kan de radio worden in- en uit- Bij een achteraf geïnstalleerde Truma-airconditioning kan bo- geschakeld. Als de radio is ingeschakeld, licht het symbool vendien een submenu voor de regeling van de verlichting wor- groen op.
7. Elektrische installaties 31.08.15 09.01.15 12:30 23,5 °C 18,0 °C 7:48 21,4°C 20,4°C 7:48 31.08.15 09.01.15 12:30 23,5 °C 18,0 °C 21,4°C 20,4°C AUX (functie Duo Control incl. Eis-Ex*) Weergave van de gegevens uit kopregel A AUX is een externe relaisausgang die de Eis-Ex-patroon in de Dit menu toont de gegevens uit kopregel A op overzichtelijke gasflessenkast in- en uitschakelt.
Pagina 109
7. Elektrische installaties Aangezien temperatuurinvloeden bij de sensoren kunnen lei- 01.09.15 08:59 19,5 °C 17,5 °C den tot een afwijking tussen weergegeven en daadwerkelijke 0 °C 01.09.15 temperatuur, is het bovendien mogelijk de weergegeven bin- nen- en buitentemperatuur te kalibreren. 0 °C 8:59 De temperatuurindicatie kan maximaal +/–12°C worden gewij-...
Pagina 110
7. Elektrische installaties 12:30 23,5 °C 18,0 °C 09.01.15 20.08.15 13:12 ------- ------- HOBBY Hobby-Wohnwagenwerk Ing. Harald Striewski GmbH Harald-Striewski-Strasse 15 24787 Fockbek Deutschland Informatie-menu TFT-bedieningspaneel WLAN-module Hier worden de gegevens over de fabrikant van het apparaat Het Hobby CI-BUS boardmanagement kan maximaal 15 weergegeven. apparaten met elkaar in een netwerk verbinden, zodat ze via...
Pagina 111
Als het apparaat met het netwerk is verbonden, dan kan via een Web I f Username: webbrowser de site http://192.168.0.1 worden opgeroepen. hobby Web I f Password: caravan Om de gegevens in de webbrowser te kunnen openen, moeten de gebruikersnaam „hobby“ en het wachtwoord „caravan“ (in dit voorbeeld) worden ingevoerd. Aansluitend verschijnt de pa-...
Pagina 112
7. Elektrische installaties Informatie Verlichting Hier kunnen de verschillende lampen worden bediend. Hier kunnen actuele waarden worden afgelezen (zie ook blz. 107 voor de gegevens uit kopregel A en blz. 94 voor het accu- management (alleen bij zelfvoorzienende caravans).
Pagina 113
7. Elektrische installaties Verwarming en inbouwapparatuur (indien aanwezig) Toegangsgegevens wijzigen Met het bedieningspaneel verbonden apparaten kunnen ook Hier kunnen de naam van het netwerk en het wachtwoord also- via het WLAN-netwerk worden aangestuurd (zie ook TFT-bedi- ok de toegangsgegevens van de webserver worden gewijzigd. eningspaneel). Met de knop „Holen“ worden de op dat moment actuele waar- den opgevraagd. Na de wijziging moeten de waarden worden opgeslagen.
7. Elektrische installaties Achterzijde printplaat TFT-bediening- spaneel Algemene aanwijzingen m.b.t. het TFTscherm De tijd en de datum worden opgeslagen door een knoopcel van het type 3V 210 mAh, CR2032. Mocht de tijdweergave dus onnauwkeurig zijn of helemaal niet meer functioneren, Nevenpaneel/-panelen bed dan moet deze knoopcel worden vervangen. • Op elk nevenpaneel bij het bed kan door het kort indrukken De knoopcel bevindt zich in een houder aan de achterzijde van de toetsen de verlichting bed links...
7. Elektrische installaties Nevenpaneel wasruimte Nevenpaneel/-panelen ingang • Door deze toets kort in te drukken wordt de verlichting in de De functies van deze nevenpanelen werken ook als de doucheruimte (en evt. in de aparte douche) ingeschakeld. hoofdschakelaarfunctie op het TFT-bedieningspaneel is uit- geschakeld. Het nevenpaneel regelt het elektrische opstapje. • Door de toets in te drukken wordt het opstapje uit- geschoven en door de toets in te drukken weer inge- schoven (Toetsfuncties kunnen afhankelijk van het model variëren).
7. Elektrische installaties 7.3 Stroomvoorziening De inbouwplaats voor de centrale elektrische installatie zit bij Siesta alle voertuigen onder de bijrijdersstoel. Optima Nevenpaneel keuken Optima • Door de linker toets kort in te drukken wordt de aanrechtver- lichting in-/uitgeschakeld. • Door de rechter toets kort in te drukken worden de keuken- Buitencontactdoos spots in-/uitgeschakeld. De camper kan op de volgende manieren van stroom worden Siesta: voorzien: Afhankelijk van het model worden de aanrechtverlichting en de...
Pagina 117
7. Elektrische installaties De motor van de camper moet zijn uitgeschakeld voordat de 230V-netaansluiting tot stand wordt gebracht. Ontkoppelen • Schakel de veiligheidsschakelaar uit door de wipscha- kelaar naar beneden te drukken. • Trek de CEE-stekker eruit. • Duw de afdekklep van de buitencontactdoos naar beneden totdat deze vastklikt. 230V-voedingsstekker aangesloten Gebruik alleen stekkers en kabels volgens CEE-norm.
