Download Print deze pagina

Advertenties

MX470 series
Online handleiding
Lees dit eerst
Nuttige functies die beschikbaar zijn op het apparaat
Overzicht van het apparaat
Afdrukken
Kopiëren
Scannen
Faxen
Problemen oplossen
Nederlands (Dutch)

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Canon MX470 Series

  • Pagina 1 MX470 series Online handleiding Lees dit eerst Nuttige functies die beschikbaar zijn op het apparaat Overzicht van het apparaat Afdrukken Kopiëren Scannen Faxen Problemen oplossen Nederlands (Dutch)
  • Pagina 2 Inhoud Lees dit eerst........... . 15 Symbolen in dit document.
  • Pagina 3 Papier/originelen plaatsen..........70 Papier plaatsen.
  • Pagina 4 De positie van de printkop uitlijnen vanaf de computer....... . . 129 De positie van de printkop automatisch uitlijnen vanaf de computer.
  • Pagina 5 Menu's van Canon IJ Network Tool........
  • Pagina 6 Het nieuwste printerstuurprogramma ophalen........292 De onnodige Canon IJ-printer uit de printerlijst verwijderen......293 Voordat u het printerstuurprogramma installeert.
  • Pagina 7 Kopiëren............302 Kopieën maken.
  • Pagina 8 Het nieuwste scannerstuurprogramma ophalen........414 Voordat u het scannerstuurprogramma installeert....... . . 415 Het scannerstuurprogramma installeren.
  • Pagina 9 Geregistreerde gegevens verwijderen..........489 Een lijst met geregistreerde nummers afdrukken.
  • Pagina 10 Kan het apparaat niet detecteren wanneer de netwerkcommunicatie wordt ingesteld..545 Kan het apparaat tijdens de instelling van het draadloze LAN niet vinden: controle 1..546 Kan het apparaat tijdens de instelling van het draadloze LAN niet vinden: controle 2..547 Kan het apparaat tijdens de instelling van het draadloze LAN niet vinden: controle 3.
  • Pagina 11 Scannerstuurprogramma start niet..........597 Er verschijnt een foutbericht en het scherm van het scannerstuurprogramma wordt niet weergegeven.
  • Pagina 12 In andere gevallen..............644 1003.
  • Pagina 13 4103..............679 5011.
  • Pagina 14 6941..............713 6942.
  • Pagina 15 ´deze handleiding´ genaamd), deels of geheel te reproduceren, af te leiden of te kopiëren. • In principe kan Canon de inhoud van deze handleiding wijzigen of verwijderen zonder voorafgaande kennisgeving aan de klanten. Daarnaast kan Canon de publicatie van deze handleiding worden uitgesteld of gestopt vanwege dwingende redenen.
  • Pagina 16 Symbolen in dit document Waarschuwing Instructies die u moet volgen om te voorkomen dat er als gevolg van een onjuiste bediening van het apparaat gevaarlijke situaties ontstaan die mogelijk tot ernstig lichamelijk letsel of zelfs de dood kunnen leiden. Deze instructies zijn essentieel voor een veilige werking van het apparaat. Let op Instructies die u moet volgen om lichamelijk letsel of materiële schade als gevolg van een onjuiste bediening van het apparaat te voorkomen.
  • Pagina 17 • Photo Rag is een handelsmerk van Hahnemühle FineArt GmbH. • Bluetooth is een handelsmerk van Bluetooth SIG, Inc., V.S. en gebruiksrecht van dit product is verleend aan Canon Inc.. Opmerking • De officiële naam van Windows Vista is Microsoft Windows Vista-besturingssysteem.
  • Pagina 18 Typ trefwoorden in het zoekvenster en klik op (Zoeken). U kunt zoeken naar doelpagina's in deze handleiding. Voorbeeld: '(modelnaam van uw product) papier plaatsen', '(modelnaam van uw product) 1000' Zoektips U kunt in het zoekvenster trefwoorden invoeren om te zoeken naar doelpagina's. Opmerking •...
  • Pagina 19 Opmerking • Het weergegeven scherm hangt af van uw product. • Zoeken naar toepassingsfuncties Voer de naam van uw toepassing in plus een trefwoord voor de functie waarover u informatie zoekt. Voorbeeld: als u wilt weten hoe u collages kunt afdrukken met My Image Garden Voer in het zoekvenster "My Image Garden collage"...
  • Pagina 20 Opmerkingen bij toelichtingen van bewerkingen In deze handleiding worden de meeste bewerkingen beschreven aan de hand van vensters die worden weergegeven wanneer Mac OS X v10.8 wordt gebruikt.
  • Pagina 21 Nuttige functies die beschikbaar zijn op het apparaat De volgende nuttige functies zijn beschikbaar op het apparaat. Ervaar een aangename fotografiebeleving door de verschillende functies te gebruiken. Handige functies die beschikbaar zijn via het netwerk U kunt gemakkelijker afdrukken dankzij integratie met smartphones en andere apparaten of met services op het web.
  • Pagina 22 Nuttige functies die beschikbaar zijn vanuit toepassingen en het hoofdgedeelte Op het apparaat zijn de volgende nuttige functies beschikbaar vanuit toepassingen en het hoofdgedeelte. • Eenvoudig foto's afdrukken • Met gemak draadloos verbinden • Inhoud downloaden Eenvoudig foto's afdrukken met een toepassing Eenvoudig afbeeldingen ordenen In My Image Garden kunt u de namen van personen en gebeurtenissen bij foto's opslaan.
  • Pagina 23 Als er een item is dat u bevalt, kunt u dit eenvoudig in slechts twee stappen afdrukken. 1. Selecteer in Afbeeldingsweergave van Quick Menu het item dat u wilt afdrukken. 2. Druk het item af met My Image Garden. Automatisch foto's plaatsen U kunt eenvoudig schitterende items maken, omdat de geselecteerde foto's automatisch op thema worden geplaatst.
  • Pagina 24 U kunt premium inhoud eenvoudig downloaden via My Image Garden. Premium inhoud die u hebt gedownload, kunt u rechtstreeks afdrukken met My Image Garden. Als u premium inhoud wilt downloaden, zorg dat voor alle kleuren originele Canon-inkttanks/- inktpatronen zijn geïnstalleerd in een ondersteunde printer.
  • Pagina 25 Opmerking • De ontwerpen van premium inhoud op deze pagina kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
  • Pagina 26 Handige functies die beschikbaar zijn via het netwerk De volgende nuttige functies zijn beschikbaar op het apparaat. Ervaar een nog aangenamere fotografiebeleving door de verschillende functies te gebruiken. Belangrijk • Sommige functies zijn mogelijk niet beschikbaar in bepaalde landen of regio's. Gescande afbeeldingen uploaden naar internet Afdrukken met Google Cloud Print Rechtstreeks afdrukken vanaf een iPad, iPhone of iPod touch...
  • Pagina 27 Rechtstreeks afdrukken vanaf een iPad, iPhone of iPod touch met Apple AirPrint Het apparaat is compatibel met de functie AirPrint van Apple iOS-apparaten. U kunt rechtstreeks e-mails, foto's, webpagina's, enzovoort, afdrukken vanaf de iPad, iPhone of iPod touch naar het apparaat via een draadloos LAN. 'Afdrukken vanaf een AirPrint-compatibel apparaat' voor meer informatie.
  • Pagina 28 Voor informatie over verbinding met het netwerk raadpleegt u de configuratie-URL (http:// www.canon.com/ijsetup) voor gebruik van dit product vanaf uw computer, smartphone of tablet. Nadat de verbinding is voltooid, wordt de Canon Inkjet Print Utility-software waarmee u gedetailleerde afdrukinstellingen kunt selecteren, automatisch gedownload.
  • Pagina 29 Integratiefunctie voor online opslag Het apparaat kan worden geïntegreerd met online opslagservices zoals Evernote. Integratie met het online notitieprogramma 'Evernote' Als een Evernote-clienttoepassing op uw computer is geïnstalleerd, kunt u gescande afbeeldingen importeren in de toepassing en uploaden naar de server van Evernote. Vanaf bijvoorbeeld andere computers of smartphones kan door de geüploade afbeeldingen worden gebladerd.
  • Pagina 30 Afdrukken met Google Cloud Print Het apparaat is compatibel met Google Cloud Print™ (Google Cloud Print is een service die wordt aangeboden door Google Inc.). Met Google Cloud Print kunt u vanaf elke locatie afdrukken met toepassingen of services die Google Cloud Print ondersteunen.
  • Pagina 31 Afdrukken met Google Cloud Print voorbereiden Als u wilt afdrukken met Google Cloud Print, hebt u een Google-account nodig en moet u het apparaat eerst registreren bij Google Cloud Print. Een Google-account maken Als u al een Google-account hebt, moet u het apparaat registreren. Het apparaat registreren bij Google Cloud Print Een Google-account maken Zorg eerst dat u een Google-account hebt zodat u het apparaat kunt registreren bij Google Cloud Print.
  • Pagina 32 3. Selecteer Instellen (Setup). 4. Selecteer Webservice instellen (Web service setup) -> Webserviceverbinding instellen (Web service connection setup) -> Google Cloud Print instellen (Google Cloud Print setup) -> Registreren bij Google Cloud Print (Register with Google Cloud Print). Opmerking • Als u het apparaat al hebt geregistreerd bij Google Cloud Print, wordt een bevestigingbericht weergegeven waarin u wordt gevraagd het apparaat opnieuw te registreren.
  • Pagina 33 Als de printer geen LCD-monitor heeft 2. Externe UI opstarten 3. Selecteer Google Cloud Print instellen (Google Cloud Print setup) -> Registreren bij Google Cloud Print (Register with Google Cloud Print) Opmerking • Als u het apparaat al hebt geregistreerd bij Google Cloud Print, wordt een bevestigingbericht weergegeven waarin u wordt gevraagd het apparaat opnieuw te registreren.
  • Pagina 34 Als de printer geen LCD-monitor heeft 2. Externe UI opstarten 3. Selecteer Google Cloud Print instellen (Google Cloud Print setup) -> Verwijder uit Google Cloud Print (Delete from Google Cloud Print). 4. Wanneer het bevestigingsbericht over het verwijderen van het apparaat wordt weergegeven, selecteert u Ja (Yes).
  • Pagina 35 Afdrukken vanaf een computer of smartphone met Google Cloud Print Wanneer u afrukgegevens verzendt met Google Cloud Print, ontvangt het apparaat deze gegevens en worden ze automatisch afgedrukt als het apparaat is ingeschakeld. Wanneer u afdrukt vanaf een computer, smartphone of ander apparaat met Google Cloud Print, moet u tevoren papier plaatsen in het apparaat.
  • Pagina 36 • Als u een ander mediumtype dan normaal papier selecteert of als u een ander papierformaat dan A4/Letter/B5/A5 selecteert, worden de afdrukgegevens enkelzijdig afgedrukt, ook al hebt u dubbelzijdig afdrukken geselecteerd. (* Het papierformaat hangt af van het model van uw printer. Voor informatie over ondersteunde papierformaten gaat u naar de startpagina van de Online handleiding en raadpleegt u 'Automatisch dubbelzijdig afdrukken mislukt' voor uw model.) •...
  • Pagina 37 Met deze service kunt u printergegevens controleren en nuttige functies uitvoeren vanaf een computer of smartphone. U kunt ook de handige webservices van Canon gebruiken. Het IP-adres van de printer controleren Voor het gebruik van deze service moet u eerst het IP-adres van dit apparaat controleren via het bedieningspaneel van het apparaat.
  • Pagina 38 Opmerking • Als u het IP-adres wilt afdrukken, plaatst u één vel normaal papier van A4- of Letter-formaat. Selecteer daarna achtereenvolgens Instellen (Setup) -> Apparaatinstellingen (Device settings) -> LAN-instellingen (LAN settings) -> LAN- instellingen bevestigen (Confirm LAN settings) -> LAN-details afdrukken (Print LAN details) vanuit het startvenster.
  • Pagina 39 Opmerking • De weergave van de Gebruikersnaam (Username) hangt af van de browser. 3. De Externe UI (Remote UI) starten De Externe UI (Remote UI) wordt gestart en het hoofdvenster wordt weergegeven. Prtrstatus (Printer status) Deze functie geeft printergegevens weer, zoals de resterende hoeveelheid inkt, de status en gedetailleerde foutgegevens.
  • Pagina 40 Afdrukken vanaf een AirPrint-compatibel apparaat In dit document wordt uitgelegd hoe u met AirPrint draadloos afdrukt vanaf uw iPad, iPhone of iPod touch op een Canon-printer. Met AirPrint kunt u direct vanaf uw Apple-apparaat foto's, e-mails, internetpagina's en documenten met uw printer afdrukken, zonder een besturingsbestand te hoeven installeren.
  • Pagina 41 3. Raak in het optiemenu Afdrukken (Print) aan. 4. Selecteer in de Printeropties (Printer Options) het model dat u gebruikt. Belangrijk • Niet alle apps ondersteunen AirPrint. Hierdoor wordt Printeropties (Printer Options) mogelijk niet weergegeven. Kunt u vanuit een bepaalde app de printeropties niet gebruiken, dan kunt u vanuit die app niet afdrukken.
  • Pagina 42 • Printer: selecteer een model dat op uw draadloze LAN kan worden gebruikt. • Exemplaren: geef het aantal af te drukken exemplaren op. • Dubbelzijdig afdrukken: als het model dubbelzijdig afdrukken ondersteunt, kunt u Aan (On) of Uit (Off) selecteren. •...
  • Pagina 43 Een afdruktaak verwijderen Afdruktaken kunnen met AirPrint op de volgende twee manieren worden verwijderd: • Vanaf het apparaat: als uw printer een LCD-monitor heeft, gebruikt u het bedieningspaneel om de afdruktaak te annuleren. Als uw printer geen LCD-monitor heeft, drukt u op de knop Stoppen (Stop) op het apparaat om de afdruktaak te annuleren.
  • Pagina 44 Opmerking • Wanneer u de printer aanzet kan het een aantal minuten duren voordat de printer via een draadloze LAN-verbinding kan communiceren. Zorg ervoor dat de printer met het draadloze LAN is verbonden en probeer vervolgens af te drukken. • Is Bonjour op de printer uitgeschakeld, dan kan AirPrint niet worden gebruikt. Controleer de LAN- instellingen van de printer en schakel Bonjour in.
