Pagina 1
Gebruiksaanwijzing Version 09/2012 SIESTA SIESTA ALKOVEN „CLASSIC EDITION“...
Pagina 2
Inleiding Beste camperbezitter, Hartelijk gefeliciteerd met de aankoop van uw nieuwe HOBBY camper. Het in ons gestelde vertrouwen is voor ons aanleiding ernaar te streven onze campers voortdurend te verbeteren, met nieuwe ideeën, technische innovaties en subtiele details. Met compleet uitgeruste en geperfectioneerde modellen willen wij optimale voorwaarden creëren om te kunnen genieten...
00-1 Inleiding Hoofdstuk 1: Inleiding Profieldiepte ............04-2 Algemeen ............... 01-1 Velgen ..............04-3 Sneeuwkettingen ........... 04-3 Vóór het begin van de eerste rit ......01-1 Pechset ..............04-4 In deze handleiding gebruikte aanduidingen ..01-2 Wiel verwisseln ............04-7 Remmen ..............
Pagina 4
Inleiding 00-2 6.12 Zitplaatsen in het woongedeelte ......06-28 10.2 Heteluchtverwarming ..........10-2 6.13 Veiligheidsgordels in het woongedeelte ....06-29 10.3 Elektrische verwarming .......... 10-7 6.14 Overzicht van de zitplaatsen ........ 06-30 10.4 Standverwarming cabine ........10-8 6.15 Overzicht van de indeling overdag en ‘s nachts .. 06-31 10.5 Koelkast ..............
1.1 Algemeen Uw HOBBY camper is gebouwd volgens de modernste HOBBY geeft u via uw dealer 5 jaar garantie op dichtheid technische inzichten en met inachtneming van de erkende van de camper volgens de garantiebepalingen. Bij aankoop veiligheidstechnische voorschriften.
Inleiding 01-2 Neem de volgende aanwijzingen in acht alvorens het 1.3 In deze handleiding gebruikte aanduidingen voertuig in gebruik te nemen: • Controleer de bandenspanning. In deze handleiding wordt de camper op de volgende manier Zie hoofdstuk Bandenspanning aan u uitgelegd: •...
Inleiding 01-3 Handelingsinstructies Handelingsinstructies worden eveneens puntsgewijs weerge- geven, waarbij elke alinea wordt voorafgegaan door het teken (“•”). Aanwijzingen Aanwijzingen wijzen op belangrijke details die garanderen dat de camper en alle onderdelen naar behoren werken. Bedenk a.u.b. dat er op grond van verschillende uitvoerin- gen afwijkende beschrijvingen kunnen voorkomen.
02-1 Veiligheid Hoofdstuk 2: Veiligheid 2.2 Brandveiligheid Voorzorgsmaatregelen tegen brand 2.1 Algemeen • Laat geen kinderen zonder toezicht in de camper. • Houd brandbare materialen uit de buurt van alle verwar- • Zorg voor voldoende ventilatie. Dek ingebouwde ventila- mings– en kooktoestellen. tieroosters (dakluiken met ventilatierooster of dakventila- •...
Veiligheid 02-2 2.3 Verkeersveiligheid • Controleer voor het begin van de reis of de verlichting, de richtingaanwijzers (Schakel de accuhoofdschakelaar in), de stuurinrichting en de remmen goed functioneren. • Laat de remmen en de gasinstallatie door een erkend ga- ragebedrijf controleren als het voertuig langere tijd heeft stilgestaan (ca.
Pagina 11
02-3 Veiligheid • Sluit de afvoerkraan van de vuilwatertank. • Bevestig de gasflessen. • Sluit alle gasafsluiters van gasapparaten – met uitzonde- • Klem de tafelbeveiliging vast. ring van de afsluiter voor de verwarming – als het voertuig • Sluit deuren (ook die van de koelkast), laden en kleppen is voorzien van een gasdrukregelaar voor tijdens het rijden goed af.
Veiligheid 02-4 Cabine Vergeet niet de volgende dingen: • Stel de binnen- en buitenspiegel en de zitpositie in. • Controleer de verlichting. Bovendien: • Controleer de bandenspanning. • Controleer vloeistoffen als olie, koelwater, remvloeistof en ruitenwisservloeistof, en vul deze zo nodig bij. •...
Pagina 13
02-5 Veiligheid • Zet deuren en kleppen vast. Veiligheid van de inzittenden • Controleer na belading het totaalgewicht en de asbelasting Tijdens de rit geldt: op een openbare weeginstallatie. • Alleen op plaatsen die zijn uitgerust met veiligheidsgordels, mogen personen zitten. Daklast (max.
Veiligheid 02-6 Rijden Rijden door bochten Een camper raakt door zijn opbouwhoogte sneller aan het Maak vóór de eerste grote rit een proefrit om uzelf vertrouwd slingeren dan een personenauto. te maken met het rijgedrag van de camper. Oefen ook het achteruit rijden.
02-7 Veiligheid 2.6 Nooduitrusting Om goed op noodsituaties te zijn voorbereid, dient u de drie reddingsmiddelen steeds bij u te hebben en ermee vertrouwd te zijn. Verbanddoos De verbanddoos moet te allen tijde onder handbereik zijn en op een vaste plaats in de camper worden bewaard. Na gebruik van 100 m materialen uit de verbanddoos moet de inhoud ervan onmid- dellijk weer worden aangevuld.
Veiligheid 02-8 2.7 Na de rit Apparaten omschakelen Keuze staplaats Voor het omschakelen van de apparaten geldt: • Schakel de koelkast om van 12V op gas of 230V, omdat Voor de keuze van de staplaats geldt: de 12V-voorziening bij staande motor na korte tijd auto- •...
02-9 Veiligheid Energie besparen in de winter Op eenvoudige wijze kunt u in het woongedeelte energie be- sparen. Dit geldt vooral bij het verwarmen in de winter. M.b.t. energiebesparing geldt: • Doseer nauwkeurig de luchttoevoer en ontluchting in het voertuig resp. de verwarmingsklep. •...
1. Technisch toelaatbare maximummassa (TTM) De aanduiding van de technisch toelaatbare maximummassa Veranderingen mogen alleen worden doorgevoerd met vindt plaats volgens opgave van de Hobby caravanfabriek toestemming van de fabrikant. in samenwerking met de fabrikanten van de voorafgaande constructiefasen (FORD). Deze massa is vastgesteld op...
Pagina 20
Chassis 03-2 FORD Siesta, Siesta AK a) Vloeibaargasinstallatie Aantal ingebouwde gasregelaars: Gewicht van een 11 kg aluminium gasfles: Gewicht gasvulling voor 11 kg gasfles (90%): Totaal: 15,4 b) Vloeistoffen 100 l drinkwatertank (90%) c) Stroomtoevoer Kabelhaspel: Basisuitrusting totaal: 109,4 kg Bij het accessoire ‘extra gordelsysteem’...
Pagina 21
03-3 Chassis 4. Laadvermogen Onder laadvermogen wordt verstaan het verschil tussen de “technisch toelaatbare maximummassa” en “rijklaar gewicht”. Dit cijfer weerspiegelt het gewicht van de passagiers (con- ventionele belasting: 75 kg vermenigvuldigd met het aantal zitplaatsen – de bestuurder niet meegerekend), extra uitru- sting (bijv.
Chassis 03-4 3.3 Uitdraaisteunen (accessoire) Uitdraaisteunen inklappen • Ontspan de uitdraaisteunen met de kruk. • Draai met gelijkmatige bewegingen aan de kruk totdat de De uitdraaisteunen bevinden zich aan de achterkant op de uitdraaisteun weer de horizontale uitgangspositie heeft onderstelverlenging van uw camper. bereikt.
Chassis 03-5 3.4 Opstapje Zorg er beslist voor dat het opstapje vóór het begin van elke rit wordt ingeschoven! Uw camper bezit een elektrisch opstapje Dit wordt bediend m.b.v. schakelaar binnen naast de toegangsdeur. Ga pas op het opstapje staan wanneer deze volledig is uitgeschoven! Let op de verschillende treehoogtes en zorg bij het uitstap- pen voor een vaste en egale ondergrond.