7. Elektrische installaties Voor de netaansluiting geldt • Aansluiting van de camper op het 230V-stroomnet mag alleen plaatsvinden met een max. 25 m lange aansluitkabel 3 x 2,5 mm met CEE-stekker en koppeling. • Na het aankoppelen van de netaansluiting worden huis- en voertuigaccu automatisch door de acculader in de camper opgeladen (ook als het controlepaneel niet is ingeschakeld). Bij netvoeding via een kabelhaspel moet deze helemaal zijn afgerold, omdat anders de kabel als gevolg van inductie te heet zou kunnen worden –...
Pagina 119
7. Elektrische installaties De aanspreektijd van de FI-schakelaar met een 30 mA foutstroom bedraagt minder dan 0,1 seconden. Na ingebruikneming van de elektrische installatie moet de werking van de aardlekschakelaar worden gecontroleerd. De onder span- ning staande en ingeschakelde schakelaar – stand op I-ON – moet bij het drukken op de testknop worden geactiveerd. De wipschakelaar (p. 117) springt omlaag en moet na een controle weer omhoog worden gezet in de AAN-stand. Aardlekschakelaar en testknop Deze controle moet minstens eens per maand worden uitge- FI-Schutzschalter voerd om te garanderen dat de aardlekschakelaar in geval van storing perfect functioneert.
7. Elektrische installaties Apparaten waarvan de aardlekschakelaar tijdens bedrijf wordt Um eine entladene Aufbaubatterie während der Fahrt geactiveerd vertonen een defect en moeten door een elektrotech- optimal zu laden, sollte zunächst der 12 V-Betrieb des nicus worden gecontroleerd en gerepareerd. Kühlschrankes unterbleiben und möglichst wenige 12 V- Verbraucher eingeschaltet werden. Meermaals inschakelen is zinloos. De veiligheidsscha- Checklist voor controle kelaar wordt ook geactiveerd als de wipschakelaar wordt • Schakel de motor uit.
7. Elektrische installaties Stroomvoorziening via huisaccu • Er mogen uitsluitend accumulators met gebonden elektro- lyten (Gel- of AGM-accu’s) ingebouwd worden op door de fabrikant aangeven plaatsen. • De geïnstalleerde accu mag niet worden geopend. • Gebruik bij vervanging van de huisaccu alleen een accu van hetzelfde type en met dezelfde capaciteit. (Stel het type accu in op het bedieningspaneel – p. 97). • Schakel de motor, de 230V-stroomtoevoer, de 12V- stroomtoevoer en alle gebruikers uit voordat u de huisaccu afkoppelt of aankoppelt. Elektrische installatie van het voertuig onder de bijrijdersstoel • Voor het vervangen van de zekeringen moet de accula- Positie huisaccu 95 Ah AGM der spanningsvrij worden geschakeld.
7. Elektrische installaties Werking en opladen van de huisaccu Als de camper niet is aangesloten op het 230V-stroomnet, voorziet de huisaccu het boordnetwerk van 12V-gelijkspanning. Omdat de accu maar een beperkte capaciteit heeft, mogen de elektrische gebruikers niet gedurende langere tijd worden gebruikt zonder dat de accu wordt opgeladen of zonder de 230V-stroomvoorzien-ing. Sommige elektrische apparaten nemen een continue ruststroom af van de huisaccu, waardoor deze wordt ontladen.
7. Elektrische installaties in gebruik is en de resterende looptijd. Het opladen gebeurt behoedzaam volgens het principe van de kenlijnkarakteristiek door een ‘intelligente’ acculader. De accusensor wordt beschermd door een 10 A zekering. • Laad de huisaccu vóór iedere reis, direct ná iedere reis en vóór elke periode van langdurige stilstand minstens 10 uur • Benut tijdens uw reis iedere gelegenheid om de accu Accuhoofdschakelaar op te laden. • Na een bepaalde gebruiksduur en na blootstelling aan Positie accuhoofdschakelaar lage temperaturen verliest de accu aan vermogen. • Als de accu door veroudering onder 50% van zijn nomi- De accuhoofdschakelaar bevindt zich direct bij de bijrijders- nale capaciteit zakt, wordt een waarschuwing gegeven.
Pagina 124
7. Elektrische installaties De acculader is direct aangesloten op de huisaccu, zodat ook bij een geopende accuhoofdschakelaar de huis- en startaccu kunnen worden geladen. De accusensor blijft ook actief bij een geopende ac- cuhoofdschakelaar. Om de accu’s ook tijdens periodes van inactiviteit voldoende opgeladen te houden, is het absoluut noodzakelijk het voer- tuig eens in de 6 weken aan te sluiten op een 230V-stroom- Acculader voorziening. De laadtijd moet minstens 24 uur bedragen.
7. Elektrische installaties Aansluitingen acculader Stekkerbus, de middelste pin is de sensor. Printplaatschakelaar. Elke schakelaar moet naar boven Toewijzing zekeringen wijzen, dus op UIT staan. Toewijzing zekeringen Wisselcontact vrij beschikbaar. Contactbrug, ventilator AAN/UIT. De zekeringen van de afzonderlijke interne stroomkringen LED geeft door knipperen de huidige laadmodus weer. bevinden zich in de ingangsmodule. 7.4 Bordnetz Bij sommige modellen kan er sprake zijn van geringe afwijkingen in de toewijzing.
7. Elektrische installaties Interface-module Contactschema lichtregelsysteem Lichtregeling FIAT interface-module De uitgangen zijn gezekerd door interne veiligheidsschakelaars De interface-module zekert de buitenverlichting van de opbouw (Polyswitch), die zelfresettend zijn en meermaals kunnen wor- ter hoogte van de zijmarkeringslichten rechts en links alsook de den gebruikt. Ze hoeven niet te worden vervangen, omdat ze positielichten vóór ( 5 ampère).