  • Pagina 45 Lijst met functies voor elk model MG series MX series E series P series iP series iX series MG series Afdrukken vanuit e-mail (Print from E- Canon Inkjet Cloud Printing Modelnaam Google Cloud Print mail) Center MG7100 ✓ ✓ ✓...
  • Pagina 46 P series Canon Inkjet Cloud Printing Modelnaam Afdrukken vanuit e-mail (Print from E-mail) Google Cloud Print Center P200 – – – iP series Canon Inkjet Cloud Printing Modelnaam Afdrukken vanuit e-mail (Print from E-mail) Google Cloud Print Center iP8700 –...
  • Pagina 47 Overzicht van het apparaat Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Informatie over regelgeving en veiligheid Hoofdonderdelen en basishandelingen Hoofdonderdelen Informatie over de stroomvoorziening van het apparaat LCD en bedieningspaneel Cijfers, letters en symbolen invoeren Papier/originelen plaatsen Papier plaatsen Originelen plaatsen Een FINE-cartridge vervangen Een FINE-cartridge vervangen De inktstatus controleren Onderhoud Vage afdrukken of onjuiste kleuren...
  • Pagina 48 Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Informatie over regelgeving en veiligheid...
  • Pagina 49 Veiligheidsvoorschriften Een locatie kiezen • Installeer het apparaat op een stabiele plaats die vrij van trillingen is. • Installeer het apparaat niet op een plaats die zeer vochtig of stoffig is en niet in direct zonlicht, buitenshuis of dicht bij een warmtebron. U kunt het risico van brand of elektrische schokken beperken door het apparaat te gebruiken volgens de werkingsomgeving die staat aangegeven in de Online handleiding.
  • Pagina 50 • Gooi inkttanks en FINE-cartridges nooit in het vuur. • Probeer de printkop, inkttanks en FINE-cartridges niet uit elkaar te halen of te wijzigen.
  • Pagina 51 Canon does not recommend extending the Activation Times from the optimum ones set as default. ®...
  • Pagina 52 Paper types This product can be used to print on both recycled and virgin paper (certified to an environmental stewardship scheme), which complies with EN12281 or a similar quality standard. In addition it can support printing on media down to a weight of 64g/m , lighter paper means less resources used and a lower environmental footprint for your printing needs.
  • Pagina 53 Hoofdonderdelen en basishandelingen Hoofdonderdelen Informatie over de stroomvoorziening van het apparaat LCD en bedieningspaneel Cijfers, letters en symbolen invoeren...
  • Pagina 54 Hoofdonderdelen Vooraanzicht Achteraanzicht Binnenaanzicht Bedieningspaneel...
  • Pagina 55 Vooraanzicht (1) bedieningspaneel Gebruik het bedieningspaneel om de apparaatinstellingen te wijzigen of het apparaat te bedienen. Bedieningspaneel (2) ADF (automatische documentinvoer) Plaats hier een document. Documenten die in de documentlade worden geplaatst, worden automatisch vel voor vel gescand. Documenten in de ADF (automatische documentinvoer) plaatsen (3) klep van documentinvoer Open deze klep om vastgelopen documenten te verwijderen.
  • Pagina 56 Knippert: Bezig met afdrukken of scannen via een draadloos LAN. Dit lampje knippert ook tijdens de configuratie van een draadloze LAN-verbinding. (9) papieruitvoerklep Open deze klep als u de FINE-cartridge wilt vervangen of vastgelopen papier uit het apparaat wilt verwijderen. (10) papiergeleiders Schuif beide geleiders tegen beide zijden van de stapel papier aan.
  • Pagina 57 Achteraanzicht (1) transporteenheid Open de achterklep wanneer u vastgelopen papier wilt verwijderen. (2) netsnoeraansluiting Hier kunt u het meegeleverde netsnoer aansluiten. (3) telefoonaansluiting Hier kunt u de telefoonlijn aansluiten. (4) aansluiting voor extern apparaat Hier kunt u een extern apparaat aansluiten, zoals een telefoon of een antwoordapparaat. (5) USB-poort Sluit hier de USB-kabel aan om het apparaat op een computer aan te sluiten.
  • Pagina 58 Binnenaanzicht (1) inktcartridgevergrendeling Hiermee vergrendelt u de FINE-cartridge. (2) FINE-cartridge (inktcartridges) Een vervangbare cartridge met geïntegreerde printkop en inkttank. (3) FINE-cartridgehouder Plaats hier de FINE-cartridge. De kleuren FINE-cartridge moet in de linkersleuf worden geplaatst en de zwarte FINE-cartridge in de rechtersleuf.
  • Pagina 60 Bedieningspaneel * Ter illustratie branden alle lampjes op het bedieningspaneel in de onderstaande afbeelding. (1) Knop AAN (ON) (AAN/UIT (POWER)-lampje) Hiermee kunt u het apparaat aan- of uitzetten. Brandt of knippert groen om de voedingsstatus aan te geven. De documentklep moet gesloten zijn als het apparaat wordt aangezet. Het apparaat in- en uitschakelen (2) Knop KOPIËREN (COPY) Hiermee wordt het apparaat naar de kopieermodus geschakeld.
  • Pagina 61 (13) Knop Terug (Back) Hiermee keert u terug naar het vorige scherm op het LCD-scherm. Deze knop wordt ook gebruikt om een teken onder de cursor te verwijderen wanneer er tekens worden ingevoerd, zoals bij het invoeren van een naam. (14) Knop Instellingen (Setup) Geeft het venster Instellingenmenu (Setup menu) weer.
  • Pagina 62 Informatie over de stroomvoorziening van het apparaat Controleer of de printer is ingeschakeld Het apparaat in- en uitschakelen Kennisgeving over de stekker/het netsnoer Kennisgeving over het loskoppelen van het netsnoer...
  • Pagina 63 Controleer of de printer is ingeschakeld Het AAN/UIT (POWER)-lampje brandt groen wanneer het apparaat is ingeschakeld. Als het AAN/UIT (POWER)-lampje brandt, is het apparaat ingeschakeld, zelfs als het LCD uit is. Opmerking • Het kan enige tijd duren voordat het apparaat met afdrukken begint nadat u het apparaat hebt ingeschakeld.
  • Pagina 64 Het apparaat in- en uitschakelen Het apparaat inschakelen 1. Druk op de knop AAN (ON) om het apparaat in te schakelen. Het AAN/UIT (POWER)-lampje knippert en blijft groen branden. Controleer of de printer is ingeschakeld Opmerking • Het kan enige tijd duren voordat het apparaat met afdrukken begint nadat u het apparaat hebt ingeschakeld.
  • Pagina 65 Kennisgeving over de stekker/het netsnoer Controleer de stekker/het netsnoer eenmaal per maand om er zeker van te zijn dat geen van de onderstaande onregelmatigheden zich voordoet. • De stekker/het netsnoer is heet. • De stekker/het netsnoer is roestig. • De stekker/het netsnoer is verbogen. •...
  • Pagina 66 Kennisgeving over het loskoppelen van het netsnoer Volg de onderstaande procedure om de stekker uit het stopcontact te trekken. Belangrijk • Wanneer u het netsnoer loskoppelt, drukt u op de knop AAN (ON) en controleert u daarna of het AAN/UIT (POWER)-lampje uit is. Als u de stekker uit het stopcontact trekt wanneer het AAN/UIT (POWER)-lampje nog brandt, kan de printkop uitdrogen of verstopt raken en kan de afdrukkwaliteit minder worden.
  • Pagina 67 LCD en bedieningspaneel Met de modusknop (A) op het bedieningspaneel kunt u schakelen tussen de kopieermodus, scanmodus, faxmodus en het scherm met het instellingenmenu. Als u op de knop Menu (B) drukt in de verschillende modi, wordt er een menuscherm weergegeven waarin u diverse functies of instellingen kunt selecteren.
  • Pagina 68 Cijfers, letters en symbolen invoeren Op het apparaat kunt u tekens invoeren met de numerieke toetsen wanneer u informatie invoert, zoals een toestelnaam, de naam van een ontvanger voor een snelkiesnummer en dergelijke. De invoermodus wijzigen Telkens wanneer u op de knop Toon (Tone) drukt, wordt de invoermodus in deze volgorde gewijzigd: kleine letters (:a), hoofdletters (:A) en cijfers (:1).
  • Pagina 69 abcåäáàãâæç ABCÅÄÁÀÃÂÆÇ defëéèê DEFËÉÈÊ gh i ï í ì î GH I Ï Í Ì Î mnoñøöóòõô MNOÑØÖÓÒÕÔ pqrsþ PQRSÞ tuvüúùû TUVÜÚÙÛ wxyzý WXYZÝ - . SP*1 # ! " , ; : ^ ` _ = / | ' ? $ @ % & + ( ) [ ] { } < > \*2 Wijzig de invoermodus.
  • Pagina 70 Papier/originelen plaatsen Papier plaatsen Originelen plaatsen...
  • Pagina 71 Papier plaatsen Normaal papier/fotopapier plaatsen Enveloppen plaatsen Mediumtypen die u kunt gebruiken Mediumtypen die u niet kunt gebruiken Afdrukgebied...
  • Pagina 72 • Als u normaal papier voor een proefafdruk uitknipt tot bijvoorbeeld 10 x 15 cm (4 x 6 inch) of 13 x 18 cm (5 x 7 inch), kan het papier vastlopen. Opmerking • Wij raden aan om origineel fotopapier van Canon te gebruiken voor het afdrukken van foto's. Raadpleeg Mediumtypen die u kunt gebruiken voor meer informatie over origineel Canon-papier.
  • Pagina 73 2. Gebruik de rechter papiergeleider (A) om beide papiergeleiders helemaal open te schuiven. 3. Plaats het papier in het midden van de voorste lade MET DE AFDRUKZIJDE NAAR BENEDEN. Duw de papierstapel helemaal tegen de achterzijde van de voorste lade. 4.
  • Pagina 74 Belangrijk • Plaats het papier altijd in de lengterichting (B). Wanneer u het papier in de breedterichting plaatst (C), kan het papier vastlopen. Opmerking • Plaats niet te veel papier door dit op te stapelen totdat de bovenkant van de stapel de papiergeleiders raakt.
  • Pagina 75 Belangrijk • Zorg dat u de papieruitvoerlade opent tijdens het afdrukken. Als u de lade niet opent, kan het apparaat niet beginnen met afdrukken. Opmerking • Nadat u papier hebt geplaatst, selecteert u het formaat en type van het geplaatste papier in het venster met afdrukinstellingen op het bedieningspaneel of in het printerstuurprogramma.
  • Pagina 76 Enveloppen plaatsen U kunt DL-enveloppen en COM10-enveloppen plaatsen. Het adres wordt automatisch geroteerd en afgedrukt aan de hand van de richting van de envelop, zoals opgegeven in het printerstuurprogramma. Belangrijk • Afdrukken van enveloppen vanuit het bedieningspaneel wordt niet ondersteund. •...
  • Pagina 77 2. Gebruik de rechter papiergeleider (A) om beide papiergeleiders helemaal open te schuiven. 3. Plaats de enveloppen in het midden van de voorste lade MET DE ADRESZIJDE NAAR BENEDEN. De gevouwen klep van de envelop is omhoog gericht en bevindt zich aan de linkerzijde. (B) Achterzijde (C) Adreszijde Duw de enveloppen helemaal tegen de achterzijde van de voorste lade.
  • Pagina 78 Opmerking • Plaats niet te veel enveloppen door deze op te stapelen totdat de bovenkant van de stapel de papiergeleiders raakt. 5. Open het verlengstuk van uitvoerlade. 3. Open de papieruitvoerlade. 1. Open de papieruitvoerlade voorzichtig en trek de papieruitvoersteun uit. Belangrijk •...
  • Pagina 79 Opmerking • Nadat u enveloppen hebt geplaatst, selecteert u het formaat en type van de enveloppen in het venster met afdrukinstellingen van het printerstuurprogramma.
  • Pagina 80 Mediumtypen die u kunt gebruiken Kies voor het beste afdrukresultaat papier dat geschikt is om op af te drukken. Canon levert diverse papiersoorten waarmee u het plezier van afdrukken kunt vergroten, zoals stickers, en papiersoorten voor foto's of documenten. Het verdient aanbeveling belangrijke foto's af te drukken op origineel Canon-papier.
  • Pagina 81 • 64 tot 105 g /m (17 tot 28 lb) (behalve origineel Canon-papier) Gebruik geen zwaarder of lichter papier (met uitzondering van papier van het merk Canon), anders kan het papier in het apparaat vast komen te zitten. Opmerkingen over het opslaan van papier •...
  • Pagina 82 Ongeveer 100 vel Ongeveer 50 vel Enveloppen 5 enveloppen Origineel Canon-papier Opmerking • Wij adviseren u het vorige afgedrukte vel uit de papieruitvoerlade te verwijderen voordat u verder gaat met afdrukken om vlekken en verkleuringen te voorkomen (behalve voor High Resolution Paper <HR-101N>).
  • Pagina 83 *1 Het correct invoeren van papier verloopt wellicht niet goed bij de maximumcapaciteit, afhankelijk van de papiersoort of de omgevingsomstandigheden (zeer hoge of lage temperaturen of luchtvochtigheid). Plaats in dergelijke gevallen per keer niet meer vellen dan de helft van de maximumcapaciteit. *2 Wij adviseren u de vorige afgedrukte envelop uit de papieruitvoerlade te verwijderen voordat u verder gaat met afdrukken om vlekken en verkleuringen te voorkomen.
  • Pagina 84 Instellingen voor mediatype op het bedieningspaneel Verkrijgbare papiersoorten Instellingen voor Mediumtype (Media Mediumnaam type) Normaal papier (inclusief gerecycled papier) Norm. papier (Plain paper) Origineel Canon-papier Papier voor het afdrukken van foto's: Instellingen voor Mediumtype (Media Mediumnaam <Modelnummer> type) Professioneel Foto Platinum <PT-101> Pro Platinum Glanzend Fotopapier 'voor frequent gebruik' <GP-501/GP-601>...
  • Pagina 85 (17 lb)) • Papier dat te dik is (dat meer weegt dan 105 g /m (28 lb), behalve origineel Canon-papier) • Papier dat dunner is dan een briefkaart, inclusief gewoon papier of papier van een notitieblok dat kleiner is gemaakt (wanneer u afdrukt op papier dat kleiner is dan A5) •...