VIN zowel aangegeven op het typeplaatje van het basisvoer- Met de bedieningseenheid in de cabine wordt met de toets tuig als op het Hobby-typeplaatje (in de motorruimte vóór op On/Off de compressor geactiveerd, waarna de luchtbal- de steunbalk van de radiateur.
03-7 Chassis De optimale luchtdruk is bereikt als het voertuig horizontaal staat. De minimumluchtdruk moet zo groot zijn dat de lucht- balg niet kan doorslaan. Bij een leeg voertuig bedraagt deze waarde ca. 0,5 bar (a.u.b. afzonderlijk bepalen), bij een bela- den voertuig al naargelang de belading duidelijk hoger.
Registratie van accessoires in de kentekenpapieren de trekhaak zijn geen verdere gewichtsverhogingen van het aanhangergewicht mogelijk. • Laat aanbouwelementen monteren door uw HOBBY-dealer. • Rijd met uw camper naar een keuringsinstantie of tech- nische service (bijv. TÜV / DEKRA) voor een keuring.
4.1 Wielen Controleer tijdens de eerste rit met de camper na 50 km of Op uw HOBBY-camper zijn tubeless banden gemonteerd. In deze banden mogen absoluut geen binnenbanden worden de wielmoeren nog stevig vastzitten en draai ze zo nodig aan aangebracht! met een aanhaalmoment van 180 Nm voor 16”-velgen (staal...
Wielen, banden, remmen 04-2 Een te lage druk leidt tot oververhitting van de band. Dit kan leiden tot zware beschadiging van de band. De juiste bandenspanning kunt u vinden in de tabel in het hoofdstuk “Technische gegevens” resp. de gebruiksaan- wijzing van het basisvoertuig.
04-3 Wielen, banden, remmen 4.5 Velgen 4.6 Sneeuwkettingen Gebruik alleen de originele velgen. Als u andere velgen wilt gebruiken, moet u de volgende punten in acht nemen. Gebruik sneeuwkettingen uitsluitend op de vooras. Voor het gebruik van andere velgen geldt: Rijd niet sneller dan 50 km/h.
04-4 Wielen, banden, remmen 4.7 Pechset Schud de fles. Schroef de vulslang op de fles (hier- door wordt de folieafsluiting doorbroken). Maak geen gebruik van de bandenreparatieset als de band is beschadigd door het rijden zonder lucht. Kleine scheurtjes, vooral in het loopvlak van de band, kunnen met de bandenre- paratieset worden afgedicht.
Pagina 31
04-5 Wielen, banden, remmen Draai het ventieldopje van het bandventiel af. Verwijder de afsluitplug van de vulslang Draai het binnenventiel eruit met een ventieluitdraaier Schuif de vulslang op het bandventiel. . Leg het binnenventiel niet in zand of vuil. Houd de vulfles met de vulslang naar beneden en knijp erin.
Pagina 32
04-6 Wielen, banden, remmen Controleer na 10 minuten rijden de luchtdruk van de band. Als de luchtdruk onder deze minimumwaarde gezakt, mag niet meer worden doorgereden. Als de minimumwaarde nog wordt aangegeven , stel dan de bandenspanning bij volgens de bandenspanning- stabel in de gasfleskast.
04-7 Wielen, banden, remmen 4.8 Wiel verwisseln Plaats de krik alleen op de hiervoor bestemde krikpunten! Als de krik op andere plekken wordt geplaatst, kan dit leiden tot beschadigingen aan het voertuig of zelfs tot ongevallen door het wegglijden van het voertuig. De krik dient alleen voor het verwisselen van een wiel.
Wielen, banden, remmen 04-8 • Til het voertuig op totdat het wiel zich 2 tot 3 cm boven de 4.9 Remmen grond bevindt. • Verwijder de wielbouten en vervolgens het wiel. De onderdelen van de reminrichting maken deel uit van de •...
05-2 Opbouw buitenzijde 5.2 Luchttoevoer en ontluchting Voor de ventilatie geldt: Een goede luchttoevoer en ontluchting van de camper is een voorwaarde voor een aangenaam wooncomfort. In uw camper is een tochtvrije ventilatie geïntegreerd. De ontluchting vindt plaats via de dakluiken en mag niet worden belemmerd in zijn functioneren.
05-3 Opbouw buitenzijde Verwarming Bij zeer hoge buitentemperaturen is het raadzaam de ventilatieroosters te verwijderen. Daardoor wordt een De verwarming wordt van buitenaf voorzien van frisse lucht hogere luchtdoorvoer bij de koelkast bereikt en de koeling . Door deze ventilatieschuif wordt ook de afvoerlucht van versterkt.
05-4 Opbouw buitenzijde 5.3 Deuren en kleppen openen en sluiten Voertuigsleutel Met de camper worden de volgende sleutels geleverd: - twee sleutels, voor het openen van de volgende sloten van het basisvoertuig: - chauffeurs- en passagiersdeur en motorkapontgrendeling. Raadpleeg hiervoor a.u.b. de gebruiksaanwijzing van het basisvoertuig.
Pagina 39
05-5 Opbouw buitenzijde Toegangsdeur Sluiten • Trek de deur dicht totdat het slot vastklikt. Openen Vergrendelen • Draai de grendel naar beneden. • Draai de grendel naar boven. Zo kan de deur ook van binnen worden geopend als die van buiten is afgesloten. De toegangsdeur is uw vluchtweg in noodgevallen.
05-6 Opbouw buitenzijde Geopende kofferruimtekleppen aan de zijkant kunnen met Klep van de bergruimte behulp van de haak in geopende stand aan de buitenwand worden vergrendeld. Openen • Open het slot met de sleutel. Vastzetten • Duw het luik ter hoogte van het slot krachtig met de hand •...
05-7 Opbouw buitenzijde Klep van de gasfleskast Toiletluik Het ventilatierooster van de klep van de gasfleskast mag Openen niet worden afgesloten of afgedekt. • Open het slot met de sleutel. • Druk op beide knoppen en open het luik. Openen •...
05-8 Opbouw buitenzijde Buitenaansluiting voor gas Watervuldop Optioneel kan de camper beschikken over een buitenaanslu- Openen iting voor gas . Via deze aansluiting kunnen gasapparaten als gasbarbecue of gaslamp aan de buitenkant van de camper • Open het slot met de sleutel. worden aangesloten op de gasvoorziening.
05-9 Opbouw buitenzijde 5.4 Dakreling Tankdop Voor de belading van de dakreling geldt: De tankdop bevindt zich achter de bestuurdersdeur in het • Plaats alleen lichte bagage op het dak. onderste gedeelte van de B-zuil achter een klep. • Sjor de bagage op het dak goed vast en beveilig deze tegen Openen schuiven en naar beneden vallen.
05-10 Opbouw buitenzijde • Houd bij belading rekening met de maximaal toelaatbare asbelasting. • Tel de hoogte van de daklast op bij de hoogte van de cam- per. • Breng in de cabine een aantekening met de totale hoogte goed zichtbaar aan. Dan hoeft u bij bruggen en viaducten niet meer te rekenen.
05-11 Opbouw buitenzijde 5.6 E-bike drager Velo (accessoire) • Let erop dat de remlichten en achterverlichting van het voertuig noch geheel noch gedeeltelijk door de lading aan De bestuurder van het voertuig is verantwoordelijk voor een het zicht worden onttrokken. veilige bevestiging van de lading.
Pagina 46
05-12 Opbouw buitenzijde • Neem altijd het toegestane draagvermogen van de drager ter hoogte van 75 kg in acht en zorg ervoor dat deze nooit wordt overbelast. • Met een volledig beladen achterdrager wordt afhankelijk van de overhang van de lading de achteras belast en de vooras ontlast.
