Een bepaald gedeelte afdrukken (Afsnijden)
Uitgebreide Handleiding
>
Afdrukken met het bedieningspaneel van het apparaat
>
Handige weergavefuncties gebruiken
Een bepaald gedeelte afdrukken (Afsnijden)
U kunt afbeeldingen op het LCD-scherm bewerken door deze bij te snijden.
Opmerking
Snijd afbeeldingen pas bij nadat u op het scherm Afdrukinstellingen het paginaformaat en
mediumtype hebt opgegeven en hebt aangegeven of u afbeeldingen wilt afdrukken met of zonder
randen. Als u een papierformaat opgeeft nadat u de afbeelding hebt bijgesneden, kan het
afgesneden gedeelte aan het papier worden aangepast of volledig worden genegeerd.
1.
Selecteer de foto die u wilt bijsnijden.
2.
Druk op de middelste functieknop om het scherm voor bijsnijden weer te geven.
3.
Selecteer het gebied dat u wilt afdrukken.
Knoppen
,
,
en
Plaats het bijsnijdkader in de gewenste positie.
Schuifwiel:
Hiermee stelt u het formaat van het bijsnijdkader in.
Draai het schuifwiel rechtsom om het formaat van het bijsnijdkader te vergroten en linksom om het
te verkleinen.
Knop
Hiermee past u de verhouding van het bijsnijdkader aan.
Knop
Hiermee draait u het bijsnijdkader.
Gebruik deze knop om het bijsnijdkader in te stellen op staand of liggend.
Knop Terug
Hiermee sluit u het scherm voor bijsnijden en keert u terug naar de schermvullende weergave.
4.
Druk op de linkerfunctieknop om te bevestigen dat het door u geselecteerde
gedeelte moet worden bijgesneden.
Het bij te snijden gedeelte is opgegeven en de originele foto wordt weergegeven.
Opmerking
De bijgesneden afbeelding kan niet als nieuwe afbeelding op de geheugenkaart worden
opgeslagen.
Alleen voor bijgesneden foto's wordt het bijsnijdgebied weergegeven.
Als u het bijsnijden wilt annuleren nadat het bijsnijden is voltooid, drukt u op de
rechterfunctieknop in het scherm voor bijsnijden. U kunt het bijsnijden ook annuleren door de
geheugenkaartmodus af te sluiten.
> Een bepaald gedeelte afdrukken (Afsnijden)
:
Pagina 452 van 1183 pagina's
>
Afdrukken vanaf een geheugenkaart