  • Pagina 86 Afdrukgebied Afdrukgebied Andere formaten dan Letter, Legal, Enveloppen Letter, Legal Enveloppen...
  • Pagina 87 Voor de beste afdrukkwaliteit wordt door het apparaat een marge aan iedere zijde van het papier vrijgelaten. Het eigenlijke afdrukgebied is het gebied binnen deze marges. Aanbevolen afdrukgebied : Canon raadt u aan binnen dit gebied af te drukken. Afdrukgebied : in dit gebied is afdrukken mogelijk. Als u hier afdrukt, kan de afdrukkwaliteit of de precisie van de papierinvoer echter afnemen.
  • Pagina 88 Andere formaten dan Letter, Legal, Enveloppen Formaat Afdrukgebied (breedte x hoogte) 141,2 x 202,0 mm (5,56 x 7,95 inch) 203,2 x 289,0 mm (8,00 x 11,38 inch) 175,2 x 249,0 mm (6,90 x 9,80 inch) 10 x 15 cm (4 x 6 inch) 94,8 x 144,4 mm (3,73 x 5,69 inch) 13 x 18 cm (5 x 7 inch) 120,2 x 169,8 mm (4,73 x 6,69 inch)
  • Pagina 89 Letter, Legal Formaat Afdrukgebied (breedte x hoogte) Letter 203,2 x 271,4 mm (8,00 x 10,69 inch) Legal 203,2 x 347,6 mm (8,00 x 13,69 inch) Aanbevolen afdrukgebied (A) 32,5 mm (1,28 inch) (B) 33,5 mm (1,32 inch) Afdrukgebied (C) 3,0 mm (0,12 inch) (D) 5,0 mm (0,20 inch) (E) 6,4 mm (0,25 inch) (F) 6,3 mm (0,25 inch)
  • Pagina 90 Enveloppen Formaat Aanbevolen afdrukgebied (breedte x hoogte) DL-envelop 98,8 x 179,5 mm (3,88 x 7,06 inch) COM10-envelop 93,5 x 200,8 mm (3,68 x 7,90 inch) Aanbevolen afdrukgebied (A) 8,0 mm (0,31 inch) (B) 32,5 mm (1,28 inch) (C) 5,6 mm (0,22 inch) (D) 5,6 mm (0,22 inch)
  • Pagina 91 Originelen plaatsen De locatie voor het plaatsen van originelen Originelen op de glasplaat plaatsen Documenten in de ADF (automatische documentinvoer) plaatsen Originelen plaatsen voor elke functie Originelen die u kunt plaatsen...
  • Pagina 92 De locatie voor het plaatsen van originelen U kunt originelen op twee locaties in het apparaat plaatsen: de glasplaat en de ADF (automatische documentinvoer). Selecteer de positie waar u het origineel wilt plaatsen op basis van het formaat, type of de methode van gebruik.
  • Pagina 93 Originelen op de glasplaat plaatsen 1. Plaats een origineel op de glasplaat. 1. Open de documentklep. Belangrijk • Raak bij het openen of sluiten van de documentklep de knoppen en het LCD-scherm op het bedieningspaneel niet aan. Dat kan leiden tot een onverwachte werking. 2.
  • Pagina 94 Belangrijk • Let erop dat u de documentklep sluit nadat u het origineel op de glasplaat hebt geplaatst, voordat u begint met kopiëren, faxen of scannen.
  • Pagina 95 Documenten in de ADF (automatische documentinvoer) plaatsen Opmerking • Als u een document met optimale kwaliteit wilt scannen, plaatst u het op de glasplaat. 1. Controleer of alle originelen van de glasplaat zijn verwijderd. 2. Plaats een document in de ADF. 1.
  • Pagina 97 Originelen plaatsen voor elke functie Plaats het origineel op de juiste positie op basis van de functie die u wilt gebruiken. Als u het origineel niet correct plaatst, wordt het mogelijk niet juist gescand. Het origineel uitgelijnd met de positiemarkering plaatsen •...
  • Pagina 98 Slechts één origineel in het midden van de glasplaat plaatsen • In de scanmodus: ◦ selecteer Automatische scan (Auto scan) voor Documenttype (Document type) om een afgedrukte foto, ansichtkaart, visitekaartje of disc te scannen ◦ selecteer Foto (Photo) voor Documenttype (Document type) en geef Auto scan(A) -Enkel (Auto scan(A) -Singl) op voor Scanformaat (Scan size) om één origineel te scannen •...
  • Pagina 99 • Foto's die niet rechthoekig zijn of een afwijkende vorm hebben (zoals uitgeknipte foto's) worden mogelijk niet goed gescand.
  • Pagina 100 Originelen die u kunt plaatsen glasplaat Item Details Typen originelen - Tekstdocumenten, tijdschriften of kranten - Afgedrukte foto, ansichtkaart, visitekaartje of schijf (bd/dvd/cd, enzovoort) - Documenten die niet geschikt zijn voor de ADF Grootte (breedte x hoogte) Maximaal 216 x 297 mm (8,5 x 11,7 inch) Hoeveelheid 1 vel of meerdere vellen* Dikte...
  • Pagina 101 • Gescheurd papier • Papier met gaten • Gelijmd papier • Papier met plaknotities • Carbonpapier of doorschrijfpapier • Papier waarvan het oppervlak is behandeld • Overtrekpapier of dun papier • Dik papier of fotopapier...
  • Pagina 102 Een FINE-cartridge vervangen Een FINE-cartridge vervangen De inktstatus controleren...
  • Pagina 103 Een FINE-cartridge vervangen Wanneer de inkt opraakt of zich fouten voordoen, wordt het bericht op het LCD weergegeven om u op de hoogte te brengen van het probleem. Neem de maatregelen die in het bericht worden beschreven. Een bericht verschijnt op het scherm Opmerking •...
  • Pagina 104 Ook bij reiniging en diepte-reiniging van de printkop, die nodig kunnen zijn om het apparaat goed te laten werken, worden zowel kleureninkt als zwarte inkt verbruikt. Vervang de FINE-cartridge direct door een nieuwe cartridge zodra de inkt op is. Handige informatie over inkt 1.
  • Pagina 105 • Als de papieruitvoerklep langer dan 10 minuten heeft opengestaan, wordt de FINE- cartridgehouder naar de rechterzijde verplaatst en brandt het Alarm-lampje. Sluit in dat geval de papieruitvoerklep en open deze vervolgens opnieuw. 3. Verwijder de lege FINE-cartridge. 1. Duw de inktcartridgevergrendeling omlaag totdat deze vastklikt. 2.
  • Pagina 106 Belangrijk • Als u schudt met een FINE-cartridge, kunt u inkt morsen en vlekken op uw handen en dergelijke krijgen. Ga voorzichtig te werk met FINE-cartridges. • Zorg dat er geen vlekken op uw handen en dergelijke komen door de inkt op de verwijderde beschermtape.
  • Pagina 107 2. Duw de inktcartridgevergrendeling omhoog om de FINE-cartridge op zijn plaats vast te zetten. De FINE-cartridge is op zijn plaats vergrendeld wanneer de inktcartridgevergrendeling klikt. Belangrijk • Controleer of de FINE-cartridge correct is geïnstalleerd. • Het apparaat kan alleen afdrukken maken als zowel de kleuren FINE-cartridge als de zwarte FINE-cartridge is geplaatst.
  • Pagina 108 Opmerking • Als het foutbericht wordt weergegeven nadat de papieruitvoerklep is gesloten, voert u de vereiste stappen uit. Een bericht verschijnt op het scherm • Het apparaat reinigt de printkop automatisch zodra u begint met afdrukken nadat u de FINE- cartridge hebt vervangen.
  • Pagina 109 De inktstatus controleren De inkstatus controleren met het LCD op het aparaat U kunt de inktstatus ook controleren op het computerscherm. De inktstatus controleren vanaf uw computer...
  • Pagina 110 De inkstatus controleren met het LCD op het aparaat Opmerking • De inktvoorraaddetector is op het apparaat bevestigd om de resterende inktvoorraad te detecteren. De voorraad wordt als vol beschouwd wanneer u een nieuwe FINE-cartridge installeert. Daarna detecteert het apparaat de resterende inktvoorraad. Als u een gebruikte FINE-cartridge installeert, is de aangegeven inktvoorraad mogelijk niet correct.
  • Pagina 111 Onderhoud Vage afdrukken of onjuiste kleuren Onderhoud uitvoeren vanaf een computer Het apparaat reinigen...
  • Pagina 112 Vage afdrukken of onjuiste kleuren Onderhoudsprocedure Controleraster voor de spuitopeningen afdrukken Controleraster voor de spuitopeningen bekijken De printkop reinigen Een diepte-reiniging van de printkop uitvoeren De printkop uitlijnen...
  • Pagina 113 Onderhoudsprocedure Als de afdrukresultaten vaag zijn, kleuren niet correct worden afgedrukt of als u niet tevreden bent over de afdrukresultaten (bijvoorbeeld omdat lijnen niet evenwijdig worden afgedrukt), voert u de onderstaande onderhoudsprocedure uit. Belangrijk • Spoel de FINE-cartridge niet af en veeg deze niet schoon. Dit kan problemen met de FINE-cartridge veroorzaken.
  • Pagina 114 Vanaf het apparaat De printkop reinigen Vanaf de computer De printkoppen reinigen vanaf de computer Druk na het reinigen van de printkop het controleraster voor spuitopeningen af en controleer dit: Stap 1 Als het probleem niet is opgelost nadat u de printkop tweemaal hebt gereinigd: Voer een diepte-reiniging van de printkop uit.
  • Pagina 115 Controleraster voor de spuitopeningen afdrukken Druk het controleraster voor de spuitopeningen af om te bepalen of de inkt op de juiste wijze uit de spuitopening van printkop wordt gespoten. Opmerking • Als de inkt bijna op is, wordt het controleraster niet goed afgedrukt. Vervang de FINE-cartridge die bijna leeg is.
  • Pagina 116 Controleraster voor de spuitopeningen bekijken Bekijk het controleraster voor de spuitopeningen en reinig zo nodig de printkop. 1. Controleer het raster op (A) ontbrekende lijnen en (B) de aanwezigheid van horizontale witte strepen. (C) Aantal vellen dat tot nog toe is afgedrukt Als er lijnen ontbreken in het raster (A): printkop reiniging is vereist.
  • Pagina 117 De printkop reinigen De printkop moet worden gereinigd als er in het afgedrukte controleraster voor de spuitopeningen lijnen ontbreken of horizontale witte strepen worden weergegeven. Door een reiniging uit te voeren worden de spuitopeningen vrij gemaakt en de toestand van de printkop hersteld. Bij het reinigen van de printkop wordt inkt verbruikt.
  • Pagina 118 Een diepte-reiniging van de printkop uitvoeren Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd door de normale reiniging van de printkop, moet u een diepte- reiniging van de printkop uitvoeren. Bij een diepte-reiniging van de printkop wordt meer inkt verbruikt dan bij een normale reiniging van de printkop.
  • Pagina 119 De printkop uitlijnen Als de afgedrukte lijnen niet evenwijdig zijn of als u niet tevreden bent over de afdrukresultaten, dient u de positie van de printkop aan te passen. Opmerking • Als de inkt bijna op is, wordt het uitlijningsblad niet correct afgedrukt. Vervang de FINE-cartridge die bijna leeg is.
  • Pagina 120 Belangrijk • Raak de afdruk op het uitlijningsblad niet aan. Als het blad vlekken vertoont of gekreukt is, wordt het mogelijk niet juist gescand. • Als het uitlijningsblad niet goed is afgedrukt, drukt u op de knop Stoppen (Stop) en begint u de procedure opnieuw.
  • Pagina 121 Opmerking • Het uitlijningsblad kan niet worden gescand als dit in de ADF (automatische documentinvoer) is geplaatst. 2. Sluit de documentklep voorzichtig en druk op de knop Kleur (Color) of Zwart (Black). Het apparaat scant het uitlijningsblad en de printkoppositie wordt automatisch aangepast. Nadat de positie van de printkoppen is aangepast, verwijdert u het uitlijningsblad van de glasplaat.
  • Pagina 122 Onderhoud uitvoeren vanaf een computer De printkoppen reinigen vanaf de computer De binnenkant van het apparaat reinigen De papierinvoerrollen reinigen vanaf de computer De computer gebruiken om een controleraster voor de spuitopeningen af te drukken De printkop uitlijnen De positie van de printkop automatisch uitlijnen vanaf de computer De positie van de printkop uitlijnen vanaf de computer De inktstatus controleren vanaf uw computer...
  • Pagina 123 De procedure voor het reinigen van de printkop is als volgt: Reiniging (Cleaning) 1. Selecteer Reiniging (Cleaning) in het pop-upmenu van Canon IJ Printer Utility 2. Klik op het pictogram Reiniging (Cleaning) Als u het dialoogvenster opent, selecteert u de inktgroep die moet worden gereinigd.
  • Pagina 124 2. Klik op het pictogram Diepte-reiniging (Deep Cleaning) Als u het dialoogvenster opent, selecteert u de inktgroep die een diepte-reiniging moet ondergaan. Klik op om de items te bekijken die u moet controleren voordat u een diepte-reiniging uitvoert. 3. Voer de diepte-reiniging uit Zorg dat het apparaat is ingeschakeld en klik daarna op OK.
  • Pagina 125 De procedure voor het reinigen van de onderste plaat is als volgt: Reiniging onderste plaat (Bottom Plate Cleaning) 1. Selecteer Reiniging (Cleaning) in het pop-upmenu van Canon IJ Printer Utility 2. Klik op het pictogram Reiniging onderste plaat (Bottom Plate Cleaning) Het dialoogvenster wordt geopend.
  • Pagina 126 1. Bereid het apparaat voor Verwijder al het papier uit de voorste lade. 2. Selecteer Reiniging (Cleaning) in het pop-upmenu van Canon IJ Printer Utility 3. Klik op het pictogram Reiniging rollen (Roller Cleaning) Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven. 4. Voer het reinigen van de papierinvoerrollen uit Zorg dat het apparaat is ingeschakeld en klik daarna op OK.
  • Pagina 127 De procedure voor het afdrukken van een controleraster is als volgt: Controle spuitopening (Nozzle Check) 1. Selecteer Testafdruk (Test Print) in het pop-upmenu van Canon IJ Printer Utility 2. Klik op het pictogram Controle spuitopening (Nozzle Check) Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven.