05-13 Opbouw buitenzijde Uitdraaien • Steek de haak van de draaihendel in het oog van de aandrij- finrichting. • Houd de draaihendel met één hand aan de bovenste en met de andere hand aan de onderste draaigreep vast. Trek tijdens het uitdraaien de draaihendel enigszins naar u toe en houd hem zo mogelijk verticaal ten opzichte van het oog van de aandrijfinrichting.
06-1 Opbouw binnenzijde Hoofdstuk 6: Opbouw binnenzijde 6.1 Deuren en kleppen openen en sluiten Bergruimten en keukenbovenkasten Openen • Druk van boven op toets om de klep te ontgrendelen. • Trek aan de greep totdat de klep is geopend. Sluiten • Pak de klep bij de greep en duw hem dicht totdat de slui- ting hoorbaar vastklikt.
Opbouw binnenzijde 06-2 Bergruimten aan voorzijde Meubeldeuren met klink Openen Deur wasruimte • Trek aan de greep en draai de klep naar boven open. • Druk de klink naar beneden om de deur te openen en slui- ten. Sluiten • Duw de klep bij de greep dicht totdat de hij hoorbaar sluit. Berg in de bovenste bergruimten uitsluitend lichte voor- werpen op.
06-3 Opbouw binnenzijde Keukenlade Meubeldeuren met draaiknop Openen Kledingkast • Druk van onderen op toets om de lade te ontgrendelen. • Trek aan de greep totdat de lade is geopend. • Draai aan de knop om de deur te openen of te sluiten. Sluiten • Pak de lade bij de greep en duw hem dicht totdat de lade hoorbaar sluit en vastklikt.
Opbouw binnenzijde 06-4 Deuren met drukvergrendeling Deuren met pushlock Openen Afvalkast, keukenonderkast • Druk kort op de deurgreep totdat de deur openspringt. • Trek de deur open. Openen • Druk op de pushlock totdat de knop naar buiten springt. • Trek voorzichtig aan de knop en open de deur. Sluiten Sluiten • Druk de deur bij de greep dicht totdat hij weer vastklikt. • Duw de deur bij de knop dicht. • Druk op de pushlock totdat de knop vastklikt en de deur is vastgezet.
06-5 Opbouw binnenzijde 6.2 TV-houder voor plat beeldscherm Roldeuren Deur wasruimte Druk de metalen rail in om deze te ontgrendelen. Schuif vervolgens de TV-houder uit. 230V-contactdozen en de an- tenne-aansluiting voor TV of ontvanger bevinden zich vlakbij. Openen • Pak roldeuren bij het tussenstuk vast en schuif ze naar buiten. Zet de TV-houder vóór elke rit vast. Sluiten De gemonteerde TV mag niet meer dan 8 kg wegen. We adviseren de TV tijdens het rijden van de houder te • Pak deuren vast bij het tussenstuk en schuif ze dicht tot- verwijderen en veilig op te bergen. dat ze in het midden goed aansluiten. Om de TV-functie te kunnen gebruiken moet de handrem worden aangetrokken.
Opbouw binnenzijde 06-6 TV-houder voor plat beeldscherm drievoudig geleed Beweeg de uittrekbare arm handmatig bij de gemarkeerde scharnieren en om de TV-houder in en uit te klappen.
06-7 Opbouw binnenzijde 6.3 Tafels • Til het tafelblad aan de voorzijde op in een hoek van onge- veer 30° en haak het in de onderste wandhouder • Zet het tafelblad aan de voorkant op de grond met de inge- Hangtafel korte steunvoet De hangtafel kan in neergelaten toestand als bedonderbouw worden gebruikt. Uitklappen • Trek aan de borgpen Laten zakken • Draai het onderste tafelblad in de gewenste positie. • Klap het uitdraaibare onderste tafelblad volledig in en zet hem vast met de borgpen • Til het tafelblad aan de voorzijde ca. 30° op. • Trek het onderste deel van de tafelpoot er naar beneden uit en leg hem terzijde. • Trek het tafelblad uit de bovenste wandhouder...
Pagina 56
Opbouw binnenzijde 06-8 Luxe salontafel, 360° draaibaar Laten zakken • Zet de kussens overeind, zodat de bedplaten vrijkomen en De optionele luxe salontafel kan zowel worden neergelaten als de exacte daalpositie zichtbaar is. worden gedraaid. Tevens kan de positie van de draaias wor- • Haal de hendel over en druk met beide handen op het den veranderd. tafelblad. De tafel kan in elke positie 360° worden gedraaid. • Breng hendel terug in de uitgangspositie om de hoogte van het tafelblad vast te zetten. Draaias veranderen • Druk op hendel en breng de kolompoot in de gewenste stand. • Breng hendel terug in de uitgangspositie om de kolom- poot weer vast te zetten.
06-9 Opbouw binnenzijde Keukenverlenging Verlaging tafel middelste zitgroep Het aanzetblad voor het verbreden van het aanrecht is optio- neel verkrijgbaar voor het model 65 TL Siesta. Als het aan- • Schuif de schakelaar op de tafelpoot naar boven. zetstuk niet wordt gebruikt, kan het worden opgeborgen in de • Klap de onderste tafelpoot in totdat hij hoorbaar vastklikt. zitkist naast de toegangsdeur. • Maak de tafel los en klik hem weer vast aan de onderste bevestiging.
Pagina 58
Opbouw binnenzijde 06-10 Werkblad verlengen • Steek de uitstekende klemmen van verbindingshoek (van onderen aan de verlenging geschroefd) in de desbe- treffende bevestigingspunten (aan de zijkant van het keukenblok). • Daarnaast is onder het aanzetstuk een steunhoek aangebracht. Deze hoek wordt tijdens het gebruik van het aanzetstuk uitgeklapt, en zorgt daarmee voor stabiliteit van het aanzetstuk.
06-11 Opbouw binnenzijde 06-12 6.4 Bedombouw Dwarse zitbank ombouwen De zitgroepen kunnen worden omgebouwd tot comfortabele bedden. Om de extra slaapgelegenheid aan de voorzijde te kunnen Ombouw gebruiken moet de dwarse zitbank worden omgebouwd. • Verwijder zit- en rugkussens. • Laat de tafel zakken. Ombouw • Draai de vergrendeling van de bedverbreding los. • Verwijder zit- en rugkussens. • Leg het buitenste blad van de bedverbreding op de vloer. • Laat de hangtafel zakken. • Til het binnenste blad ca. 15° boven de horizontale positie • Klap de plaat 180° naar voren om en leg hem op de hang- tafel. • Zet het buitenste blad in een hoek van ongeveer 45° ter ondersteuning onder het binnenste blad vast. • Leg de kussens neer volgens de indeling aangegeven op onderstaande tekeningen...
Opbouw binnenzijde 06-12 • Schuif resp. klap de douchewanden uit en trek de wa- 6.5 Wasruimte met verschuifbare wastafel terkraan uit de bevestiging, zodat hij als douchekop kan worden gebruikt. Bij het model Siesta 65 FL kan de wand van de doucheruimte • Maak de ombouw ongedaan door de douchewanden worden verschoven, waarna de douche kan worden gebruikt. weer in te klappen en terug te schuiven en schuif de wastafelwand terug totdat deze hoorbaar wordt vergrendeld. • Duw hendel onder de wasbak naar boven en schuif de wasbak samen met de achterwand langs de geleiding naar het toilet. Draai de handdouche vóór de verplaatsing 90°! De verschuifbare wand van de wasruimte moet tijdens het rijden in de basispositie vergrendeld zijn.
06-13 Opbouw binnenzijde Kussenconfiguratie Kussenconfiguratie 65 FL Siesta 65 FL Siesta met optie Zusatzpolster Draai de schuine kant 760x620x125 van het zitkussen naar de wand toe Extra kussen Zusatzpolster Extra kussen 874x1024/650x125 Zusatzpolster 874x1024/650x125 570x475x125 570x475x125...