Pagina 128
7. Elektrische installaties TV-aansluitingen Antenne en satellietkabel TV-unit De bijbehorende aansluiting voor de Satellietantenne (E3) is te vinden op de desbetreffende modelspecifieke plek. De inbouwplaats voor het flatscreen tv-beeldscherm verschilt De stroomkabel (E3) is al fabrieksmatig aangesloten op de van model tot model. besturing. De bijbehorende aansluitingen zijn te vinden in de onmiddel- Kabelkleuren: lijke nabijheid, evt. in een kast. wit = massa zwart = continu plus van huisaccu bruin = D+ signaal...
Pagina 129
(in rijrichting) T70HQ: Klerenkast bed linkerkant (in rijrichting) Voortent-buitencontactdoos met antenne-aansluiting Siesta: Voortent-buitencontactdoos met antenne- A55 GS/A65 GM/A70 GM: Klerenkast aansluiting Uw camper beschikt optioneel over een gecombineerde voortent-buitencontactdoos met antenne-aansluiting. Hierop kan bijv. een TV in de voortent worden aangesloten. De geïnte- greerde antenne-aansluiting kan afhankelijk van de gewenste bekabeling als ingangs- resp. uitgangsbus worden gebruikt. Meer informatie is verkrijgbaar bij uw Hobby dealer.
7. Elektrische installaties USB-aansluiting Leeslamp in de zitgroep 7.5 Speciale verlichting USB-laadcontactdoos De hier beschreven verlichting wordt direct op het apparaat De aansluiting van de USB-laadcontactdoos is van onderen aan- en uitgeschakeld en is niet centraal regelbaar via het toegankelijk. De aansluiting is uitsluitend geschikt voor het bedieningspaneel.
7. Elektrische installaties Achteruitrijdvideosysteem Alle campers zijn standaard voorbereid voor de aansluiting van een achteruitrijdvideosysteem: De voorste aansluiting van de ingebouwde videokabel ligt bij alle voertuigen onder het rechterbovenvak in het dashboard, toegankelijk na demontage van de binnenmantel. Siesta Het achterste kabeluiteinde is van binnenuit bereikbaar, hiervoor moet een plastic stop aan de achterzijde van het voertuig wor- den verwijderd (aan de achterzijde van de camper, afhankelijk Navigatieapparaat...
7. Elektrische installaties 7.7 Achteraf geïnstalleerde apparaten Achteraf ingebouwde elektronische apparaten, die tijdens de rit kunnen worden gebruikt (bijv. mobiele telefoon, zendappa- ratuur, radio’s, achteruitrijcamera’s, navigatie-apparatuur e.d.) moeten volledig voldoen aan de EMV-bepalingen. De appa- raten moeten zijn goedgekeurd conform ECE 10, aangezien anders verstoringen van de aanwezige elektronische syste- men niet kunnen worden uitgesloten. Voor achteraf ingebouwde apparaten die tijdens het rijden niet kunnen worden gebruikt is een CE-keurmerk dwingend vereist.
8. Water Hoofdstuk 8: Water 8.1 Algemene informatie Aanbevolen wordt het getapte water vóór gebruik bijzonder kritisch te proeven. • Gebruik in de omgang met levensmiddelen altijd water van drinkwaterkwaliteit. Dit geldt ook voor de reiniging van de handen en van voorwerpen die met levensmid- delen in aanraking komen.
8. Water Voor de tandem-dompelpomp geldt: • De tandem-dompelpomp is alleen geschikt voor water. • De tandem-dompelpomp is gedurende korte tijd bestand tegen temperaturen tot 60°C. • Drooglopen vermijden. • De pomp tegen vastvriezen beschermen. • Heftige stoten, slagen of sterk vervuild water kunnen de pomp vernielen.
Pagina 135
8. Water Waterinstallatie vullen • Zet de caravan horizontaal. • Sluit alle waterkranen. • Schakel de hoofdschakelaar op het bedieningspaneel in. • Sluit de aftapkraan (FrostControl) van de boiler. • Ontgrendel het tankdeksel en open het door tegen de wijzers van de klok in te draaien. •...
8. Water Doe nooit antivriesmiddel of andere chemicaliën in het waterleidingsysteem. Gevaar voor vergiftiging! Zorg er bij gebruik tijdens de winter voor dat de drinkwatertank niet kan bevriezen. Boiler aanzetten gebruiken • Al naar gelang de stand van de mengkraan/kranen resp. de voormengkraan wordt het water gemengd en op de ingestelde temperatuur gebracht.
Pagina 137
8. Water Aftapkraan voor drinkwatertank Afvalwateruitlaat Schuif voor afvalwateruitlaat Vuilwatertank leegmaken Drinkwatertank leegmaken • Aan de linker kant onder het voertuig bevindt zich de De aftapkraan bevindt zich direct op de drinkwatertank. afvalwateruitlaat. • Draai het wieltje linksom open om de drinkwatertank •...
8. Water Complete waterinstallatie leegmaken Als de camper bij bevriezingsgevaar niet wordt gebruikt, • Schakel de stroom voor de waterpomp uit op het bedie- moet het gehele waterleidingsysteem beslist worden ge- ningspaneel door op de hoofdschakelaar te drukken. leegd! Laat de waterkranen half open staan. Laat alle aftap- kranen openstaan.