  • Pagina 128 De printkop uitlijnen Wanneer u de positie van de printkop aanpast, worden fouten in de printkoppositie gecorrigeerd en foutieve kleuren en streepvorming verbeterd. Als het afdrukresultaat ongelijkmatig is vanwege verschoven lijnen of andere fouten, past u de positie van de printkop aan. Op dit apparaat kunt u de printkop automatisch handmatig...
  • Pagina 129 Klik op Toepassen (Apply) en klik op OK in het bevestigingsbericht. 4. Selecteer Testafdruk (Test Print) in het pop-upmenu van Canon IJ Printer Utility 5. Klik op het pictogram Uitlijning printkop (Print Head Alignment) Een bericht verschijnt op het scherm.
  • Pagina 130 Opmerking • Als het moeilijk is het beste raster te kiezen, selecteert u de instelling waarbij de verticale strepen het minst duidelijk zichtbaar zijn. (A) Minst duidelijk zichtbare verticale strepen (B) Meest zichtbare verticale strepen • Als het moeilijk is het beste raster te kiezen, kiest u de instelling waarbij de horizontale strepen het minst duidelijk zichtbaar zijn.
  • Pagina 131 Opmerking • Als het moeilijk is het beste raster te kiezen, selecteert u de instelling waarbij de verticale strepen het minst duidelijk zichtbaar zijn. (A) Minst duidelijk zichtbare verticale strepen (B) Meest zichtbare verticale strepen 11. Bevestig het weergegeven bericht en klik op OK Het derde raster wordt afgedrukt.
  • Pagina 132 Opmerking • Als het moeilijk is het beste raster te kiezen, kiest u de instelling waarbij de horizontale strepen het minst duidelijk zichtbaar zijn. (A) Minst duidelijk zichtbare horizontale strepen (B) Duidelijkst zichtbare horizontale strepen Opmerking • Wanneer de uitlijning van de printkop voltooid is, kunt u afdrukken en de huidige instellingen controleren.
  • Pagina 133 De procedure voor automatische uitlijning van de printkop is als volgt: Uitlijning printkop (Print Head Alignment) 1. Selecteer Testafdruk (Test Print) in het pop-upmenu van Canon IJ Printer Utility 2. Klik op het pictogram Uitlijning printkop (Print Head Alignment) Een bericht verschijnt op het scherm.
  • Pagina 134 Het apparaat reinigen De buitenkant van het apparaat reinigen De glasplaat en de documentklep reinigen De ADF (automatische documentinvoer) reinigen De papierinvoerrol reinigen Het binnenste van het apparaat reinigen (Reiniging onderste plaat)
  • Pagina 135 De buitenkant van het apparaat reinigen Gebruik altijd een zachte en droge doek, bijvoorbeeld een brillendoekje, en veeg vuilresten voorzichtig van het oppervlak. Strijk eventuele kreukels in de doek zo nodig glad voordat u de doek gebruikt. Belangrijk • Schakel het apparaat altijd uit en haal het netsnoer uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat reinigen.
  • Pagina 136 De glasplaat en de documentklep reinigen Belangrijk • Schakel het apparaat altijd uit en haal het netsnoer uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat reinigen. • Het apparaat kan niet worden uitgeschakeld terwijl een fax wordt verzonden of ontvangen, of als er niet-verzonden faxen in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen.
  • Pagina 137 De ADF (automatische documentinvoer) reinigen Reinig de ADF (automatische documentinvoer) met een zachte, schone, pluisvrije en droge doek. Belangrijk • Schakel het apparaat altijd uit en haal het netsnoer uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat reinigen. • Het apparaat kan niet worden uitgeschakeld terwijl een fax wordt verzonden of ontvangen, of als er niet-verzonden faxen in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen.
  • Pagina 138 3. Verwijder papierstof van de binnenkant van de klep van de documentinvoer (A) met de voorbereide doek. 4. Sluit daarna de klep van de documentinvoer door erop te drukken totdat deze vastklikt. 5. Sluit de documentlade.
  • Pagina 139 De papierinvoerrol reinigen Als de papierinvoerrol vuil is of als er papierstof op ligt, wordt het papier mogelijk niet goed ingevoerd. Reinig in dat geval de papierinvoerrol. Als u de papierinvoerrol reinigt, slijt deze. Reinig de rol daarom alleen als dat nodig is. U moet het volgende voorbereiden: een vel normaal papier van A4- of Letter-formaat of een in de handel verkrijgbaar reinigingsvel 1.
  • Pagina 140 Het binnenste van het apparaat reinigen (Reiniging onderste plaat) Hiermee verwijdert u vlekken van de binnenkant van het apparaat. Als het binnenste van het apparaat vuil wordt, kan bedrukt papier ook vuil worden. Daarom raden we u aan de binnenkant van het apparaat regelmatig te reinigen.
  • Pagina 141 2. Gebruik de knop om Onderhoud (Maintenance) te selecteren en druk daarna op de knop OK. LCD en bedieningspaneel 3. Gebruik de knop om Bodemplaat reinigen (Bottom cleaning) te selecteren en druk daarna op de knop OK. Het papier reinigt de binnenkant van het apparaat terwijl het wordt doorgevoerd door het apparaat. Controleer de gevouwen gedeelten van het uitgevoerde papier.
  • Pagina 142 De apparaatinstellingen wijzigen Apparaatinstellingen vanaf uw computer wijzigen De apparaatinstellingen wijzigen op het LCD-scherm De firmware van het apparaat bijwerken...
  • Pagina 143 Apparaatinstellingen vanaf uw computer wijzigen De inktstatus controleren vanaf uw computer Een gewijzigd afdrukprofiel registreren De te gebruiken inktpatroon instellen De stroomvoorziening van het apparaat beheren Het geluidsvolume van het apparaat verlagen De bedieningsmodus van het apparaat wijzigen...
  • Pagina 144 De inktstatus controleren vanaf uw computer U kunt het resterende inktniveau en de typen FINE-cartridges voor uw model bekijken. 1. Selecteer Informatie inktniveau (Ink Level Information) in het pop-upmenu van Canon IJ Printer Utility Er verschijnt een illustratie van de inkttypen en hun status.
  • Pagina 145 Een gewijzigd afdrukprofiel registreren U kunt het afdrukprofiel dat u hebt geselecteerd in het Dialoogvenster Afdrukken een naam geven en registreren. U kunt het geregistreerde afdrukprofiel voor gebruik oproepen via Instellingen (Presets). U kunt het onnodige afdrukprofiel ook verwijderen. De procedure voor het opslaan van een afdrukprofiel is als volgt: Een afdrukprofiel registreren 1.
  • Pagina 146 Het afdrukprofiel in het dialoogvenster Afdrukken zal worden bijgewerkt naar het opgeroepen afdrukprofiel. Een afdrukprofiel verwijderen 1. Selecteer het afdrukprofiel dat u wilt verwijderen • Als u Mac OS X v10.8 of Mac OS X v10.7 gebruikt Selecteer in het afdrukvenster Instellingen tonen... (Show Presets...) in het gedeelte Instellingen (Presets).
  • Pagina 147 U geeft als volgt de FINE-cartridge op: 1. Selecteer Inktcartridge-instellingen (Ink Cartridge Settings) in het pop-upmenu van Canon IJ Printer Utility 2. Selecteer de FINE-cartridge die u wilt gebruiken Selecteer de FINE-cartridge die u gebruikt om af te drukken en klik op Toepassen (Apply).
  • Pagina 148 1. Selecteer Stroomvoorzieningsinstellingen (Power Settings) in het pop-upmenu van Canon IJ Printer Utility 2. Voer het uitzetten van de printer uit Klik op Printer uit (Power Off) en vervolgens op OK in het bevestigingsbericht.
  • Pagina 149 Wanneer u deze functie selecteert, kan het afdrukken langzamer verlopen. De procedure voor het gebruiken van de stille modus is als volgt: 1. Selecteer Stille instellingen (Quiet Settings) in het pop-upmenu van Canon IJ Printer Utility Opmerking • Als de computer niet kan communiceren met het apparaat, verschijnt er mogelijk een bericht omdat de computer geen toegang heeft tot de informatie die is ingesteld op het apparaat.
  • Pagina 150 3. Pas de instellingen toe Zorg dat het apparaat is ingeschakeld en klik op Toepassen (Apply). Klik op OK in het bevestigingsbericht. De instellingen zijn geactiveerd. Opmerking • De stille modus kan minder effect hebben, afhankelijk van de instellingen voor afdrukkwaliteit.
  • Pagina 151 Als u de berichten wilt verbergen, schakelt u het selectievakje Niet meer weergeven (Do not show again) in het weergegeven dialoogvenster in. Als u de berichten opnieuw wilt weergeven, geeft u het pop-upmenu voor Canon IJ Printer Utility weer, selecteert u Aangepaste instellingen (Custom Settings) en schakelt u het selectievakje Hagaki afdrukken (Hagaki Printing) in.
  • Pagina 152 Koppen handmatig uitlijnen (Align heads manually) Gewoonlijk is de functie Uitlijning printkop (Print Head Alignment) bij Testafdruk (Test Print) in het pop-upmenu van de Canon IJ Printer Utility ingesteld op automatische uitlijning. U kunt dit echter wijzigen in handmatige uitlijning.
  • Pagina 153 De apparaatinstellingen wijzigen op het LCD-scherm De apparaatinstellingen wijzigen op het LCD-scherm Faxinstellingen Uitvoerinstellingen LAN-instellingen Gebr.instell. appar. Firmware bijwerken Instell. herstellen Informatie over de Stille instelling Voordat u het apparaat met de toegangspuntmodus gebruikt...
  • Pagina 154 De apparaatinstellingen wijzigen op het LCD-scherm In dit gedeelte wordt de procedure voor het wijzigen van de instellingen in het scherm Apparaatinstellingen (Device settings) beschreven. Daarbij worden de stappen voor het opgeven van de optie Uitbr. Kop.hoevlheid (Extended copy amt.) als voorbeeld genomen. Opmerking •...
  • Pagina 155 Informatie over de Stille instelling...
  • Pagina 156 Faxinstellingen In dit gedeelte worden de instellingen van Faxinstellingen (Fax settings) beschreven. Handmatige inst. (Easy setup) Registratie telnr. (TEL no. registration) Gebruikersinst. fax (FAX user settings) Geavanc. faxinstell. (Adv. FAX settings) Autom. afdrukinstell. (Auto print settings) Beveiligingsbeheer (Security control) Opmerking •...
  • Pagina 157 Opmerking • Deze instelling is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het land of de regio van aankoop. Geavanc. faxinstell. (Adv. FAX settings) • Autom. nummerherh. (Auto redial) Hiermee schakelt u automatische nummerherhaling in of uit. Als u AAN (ON) selecteert, kunt u het maximale aantal pogingen voor de functie voor automatische nummerherhaling instellen, evenals de tijd die het apparaat tussen de pogingen wacht.
  • Pagina 158 Faxen verzenden/ontvangen in de ECM ◦ ECM RX Selecteer of faxen worden ontvangen in de ECM (Error Correction Mode, foutcorrectiemodus). Faxen verzenden/ontvangen in de ECM ◦ TX-startsnelheid (TX start speed) Hiermee selecteert u de verzendsnelheid voor faxen. Voorbeeld: De volgende instellingen zijn beschikbaar. 33600 bps/14400 bps/9600 bps/4800 bps Een * (sterretje) op het LCD geeft de huidige instelling aan.
  • Pagina 159 • Activiteitenrapport (Activity report) Selecteer of het ACT. RAPPORT (ACTIVITY REPORT) automatisch moet worden afgedrukt. Als u Afdrukken (Print) selecteert, wordt het ACT. RAPPORT (ACTIVITY REPORT) met 20 geschiedenissen van verzonden en ontvangen faxen automatisch door het apparaat afgedrukt. Meer informatie over de procedure voor het handmatig afdrukken van het ACT. RAPPORT (ACTIVITY REPORT): Overzicht van rapporten en lijsten •...
  • Pagina 160 • Faxontv. geweigerd (FAX RX reject) Als u AAN (ON) selecteert, weigert het apparaat faxen zonder informatie over de afzender of faxen van bepaalde afzenders. Faxontvangst weigeren • Weigering beller (Caller rejection) Als u bent geabonneerd op een service voor beller-ID, detecteert het apparaat het nummer van de afzender.
  • Pagina 161 Uitvoerinstellingen • Pap.schuring voork. (Prevent abrasion) Gebruik deze instelling alleen als er vlekken op het afdrukoppervlak ontstaan. Belangrijk • Stel dit item na het afdrukken weer in op UIT (OFF), omdat dit tot een lagere afdruksnelheid of - kwaliteit kan leiden. •...
  • Pagina 162 LAN-instellingen • WLAN actief/inact. (WLAN activ./inactiv.) Hiermee schakelt u het draadloze LAN in of uit. • Inst. draadloos LAN (Wireless LAN setup) Als uw toegangspunt compatibel is met WPS, stelt u het draadloze LAN in volgens de aanwijzingen op het scherm. Als dit niet het geval is, selecteert u hieronder een van de instelmethoden. ◦...
  • Pagina 163 Hiermee voert u een IPv4- of IPv6-instelling uit. ◦ WSD-instelling (WSD setting) Wanneer u items instelt wanneer u WSD gebruikt (een van de netwerkprotocollen die worden ondersteund in Windows 8, Windows 7 en Windows Vista). WSD activ./uitsch. (Enable/disable WSD) Hiermee selecteert u of WSD is in- of uitgeschakeld. Opmerking •...
  • Pagina 164 Gebr.instell. appar. • Instell. datum/tijd (Date/time setting) Hiermee kunt u de huidige datum en tijd instellen. Informatie over de afzender instellen • Ind. datumweergave (Date display format) Hiermee selecteert u de notatie van datums die worden weergegeven op het LCD-scherm en die worden afgedrukt op verzonden faxen.
  • Pagina 165 • Apparaatinfo verz. (Device info sending) Hiermee selecteert u of de gebruiksgegevens van de printer naar de Canon-server worden verzonden. De informatie die naar Canon is verzonden, wordt gebruikt om betere producten te ontwikkelen.