Pagina 62
Opbouw binnenzijde 06-14 Kussenconfiguratie Kussenconfiguratie 65 TL Siesta 65 TL Siesta met optie Extra kussen Draai de schuine kant 625x670x125 van het zitkussen naar de wand toe Extra kussen Extra kussen 874x1024/650x125 874x1024/650x125...
Pagina 63
06-15 Opbouw binnenzijde Kussenconfiguratie Kussenconfiguratie A55 GS Siesta A65 GM Siesta Extra kussen 1010x410x125 Extra kussen 665x1060x125 Extra kussen 533x580x125...
Opbouw binnenzijde 06-16 6.6 Bedverbreding (accessoire) Bij modellen met eenpersoonsbedden boven de garageru- imte kunnen deze met behulp van de bedverbreding met elkaar worden verbonden. • Klap het deksel van de garderobekast dicht. • Leg vervolgens de inlegmatras op de bedverbreding.
06-17 Opbouw binnenzijde 6.6 Alkoof / F-bed achter, dwars / Hefbed De alkoofbodem kan voor een aangenamere zitpositie hy- draulisch omhoog worden geklapt. Daarvoor wordt hij met behulp van de gemonteerde greep omhoog geduwd resp. Ouders dienen erop toe te zien dat kleine kinderen niet uit de omlaag getrokken. bovenste bedden vallen. Als kleine kinderen zich in de alkoof, het bovenste kinderbed of in het verhoogde achterbed bevin- Denk bij gebruik van het bovenste bed door kleine kinderen den, moeten de aanwezige veiligheidsnetten worden opge- aan het risico van vallen! trokken en in de houders worden gehangen om te voorkomen dat er kinderen naar buiten vallen.
Opbouw binnenzijde 06-18 Trapje garagebed/alkoof Bedladder inklapbaar • Haak het trapje vast aan de daarvoor bestemde greep. • Open de deur met pushlock. • Let erop dat het trapje niet kan gaan schuiven. • Schuif de bedladder uit over de railgeleider, traptreden klappen tegelijkertijd uit in de juiste positie.
Pagina 67
06-19 Opbouw binnenzijde Hefbed, mechanisch (accessoire) • Maximale belasting van het hefbed: 200 kg Bediening • Verwijder de rugleuningen en hoofdsteunen van de zitbank. • Schakel de verlichting onder het hefbed uit. • Maak de vergrendeling van het hefbed los. • Trek het hefbed aan de greep tot aan de aanslag omlaag. • Hang de ladder in de greep.
Pagina 68
Opbouw binnenzijde 06-20 • Klik tijdens het slapen altijd de valbescherming vast (bevindt zich onder de matras). • Breng voor het begin van een rit het hefbed weer in de bovenste stand (uitgangspositie) terug en zet hem vast.
06-21 Opbouw binnenzijde 6.8 Ramen Zonne- en insectenrolgordijn Zonne- en insectenrolgordijnen zijn in het raamkozijn geïnte- Uitzetraam met raamuitzetters greerd en traploos verstelbaar. Openen Sluiten • Draai de grendel 90°. • Breng de greep voor zonnerolgordijn of het lipje voor • Duw het raam naar buiten totdat er een klik hoorbaar is. Het insectenhor langzaam en gelijkmatig in de gewenste raam blijft automatisch in deze stand staan. Er zijn meerdere positie. standen instelbaar. Openen Sluiten • Schuif het rolgordijn langzaam en gelijkmatig omhoog. • Til het raam licht op zodat de uitzetter losspringt. • Klap het raam dicht. • Draai de grendel in de uitgangspositie.
Pagina 70
Opbouw binnenzijde 06-22 Dakraam (accessoire) Combineren • Trek het zonnerolgordijn langzaam en gelijkmatig naar Het dakraam kan niet worden geopend. Het beschikt over beneden en trek vervolgens de insectenhor tot aan het een geïntegreerd verduisteringsrolgordijn dat desgewenst kan gewenste niveau omlaag. worden gesloten door eraan te trekken.
06-23 Opbouw binnenzijde 6.9 Verduisteringssysteem voor cabine Frontsysteem (accessoire) • Schuif de vergrendelingen naar buiten om het sluitme- chanisme te openen. Het verduisteringsgordijn mag uitsluitend worden uitgetrok- • Breng de beide greeplijsten in het midden samen. Ma- ken als het voertuig stilstaat en de motor is uitgeschakeld. gneetsluiting vergrendelt automatisch. Vóór het begin van een rit moet het systeem volledig worden Zijsysteem samengevouwen en vergrendeld. Als de camper niet wordt gebruikt moet het verduisterings- • Trek de greeplijst tot aan de aanslaglijst. Magneetsluiting systeem worden ingeklapt, omdat dit anders door warmte- vergrendelt automatisch.
Opbouw binnenzijde 06-24 6.10 Dakluik opbouw Veiligheidsaanwijzingen - Open het dakluik niet als het hard waait, regent, hagelt enz., of bij buitentemperaturen onder 20°C! - Verwijder sneeuw, ijs of vuil voordat u het dakluik opent. Houd rekening met de ruimte die het geopende daklu- ik inneemt als u het onder een boom of in een garage opent. - Ga niet op het dakluik staan. - Sluit en vergrendel het dakluik vóór het begin van iedere rit. Open insectenrolgordijn en plooigordijn (ruststand). Klein dakluik - Sluit bij sterke zonneschijn de verduistering slechts voor ¾ deel, omdat anders gevaar voor oververhitting dreigt. Openen Voordat u het luik opent, dient u zich ervan te vergewissen De ventilatieopeningen van de luchtroosters dat er boven de caravan voldoende ruimte is voor het luik moeten steeds open blijven. Luchtroosters nooit in geopende toestand. sluiten of afdekken! • Het dakluik kan tegen de rijrichting in worden opengezet in Vergewis u er vóór het begin van elke rit van dat het daklu-...
Pagina 73
06-25 Opbouw binnenzijde Verduisteringsrolgordijn Trek het rolgordijn aan de onderste greeplijst omlaag tot in de gewenste positie of tot de sluiting inklikt in de greeplijst van het insectenrolgordijn. Insectenhor Schuif de greeplijst van de insectenhor en tegen de greeplijst van het verduisteringsrolgordijn totdat ze vastklikken. Groot dakluik Openen • Klap de draaihendel in de gebruikspositie. Door met de wijzers van de klok aan de hendel te draaien kunt u nu het luik openen tot de gewenste positie. Bij het bereiken van de max. openingshoek van 60° voelt u weerstand. Sluiten • Draai de draaihendel tegen de wijzers van de klok in totdat het luik is gesloten en u weerstand voelt. In gesloten positie kan de draaihendel weer in de uitsparing klappen. Voor een veilige vergrendeling moet de draaihendel in de uitsparing geklapt zijn. Controleer de vergrendeling door met de hand tegen het glas te drukken.
Pagina 74
Opbouw binnenzijde 06-26 Dakluik rond Openen • Trek alle drie de vergrendelingen aan de onderkant in de richting van het midden van het raam en draai ze los. • Duw het dakluik tot aan de aanslag over het gehele op- pervlak naar boven. Sluiten • Trek het dakluik dicht. • Duw de vergrendelingen krachtig dicht totdat ze vast- klikken.
06-27 Opbouw binnenzijde Stoelen draaien • Zet de armleuningen omhoog. • Schuif de stoel in de middenstand. • Beweeg de hendel om de stoel te verdraaien. De stoel wordt uit de vergrendeling losgemaakt. • Druk de gordelsluiting naar beneden om deze niet te be- schadigen. • Draai de stoel in de gewenste positie. 6.11 Zittingen in de cabine Aanwijzingen m.b.t. de bediening kunt u vinden in de gebruiksaanwijzing van het basisvoertuig. • Zet de draaistoelen vóór elke rit vast in de rijrichting. • Laat de stoelen tijdens het rijden vergrendeld in de rijrichting staan en draai ze niet. • Bij een stilstaand voertuig: Let er bij het draaien van de chauffeursstoel op dat de handrem niet per ongeluk wordt ontgrendeld.
