Hoofdonderdelen
Hiermee voltooit u de selectie van een menu- of instellingsitem.
Hiermee corrigeert u fouten wanneer een afdruktaak wordt uitgevoerd of hervat u de normale werking van
het apparaat nadat u vastgelopen papier hebt verwijderd of documenten hebt verwijderd die zich nog in de
ADF bevonden.
(8)
Numerieke toetsen
Deze toetsen worden gebruikt om numerieke waarden in te voeren, zoals het aantal kopieën, fax- of
telefoonnummers en tekens.
(9)
Knop Nummerherhaling/Pauze
Hiermee kunt u de nummers weergeven die onlangs zijn gekozen met de numerieke toetsen en het
geselecteerde nummer opnieuw kiezen. U kunt deze knop ook gebruiken om een onderbrekingstijd in te
voeren tussen of na nummers, bijvoorbeeld als er internationale nummers worden geregistreerd of
gekozen.
(10)
Knop Verkort kiezen
Hiermee wordt de lijst voor verkort kiezen of de lijst voor het zoeken van telefoonnummers weergegeven in
het scherm voor verkort kiezen. U kunt een ontvanger van de lijst kiezen.
(11)
Knop Stoppen (Stop)
Hiermee annuleert u actieve afdruk-, kopieer- of scantaken of het verzenden/ontvangen van een fax.
(12)
Knop Zwart (Black)
Hiermee stelt u in dat er in zwart-wit moet worden gekopieerd, gescand, gefaxt, enzovoort. Indien
beschikbaar licht deze knop blauw op.
(13)
Knop Kleur (Color)
Hiermee stelt u in dat er in kleur moet worden afgedrukt, gekopieerd, gescand, gefaxt, enzovoort. Indien
beschikbaar licht deze knop blauw op.
(14)
Knop Handsfree
Hiermee verbindt u de telefoonlijn of verbreekt u de verbinding.
(15)
Knop Toon
Hiermee schakelt u tijdelijk over op kiezen met toon of wijzigt u de invoermodus bij het invoeren van tekens.
Deze knop wordt ook gebruikt om te kiezen met de numerieke toetsen.
(16)
Knop Terug (Back)
Hiermee keert u terug naar het vorige scherm op het LCD-scherm.
(17)
Functietoetsen
Hiermee selecteert u items die onder in het LCD-scherm worden weergegeven.
Zie
Basishandelingen in de verschillende modi
(18)
Knop KAART
Hiermee wordt het apparaat naar de kaartmodus geschakeld.
Zie
Basishandelingen in de verschillende modi
(19)
Knop SCANNEN
Hiermee wordt het apparaat naar de scanmodus geschakeld.
Zie
Basishandelingen in de verschillende modi
(20)
Knop Instellingen
Hiermee wordt het instellingsmenu weergegeven.
Zie
Basishandelingen in de verschillende modi
(21)
Alarmlampje
Dit lampje brandt of knippert oranje als er een fout optreedt, bijvoorbeeld als het papier of de inkt op is.
(22)
Knoppen Snelkiezen
Hiermee kiest u vooraf geregistreerde fax-/telefoonnummers of groepen met één handeling.
Opmerking
Het apparaat maakt piepgeluiden als er knoppen op het bedieningspaneel worden ingedrukt.
Zie
Apparaatinstellingen
.
.
.
.
als u het piepvolume wilt wijzigen.
Pagina 9 van 1183 pagina's