  • Pagina 166 Firmware bijwerken U kunt de firmware van het apparaat bijwerken, de firmwareversie controleren of instellingen selecteren voor een systeemvak, een DNS-server en een proxyserver. Opmerking • Als Draadl. LAN inactief (WLAN inactive) is geselecteerd voor WLAN actief/inact. (WLAN activ./ inactiv.) bij LAN-instellingen (LAN settings), is alleen Huidige versie (Current version) beschikbaar.
  • Pagina 167 Instell. herstellen Hiermee worden alle standaardinstellingen van het apparaat hersteld. Sommige instellingen worden echter mogelijk niet gewijzigd, afhankelijk van de huidige staat van het apparaat. • Webservice instel. (Web service setup) Hiermee herstelt u de standaardwaarden van de instellingen voor de webservice. •...
  • Pagina 168 Informatie over de Stille instelling Hiermee schakelt u deze functie in als u het geluidsniveau van het apparaat wilt beperken, bijvoorbeeld wanneer u 's nachts afdrukt. Bovendien kunt u de tijdsduur opgeven voor het verminderen van het geluid van het apparaat. Belangrijk •...
  • Pagina 169 Voordat u het apparaat met de toegangspuntmodus gebruikt Als u het apparaat met de toegangspuntmodus wilt gebruiken, moet u eerst de naam van het toegangspunt van het apparaat en de beveiligingsinstelling opgeven. Instellingsprocedure als u het apparaat met de toegangspuntmodus gebruikt Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.
  • Pagina 170 Scannen met de toegangspuntmodus Beperkingen bij het gebruik van de toegangspuntmodus Als u het apparaat met de toegangspuntmodus gebruikt, moet u met het volgende rekening houden. • Er kunnen maximaal 5 externe apparaten (bijv. smartphone) met het apparaat worden verbonden. •...
  • Pagina 171 De firmware van het apparaat bijwerken U kunt de firmware van het apparaat bijwerken via internet. Belangrijk • Wanneer u deze functie gebruikt, moet het apparaat zijn verbonden met het LAN en moet een internetverbinding beschikbaar zijn. • Als de firmware-update wordt uitgevoerd, worden alle faxen verwijderd die in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen.
  • Pagina 172 7. Controleer de weergegeven firmwareversie en druk op de knop OK. 8. Selecteer met de knoppen de optie Ja (Yes) en druk vervolgens op de knop OK. 9. Controleer het bericht dat wordt weergegeven en druk op OK. Het apparaat start de firmware-update. Belangrijk •...
  • Pagina 173 Informatie over de netwerkverbinding Handige informatie over de netwerkverbinding...
  • Pagina 174 Handige informatie over de netwerkverbinding In de fabriek ingestelde waarden (netwerk) Het apparaat op de computer aansluiten met een USB-kabel Als printers met dezelfde naam worden gedetecteerd Verbinding maken met andere computers in een LAN/De verbindingsmethode wijzigen van USB in LAN Info over netwerkinstellingen afdrukken...
  • Pagina 175 Actief (Active) Time-outinstelling (Timeout setting) 1 minuut (1 minute) Bonjour act./uitsch. (Enab./disab. Bonjour) Actief (Active) Servicenaam (Bonjour-instellingen) Canon MX470 series LPR-instelling (LPR setting) Actief (Active) DRX-instelling (DRX setting) Actief (Active) ('XXXXXX' staat voor de laatste zes cijfers van het MAC-adres.)
  • Pagina 176 Het apparaat op de computer aansluiten met een USB-kabel Sluit het apparaat en de computer aan met een USB-kabel (zie illustratie hieronder). De USB-poort bevindt zich aan de achterzijde van het apparaat.
  • Pagina 177 Als printers met dezelfde naam worden gedetecteerd Wanneer de printer wordt gedetecteerd, ziet u mogelijk meerdere printers met dezelfde naam in het venster met detectieresultaten. Het MAC-adres of de printernaam die door Bonjour wordt gespecificeerd, wordt weergegeven aan het eind van de printernaam in het venster met detectieresultaten. Selecteer een printer door een vinkje te zetten bij het MAC-adres of de printernaam die door Bonjour voor de printer is ingesteld naast de printernaam in het venster met detectieresultaten.
  • Pagina 178 Verbinding maken met andere computers in een LAN/De verbindingsmethode wijzigen van USB in LAN Als u de computer wilt toevoegen door het apparaat te verbinden met een LAN of als u de verbindingsmethode tussen het apparaat en de computer wilt wijzigen van USB in LAN, dient u de installatie uit te voeren volgens de instructies op onze website.
  • Pagina 179 Info over netwerkinstellingen afdrukken U kunt de netwerkinstellingen van het apparaat, zoals het IP-adres en de SSID, afdrukken. Belangrijk • Deze afdruk bevat belangrijke informatie over uw computer. Bewaar deze zorgvuldig. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Plaats een normaal papier van A4- of Letter-formaat. 3.
  • Pagina 180 TCP/IP-versie (TCP/IP Version) TCP/IP-versie (TCP/IP Version) IPv4 en IPv6/IPv4 IPv4 IP-adres (IPv4 IP Address) Geselecteerd IP-adres (IPv4) XXX.XXX.XXX.XXX IPv4 standaardgateway (IPv4 Standaardgateway (IPv4) XXX.XXX.XXX.XXX Default Gateway) Subnetmasker Subnetmasker XXX.XXX.XXX.XXX IPv6 IP-adres (IPv6 IP Address) Geselecteerd IP-adres (IPv6) XXXX:XXXX:XXXX:XXXX XXXX:XXXX:XXXX:XXXX IPv6 standaardgateway (IPv6 Standaardgateway (IPv6) XXXX:XXXX:XXXX:XXXX Default Gateway) *1...
  • Pagina 181 Proxyadres Proxyadres XXXXXXXXXXXXXXXXXXXX IP-adresfiltering (IP Address IP-adresfiltering (IP Address Inschakelen (Enable)/Uitschakelen Filtering) Filtering) (Disable) ('XX' staat voor alfanumerieke tekens.) *1 Alleen wanneer IPv6 geactiveerd is, wordt de status van het netwerk afgedrukt. *2 Alleen de IPv6- en de IPsec-instelling zijn geactiveerd; de status van het netwerk wordt afgedrukt.
  • Pagina 182 Over netwerkcommunicatie Netwerkinstellingen wijzigen en controleren Bijlage voor netwerkcommunicatie...
  • Pagina 183 Netwerkinstellingen wijzigen en controleren IJ Network Tool Venster Canon IJ Network Tool Menu's van Canon IJ Network Tool Instellingen wijzigen op het tabblad Draadloos LAN De gedetailleerde WEP-instellingen wijzigen WPA- of gedetailleerde WPA2-instellingen wijzigen De instellingen wijzigen op het tabblad Bedrade LAN...
  • Pagina 184 IJ Network Tool starten 1. Selecteer Toepassingen (Applications) in het menu Ga (Go) van Finder, dubbelklik op Canon Utilities > IJ Network Tool en dubbelklik daarna op het pictogram Canon IJ Network Tool. Opmerking •...
  • Pagina 185 Venster Canon IJ Network Tool In dit gedeelte worden de items beschreven die worden weergegeven in het venster Canon IJ Network Tool. 1. Hulpprogramma's (Utilities) Hiermee past u de instellingen van het apparaat aan. Selecteer deze optie om de netwerknaam (SSID) te wijzigen.
  • Pagina 186 Opmerking • Dit item heeft dezelfde functie als Vernieuwen (Refresh) in het menu Weergave (View). 4. Configuratie... (Configuration...) Deze optie is uitgeschakeld als Hulpprogramma's (Utilities) is geselecteerd. Klik hierop om het venster Configuratie (Configuration) weer te geven waarin u de instellingen van de geselecteerde printer kunt opgeven.
  • Pagina 187 • Als de printer wordt gebruikt door een andere computer, wordt een venster weergegeven met deze informatie. Opmerking • Dit item heeft dezelfde functie als Bijwerken (Update) in het venster Canon IJ Network Tool. Netwerkinformatie (Network Information) Hiermee geeft u het venster Netwerkinformatie (Network Information) weer, waarin u de netwerkinstellingen van de printer en de computer kunt controleren.
  • Pagina 188 Onderhoud... (Maintenance...) Hiermee geeft u het venster Onderhoud (Maintenance) weer, waarin u de netwerkinstellingen van de printer kunt terugzetten op de fabrieksinstellingen. 4. Menu Help Instructies (Instructions) Hiermee geeft u deze handleiding weer.
  • Pagina 189 Instellingen wijzigen op het tabblad Draadloos LAN Als u de draadloze netwerkinstellingen van de printer wilt wijzigen, sluit u de printer tijdelijk met een USB- kabel op de computer aan. Als u de draadloze netwerkinstellingen van de computer aanpast via een draadloze verbinding zonder USB-aansluiting, kan de computer mogelijk niet communiceren met het apparaat nadat de instellingen zijn gewijzigd.
  • Pagina 190 2. Netwerk (SSID): (Network (SSID):) De netwerknaam (SSID) van het draadloos LAN wordt weergegeven. Opmerking • Geef dezelfde SSID op die is ingesteld voor het toegangspunt. De SSID is hoofdlettergevoelig. 3. Zoeken... (Search...) Het venster Toegangspunten (Access Points) wordt weergegeven waarin u een toegangspunt kunt selecteren waarmee u verbinding wilt maken.
  • Pagina 191 Het venster met gedetailleerde instellingen wordt weergegeven. Het netwerkwachtwoord (WEP) of de WPA/WPA2-sleutel die is geselecteerd bij Coderingsmethode: (Encryption Method:) kan worden bevestigd en gewijzigd. Meer informatie over de WEP-instelling: De gedetailleerde WEP-instellingen wijzigen Meer informatie over de WPA- ofWPA2-instelling: WPA- of gedetailleerde WPA2-instellingen wijzigen 6.
  • Pagina 192 : Redelijk : Slecht • Het type codering wordt als volgt weergegeven. Leeg: Geen codering WEP: WEP is ingesteld WPA: WPA is ingesteld WPA2: WPA2 is ingesteld 2. Vernieuwen (Refresh) Klik hierop om de lijst met toegangspunten bij te werken wanneer het doeltoegangspunt niet wordt gevonden.
  • Pagina 193 De gedetailleerde WEP-instellingen wijzigen Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Als u de draadloze netwerkinstellingen van de printer wilt wijzigen, sluit u de printer tijdelijk met een USB- kabel op de computer aan. Als u de draadloze netwerkinstellingen van de computer aanpast via een draadloze verbinding zonder USB-aansluiting, kan de computer mogelijk niet communiceren met het apparaat nadat de instellingen zijn gewijzigd.
  • Pagina 194 Hexadecimaal (Hex) 10 tekens 26 tekens 2. Sleutellengte: (Key Length:) Selecteer 64-bits (64 bit) of 128-bits (128 bit). 3. Sleutelindeling: (Key Format:) Selecteer ASCII of Hex. 4. Sleutel-id: (Key ID:) Selecteer de sleutel-id (index) die is ingesteld op het toegangspunt. Opmerking •...
  • Pagina 195 WPA- of gedetailleerde WPA2-instellingen wijzigen Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Als u de draadloze netwerkinstellingen van de printer wilt wijzigen, sluit u de printer tijdelijk met een USB- kabel op de computer aan. Als u de draadloze netwerkinstellingen van de computer aanpast via een draadloze verbinding zonder USB-aansluiting, kan de computer mogelijk niet communiceren met het apparaat nadat de instellingen zijn gewijzigd.
  • Pagina 196 Opmerking • Dit apparaat ondersteunt WPA-PSK (WPA-Persoonlijk) en WPA2-PSK (WPA2-Persoonlijk).
  • Pagina 197 De instellingen wijzigen op het tabblad Bedrade LAN Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. • Activeer de instelling voor bedraad LAN van de printer als u de instellingen op het tabblad Bekabeld LAN (Wired LAN) wilt wijzigen.
  • Pagina 198 Volgende IP-adres gebruiken (Use following IP address) Als er geen DHCP-serverfunctionaliteit beschikbaar is in de configuratie waarin u de printer gebruikt of als u een bepaald IP-adres gebruikt, selecteert u deze optie om een vast IP-adres te gebruiken.
  • Pagina 199 Instellingen wijzigen op het tabblad Wachtwoord beheerder Start IJ Network Tool. 2. Selecteer de printer bij Printer: (Printers:). 3. Klik op de knop Configuratie... (Configuration...). 4. Klik op de knop Beheerwachtwoord (Admin Password). Het tabblad Beheerwachtwoord (Admin Password) wordt weergegeven. 5.
  • Pagina 200 Venster Wachtwoord invoeren (Enter Password) Het volgende venster wordt weergegeven als een beheerderswachtwoord is ingesteld op de printer. • Beheerwachtwoord (Admin Password) Voer het ingestelde beheerwachtwoord in. Om veiligheidsredenen wordt uw wachtwoord tijdens het invoeren niet weergegeven. • OK Klik hierop nadat u het beheerwachtwoord hebt ingevoerd. •...
  • Pagina 201 Status draadloos netwerk controleren Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. • Als u het apparaat via een bedraad LAN gebruikt, kunt u netwerkstatus niet controleren. Start IJ Network Tool. 2. Selecteer de printer bij Printer: (Printers:). 3.
  • Pagina 202 Als ze te ver uit elkaar staan, plaatst u ze dichter bij elkaar (binnen 50 m/164 ft.). • Controleer of zich geen barrières of obstakels tussen de printer en het toegangspunt bevinden. In het algemeen neemt de verbindingskwaliteit af bij communicatie tussen verschillende ruimten of verdiepingen.
  • Pagina 203 Voer de instellingen daarom uit volgens de instructies op onze website. Opmerking • U kunt de netwerkinstellingen van de printer wijzigen met IJ Network Tool en een USB-verbinding nadat de LAN-instellingen zijn geïnitialiseerd. Als u de netwerkinstellingen wilt wijzigen met Canon IJ Network Tool, moet u eerst draadloos LAN activeren.
  • Pagina 204 Aangepaste instellingen weergeven Het venster Bevestiging (Confirmation) wordt weergegeven wanneer u de printerinstellingen in het venster Configuratie (Configuration) hebt gewijzigd. Wanneer u op OK klikt in het venster Bevestiging (Confirmation), wordt het volgende venster weergegeven waarin u de gewijzigde instellingen kunt controleren.