Opbouw binnenzijde 06-28 6.12 Zitplaatsen in het woongedeelte Ombouw van de L-zitgroep/afzonderlijke zitplaats Om de buitenste zitplaats bij modellen met een L-zitgroep te Bevestiging zitkussens kunnen gebruiken, moet deze vóór elke rit worden omgebouwd. Ombouw De zit- en rugkussens worden door een anti-slip mat op hun • Verwijder zitkussens en rugleuningen. plaats gehouden. • Klap de plaat 180° naar achteren om en leg hem op de dwarsbank. Zorg ervoor dat de zit- en rugkussens goed vast zitten. • Open de grendel , draai de steunwand 90° en sluit de grendel weer veilig af. • Leg zitkussen en rugleuning weer op de dwarse zitbank. Hoogteverstelling van de hoofdsteunen Zorg ervoor dat de riemen en gordelsluitingen zichtbaar en • Pak het kussen van de hoofdsteun met de hand vast en gebruiksklaar zijn.
06-29 Opbouw binnenzijde • Leg het bovenste gedeelte van de gordel over de schouder en diagonaal over de borst. • Leg het onderste deel van de gordel over de heupen heen. Gordel losmaken • Druk op de knop in het gordelslot voor het ontgrendelen van de slottong. • Maak voor het begin van de rit de veiligheidsgordel vast 6.13 Veiligheidsgordels in het woongedeelte en houd hem tijdens het rijden voortdurend om. • Beschadig de veiligheidsgordels niet en zorg ervoor dat De middelste zitgroepen zijn voorzien van veiligheidsgordels ze niet beklemd raken. Laat beschadigde veiligheidsgor- dels door een erkend garagebedrijf vervangen. en kunnen optioneel worden uitgerust met extra veiligheids- • Verander niets aan de bevestigingen van de gordels, het gordels. rolmechanisme en de sluitingen van de gordels. • Gebruik elke veiligheidsgordel slechts voor één volwas- Neem goede nota van het desbetreffende zitplaatseno- sen persoon tegelijk. Maak voorwerpen niet samen met verzicht van uw voertuig. Op bepaalde zitplaatsen mogen personen vast door middel van een veiligheidsgordel. tijdens het rijden geen personen zitten! • Veiligheidsgordels zijn niet geschikt voor personen met een lichaamslengte van minder dan 150 cm. Gebruik in Veiligheidsgordel omdoen voorkomende gevallen extra bevestigingssystemen. De gordel mag niet worden verdraaid. • Vervang veiligheidsgordels na een ongeval.
Opbouw binnenzijde 06-30 6.14 Overzicht van de zitplaatsen A55 GS Siesta 65 FL Siesta Zitplaatsen 1 - 4: het gebruik ervan is tijdens het rijden toegestaan Zitplaatsen 1 - 4: het gebruik ervan is tijdens het rijden toegestaan Zitplaatsen 5 - 6: het gebruik ervan is tijdens het rijden niet toegestaan Zitplaats 5: het gebruik ervan is tijdens het rijden niet toegestaan A65 GM Siesta 65 TL Siesta Zitplaatsen 1 - 4: het gebruik ervan is tijdens het rijden toegestaan Zitplaatsen 1 - 4: het gebruik ervan is tijdens het rijden toegestaan Zitplaatsen 5 - 6: Alleen bij optie extra gordelsysteem tijdens het rijden toege- Zitplaats 5: het gebruik ervan is tijdens het rijden niet toegestaan staan. Bij versie zonder extra gordelsysteem is het gebruik van deze zitplaatsen tijdens het rijden niet toegestaan.
07-1 Elektrische installaties Hoofdstuk 7: Elektrische 7.2 Elementen van de elektrische installatie De stroomvoorziening vindt plaats via de 80 AH GEL-huisaccu installaties in combinatie met een automatische acculader. 7.1 Veiligheidsinstructies Hoofdelementen van de elektrische installatie • CONTROLEPANEEL PC-100 HB – Let op het volgende: aansturing van de apparaten en toestandsaanduidingen.
07-2 Elektrische installaties Adviezen en controle Ondanks een onderbroken accuhoofdschakelaar wordt de accu door zelfontlading zwakker. • Als de accu voor de apparaten wordt verwijderd, moet de Belangrijk pluspool worden geïsoleerd (om kortsluiting bij het inscha- • Eventuele veranderingen aan de elektrische installatie mo- kelen van de motor te vermijden).
Pagina 83
07-3 Elektrische installaties Geeft aan dat de huisaccu door de dynamo wordt opge- 9 10 11 12 13 14 15 laden. LED geeft aan dat de voertuigaccu wordt getest, knip- peren duidt op een lege accu. LED geeft aan dat de huisaccu wordt getest, knipperen duidt op een lege accu.
Elektrische installaties 07-4 Bedieningspaneel verlichting Intelligente accusensor (IBS) Uw voertuig is optioneel uitgerust met een accusensor. De Verklaring van de symbolen IBScontrol meet de nog beschikbare capaciteit van de accu en geeft eveneens de veroudering ervan weer. AAN / UIT Verklaring van de symbolen Spots keukenblok Indicatie resterende looptijd...
Pagina 85
07-5 Elektrische installaties Veroudering van de accu (SOH = State of Health) Voorbeeld: de oorspronkelijke accucapaciteit is al met 2% verminderd. Oplaadniveau (SOC = State of Charge) Het huidige oplaadniveau van de accu Voorbeeld: oplaadniveau 88% 1 2 3 4 Verdeelmodule Zekeringen 10A-zekering voor de stroomvoorziening van de voor-...
07-6 Elektrische installaties 7.3 Stroomvoorziening 10A-zekering voor de stroomvoorziening van de verwar- ming/boiler 20A-zekering voor de verlichting De camper wordt via de volgende aansluitingen voorzien van 20A-zekering voor de verlichting elektriciteit: 30A-zekering voor de stroomvoorziening van de 12V - netaansluiting (wisselspanning 230V). AES-absorptiekoelkast - huisaccu (gelijkspanning 12V).
07-7 Elektrische installaties Buitencontactdoos Bij kabelhaspels zonder oververhittingsbeveiliging moet de elektriciteitskabel volledig van de kabelhaspel worden Openen afgewikkeld. • Pak de afdekklep onderaan vast en draai hem naar boven toe. • Gebruik alleen stekkers en kabels volgens CEE-norm. • Breng eerst de verbinding met de ingangscontactdoos van Sluiten het voertuig tot stand.
07-8 Elektrische installaties Ontladingsbeveiliging 7.4 Werking van de voedingseenheid Als de accuspanning van de huisaccu tot onder de 10,5V daalt, Installatieplaats van de acculader worden alle 12V-apparaten door een relais uitgeschakeld. De acculader bevindt zich onder de bijrijdersstoel. Schakel de 12V-hoofdschakelaar bij het in werking treden van de ontladingsbeveiliging uit om extra ontlading van de Werking op netaansluiting 230V huisaccu te voorkomen.
07-9 Elektrische installaties Werking van de acculader Werking bij draaiende motor Zodra de motor loopt, schakelt een relais de startaccu en de Apparaatbeveiliging huisaccu parallel. Het signaal D+ is aangesloten op de dynamo. Mocht de acculader door te hoge omgevingstemperaturen of De dynamo laadt dus beide accu’s op.
07-10 Elektrische installaties De spanning van de huisaccu moet toenemen, wanneer 7.5 Huisaccu - het motortoerental boven het stationaire toerental ligt. - de voertuigaccu niet volledig ontladen is. Installatieplaats - Onder de bijrijdersstoel of in een apart opbergvak, van Het laadniveau van de dynamo wordt weergegeven op het buiten toegankelijk (bij SW extra accu).