8. Water Vuilwatertank De vuilwatertank is onder de vloer gemonteerd en geïsoleerd. Optioneel (bij Deluxe pakket inbegrepen): Nadat de verwarming via het controlepaneel is ingeschakeld, wordt de warme lucht naar de vuilwatertank geleid. Hierdoor wordt voorkomen dat het afvalwater bij lichte vorst bevriest. Uitgezonderd: Alde warmwaterverwarming* (zie beschrijving in hoofdstuk 10.3) Aansluiting voor buitendouche...
8. Water 8.3 Toilet Doseer de toiletvloeistof zeer zuinig. Een overdosis is geen Voordat u het toilet kunt gebruiken, moet u eerst de toilettank waarborg voor het voorkomen van geurvorming! volgens de onderstaande beschrijving voorbereiden. • Doe de aangegeven hoeveelheid toiletvloeistof in de toilet- Voorbereiding van de toilettank tank.
8. Water Bediening Doe nooit rechtstreeks toiletvloeistof in de toiletpot. • Draai de toiletpot in de gewenste positie. • Laat wat water in de toiletpot lopen door op de spoelknop te drukken, of open de schuif door de schuifgreep onder •...
8. Water Toilettank leegmaken Leeg de toilettank alleen bij een speciaal hiervoor be- stemd vuilwaterinzamelpunt, maar nooit in de vrije natuur! De toilettank moet geleegd worden uiterlijk als de LED gaat • Breng de toilettank naar een speciaal hiervoor bestemd branden.
9. Gas Hoofdstuk 9: Gas worden gecontroleerd. Zodra er in de slang scheurtjes, poreuze plekken e.d. worden geconstateerd, moet hij on- middellijk worden vervangen. 9.1 Algemene veiligheidsinstructies voor het gebruik van vloeibaar-gasinstallaties Als het vermoeden bestaat dat er gas vrijkomt, moeten onmiddellijk de volgende maatregelen worden genomen: •...
9. Gas Regelaars en ventielen • Gebruik uitsluitend speciale voor voertuigen regelaars met veiligheidsklep. Andere regelaars zijn volgens DVWG-werk- blad G 607 niet toegestaan en voldoen niet aan de zware belasting. • Drukregelinstallaties moeten een vaste druk van 30 mbar hebben.
9. Gas Vóór ingebruikname • De gasafvoerbuis moet dicht en vast zijn aangesloten aan verwarming en schoorsteen. Hij mag geen beschadigingen vertonen. • Houd ventilatie-openingen vrij. • Verwijder zo nodig sneeuw uit (de buurt van) de schoorsteen. • Ontdoe de aanzuigopening voor verbrandingslucht in de zijwand zo nodig van vuil en sneeuw.
Pagina 146
9. Gas Voor de gasfleskast geldt • Controleer de bevestiging van de gasflessen vóór iedere rit. De gasflessen moeten rechtop staan en ventielen moe- ten worden gesloten. • Trek losse riemen vast. • Steeds als een gasfles verwisseld is, moet met een lek- zoekmiddel worden gecontroleerd of de aansluiting van de gasdrukregelaar of de slangaansluiting helemaal dicht is.
9. Gas Gasfles verwisselen Tijdens het verwisselen van de gasfles niet roken en geen open vuur ontsteken! Controleer na het verwisselen van de gasfles of er bij de aansluitpunten gas weglekt. Besproei de aansluitpunten daartoe met lekzoekspray. • Open de deur van de gasfleskast. •...
Pagina 148
9. Gas Voor afsluitkranen en ventielen geldt • Tijdens het rijden moeten alle kranen van gasapparaten dicht zijn. • Op de onderste foto zijn de afsluitkranen in gesloten toestand weergegeven. Om de ventielen te openen moeten deze door draaien verticaal worden gezet. •...
9. Gas Gasregelaar met crashsensor Met de MonoControl CS respectievelijk DuoContrl CS is het mogelijk het voertuig ook tijdens het rijden te verwarmen. De geïntegreerde crashsensor onderbreekt bij een ongeval automatisch de gastoevoer en voorkomt zodoende het uit- stromen van gas. (effect van de vertraging 3,5g ±...
9. Gas a Met de draaiknop, die naar links resp. rechts kan worden gedraaid, kan de ene resp. andere gasfles in bedrijf worden gesteld. DuoCo mfort b Geeft de status weer van de gasfles die op dat moment in gebruik is. Groen: vol Rood: leeg Werking...
9. Gas DuoC Afstandsindicatie voor DuoControl CS Uitschuifbaar gasflesplateau DuoControl CS Afstandsindicatie voor omschakelklep DuoControl in combinatie met gasflesplateau De afstandsindicatie is gekoppeld aan de omschakelklep van de gasinstallatie met twee flessen. Om ervoor te zorgen dat de twee gasflessen in de gasfleskast elkaar tijdens het uitschuiven niet raken, a Gebruik tijdens de zomer.
Pagina 152
9. Gas Voor het aankoppelen ervan wordt de insteekverbinding in de veiligheidskoppeling gestoken. Als er geen gasslang is aangekoppeld, sluit de klepopening dan in principe af met de beschermkap. De gas-buitencontactdoos is alleen geschikt voor het ge- bruik van gas, niet voor de teruglevering in de gasinstallatie. Gas-buitencontactdoos Gas-buitencontactdoos Via de gas-buitencontactdoos kunnen buitenapparaten op...
(bijv. Control CS). tuur alsook door het niet naleven van de gebruiksvoorschrif- ten vervalt de garantie en aanvaart HOBBY geen enkele aansprakelijkheid meer. Bovendien vervalt de gebruiksver- In het lopende seizoen werd omgeschakeld naar de versie gunning voor het betreffende apparaat en daardoor in som- iNet-ready.