  • Pagina 205 Bijlage voor netwerkcommunicatie De kaartsleuf gebruiken via een netwerk Info over technische termen Beperkingen...
  • Pagina 206 De kaartsleuf gebruiken via een netwerk Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. De kaartsleuf toewijzen als netwerkstation Beperkingen voor het gebruik van de kaartsleuf via het netwerk De kaartsleuf toewijzen als netwerkstation De kaartsleuf kan alleen via een netwerk worden gebruikt als deze softwarematig is toegewezen.
  • Pagina 207 Beperkingen voor het gebruik van de kaartsleuf via het netwerk • U kunt niet via een netwerk gegevens schrijven naar een geheugenkaart in de kaartsleuf. U kunt alleen gegevens lezen van een geheugenkaart. • Als het apparaat is verbonden met een netwerk, kan de kaartsleuf door meerdere computers worden gedeeld.
  • Pagina 208 Info over technische termen In dit gedeelte worden de technische termen beschreven die in de handleiding worden gebruikt. • Toegangspunt (Access Point) Een draadloze ontvanger of basisstation dat informatie ontvangt van draadloze clients/het apparaat en ze opnieuw uitzendt. Vereist in een infrastructuurnetwerk. •...
  • Pagina 209 • AirPort Netwerk (Infra) Configuratie van de clientcomputer en het apparaat waarbij alle draadloze communicatie via een toegangspunt loopt. • Verificatiemethode (Authentication Method) De methode die een toegangspunt gebruikt om een printer via een draadloos LAN te verifiëren. De methoden komen met elkaar overeen. Wanneer u WEP als coderingsmethode gebruikt, kan voor de verificatiemethode Open systeem (Open System) of Gedeelde sleutel (Shared Key) worden gebruikt.
  • Pagina 210 • Firewall Dit is een systeem dat ongeautoriseerde toegang tot de computer in het netwerk voorkomt. Om dergelijke toegang te voorkomen, kunt u de firewallfunctie van een breedbandrouter, de beveiligingssoftware of het besturingssysteem van de computer gebruiken. • IEEE 802.11b Internationale norm voor draadloos LAN waarbij de frequentie 2,4 GHz wordt gebruikt met een doorvoer van maximaal 11 Mbps.
  • Pagina 211 Hiervoor kunt u een tekenreeks van 10 of 26 tekens opgeven die hexadecimale tekens kan bevatten (0 tot 9, A tot F en a tot f). • Sleutellengte (Key Length) Lengte van de WEP-sleutel. Selecteer 64-bits of 128-bits. Met een langere sleutellengte kunt u een complexere WEP-sleutel maken.
  • Pagina 212 • Proxyserver Een server die een via een LAN verbonden computer verbindt met internet. Als u een proxyserver gebruikt, geeft u het adres en het poortnummer van de proxyserver op. • PSK Een coderingsmethode die wordt gebruikt door WPA/WPA2. • Router Een doorschakelapparaat waarmee verbinding wordt gemaakt met een ander netwerk.
  • Pagina 213 • TKIP Een coderingsprotocol dat wordt gebruikt door WPA/WPA2. • USB Seriële interface ontworpen om 'hot-swap' van apparaten mogelijk te maken door ze aan te sluiten en te verwijderen zonder het apparaat uit te schakelen. • WEP/WEP-sleutel Een coderingsmethode die wordt gebruikt door IEEE 802.11. Gedeelde beveiligingssleutel die wordt gebruikt om gegevens te coderen en decoderen die worden verzonden via draadloze netwerken.
  • Pagina 214 Dit apparaat ondersteunt WPA2 Persoonlijk. ◦ Wachtwoordzin Deze gecodeerde sleutel wordt gebruikt om verificatie met WPA2 Persoonlijk uit te voeren. Het wachtwoord is een reeks van 8 tot 63 alfanumerieke tekens of een 64-cijferige hexadecimale waarde. • WPS (Wi-Fi Protected Setup) WPS is een norm voor het eenvoudig en veilig instellen van een draadloos netwerk.
  • Pagina 215 Beperkingen Als u een printer gebruikt via het draadloze LAN, herkent de printer mogelijk draadloze systemen in de buurt. U moet daarom een netwerksleutel (WEP, WPA of WPA2) instellen voor het toegangspunt om draadloze verzending te coderen. Draadloze communicatie met een product dat niet voldoet aan de Wi-Fi- standaard kan niet worden gegarandeerd.
  • Pagina 216 Tips voor een optimale afdrukkwaliteit Handige informatie over inkt Belangrijke punten voor succesvol afdrukken Geef de papierinstellingen op nadat u het papier hebt geplaatst Een afdruktaak annuleren Belangrijke punten voor een consistente afdrukkwaliteit Voorzorgsmaatregelen voor een veilig transport van het apparaat...
  • Pagina 217 Handige informatie over inkt Hoe wordt de inkt, naast afdrukken, gebruikt voor andere toepassingen? Inkt kan, naast afdrukken, voor verschillende toepassingen worden gebruikt. De inkt wordt niet alleen gebruikt voor het maken van afdrukken, maar ook voor het reinigen van de printkop. Dit zorgt ervoor dat de optimale afdrukkwaliteit behouden blijft.
  • Pagina 218 Belangrijke punten voor succesvol afdrukken Controleer de status van het apparaat voordat u gaat afdrukken! • Is de printkop in orde? Als de spuitopening van printkop verstopt is, worden afdrukken vaag en wordt er papier verspild. Het is raadzaam de printkop te controleren door het controleraster voor de spuitopeningen af te drukken. Onderhoudsprocedure •...
  • Pagina 219 Geef de papierinstellingen op nadat u het papier hebt geplaatst Als het ingestelde mediumtype niet overeenkomt met het geplaatste papier, zijn de afdrukresultaten mogelijk niet naar behoren. Nadat u papier hebt geplaatst, moet u het juiste mediumtype voor het geplaatste papier selecteren.
  • Pagina 220 Een afdruktaak annuleren Druk nooit op de knop AAN (ON)! Als u tijdens het afdrukken op de knop AAN (ON) drukt, worden de afdrukgegevens die vanaf een computer worden verzonden in de wachtrij van het apparaat geplaatst en kunt u mogelijk niet meer afdrukken.
  • Pagina 221 Belangrijke punten voor een consistente afdrukkwaliteit Voor een optimale afdrukkwaliteit is het belangrijk dat de printkop niet uitdroogt of verstopt raakt. Houd u altijd aan de volgende richtlijnen voor een optimale afdrukkwaliteit. Haal de stekker nooit uit het stopcontact voordat het apparaat is uitgeschakeld! Als u op de knop AAN (ON) drukt om het apparaat uit te zetten, wordt de printkop (spuitopeningen) automatisch bedekt om uitdrogen te voorkomen.
  • Pagina 222 Voorzorgsmaatregelen voor een veilig transport van het apparaat Let op het volgende wanneer u het apparaat vervoert. Belangrijk • Pak het apparaat in een stevige doos in en zorg dat het apparaat rechtop staat (de onderzijde bevindt zich aan de onderkant). Gebruik voldoende beschermend materiaal om een veilig transport te garanderen.
  • Pagina 223 7. Pak het apparaat in het beschermende materiaal in wanneer u het apparaat in de doos plaatst.
  • Pagina 224 Wettelijke beperkingen voor het gebruik van het product en het gebruik van afbeeldingen Het maken van kopieën en het scannen, afdrukken of het gebruiken van reproducties van de volgende documenten kan illegaal zijn. Deze lijst is niet volledig. Raadpleeg in geval van twijfel een jurist uit uw rechtsgebied. •...
  • Pagina 225 Specificaties Algemene specificaties Afdrukresolutie (dpi) 4800* (horizontaal) x 1200 (verticaal) * Inktdruppels kunnen worden aangebracht met een tussenafstand van minimaal 1/4800 inch. Interface USB-poort: Hi-Speed USB *1 LAN-poort: Draadloos LAN: IEEE802.11n / IEEE802.11g / IEEE802.11b *2 *1 Een computer die voldoet aan de Hi-Speed USB-standaard is vereist. Aangezien de Hi-Speed USB-interface volledig opwaarts compatibel is met USB 1.1, kan deze worden gebruikt met USB 1.1.
  • Pagina 226 Overdrachtssnelheid Zwart: ongeveer 3 seconden per pagina met een snelheid van 33,6 kbps (op basis van ITU-T No.1 chart voor VS-specificaties en Canon FAX Standard chart No.1 voor anderen, allebei in standaardmodus) Kleur: ongeveer 1 minuut per pagina met een snelheid van 33,6 kbps...
  • Pagina 227 Dichtheid aanpassen 3 niveaus Geheugen Verzenden/ontvangen: ongeveer 50 pagina's (op basis van ITU-T No.1 chart voor VS-specificaties en Canon FAX Standard chart No.1 voor anderen, allebei in standaardmodus) Faxresolutie Zwart Standaard: 8 pels/mm x 3,85 lijnen/mm (203 pels/inch x 98 lijnen/inch)
  • Pagina 228 XGA 1024 x 768 Overige ondersteunde besturingssystemen Sommige functies zijn mogelijk niet beschikbaar bij elk besturingssysteem. Raadpleeg de handleiding of de website van Canon voor meer informatie over het gebruik met iOS, Android en Windows RT. Mogelijkheid tot mobiel afdrukken Apple AirPrint Google Cloud Print •...
  • Pagina 229 • Windows: sommige functies zijn mogelijk niet beschikbaar bij Windows Media Center. • Windows: .NET Framework 4 of 4.5 moet zijn geïnstalleerd als u de Windows-software wilt gebruiken. • Windows: XPS Essentials Pack is vereist als u op Windows XP wilt afdrukken. •...
  • Pagina 230 Afdrukken Afdrukken vanaf een computer Afdrukken met een toepassing die u gebruikt (printerstuurprogramma) Afdrukken met het bedieningspaneel van het apparaat Sjabloonformulieren zoals gelinieerd papier of grafiekpapier afdrukken Afdrukken met de toegangspuntmodus...
  • Pagina 231 Afdrukken vanaf een computer Afdrukken met een toepassing die u gebruikt (printerstuurprogramma)
  • Pagina 232 Afdrukken met een toepassing die u gebruikt (printerstuurprogramma) Afdrukken met de basisinstellingen Basis Verschillende afdrukmethoden De afdrukkwaliteit wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren Overzicht van het printerstuurprogramma Het printerbesturingsbestand bijwerken...
  • Pagina 233 Afdrukken met de basisinstellingen U kunt de volgende eenvoudige instelprocedure gebruiken om op de juiste manier af te drukken met dit apparaat: Controleer of het apparaat is ingeschakeld Plaats papier in het apparaat 3. Selecteer de printer Selecteer uw model in de lijst Printer in het Dialoogvenster Afdrukken.
  • Pagina 234 5. Selecteer Kwaliteit en media (Quality & Media) in het pop-upmenu 6. Selecteer het mediumtype Selecteer bij Mediumtype (Media Type) de papiersoort die in het apparaat is geplaatst.
  • Pagina 235 7. Selecteer de afdrukkwaliteit Selecteer Hoog (High), Standaard (Standard) of Klad (Draft) voor Afdrukkwaliteit (Print Quality), afhankelijk van het gewenste afdrukresultaat. Belangrijk • De beschikbare instellingen voor de afdrukkwaliteit zijn afhankelijk van het afdrukprofiel. 8. Voltooi de configuratie Klik op Druk af (Print). Het document wordt afgedrukt in overeenstemming met het mediumtype en -formaat dat wordt gebruikt.
  • Pagina 236 Belangrijk • Klik in het gedeelte Instellingen (Presets) op Huidige instellingen opslaan... (Save Current Settings as Preset...) (Opslaan als... (Save As...)) om de opgegeven instellingen op te slaan.
  • Pagina 237 Normaal papier (inclusief gerecycled papier) Normaal papier (Plain Paper) Enveloppen Envelop (Envelope) Origineel Canon-papier (foto's afdrukken) Mediumnaam <Modelnummer> Mediumtype (Media Type) in het printerstuurprogramma Glossy Foto Papier Extra II <PP-201> Glossy Foto Papier Extra II (Photo Paper Plus Glossy II) Professioneel Foto Platinum <PT-101>...
  • Pagina 238 Verschillende afdrukmethoden Instellingen voor aantal en afdrukvolgorde opgeven De nietmarge instellen Afdrukken zonder marges starten Het formaat van de afdruk aanpassen aan het papierformaat Afdrukken op schaal Pagina-indeling afdrukken Afdrukken op briefkaarten Afdrukresultaten weergeven vóór het afdrukken Papierformaat instellen (aangepast formaat)
  • Pagina 239 Instellingen voor aantal en afdrukvolgorde opgeven Pagina's sorteren (Collate pages) + Pagina's sorteren (Collate pages) + Omgekeerd (Reverse) Omgekeerd (Reverse) Normaal (Normal) U geeft als volgt het aantal afdrukken en de afdrukvolgorde op: 1. Geef het aantal exemplaren op dat u wilt afdrukken Geef het aantal afdrukken op bij Aantal (Copies) in het Dialoogvenster Afdrukken.
  • Pagina 240 5. Voltooi de configuratie Klik op Druk af (Print). Het opgegeven aantal exemplaren wordt in de gekozen volgorde afgedrukt. Belangrijk • Als de toepassing waarmee het document is gemaakt dezelfde functie heeft, geeft u de instellingen op in het printerstuurprogramma. Als de afdrukresultaten echter niet naar wens zijn, geeft u de functie- instellingen op in de toepassing.
  • Pagina 241 De nietmarge instellen De procedure voor het instellen van de breedte van de marge en de nietzijde is als volgt: 1. Selecteer Marge (Margin) in het pop-upmenu van het Dialoogvenster Afdrukken 2. Stel de breedte van de marge en de nietzijde in Stel zo nodig de breedte van de Marge (Margin) in en selecteer een nietpositie in de lijst Nietmarge (Stapling Side).
  • Pagina 242 Afdrukken zonder marges starten Met de functie voor afdrukken zonder marges kunt u gegevens randloos afdrukken door de gegevens te vergroten, zodat ze net buiten de randen van het papier vallen. Standaard blijven de randen rondom het document leeg. Wanneer u echter de functie voor afdrukken zonder marges gebruikt, wordt het document zonder marges afgedrukt.