07-11 Elektrische installaties Accu vervangen • A.u.b. niet roken tijdens het vervangen van de accu. • Verbreek de verbinding met het 230V-net. • Vóór het af- of aankoppelen van de accu moeten alle 12V- apparaten worden uitgeschakeld en de accuhoofdscha- kelaar worden geopend.
Beveiliging vindt plaats door zekeringen op de 12V-verdeel- module. Bij uitval van een apparaat geldt: • Controleer de zekering van de desbetreffende stroomkring. • Vervang de zekering. • Als de zekering opnieuw doorbrandt, neem dan contact op met uw erkende Hobby-dealer.
07-13 Elektrische installaties 7.8 Achteraf geïnstalleerde apparaten Achteraf ingebouwde elektronische apparaten, die tijdens de rit kunnen worden gebruikt (bijv. mobiele telefoon, zendappa- ratuur, radio’s, achteruitrijcamera’s, navigatie-apparatuur e.d.) moeten volledig voldoen aan de EMV-bepalingen. De appa- raten moeten zijn goedgekeurd conform de richtlijn 72/245/ EG, versie 95/54/EG, aangezien anders verstoringen van de aanwezige elektronische systemen niet kunnen worden uitgesloten.
08-1 Water 8.1 Watervoorziening Hoofdstuk 8: Water De camper is uitgerust met een vaste verswatertank. Een 8.1 Algemene informatie elektrische drukpomp pompt het water naar de afzonderlijke tapplaatsen. Door het openen van een waterkraan wordt de • Gebruik in de omgang met levensmiddelen altijd water van drinkwaterkwaliteit.
Pagina 96
Water 08-2 Drinkwatertank leegmaken • Schakel de 12V-hoofdschakelaar in. • De aftapkraan bevindt zich naast de drinkwatertank in • Schakel zo nodig via het controlepaneel de waterpomp in de zitgroep tegen de buitenwand, dan wel is toegankelijk • Zet alle waterkranen op ‘warm’, draai ze open en wacht via de toiletklep.
08-3 Water Vuilwatertank • Schakel de 12V-stroomvoorziening via het controlepaneel uit. De vuilwatertank is voorzien van een verwarmingselement • Zet alle aftapkranen open. (ca. 40 W) dat voorkomt dat het afvalwater bij lichte vorst • Open zo mogelijk de afsluitdop van de drinkwatertank. bevriest.
Pagina 98
Water 08-4 Leeg uw vuilwatertank alleen bij een speciaal hiervoor bestemd vuilwaterinzamelpunt, maar nooit in de vrije natuur! Vuilwaterinzamelpunten zijn doorgaans te vinden bij wegrestaurants, kampeerterreinen of tankstations. Vuilwatertank leegmaken • Aan de linker kant onder het voertuig bevindt zich de afvalwateruitlaat.
08-5 Water 8.3 Warmwaterbereiding De verwarming van water vindt plaats m.b.v. een in het ver- warmingsapparaat geïntegreerde boiler met een inhoud van 10 l. Bij gebruik tijdens de zomer kan het water onafhanke- lijk van de werking van de verwarming worden verwarmd. Aanwijzingen over de bediening van de boiler vindt u in hoofdstuk 9.3 “Verwarming”.
Pagina 100
08-6 Water Doseer de toiletvloeistof zeer zuinig. Een overdosis is geen Doe nooit rechtstreeks toiletvloeistof in de toiletpot. waarborg voor het voorkomen van geurvorming! • Doe de aangegeven hoeveelheid toiletvloeistof in de toilet- • Schuif de toilettank weer op zijn plaats terug. tank.
Water 08-7 Bediening Toilettank leegmaken • Draai de toiletpot in de gewenste positie. De toilettank moet geleegd worden uiterlijk als de LED gaat • Laat wat water in de toiletpot lopen door op de spoelknop branden. Aanbevolen wordt om de tank al te legen vóór het te drukken, of open de schuif door de schuifgreep onder zover is.
Pagina 102
08-8 Water Wateraansluiting buitendouche Leeg de toilettank alleen bij een speciaal hiervoor be- (accessoire) stemd vuilwaterinzamelpunt, maar nooit in de vrije natuur! • Breng de toilettank naar een speciaal hiervoor bestemd Openen vuilwaterinzamelpunt. Richt daarbij de aftappijp naar bo- • Schuif de afdekklep na boven om de wateraansluiting ven.
09-1 Hoofdstuk 9: Gas Als het vermoeden bestaat dat er gas vrijkomt, moeten onmiddellijk de volgende maatregelen worden genomen: • Sluit de hoofdafsluiter van de gasfles. 9.1 Algemene veiligheidsinstructies voor het • Ontstekingsbronnen als open vuur of roken zijn ten gebruik van vloeibaar-gasinstallaties strengste verboden.
09-2 Regelaars en ventielen Vóór ingebruikname • Gebruik uitsluitend speciale voor voertuigen regelaars met • De gasafvoerbuis moet dicht en vast zijn aangesloten aan veiligheidsklep. Andere regelaars zijn volgens DVWG-werk- verwarming en schoorsteen. Hij mag geen beschadigingen blad G 607 niet toegestaan en voldoen niet aan de zware vertonen.
09-3 9.2 Gasvoorziening Gasfleskast De toegang tot de gasfleskast bevindt zich afhankelijk van de De camper is uitgerust met een propaangasinstallatie (gasfles uitvoering in de garageruimte achterin of apart in de zijwand. niet standaard meegeleverd). Deze installatie levert gas aan de volgende apparaten: De gasfleskast biedt plaats aan 2 x 11 kg propaangasflessen .
09-4 Voor de gasfleskast geldt: • Controleer de bevestiging van de gasflessen vóór iedere rit. De gasflessen moeten rechtop staan en ventielen moe- ten worden gesloten. • Trek losse riemen vast. • Steeds als een gasfles verwisseld is, moet met een lekzo- ekmiddel worden gecontroleerd of de hogedrukslang op de fles helemaal dicht is.
09-5 Gasfles verwisselen Gasafsluiters Voor elk geïnstalleerd gasapparaat is een bijbehorende Tijdens het verwisselen van de gasfles niet roken en geen gasafsluiter ingebouwd. De gasafsluiters bevinden zich in open vuur ontsteken! Controleer na het verwisselen van de de keukenla boven de bestekbak (AK) resp. in de onderste gasfles of er bij de aansluitpunten gas weglekt.
09-6 Door schokken kan in de loop der jaren geringe lekkage optreden. Wanneer u lekkage vermoedt, laat uw gasin- stallaties dan controleren door uw dealer of een gasin- stallatiebedrijf. Een dichtheidscontrole mag nooit worden uitgevoerd in de buurt van open vuur. Verwarming (Oven) Gasfornuis Koelkast Voor afsluitkranen en ventielen geldt: •...
09-7 Gasregelaar met crashsensor (accessoire) Met de MonoControl CS is het mogelijk het voertuig ook tijdens het rijden te verwarmen. De geïntegreerde crashsensor onderbreekt bij een ongeval automatisch de gastoevoer en voorkomt zodoende het uit- stromen van gas. (effect van de vertraging 3,5g ± 0,5 g; komt overeen met een botssnelheid van 15-20 km/u tegen een vast obstakel) Ingebruikneming Open de flesafsluiter...
Pagina 110
09-8 Gasfles verwisselen Gebruik voor het vast- en afschroeven van de slangen de bijgevoegde schroefhulp, deze garandeert het benodigde aanhaalmoment. • Open de deur van de gasfleskast. • Sluit de hoofdafsluiter van de gasfles. Let op de richting van de pijl. •...
Pagina 111
09-9 a Met de draaiknop, die naar links resp. rechts kan worden gedraaid, kan de ene resp. andere gasfles in bedrijf worden gesteld. DuoCo mfort b Geeft de status weer van de gasfles die op dat moment in gebruik is. Groen: vol Rood: leeg Werking...