10. Inbouwapparatuur Het gebruik van de verwarming is zowel met als ook zonder waterinhoud onbeperkt mogelijk. Inbouwplaats: - Zijkant zitgroep of onder het bed. Ingebruikneming • In de camper zijn diverse luchtafvoeropeningen ingebou- wd. Via buizen wordt de warme lucht naar de luchtafvoer- openingen geleid.
Pagina 155
10. Inbouwapparatuur Ingebruikneming Draai- / drukknop Met de draai-/drukknop kunnen instelwaarden en parameters worden geselecteerd, gewijzigd en door aanraken worden Start- / Standby-scherm opgeslagen. Geselecteerde menuopdrachten knipperen. Nadat het bedieningspaneel is aangesloten op de stroomvoorzi- Draaien naar rechts (+) ening verschijnt na enkele secon- –...
10. Inbouwapparatuur In-/uitschakelen APP-modus in combinatie met een iNet Box Inschakelen Functie - Raak de draai-/drukknop licht aan. In de APP-modus schakelen de aangesloten apparaten en het bedieningspaneel Truma CP plus over op stand-by. Vooraf ingestelde waarden / bedrijfsparameters worden na - geen verwarmingsfunctie het inschakelen weer actief.
Pagina 157
10. Inbouwapparatuur Warmwaterniveau wijzigen Kamertemperatuur aanpassen Selecteer met de draai-/drukknop het symbool in de bovenste Selecteer met de draai-/drukknop het symbool in de bovenste menuregel menuregel - Schakel over op het instelniveau via aanraken. - Schakel over op het instelniveau via aanraken. - Kies de gewenste temperatuur d.m.v.
10. Inbouwapparatuur Energiebron kiezen Zodra de verwarming wordt ingeschakeld (kamertempera- tuur, warmwaterniveau actief), wordt in de statusbalk de in Selecteer met de draai-/drukknop het symbool in de bovenste de voorafgaande verwarmingsperiode gekozen energiebron menuregel aangegeven. De standaard fabrieksinstelling is gas. - Schakel over op het instelniveau via aanraken.
10. Inbouwapparatuur Ventilatorstand kiezen BOOST snelle opwarming van de ruimte beschikbaar als het verschil tussen Selecteer met de draai-/drukknop het symbool in de bovenste gekozen en huidige kamertemperatuur menuregel meer dan 10°C bedraagt. - Schakel over op het instelniveau via aanraken. - Kies de gewenste ventilatorstand d.m.v.
Pagina 160
10. Inbouwapparatuur Tijdschakelklok instellen Als het begin-/eindtijdstip bij de invoer is overschreden, worden de bedrijfsparameters pas na het bereiken van het De tijdschakelklok kan alleen worden geselecteerd als de tijd volgende start-/eindtijdstip geëffectueerd. Tot dan toe blijven van het bedieningspaneel is ingesteld. de huidige ingestelde bedrijfsparameters geldig.
10. Inbouwapparatuur Energiebron kiezen Tijdschakelklok activeren (ON) - Kies de gewenste energiebron - Activeer de tijdschakelklok met de d.m.v. de draai-/drukknop. draai-/drukknop (ON). - Raak de draai-/drukknop licht aan - Raak de draai-/drukknop licht aan om de waarde te bevestigen. om de waarde te bevestigen.
10. Inbouwapparatuur Tijd instellen Achtergrondverlichting van het bedieningspaneel aanpassen - De uurweergave knippert. De achtergrondverlichting is in 10 - Stel met de draai-/drukknop de standen instelbaar. uren (24-uurs-modus) in. - Na nogmaals de draai-/drukknop te hebben aangeraakt, knippert de minutenweergave. - Raak de draai-/drukknop licht aan om de waarde te bevestigen.
Pagina 163
10. Inbouwapparatuur Op fabrieksinstelling resetten (RESET) Waarschuwing De resetfunctie zet het bedieningspa- Bij een waarschuwing verschijnt een waarschuwingssymbool om neel terug op de fabrieksinstelling. Alle aan te geven dat er sprake is van een ongedefinieerde toestand instellingen worden daarmee verwijderd. van een van de bedrijfsparameters.
Pagina 164
10. Inbouwapparatuur Waarschuwingscode uitlezen Storing - Kies het gewenste symbool met de Bij een storing gaat het bedieningspaneel onmiddellijk naar het draai-/drukknop. menuniveau “Storing” en toont de foutcode ‘Storing’. - Raak de draai-/drukknop licht aan. E = storing De actuele waarschuwingscode 41 = foutcode verschijnt.
Pagina 165
10. Inbouwapparatuur Onderhoud Dit apparaat is onderhoudsvrij. Gebruik voor de reiniging van het front een niet-schurende, met water bevochtigde doek. Als dit niet voldoende is, gebruik dan een neutraal schoonmaakmiddel. Schematekening FrostControl FrostControl FrostControl is een spanningsvrij veiligheidsventiel resp. aftap- kraan.
10. Inbouwapparatuur Veiligheidsklep voor boiler (FrostControl) Warmeluchtschuif Activeren Warmeluchtschuif alkoof • Druk de knop licht in stand (m) en draai tegelijkertijd de schakelaar 90° in stand (k). De alkoofmodellen zijn voorzien van een warmeluchtuitlaat in • Zolang de schakelaar in stand (k) staat, blijft de knop in stand (m) het alkoofbed.
10. Inbouwapparatuur Installatieplaats - in de kledingkast Belangrijke aanwijzingen • Lees a.u.b. vóór ingebruikneming van de verwarming de aparte gebruiksaanwijzing zorgvuldig door. • Schakel altijd de hoofdschakelaar van de verwarming uit als het voertuig niet wordt gebruikt. • Laat het water bij bevriezingsgevaar altijd uit de warmwa- terinstallatie weglopen.