  • Pagina 243 Belangrijk • Als u de schuifregelaar Hoeveelheid uitbreiding (Amount of Extension) helemaal naar rechts verplaatst, komen er mogelijk vegen op de achterzijde van het papier terecht. 4. Voltooi de configuratie Klik op Druk af (Print). De gegevens worden zonder marges op het papier afgedrukt. Belangrijk •...
  • Pagina 244 Als u niet tevreden bent met het resultaat, vermindert u de hoeveelheid uitbreiding. De hoeveelheid uitbreiding wordt kleiner wanneer u de schuifregelaar Hoeveelheid uitbreiding (Amount of Extension) naar links schuift. Belangrijk • Als de hoeveelheid uitbreiding wordt verminderd, kan een onverwachte marge ontstaan, afhankelijk van het papierformaat.
  • Pagina 245 Het formaat van de afdruk aanpassen aan het papierformaat De procedure voor het afdrukken van een document dat automatisch is verkleind of vergroot in overeenstemming met het paginaformaat, is als volgt: 1. Controleer het papierformaat Controleer of de instelling voor Papierformaat (Paper Size) in het Dialoogvenster Afdrukken gelijk is aan het papierformaat dat u hebt ingesteld in de toepassing.
  • Pagina 246 5. Voltooi de configuratie Klik op Druk af (Print). Het document wordt bij het afdrukken vergroot of verkleind, zodat dit op het paginaformaat past.
  • Pagina 247 Afdrukken op schaal De procedure voor het afdrukken van een document met pagina's die zijn vergroot of verkleind is als volgt: 1. Selecteer de printer Selecteer de naam van uw model in de lijst Stel in voor (Format For) in het Dialoogvenster Pagina- instelling.
  • Pagina 248 Pagina-indeling afdrukken U kunt met de functie voor het afdrukken van een pagina-indeling meer dan een paginabeeld op een enkel vel papier afdrukken. De procedure voor het afdrukken van een pagina-indeling is als volgt: 1. Selecteer Indeling (Layout) in het pop-upmenu in het Dialoogvenster Afdrukken 2.
  • Pagina 249 Spiegel horizontaal (Flip horizontally) Schakel dit selectievakje in wanneer u de linker- en de rechterkant van het document wilt omwisselen. 4. Voltooi de configuratie Klik op Druk af (Print). Als u het afdrukken start, wordt het opgegeven aantal pagina's in de opgegeven volgorde op elk vel papier gerangschikt.
  • Pagina 250 Afdrukken op briefkaarten In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een briefkaart afdrukt. Plaats een briefkaart in het apparaat 2. Selecteer het papierformaat in het Dialoogvenster Afdrukken Selecteer Ansichtkaart (Postcard) of Briefkaart - dubbel (Postcard Double) in het menu Papierformaat (Paper Size). Belangrijk •...
  • Pagina 251 Afdrukresultaten weergeven vóór het afdrukken Als u Mac OS X v10.6.8 gebruikt, kunt u de afdrukresultaten vóór het afdrukken weergeven en controleren. Als u de afdrukresultaten wilt weergegeven voordat u gaat afdrukken, klikt u op Voorbeeld (Preview) in het Dialoogvenster Afdrukken.
  • Pagina 252 Papierformaat instellen (aangepast formaat) U kunt de hoogte en breedte van het papier opgeven als u een bepaald formaat niet kunt selecteren in het menu Papierformaat (Paper Size). Een dergelijk papierformaat wordt een 'aangepast formaat' genoemd. De procedure voor het opgeven van een aangepast papierformaat is als volgt: 1.
  • Pagina 253 De afdrukkwaliteit wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren De Afdrukkwaliteit instellen (Aangepast) Een kleurendocument monochroom afdrukken Kleurcorrectie opgeven Een optimale foto van afbeeldingsgegevens afdrukken De kleuren aanpassen met het printerstuurprogramma Afdrukken met ICC-profielen (Een ICC-profiel opgeven in de toepassingssoftware) Afdrukken met ICC-profielen (Een ICC-profiel opgeven in het printerbesturingsbestand) De kleurbalans aanpassen De helderheid aanpassen De intensiteit aanpassen...
  • Pagina 254 De Afdrukkwaliteit instellen (Aangepast) U kunt de afdrukkwaliteit instellen via Aangepast (Custom). De procedure voor het instellen van een afdrukkwaliteit is als volgt: 1. Selecteer Kwaliteit en media (Quality & Media) in het pop-upmenu van het Dialoogvenster Afdrukken 2. Selecteer de afdrukkwaliteit Selecteer Aangepast (Custom) voor Afdrukkwaliteit (Print Quality).
  • Pagina 255 Een kleurendocument monochroom afdrukken De procedure voor het monochroom afdrukken van een kleurendocument is als volgt: 1. Selecteer Kwaliteit en media (Quality & Media) in het pop-upmenu van het Dialoogvenster Afdrukken 2. Stel afdrukken in grijstinten in Schakel het selectievakje Afdrukken in grijstinten (Grayscale Printing) in. 3.
  • Pagina 256 • Afhankelijk van de toepassing kan Canon kleurevenaring (Canon Color Matching) niet worden geselecteerd als een ICC-afdrukprofiel wordt opgegeven vanuit die toepassing. In dat geval wordt ColorSync automatisch geselecteerd. • De instelling Kwaliteit en media (Quality & Media) is vereist, zelfs als ColorSync of Canon kleurevenaring (Canon Color Matching) is geselecteerd.
  • Pagina 257 Verwante onderwerpen Een optimale foto van afbeeldingsgegevens afdrukken De kleuren aanpassen met het printerstuurprogramma Afdrukken met ICC-profielen (Een ICC-profiel opgeven in de toepassingssoftware) Afdrukken met ICC-profielen (Een ICC-profiel opgeven in het printerbesturingsbestand)
  • Pagina 258 In dit gedeelte wordt de afdrukprocedure beschreven bij gebruik van de kleurcorrectiefunctie van het printerstuurprogramma. • Afdrukken met Canon Digital Photo Color De printer drukt gegevens af in kleurtinten waaraan veel mensen de voorkeur geven; de originele kleuren van de afbeelding worden weergegeven en driedimensionale effecten en hoge, scherpe contrasten worden gegenereerd.
  • Pagina 259 De kleuren aanpassen met het printerstuurprogramma U kunt de functie voor kleurcorrectie van het printerstuurprogramma zo instellen dat wordt afgedrukt met kleurtinten waaraan de meeste mensen de voorkeur geven door gebruik te maken van Canon Digital Photo Color. Als u afdrukt vanuit een toepassing die ICC-profielen kan identificeren en waarvoor u deze kunt opgeven, gebruikt u een ICC-profiel voor afdrukken in de toepassing en selecteert u instellingen voor kleurbeheer.
  • Pagina 260 Afdrukken met ICC-profielen (Een ICC-profiel opgeven in de toepassingssoftware) Wanneer u afdrukt vanuit Adobe Photoshop, Canon Digital Photo Professional of een andere toepassing die ICC-invoerprofielen kan identificeren en waarin u deze profielen kunt opgeven, gebruikt de printer bij het afdrukken het ingebouwde kleurbeheersysteem van Mac OS, ColorSync. De bewerkingen en verbeteringen die zijn gemaakt in een toepassing worden door de printer afgedrukt, waarbij effectief gebruik wordt gemaakt van de kleurruimte van het ICC-invoerprofiel dat in de beeldgegevens is opgegeven.
  • Pagina 261 Kleurcorrectie opgeven De kleurbalans aanpassen De helderheid aanpassen De intensiteit aanpassen Het contrast aanpassen...
  • Pagina 262 Afdrukken met ICC-profielen (Een ICC-profiel opgeven in het printerbesturingsbestand) Vanuit een toepassing die geen ICC-invoerprofielen kan identificeren of waarin u geen ICC-profiel kunt opgeven, kunt u afdrukken met de kleurruimte van het ICC-invoerprofiel (sRGB) van de gegevens. 1. Selecteer Kleurafstemming (Color Matching) in het pop-upmenu van het Dialoogvenster Afdrukken 2.
  • Pagina 263 De kleurbalans aanpassen U kunt de kleurtinten tijdens het afdrukken aanpassen. Aangezien deze functie de kleurbalans van de afdruk aanpast door de inktverhoudingen van elke kleur te wijzigen, wordt de gehele kleurbalans van het document gewijzigd. Gebruik de toepassing als u uitgebreide wijzigingen wilt aanbrengen in de kleurbalans.
  • Pagina 264 Belangrijk • Verschuif de schuifregelaar langzaam. 3. Voltooi de configuratie Klik op Druk af (Print). Wanneer u het document afdrukt, wordt de aangepaste kleurbalans gebruikt. Belangrijk • Wanneer het selectievakje Afdrukken in grijstinten (Grayscale Printing) is geselecteerd bij Kwaliteit en media (Quality & Media), zijn de opties voor kleurbalans (Cyaan (Cyan), Magenta en Geel (Yellow)) niet beschikbaar.
  • Pagina 265 De helderheid aanpassen U kunt de helderheid van afbeeldingsgegevens tijdens het afdrukken aanpassen. Puur wit en zwart worden niet veranderd, maar de helderheid van de tussenliggende kleuren wordt wel veranderd. Het volgende voorbeeld toont het afdrukresultaat wanneer de helderheid is aangepast. Licht (Light) is geselecteerd Normaal (Normal) is geselecteerd Donker (Dark) is geselecteerd De procedure voor het aanpassen van de helderheid is als volgt: 1.
  • Pagina 266 Belangrijk • Als u ColorSync selecteert voor Kleurenevenaring (Color Matching), is de optie Helderheid (Brightness) niet beschikbaar voor selectie. Verwante onderwerpen De Afdrukkwaliteit instellen (Aangepast) Kleurcorrectie opgeven De kleurbalans aanpassen De intensiteit aanpassen Het contrast aanpassen...
  • Pagina 267 De intensiteit aanpassen U kunt de kleuren van de beeldgegevens helderder of donkerder maken tijdens het afdrukken. Het volgende voorbeeld laat zien wat er gebeurt wanneer de intensiteit wordt verhoogd: de kleuren van de afbeeldingsgegevens worden donkerder afgedrukt. Geen aanpassing Hogere intensiteit De procedure voor het aanpassen van de intensiteit is als volgt: 1.
  • Pagina 268 Klik op Druk af (Print). Wanneer u het document afdrukt, wordt de aangepaste intensiteit gebruikt. Belangrijk • Als u ColorSync selecteert voor Kleurenevenaring (Color Matching), is de optie Intensiteit (Intensity) niet beschikbaar voor selectie. Verwante onderwerpen De Afdrukkwaliteit instellen (Aangepast) Kleurcorrectie opgeven De kleurbalans aanpassen De helderheid aanpassen...
  • Pagina 269 Het contrast aanpassen U kunt het beeldcontrast tijdens het afdrukken aanpassen. Wanneer u de verschillen tussen de lichte en donkere gebieden van afbeeldingen groter en duidelijker wilt maken, verhoogt u het contrast. Wanneer u echter de verschillen tussen de lichte en donkere gebieden van afbeeldingen kleiner en minder duidelijk wilt maken, verlaagt u het contrast.
  • Pagina 270 Klik op Druk af (Print). Bij het afdrukken wordt het aangepaste contrast gebruikt. Belangrijk • Als u ColorSync selecteert voor Kleurenevenaring (Color Matching), is de optie Contrast niet beschikbaar voor selectie. Verwante onderwerpen De Afdrukkwaliteit instellen (Aangepast) Kleurcorrectie opgeven De kleurbalans aanpassen De helderheid aanpassen De intensiteit aanpassen...
  • Pagina 271 Dialoogvenster Pagina-instelling Dialoogvenster Afdrukken Kwaliteit en media Kleuropties Afdrukken zonder marges Marge Canon IJ Printer Utility De Canon IJ Printer Utility openen Onderhoud van dit apparaat Het scherm met de afdrukstatus weergeven Een ongewenste afdruktaak verwijderen Instructies voor gebruik (printerstuurprogramma)
  • Pagina 272 Canon IJ-printerstuurprogramma Het Canon IJ-printerstuurprogramma (hierna het printerstuurprogramma genoemd) is software die op uw computer wordt geïnstalleerd voor het afdrukken van gegevens met dit apparaat. Het printerstuurprogramma converteert de afdrukgegevens die in de toepassing zijn gemaakt, naar gegevens die de printer begrijpt en stuurt de geconverteerde gegevens naar de printer.
  • Pagina 273 Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen U kunt het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma weergeven vanuit de toepassing die u gebruikt. Het dialoogvenster Pagina-instelling openen Gebruik deze procedure als u de pagina-instellingen (papierinstellingen) wilt opgeven voordat u gaat afdrukken. 1. Selecteer Pagina-instelling... (Page Setup...) in het menu Bestand (File) van de toepassing Dialoogvenster Pagina-instelling wordt geopend.
  • Pagina 274 Dialoogvenster Pagina-instelling U kunt in het dialoogvenster Pagina-instelling de basisinstellingen voor het afdrukken opgeven, zoals de schaalfactor of het formaat van het papier in het apparaat. U opent het dialoogvenster Pagina-instelling door Pagina-instelling... (Page Setup...) te selecteren in het menu Bestand (File) van uw toepassing. Instellingen (Settings) Klik op het pop-upmenu en selecteer de volgende items: Paginakenmerken (Page Attributes)
  • Pagina 275 Dialoogvenster Afdrukken U kunt in het dialoogvenster Afdrukken de papiersoort en de afdrukkwaliteit instellen. U opent het dialoogvenster Afdrukken door Afdrukken... (Print...) te selecteren in het menu Bestand (File) van de toepassing. Printer Selecteer de naam van het model dat u gebruikt. Wanneer u op Printer toevoegen...
  • Pagina 276 Afdrukken werd geopend. U kunt in het pop-upmenu de volgende items selecteren. Indeling (Layout) U kunt de pagina's in een bepaalde lay-out afdrukken. Gebruik de optie Keer paginarichting om (Reverse page orientation) om de afdrukstand te wijzigen en gebruik de optie Spiegel horizontaal (Flip horizontally) om het document in spiegelbeeld af te drukken.
  • Pagina 277 Kwaliteit en media In dit dialoogvenster kunt u basisafdrukinstellingen opgeven in overeenstemming met de papiersoort. Voor een normale afdruktaak volstaat het instellingen in dit dialoogvenster op te geven. Mediumtype (Media Type) Selecteer het mediumtype dat u wilt gebruiken. Selecteer het type medium dat in het apparaat is geplaatst. Hierdoor kan de printer het type afdruk maken dat geschikt is voor het afdrukmateriaal.