Pagina 112
09-10 DuoC Afstandsindicatie voor omschakelklep (accessoire) De afstandsindicatie is gekoppeld aan de omschakelklep van de gasinstallatie met twee flessen. a Gebruik tijdens de zomer. Schakelaar is naar beneden gedrukt: LED geeft status hoofdfles weer. b Display uitgeschakeld. c Gebruik tijdens de winter. Schakelaar is naar boven gedrukt: aanvullend op statusweergave wordt de omschakelklep verwarmd (gele LED brandt).
Door het aanbrengen van veranderingen aan inbouwappa- ratuur alsook door het niet naleven van de gebruiksvoor- schriften vervalt de garantie en aanvaart HOBBY geen enkele aansprakelijkheid meer. Bovendien vervalt de gebruiksvergun- ning voor het betreffende apparaat en daardoor in sommige...
10-2 Inbouwapparatuur 10.2 Heteluchtverwarming Combi De Combi verwarming op vloeibaar gas is een heteluchtver- ° warming met geïntegreerde boiler (inhoud: 10 l). Het gebruik ° van de verwarming is zowel met als ook zonder waterinhoud g, h onbeperkt mogelijk. Ingebruikneming °...
Pagina 115
Inbouwapparatuur 10-3 Activeren • Druk de knop licht in stand (m) en draai tegelijkertijd de schakelaar 90° in stand (k). • Zolang de schakelaar in stand (k) staat, blijft de knop in stand Deactiveren • Draai de schakelaar vanuit stand (k) 90° in parallelstand naar Frost-Control.
Inbouwapparatuur 10-4 Combi Combi ° ° ° ° g, h g, h ° ° Gebruik tijdens de winter Gebruik tijdens de zomer Verwarmen met gecontroleerde watertemperatuur • Zet de draaischakelaar op het bedieningspaneel in stand • Zet de draaischakelaar in de bedrijfsstand (e). Zet de (c –...
Pagina 117
10-5 Inbouwapparatuur Verwarmen zonder gecontroleerde watertemperatuur De groene LED (b) voor ‘in bedrijf’ brandt en toont gelijktij- • Zet de draaischakelaar in de bedrijfsstand (d). dig de stand van de gekozen kamertemperatuur. De gele LED (g) brandt alleen bij temperaturen van het apparaat •...
Pagina 118
Inbouwapparatuur 10-6 Uitschakelen Schakel bij temperaturen onder ca. 7°C eerst de ver- • Schakel de verwarming uit met de draaischakelaar warming in om de inbouwruimte en de FrostControl bij (stand f). De groene LED (b) dooft. de aftapkraan te verwarmen. Na enkele minuten, als de temperatuur bij de FrostControl boven 7°C ligt, kan de aftapkraan worden gesloten.
10-7 Inbouwapparatuur a Draaischakelaar energiekeuze Combi E b Werking op elektriciteit 230 V, 1800 W c Werking op elektriciteit 230 V, 900 W d Werking op gas e Combifunctie* (werking op gas en elektriciteit 900 W) Combifunctie* (werking op gas en elektriciteit 1800 W) g Gele LED brandt “werking op elektriciteit”...
Inbouwapparatuur 10-8 10.4 Standverwarming cabine (accessoire) De verwarming is in de waterkringloop geïntegreerd, de stroomvoorziening vindt plaats via de 12V-huisaccu. Werking M.b.v. de schakelaar in de cabine wordt de verwarmingsfunc- tie handmatig bediend. Schakelaar in stand : alleen de cabine wordt verwarmd. Schakelaar in stand : met voorrang wordt de motor verwarmd, maar de binnenruimte wordt eveneens voorver-...
10-9 Inbouwapparatuur 10.5 Koelkast Bedrijfsmodi De koelkast werkt op drie manieren. - op 12V: elektriciteitsvoorziening via de accu van de camper - op 230V: elektriciteitsvoorziening van externe bron. - op vloeibaar gas: gasvoorziening uit de gasflessen van de camper. Neem a.u.b. vóór ingebruikneming goede nota van de aanwijzingen in de handleiding van de fabrikant.
Inbouwapparatuur 10-10 Werking op 230V • Uitschakelen: draai de energiekeuzeschakelaar in de 0-stand • Zet de energiekeuzeschakelaar op netvoeding. • Sluit de hoofdafsluiter op de gasfles alsmede de gasafs- • Regel de temperatuur met thermostaat , de temperatu- luiter voor de koelkast. urniveaus zijn niet gerelateerd aan absolute temperatuur- waarden.
10-11 Inbouwapparatuur Zet de koelkastdeur – als de koelkast niet in gebruik is – al- tijd vast in de ventilatiestand, om de vorming van schimmel en onaangename geurtjes te voorkomen. Vergrendeling Dometic Vergrendeling Slim Tower Vergrendeling koelkastdeur Tijdens het rijden moet de deur van de koelkast altijd gesloten en vergrendeld zijn.
Pagina 124
Inbouwapparatuur 10-12 Vriesvak verwijderen • Ontgrendel het vriesvak met behulp van een schroevendraaier. • Verwijder de deur. • Schuif beide klemmen naar het midden. • Trek het vriesvak enigszins naar voren. • Haak de deur los. • Verwijder de bodem...
10-13 Inbouwapparatuur Kooktoestellen of andere toestellen die bij de verbranding lucht aan de binnenruimte onttrekken, mogen nooit voor verwarming van het voertuig gebruikt worden. Bij veron- achtzaming bestaat acuut levensgevaar door zuurstofge- brek en de mogelijke vorming van het reukloze koolmo- noxide.
Pagina 126
Inbouwapparatuur 10-14 • Sluit de gasafsluiter van het gaskomfoor. Gebruik voor het vastpakken van hete potten, pannen en vergelijkbare voorwerpen kookhandschoenen of pannen- lappen. Gevaar voor verbranding! Laat de glasplaat na het koken nog zo lang openstaan als de branders hitte afgeven. De glasplaat zou anders kunnen barsten.
10-15 Inbouwapparatuur • Als de brandervlam per ongeluk wordt gedoofd, zet dan de draaiknop in de nulstand en laat de brander minstens een minuut uitgeschakeld. Probeer pas daar- na opnieuw de oven te ontsteken. • Gebruik de oven nooit zonder inhoud (te verwarmen gerechten).
Inbouwapparatuur 10-16 • Houd de draaiknop enkele seconden ingedrukt totdat het veiligheidsventiel van de ontsteking de gastoevoer open houdt. • Laat de draaiknop los en zet hem op de gewenste vermo- gensstand (alleen oven). • Sluit de ovendeur voorzichtig zodat de vlam niet uitgaat. Uitschakelen •...
10-17 Inbouwapparatuur 10.9 Dak-airconditioning (accessoire) Ventilatierichting instellen • Draai eerst de draaiknop tegen de wijzers van de klok in. De klimaatinstallatie bevindt zich – in plaats van een dakraam – • Zet de schuif in de gewenste ventilatierichting. in het plafond van het woongedeelte.
Meer informatie ontvangt u ook via www.ford.de Niet elke Ford dealer is voldoende geoutilleerd om zelf cam- Hobby adviseert vóór een bezoek aan een servicedealer met pers vakkundig te kunnen onderhouden en repareren. deze contact op te nemen en te informeren of de benodigde voorzieningen (bijv.
M.b.t. de onderhoudsintervallen geldt: 11.2 Ventileren • Laat de eerste onderhoudsbeurt 12 maanden na de eerste toelating uitvoeren bij een HOBBY-dealer. Een voldoende luchttoevoer en ontluchting van het interieur is • Laat alle verdere onderhoudsbeurten eens per jaar uitvoeren voor een behaaglijk binnenklimaat absoluut noodzakelijk. Tevens bij een HOBBY-dealer.
Onderhoud en verzorging 11-3 11.3 Verzorging Droog schijnwerpers en lamphouders grondig af, omdat zich daar water kan ophopen. Buitenreiniging Was het voertuig niet vaker dan nodig. Wassen met hogedrukspuit Was het voertuig alleen op speciaal hiervoor bestemde Richt de straal van de hogedrukspuit niet rechtstreeks op wasplaatsen.