10. Inbouwapparatuur Functiemodi - Warmwaterbereiding - Verwarming en warmwaterbereiding - Verwarming Bedieningseenheid In ruststand wordt weergegeven welke functies van de verwarming geactiveerd zijn; de achtergrondverlichting op de display is uitgeschakeld. De bedieningseenheid gaat – als er geen knop wordt ingedrukt – vanuit de instelstand na twee Bedieningspaneel van de minuten automatisch over in de ruststand;...
Pagina 169
10. Inbouwapparatuur D E F G H Fles met vloeibaar gas vol/leeg. Dit symbool verschijnt als de sensor is aangesloten op de gasregelaar van de fles en is geactiveerd. Als Eis Ex* is geïnstalleerd worden de symbolen voor de ingestelde modus samen met het flessymbool weergegeven.
10. Inbouwapparatuur 1. De aangegeven temperatuur is de op dat moment ingestel- de temperatuur. 2. Verhoog de temperatuur door op “+” te drukken. Verlaag de temperatuur door op “-” te drukken. 3. De instellingen zijn aangepast, de verwarming blijft branden totdat de ingestelde temperatuur is bereikt.
Pagina 171
10. Inbouwapparatuur Warm water 3. Meer warm water. Als u meer heet water nodig hebt, kunt u tijdelijk de watertemperatuur verhogen tot ca. 65°C. Druk op de plus-toets “+”. De verwarmingsketel kan ook worden gebruikt zonder dat (het symbool wordt volledig gevuld weergegeven.) er drinkwater in de boiler zit.
Pagina 172
10. Inbouwapparatuur Verwarmen op stroom Verwarmen met gas Gebruik de volgende methode om verwarmen op stroom te Zo zet u de gasverwarming aan: activeren. Hoe hoger het gekozen vermogen is, hoe sneller is Als stroom en gas samen worden geselecteerd, kan er een prioriteit tussen gas en stroom worden ingesteld (zie menu de verwarming.
10. Inbouwapparatuur Wisselschakelaar motor/cabine Motorsymbool ingedrukt: Bedieningsele- menten op het - Het verwarmingstoestel verwarmt tevens de voertuigmotor. dashboard Verwarming van het woongedeelte blijft aanvullend mogelijk. - De verwarmingsduur blijft beperkt tot max. 60/120 minuten Wisselschakelaar (bij het inschakelen van de voorkeuzeklok in het algemeen 60 minuten, bij inschakeling met Telestart instelbaar van 10-120 minuten).
10. Inbouwapparatuur Via het bedieningspaneel kan de tijdschakelklok worden geactiveerd. De functies van de tijdschakelklok en verdere aanwijzingen over het verwarmingstoestel kunt u vinden in de speciale gebruiksaanwijzing van de fabrikant. Super Slim Tower 10.5 Koelkast Er worden koelkasten ingebouwd van de fabrikant Dometic. Bij hoge buitentemperaturen kan het volledige koelvermogen alleen worden gegarandeerd door voldoende ventilatie.
10. Inbouwapparatuur Vergrendeling (Super) Slim Tower Vergrendeling Dometic Bediening koelkast Vergrendeling koelkastdeur Bedrijfsmodi De koelkast werkt op drie manieren. De gewenste bedrijfs- Tijdens het rijden moet de deur van de koelkast altijd modus wordt ingesteld met de energiekeuzeschakelaar. gesloten en vergrendeld zijn. - Werking op 12V: stroomvoorziening via de dynamo (motor gestart).
10. Inbouwapparatuur • Herhaal de laatste stap als er geen ontsteking heeft • Zet de energiekeuzeschakelaar op accuvoeding. plaatsgevonden. • Het 12V-bedrijf werkt alleen bij een draaiende voertuigmotor. • Regel het koelvermogen met thermostaat , de tempe- • De koelkast werkt zonder thermostaatregeling (continubedrijf). ratuurniveaus zijn niet gerelateerd aan absolute tempera- Het 12V-bedrijf is daarom alleen bedoeld voor het op peil tuurwaarden.
10. Inbouwapparatuur • Goederen die licht ontvlambare, vluchtige of brandbare gassen kunnen afgeven, mogen niet in de koelkast worden bewaard. • Sla kwetsbare levensmiddelen op in de directe nabijheid van de koelribben, of zo laag mogelijk. Het vriesvak is geschikt voor het maken van ijsblokjes en voor het kortstondig bewaren van bevroren levensmiddelen.
Pagina 178
10. Inbouwapparatuur Bodem vriesvak verwijderen Normale stand Ventilatiestand Ter voorkoming van slechte geurtjes moet de koelkast in de Aanwijzingen voor de demontage vindt u ook op de deur van het vriesvak. ventilatiestand worden gezet als hij langere tijd niet wordt gebruikt.
10. Inbouwapparatuur Kooktoestellen of andere toestellen die bij de verbranding lucht aan de binnenruimte onttrekken, mogen nooit voor verwarming van het voertuig gebruikt worden. Bij veron- achtzaming bestaat acuut levensgevaar door zuurstofge- brek en de mogelijke vorming van het reukloze koolmo- noxide.
Pagina 180
10. Inbouwapparatuur • Indien het aansteken is mislukt, probeer het dan nog eens. • Draai voor het uitschakelen van de gasvlam de draaiknop terug in de stand ‘0’. • Sluit de gasafsluiter van het gaskomfoor. Gebruik voor het vastpakken van hete potten, pannen en vergelijkbare voorwerpen kookhandschoenen of pannen- lappen.
