Geheugenkaarten plaatsen
afbeeldingsgegevens op de geheugenkaart afdrukken of gescande gegevens op de geheugenkaart
opslaan via het bedieningspaneel van het apparaat. Verwijder de geheugenkaart nadat u de
kaartsleuf gebruikt hebt als het geheugenkaartstation van de computer. Druk vervolgens op de knop
Instellingen (Setup)
en selecteer Apparaatinstellingen (Device settings), Gebruikersinstellingen
apparaat (Device user settings) en stel Lees-/schrijfkenmerk (Read/write attribute) in op Niet
beschrijfbaar van pc (Not writable from PC).
Raadpleeg voor meer informatie de online handleiding:
Wanneer u een computer gebruikt om foto's op een geheugenkaart te bewerken of verbeteren,
moet u de foto's vanaf de computer afdrukken. Als u het bedieningspaneel gebruikt, worden de
foto's mogelijk niet goed afgedrukt.
1.
Bereid de geheugenkaart voor.
Bevestig een speciale kaartadapter als dat nodig is voor uw geheugenkaart.
Zie
Geheugenkaarten waarvoor een kaartadapter nodig is
2.
Zorg dat de printer is ingeschakeld en open het klepje van de kaartsleuf.
3.
Plaats één geheugenkaart in de kaartsleuf.
Waar u de geheugenkaart plaatst, verschilt per type geheugenkaart. Plaats de geheugenkaart recht in de
kaartsleuf MET HET LABEL AAN DE LINKERZIJDE, op de plaats die is aangegeven in de onderstaande afbeelding
.
Wanneer de geheugenkaart juist is geplaatst, begint het
Bevestig de kaartadapter voor geheugenkaarten die hieronder worden aangeduid met
kaart in de kaartsleuf, zoals hieronder wordt aangegeven.
Plaats de volgende geheugenkaarttypen in de linkerkaartsleuf:
Memory Stick Duo, Memory Stick PRO Duo
Memory Stick Micro (met de Duo-adapter)
Plaats de volgende geheugenkaarttypen in de middelste kaartsleuf:
SD Secure Digital-geheugenkaart, SDHC-geheugenkaart, MultiMediaCard,
MultiMediaCard Plus
miniSD-kaart , miniSDHC-kaart
microSD-kaart , microSDHC-kaart
Uitgebreide Handleiding
.
.
indicatie
lampje (A) te branden.
Pagina 69 van 1183 pagina's
(sterretje) en plaats de