Neem daarbij de door de fabrikant door corrosie te voorkomen. Maak hiervoor a.u.b. gebruik aanbevolen aanwijzingen voor het gebruik van de was in van de hulp van uw HOBBY-dealer. acht. Dakluiken, ramen en deuren Voor het glimmend poetsen van de oppervlakken geldt: De ramen moeten in verband met hun kwetsbaarheid bijzon- •...
11-5 Onderhoud en verzorging Binnenreiniging De volgende reinigingsmethoden worden aanbevolen: Methode A: Ga bij de interieurreiniging zuinig om met water om vocht- problemen te reduceren. • Gebruik uitsluitend gangbare reinigingsmiddelen op water- basis. • Voeg er desgewenst 2 eetlepels ammoniak op 1 liter water M.b.t.
Pagina 136
Onderhoud en verzorging 11-6 Chocolade of koffie moet alleen met lauwwarm water worden M.b.t. meubeloppervlakken geldt: afgewassen. • Reinig houten meubelfronten met een vochtige doek of spons. • Wrijf met een stofvrije doek droog. M.b.t. het tapijt geldt: • Gebruik een mild meubelverzorgingsmiddel. •...
11-7 Onderhoud en verzorging Accessoires 11.4 Winterpauze voor de camper M.b.t. de verzorging geldt: Met het invallen van de winter eindigt vaak ook het cam- • Reinig kunststof onderdelen (bijv. bumpers, ommantelingen) pingseizoen. Voor de nu volgende winterpauze moet uw met water van maximaal 60°C en een mild huishoudelijk camper goed worden voorbereid.
Pagina 138
Onderhoud en verzorging 11-8 Voor de reservoirs geldt: • Leeg en reinig de drinkwatertank. • Leeg en reinig de vuilwatertank. • Leeg en reinig de toilettank. • Maak de boiler volledig leeg. Schakel daartoe de stroom- voorziening m.b.v. het controlepaneel uit en zet alle water- kranen open.
11-9 Onderhoud en verzorging 11. 5 Gebruik tijdens de winter Voor het interieur van de camper geldt: • Leeg en reinig de koelkast, laat de koelkastdeur geopend. • Laat deuren van bergruimten en kasten open staan i.v.m. Voorbereidingen de ventilatie. Door het algehele voertuigontwerp is uw camper tot op zekere •...
Pagina 140
Onderhoud en verzorging 11-10 Voor de ventilatie geldt: • Laat ook bij afwezigheid en ’s nachts de binnenruimte niet • Zet de verwarming op hoogste stand tijdens de opwarm- geheel afkoelen en laat de verwarming op een laag vermo- fase van het voertuig, en open plafondkasten, gordijnen en gen branden.
11-11 Onderhoud en verzorging Na afloop van het winterseizoen M.b.t. de verzorging geldt: • Was het chassis en de motor grondig. Hierdoor worden cor- rosiebevorderende ontdooimiddelen (zouten, loogrestanten) verwijderd. • Maak de buitenkant schoon en behandel metaalplaten met autowas. • Vergeet niet schoorsteenverlengstukken, koelkastpanelen e.d.
12-1 Afvalverwerking en milieubescherming Hoofdstuk 12: Afvalverwerking en milieubescherming 12.1 Milieu en mobiel reizen Milieuvriendelijk gebruik Gebruikers van een camper of caravan dragen vanzelfsprekend een bijzondere verantwoordelijkheid voor het milieu. Daarom dient het voertuig altijd op milieuvriendelijke wijze te worden gebruikt.
Pagina 144
Afvalverwerking en milieubescherming 12-2 M.b.t. afvalwater geldt: M.b.t. fecaliën geldt: • Verzamel afvalwater aan boord alleen in ingebouwde vuil- • Voeg uitsluitend toegelaten toiletvloeistof aan de toilettank watertanks of desnoods in hiervoor geschikte reservoirs! toe. • Laat afvalwater nooit weglopen in de vrije natuur of in riool- Door het installeren van een systeem met een actieve-kool- putten! De riolering in dorpen en steden komt meestal niet filter (onderdelenhandel) kan het gebruik van toiletvloeistof...
Pagina 145
12-3 Afvalverwerking en milieubescherming Afvalverwerking • Laat de toilettank nooit te vol worden. Maak uiterlijk wanneer niveau-indicator gaat branden, de tank onmiddellijk leeg. • Laat fecaliën nooit in rioolputten weglopen! De riolering in dorpen en steden komt meestal niet uit op waterzuiveringsin- stallaties.
(op het moment van ter perse gaan) de fabrikant van het basisvoertuig verantwoordelijk voor de terugneming ervan. Uw HOBBY-camper moet dus gratis via het complete netwerk van Ford-dealers teruggenomen en vakkundig verwerkt wor- den.
13-3 Technische gegevens 13.3 Technische gegevens Uitstoot van Hobby Bouwserie Type Basis- Motor Chassis Onderstelverlenging Trekhaak uitlaatgassen model voertuig standaard Trekbok Kogelkop FORD Transit V347 (voorwielaandrijving) 65 TL Siesta TI H2 FT 350 L 2.2 TDCi (92 kW) Euro 5...
Pagina 150
Technische gegevens 13-4 Spoor- Spoor- Aanhang- Aanhang- Toel. Toel. Gordel- Zit- Max. toel. Opbouw Tot. Hoogte Breedte Wiel- gew. gew. breedte breedte OV OA asbelasting asbelasting lengte lengte systeem plaatsen [kg] totaalgew. basis ger. onger. vóór achter vóór achter FORD Transit V347 (voorwielaandrijving) UAP 142 (20-10008075) 3500 1750...
13-9 Technische gegevens 13.5 Gewicht accessoires Voorwerp Gewicht [kg] Voorwerp Gewicht [kg] 2 extra luidsprekers in het woongedeelte ........2,00 DOMETIC dak-airconditioning B 2200, 230V Accusensor ..................0,90 (Heki dakluik kan komen te vervallen) ........34,00 Achterladder ................13,00 DOMETIC-SEITZ dakluik Midi Heki 700 x 500 mm, Achtersteunen ................6,00 in plaats van Mini Heki aan achterzijde ........4,50 Achteruitrijdvideosysteem met kleurenmonitor...
Pagina 156
Hefbed, mechanisch ..............50,00 winterventilatie verlicht, dimbaar) ..........1,00 Hobby starterpakket ..............55,10 Spatlappen achter .................2,00 Insectenhor voor toegangsdeur ............3,50 Stofcombinatie naar wens uit de Hobby stofferingscollectie ..0,00 Insteekbare werkbladverlenging............1,50 Tapijt woongedeelte en cabine, uitneembaar ........5,60 LED-dagrijverlichting ..............1,50 TELECO satellietantenne met autom. richtfunctie 65 cm, Lederen zitgroep (crèmewit/crèmewit-bruin) ....
“extra uitrusting” alsmede de “persoonlijke uitrusting” te worden afgetrokken van de “technisch toelaatbare maximummassa”. Vul hiervoor a.u.b. de gegevens van uw persoonlijke droomcamper in onderstaande tabel in. Bij vragen of onduidelijkheden hieromtrent staat uw Hobby-dealer u graag met raad en daad terzijde. HOBBY caravanfabriek...
Pagina 160
Bijlage B-2 Model: Technisch toelaatbare maximummassa: Rijklaar gewicht (incl. gas, water, elektrische installatie, chauffeur en brandstof): Conventionele belasting (aantal zitplaatsen [behalve chauffeur] x 75 kg: Extra uitrusting: 10.) 11.) 12.) 13.) 14.) 15.) Persoonlijke uitrusting = (10 x N) + (10 x L): N - aantal geregistreerde zitplaatsen (inclusief chauffeur) L - lengte van het voertuig in meter Restlading:...