10. Inbouwapparatuur Afzuigkap Oven 10.7 Afzuigkap 10.8 Oven • De ventilatieopeningen bij de oven mogen niet worden De ingebouwde blazer leidt de kookdampen rechtstreeks afgesloten. naar buiten. • Bij gebruik van de oven moet er een dakluik of raam Verlichting open staan.
10. Inbouwapparatuur • Het apparaat mag in geen geval worden aangesloten op 230V-netvoeding. • Gebruik de oven nooit tijdens het rijden. Neem a.u.b. goede nota van de bij het apparaat geleverde gebruiksaanwijzing. Bedieningselementen oven Inschakelen • Schakel de 12V-stroomvoorziening in via de hoofdschake- laar van het bedieningspaneel.
10. Inbouwapparatuur • Houd de schakelknop 10 seconden lang ingedrukt tot- dat het veiligheidsventiel van de ontsteking de gastoevoer open houdt. • Laat de schakelknop los in en zet hem op de gewenste vermogensstand. De vlam moet rustig branden. Hij moet hoofdzakelijk blauw zijn en duidelijke contouren hebben.
Pagina 184
10. Inbouwapparatuur Ventilatierichting instellen Ventilatierichting instellen De luchttoevoer in het voertuiginterieur kan worden geregeld via de stand van de luchtjets.
• Voor schade die is veroorzaakt door het gebruik van onder- delen die niet door HOBBY zijn goedgekeurd of door het aanbrengen van ongeoorloofde veranderingen, kan HOBBY niet aansprakelijk worden gesteld.
Pagina 186
11. Accessoires Voorwerp Gewicht [kg] Voorwerp Gewicht [kg] Basisvoertuig/chassis Trekhaak 29,0 Comfortmatik (automatische transmissie, niet achteraf Cabine te monteren) 17,0 Chauffeurs- en bijrijdersstoel bekleed in stof woongedeelte Dieseltank 120 liter i.p.v. 90 liter 28,0 Dakraam voor cabine (uitzetbaar, niet achteraf te monteren) 11,5 FIAT Ducato 2,3 l –...
Pagina 187
11. Accessoires Voorwerp Gewicht [kg] Voorwerp Gewicht [kg] Garageluik bestuurderskant DOMETIC-koelkast Slim Tower 140 liter, incl. uitneembaar Kledingstang aan achterzijde vriesvak 12 liter Premium opbouw achterzijde 35,0 Oven 16,0 Sjorrails en -ogen in de garage Slapen THULE-OMNISTOR dakluifel 260 – 450 cm, Bedverbreding in combinatie met FROLI comfortbedsysteem 3,1 uitdraaidiepte 250 cm 21,9 –...
Pagina 188
11. Accessoires Voorwerp Gewicht [kg] TRUMA MonoControl CS (crashsensor) Uittrekbaar TV-plateau voor plat beeldscherm Voortent-buitencontactdoos, incl. 230V-uitgang, satelliet- en TV-aansluiting Vuilwatertank geïsoleerd en verwarmd WiFi-besturing voor TFT-bedieningspaneel Verwarming / airconditioning ALDE warmwaterverwarming Compact-3020 29,0 Dak-airconditioning DOMETIC FreshJet incl. CI-BUS – evt.
Houd ook rekening met de onderhoudsintervallen van het basisvoertuig Fiat. HOBBY biedt 5 jaar garantie op dichtheid van de caravan conform de garantievoorwaarden.Hiervoor moet het voer- tuig eens in de 12 maanden naar de HOBBY-dealer worden gebracht om een dichtheidscontrole (niet gratis) te laten...
12. Onderhoud en verzorging 12.2 Remmen De onderdelen van de reminrichting maken deel uit van de EG-gebruiksvergunning. Zodra onderdelen van de reminrichting worden veranderd, vervalt de gebruiksvergunning. Veranderingen mogen alleen worden doorgevoerd met toestemming van de fabrikant. Laat de remmen in uw eigen belang regelmatig onder- houden door uw Fiat-garage.
12. Onderhoud en verzorging 12.3 Gloeilampen achterlichten vervangen • Draai de gloeilamp uit de fitting en vervang deze door Siesta/Optima een nieuwe. • Draai de twee schroeven • Terugplaatsen in omgekeerde uit de defecte lamp. volgorde. Lampje uit fitting draaien Als er meerdere gloeilampen worden vervangen, let er dan beslist op dat de lampen niet worden verwisseld en dat Achterlicht Optima...
Pagina 192
12. Onderhoud en verzorging Optima met Premium achterzijde* • Draai vervolgens de 3 schroeven eruit om het achterlicht te Onderstaande beschrijving heeft betrekking op het vervangen verwijderen en de gloeilampen van de gloeilampen van richtingaanwijzer en achteruitrijlicht. bloot te leggen. De achterlichten bij de optie Premium achterzijde zijn Schroeven eruit draaien voorzien van LED-lampen, die volgens strikte normen zijn...
12. Onderhoud en verzorging 12.5 Reiniging 12.4 Ventileren Een voldoende luchttoevoer en ontluchting van het interieur is M.b.t. reiniging geldt: voor een behaaglijk binnenklimaat absoluut noodzakelijk. Tevens • Reinig kunststof onderdelen (bijv. bumpers, ommantelingen) wordt corrosieschade door condenswater vermeden. met water van maximaal 60°C en een mild huishoudelijk schoonmaakmiddel.
12. Onderhoud en verzorging - alcohol • Droog het voertuig af met een leren zeem. - scherpe of oplosmiddelhoudende schoonmaakmiddelen • Laat de camper na het wassen nog een tijdje in de buitenlucht - chemische schoonmaakmiddelen als ketonen, esters en staan om volledig te kunnen drogen.
Neem daarbij de door de fabrikant door corrosie te voorkomen. Maak hiervoor a.u.b. gebruik aanbevolen aanwijzingen voor het gebruik van de was in van de hulp van uw HOBBY-dealer. acht. Dakluiken, ramen en deuren Voor het glimmend poetsen van de oppervlakken geldt: De ramen moeten in verband met hun kwetsbaarheid bijzon- •...
12. Onderhoud en verzorging Binnenreiniging Reinigingsaanwijzingen voor stoffen die teflon bevatten Ga bij de interieurreiniging zuinig om met water om vocht- • Behandel vlekken altijd onmiddellijk. problemen te reduceren. • Veeg vlekken af zonder te wrijven. • Werk van buiten naar binnen. •...
Pagina 197
12. Onderhoud en verzorging Methode B: • Maak de vloerbedekking schoon met schoon water en schoonmaakmiddelen die geschikt zijn voor PVC. Leg • Gebruik voor de droge reiniging uitsluitend milde, water- geen tapijt bovenop de natte PVC-vloerbedekking. Het vrije oplosmiddelen. •...
Pagina 198
12. Onderhoud en verzorging • De rubber afdichtingen van het toilet moeten regelmatig adviseren wij het gebruik van warm water met een beetje met water worden gereinigd en met een pakkingsmeermid- afwasmiddel. del (geen vaseline of andere plantaardige vetten) worden verzorgd.
12. Onderhoud en verzorging 12.6 Winterpauze voor de camper • Behandel de buitenlaag met was of een speciaal lakonder- houdsmiddel na. Met dalende temperaturen eindigt voor veel kampeerders het • Bescherm de metalen onderdelen van het chassis met een seizoen. De camper moet goed op de winterpauze worden beschermingsmiddel tegen corrosie.
12. Onderhoud en verzorging Voor het interieur geldt 12.7 Gebruik tijdens de winter • Zuig vloerkleden, kussens en matrassen schoon en Voorbereidingen bewaar ze zo mogelijk buiten de camper op een droge plaats. Door het algehele voertuigontwerp is uw camper tot op zekere •...
Pagina 201
12. Onderhoud en verzorging Voor de ventilatie geldt: Voor het verwarmen geldt: Bij gebruik tijdens de winter ontstaat door het bewonen van • Zowel de aanzuig- alsook de uitlaatgasopeningen van de het voertuig bij lage temperaturen condenswater. Om een verwarmingsinstallatie moeten sneeuw- en ijsvrij zijn. goede binnenluchtkwaliteit te garanderen en schade aan •...
12. Onderhoud en verzorging Energie besparen in de winter Voor de reservoirs geldt: • Als de binnenruimte voldoende wordt verwarmd bestaat er geen gevaar voor het bevriezen van de drinkwatertank, de Op eenvoudige wijze kunt u in het woongedeelte energie be- waterleidingen en de elektrische geiser c.q.
13. Afvalverwerking en milieubescherming Hoofdstuk 13: Afvalverwerking en milieubescherming 13.1 Milieu en mobiel reizen Milieuvriendelijk gebruik Gebruikers van een camper of caravan dragen vanzelfsprekend een bijzondere verantwoordelijkheid voor het milieu. Daarom dient het voertuig altijd op milieuvriendelijke wijze te worden gebruikt.
Pagina 204
13. Afvalverwerking en milieubescherming M.b.t. afvalwater geldt: M.b.t. fecaliën geldt: • Verzamel afvalwater aan boord alleen in ingebouwde vuil- • Voeg uitsluitend toegelaten toiletvloeistof aan de toilettank watertanks of desnoods in hiervoor geschikte reservoirs! toe. • Laat afvalwater nooit weglopen in de vrije natuur of in riool- Door het installeren van een systeem met een actieve-kool- putten! De riolering in dorpen en steden komt meestal niet filter (onderdelenhandel) kan het gebruik van toiletvloeistof...
13. Afvalverwerking en milieubescherming Afvalverwerking • Laat de toilettank nooit te vol worden. Maak uiterlijk wanneer niveau-indicator gaat branden, de tank onmiddellijk leeg. • Laat fecaliën nooit in rioolputten weglopen! De riolering in dorpen en steden komt meestal niet uit op waterzuiverings- installaties.
Het behoedzaam omgaan met het milieu is niet alleen in ervan. het belang van de natuur, maar ook in het belang van alle camper- en caravanbestuurders! Uw HOBBY-camper moet dus gratis via het complete netwerk van Fiat-dealers teruggenomen en vakkundig verwerkt worden.
Pagina 209
14. Technische gegevens Trekhaak Sawiko Hobby Bouwserie Type Basis- Motor Uitstoot van Chassis Onderstel- model voertuig standaard uitlaatgassen verlenging Trekhaak Versterking Dwarsbalk compl. Kogelkop Optima met speciaal verzoek achterkant V65 GE Optima Van Ducato Light 115 Multijet (85 kW) Euro 5b+...
14. Technische gegevens 14.5 Bandenspanning Campers Band Spanning [bar] Basis Campingbanden (CP) 215/70 R 15 CP vo: 5,0 hi: 5,5 FIAT 225/75 R 16 CP vo: 5,5 hi: 5,5 FIAT Standaard- en winterbanden (C) 215/70 R 15 C vo: 4,0 hi: 4,5 FIAT 225/70 R 15 C...