  • Pagina 278 Verwante onderwerpen De Afdrukkwaliteit instellen (Aangepast) Een kleurendocument monochroom afdrukken...
  • Pagina 279 Kleuropties In dit dialoogvenster kunt u de afdrukkleur naar wens aanpassen. Als de kleuren van de afgedrukte afbeelding niet naar wens zijn, past u de eigenschappen in het dialoogvenster aan en drukt u opnieuw af. In tegenstelling tot speciale software voor beeldverwerking hebben de aanpassingen die u hier opgeeft, geen invloed op de kleuren van de oorspronkelijke afdrukgegevens.
  • Pagina 280 afzonderlijke kleurinkten en dus in de tinten van een document als geheel. Gebruik het printerbesturingsbestand alleen als u kleine wijzigingen in de kleurbalans wilt aanbrengen. Gebruik de toepassing als u de kleurbalans ingrijpend wilt wijzigen. Helderheid (Brightness) Selecteer de helderheid voor de afgedrukte afbeeldingen. U kunt het niveau van puur wit en zwart niet wijzigen.
  • Pagina 281 Afdrukken zonder marges In dit dialoogvenster kunt u aanpassen hoeveel van het document buiten het papier valt bij afdrukken zonder marges. Hoeveelheid uitbreiding (Amount of Extension) Met de schuifregelaar Hoeveelheid uitbreiding (Amount of Extension) geeft u aan hoeveel van het document buiten het papier valt.
  • Pagina 282 Marge In dit dialoogvenster geeft u op aan welke kant u wilt nieten en hoe groot de marge voor het nieten van meerdere vellen papier moet zijn. Marge (Margin) Geef de grootte van de nietmarge van het papier op. Voer een waarde in tussen 0 mm (0 inch) en 30 mm (1,2 inch).
  • Pagina 283 Met Canon IJ Printer Utility kunt u onderhoudswerkzaamheden uitvoeren aan het apparaat of de instellingen van het apparaat wijzigen. De mogelijkheden van Canon IJ Printer Utility Via het pop-upmenu kunt u schakelen tussen de pagina's in Canon IJ Printer Utility. U kunt in het pop- upmenu de volgende items selecteren. Reiniging (Cleaning) Hiermee kunt u de printer reinigen om afdrukvegen te voorkomen en de spuitopening van printkop vrij te maken.
  • Pagina 284 Als dit gebeurt, klikt u op Annuleer (Cancel) om de meest recente instellingen op de computer weer te geven. Verwante onderwerpen De printkoppen reinigen vanaf de computer De binnenkant van het apparaat reinigen De papierinvoerrollen reinigen vanaf de computer De computer gebruiken om een controleraster voor de spuitopeningen af te drukken De positie van de printkop uitlijnen vanaf de computer De inktstatus controleren vanaf uw computer De te gebruiken inktpatroon instellen...
  • Pagina 285 De Canon IJ Printer Utility openen U opent Canon IJ Printer Utility door de onderstaande stappen uit te voeren. 1. Open Systeemvoorkeuren (System Preferences) en selecteer Afdrukken en scannen (Print & Scan) (Afdrukken en faxen (Print & Fax)) 2. Start Canon IJ Printer Utility Selecteer uw model in de lijst met printers en klik op Opties en toebehoren...
  • Pagina 286 Onderhoud van dit apparaat De printkoppen reinigen vanaf de computer De binnenkant van het apparaat reinigen De papierinvoerrollen reinigen vanaf de computer De computer gebruiken om een controleraster voor de spuitopeningen af te drukken De positie van de printkop uitlijnen vanaf de computer De inktstatus controleren vanaf uw computer De te gebruiken inktpatroon instellen De stroomvoorziening van het apparaat beheren...
  • Pagina 287 Het scherm met de afdrukstatus weergeven U kunt als volgt de voortgang van het afdrukken controleren: 1. Open het scherm met de afdrukstatus • Als de afdrukgegevens naar het apparaat zijn gestuurd Het scherm met de afdrukstatus wordt automatisch geopend. Als u het scherm met de afdrukstatus wilt weergeven, klikt u op (het printerpictogram) dat wordt weergegeven in het Dock.
  • Pagina 288 Hiermee verwijdert u de opgegeven afdruktaak. Hiermee stopt u het afdrukken van het gespecificeerde document. Hiermee hervat u het afdrukken van het gespecificeerde document. Hiermee geeft u informatie over de afdruktaak weer. Hiermee stopt u het afdrukken van alle documenten. Wordt alleen weergegeven wanneer het afdrukken van alle documenten wordt stopgezet.
  • Pagina 289 Een ongewenste afdruktaak verwijderen Als de printer niet start met afdrukken, is het mogelijk dat geannuleerde of niet-uitgevoerde afdruktaken in de wachtrij blijven staan. Verwijder onnodige afdruktaken uit het scherm voor afdrukstatus. 1. Open Systeemvoorkeuren (System Preferences) en selecteer Afdrukken en scannen (Print &...
  • Pagina 290 Opmerkingen bij het toevoegen van een printer • Als u het Canon-printerstuurprogramma in Mac OS X wilt installeren en de printer wilt gebruiken via een netwerkverbinding, kunt u Bonjour of Canon IJ Network selecteren in het dialoogvenster Voeg toe (Add) (Voeg printer toe (Add Printer)).
  • Pagina 291 Het printerbesturingsbestand bijwerken Het nieuwste printerstuurprogramma ophalen De onnodige Canon IJ-printer uit de printerlijst verwijderen Voordat u het printerstuurprogramma installeert Het printerstuurprogramma installeren...
  • Pagina 292 Het nieuwste printerstuurprogramma ophalen Door het printerstuurprogramma bij te werken naar de nieuwste versie, kunt u onopgeloste problemen mogelijk verhelpen. U kunt vanaf onze website het nieuwste printerbesturingsbestand voor uw model downloaden. Belangrijk • U kunt het printerstuurprogramma gratis downloaden, maar de kosten van de internetverbinding zijn voor uw eigen rekening.
  • Pagina 293 De onnodige Canon IJ-printer uit de printerlijst verwijderen Een Canon IJ-printer die u niet meer nodig hebt, kunt u uit de printerlijst verwijderen. Voordat u de Canon IJ-printer verwijdert, moet u de kabel waarmee het apparaat op de computer is aangesloten loskoppelen.
  • Pagina 294 Voordat u het printerstuurprogramma installeert Hier leest u wat u moet controleren voordat u het printerstuurprogramma gaat installeren. U moet dit gedeelte ook raadplegen als het printerstuurprogramma niet kan worden geïnstalleerd. De instellingen van de computer controleren • Sluit alle actieve toepassingen. •...
  • Pagina 295 Installatieprogramma opnieuw. • U kunt het printerbesturingsbestand gratis downloaden, maar de kosten van de internetverbinding zijn voor uw eigen rekening. Verwante onderwerpen Het nieuwste printerstuurprogramma ophalen De onnodige Canon IJ-printer uit de printerlijst verwijderen Voordat u het printerstuurprogramma installeert...
  • Pagina 296 Afdrukken met het bedieningspaneel van het apparaat Sjabloonformulieren zoals gelinieerd papier of grafiekpapier afdrukken...
  • Pagina 297 Sjabloonformulieren zoals gelinieerd papier of grafiekpapier afdrukken U kunt een sjabloonformulier, zoals gelinieerd papier, grafiekpapier of een controlelijst, afdrukken op normaal papier van A4-, B5- of Letter-formaat. Afdrukbare sjabloonformulieren Sjabloonformulieren afdrukken Afdrukbare sjabloonformulieren De volgende sjablonen zijn beschikbaar: • Gelinieerd papier U kunt drie indelingen voor de regelafstand selecteren.
  • Pagina 298 • Muziekpapier U kunt muziekpapier met 10 of 12 notenbalken afdrukken. Instellen op het LCD-scherm: ◦ Muziekpapier 1 (Staff paper 1): 10 notenbalken ◦ Muziekpapier 2 (Staff paper 2): 12 notenbalken • Handschriftpapier U kunt handschriftpapier afdrukken. Instellen op het LCD-scherm: Handschriftpapier (Handwriting paper) •...
  • Pagina 299 Afdrukbare sjabloonformulieren 6. Selecteer met de knop het paginaformaat en druk vervolgens op de knop OK. Opmerking • Een * (sterretje) op het LCD geeft de huidige instelling aan. 7. Zorg dat Norm. papier (Plain paper) is geselecteerd en druk vervolgens op de knop OK. Opmerking •...
  • Pagina 300 Afdrukken met de toegangspuntmodus Als het apparaat schakelt naar de toegangspuntmodus, kunt u afdrukken vanaf een extern apparaat zoals een computer of smartphone, zelfs zonder een toegangspunt. Belangrijk • Voordat u het apparaat met de toegangspuntmodus wilt gebruiken, moet u eerst de naam van het toegangspunt van het apparaat en de beveiligingsinstelling opgeven.
  • Pagina 301 De details van de beveiligingsinstelling die is opgegeven voor het apparaat worden weergegeven. Bij een geldige WPA2-PSK (AES)-wachtwoordzin moet de wachtwoordzin worden ingevoerd als u een extern apparaat wilt verbinden met het apparaat via een draadloos LAN. Geef de wachtwoorzin op die is opgegeven voor het apparaat. Plaats papier op het apparaat.
  • Pagina 302 Kopiëren Kopieën maken Basis Items voor kopiëren instellen Kopieën verkleinen of vergroten Over het menu Speciale kopie Twee pagina’s kopiëren op één pagina Vier pagina’s kopiëren op één pagina Dikke originelen, zoals boeken, kopiëren Kopiëren zonder marges Gesorteerd kopiëren...
  • Pagina 303 Kopieën maken In dit gedeelte worden de basishandelingen voor normaal kopiëren beschreven. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Plaats papier. 3. Druk op de knop KOPIËREN (COPY). Het stand-byscherm voor kopiëren wordt weergegeven. Plaats het originele document op de glasplaat of in de ADF. 5.
  • Pagina 304 Opmerking • Druk op de knop Stoppen (Stop) om het kopiëren te annuleren. • Als u het origineel op de glasplaat legt, kunt u tijdens het afdrukken de kopieertaak toevoegen. De kopieertaak toevoegen (reservekopie) De kopieertaak toevoegen (reservekopie) Als u het origineel op de glasplaat legt, kunt u tijdens het afdrukken de kopieertaak toevoegen (reservekopie).
  • Pagina 305 Items voor kopiëren instellen U kunt de kopieerinstellingen, zoals paginaformaat, mediumtype en intensiteit, wijzigen. Druk op de knop Menu, gebruik de knop om een instellingsitem te selecteren en druk op de knop OK. Gebruik de knop om een instellingsitem aan te passen en druk op de knop OK. Het volgende instellingsitem wordt weergegeven.
  • Pagina 306 • Mediumtype (Media type) Selecteer het mediumtype van het geplaatste papier. Voorbeeld: • Beeldkwaliteit (Image quality) De beeldkwaliteit selecteren op basis van het origineel. Voorbeeld: Opmerking • Als u Klad (Draft) selecteert terwijl u het mediumtype hebt ingesteld op Normaal papier (Plain paper) en de kwaliteit niet naar wens is, selecteert u Standaard (Standard) of Hoog (High) en probeert u opnieuw te kopiëren.
  • Pagina 307 Kopieën verkleinen of vergroten U kunt de vergroting optioneel opgeven of een kopie met een vooraf ingestelde verhouding of een kopie passend op het papierformaat selecteren. Druk in de kopieermodus op de knop Menu, gebruikt de knop om Vergroten/verklein. (Enlarge/ Reduce) te selecteren en druk op de knop OK.
  • Pagina 308 • Wanneer Passend op papier (Fit to page) is geselecteerd, legt u het document op de glasplaat.
  • Pagina 309 Over het menu Speciale kopie U kunt de volgende menu's selecteren in het menu Speciale kopie (Special copy). • Kop. kader wissen (Frame erase copy) Wanneer u een dik origineel zoals een boek kopieert, kunt u kopiëren zonder zwarte marges rondom het beeld en schaduwen van rugmarges.
  • Pagina 310 Twee pagina’s kopiëren op één pagina U kunt twee pagina's van een origineel of een dubbelzijdige pagina op één vel papier kopiëren door elke pagina verkleind weer te geven. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Plaats papier. 3. Druk op de knop KOPIËREN (COPY). Het stand-byscherm voor kopiëren wordt weergegeven.
  • Pagina 311 • Als het document op de glasplaat is geplaatst: Het volgende bericht wordt weergegeven nadat het apparaat de eerste pagina heeft gescand. Als u nog een pagina wilt scannen, plaatst u deze op de glasplaat en drukt u op de knop OK. Het apparaat begint met kopiëren.
  • Pagina 312 Vier pagina’s kopiëren op één pagina U kunt vier pagina's van een origineel op één vel papier kopiëren door elke pagina verkleind weer te geven. Er zijn vier verschillende indelingen beschikbaar. • Wanneer Indeling 1 (Layout 1) is geselecteerd voor Indeling 4 op 1 (4-on-1 layout): •...
  • Pagina 313 6. Gebruik de knoppen om 4 op 1-kopie (4-on-1 copy) te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. Als een paginaformaat of een mediumtype is geselecteerd dat niet kan worden gebruikt voor 4-op-1- kopieën, wordt het volgende bericht weergegeven op het LCD. 1.
  • Pagina 314 Opmerking • Als tijdens het scannen Geheugen is vol (Memory is full) wordt weergegeven op het LCD-scherm, stelt u de beeldkwaliteit in op Standaard (Standard) of verlaagt u het aantal documentvellen en probeert u opnieuw te kopiëren. Als het probleem zich blijft voordoen, stelt u de beeldkwaliteit in op Klad (Draft) en probeert u opnieuw te kopiëren.
  • Pagina 315 Dikke originelen, zoals boeken, kopiëren Wanneer u een dik origineel zoals een boek kopieert, kunt u kopiëren zonder zwarte marges rondom het beeld en schaduwen van rugmarges. Met deze functie vermindert u onnodig inktverbruik. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Plaats papier.
  • Pagina 316 • Er kan een smalle zwarte marge rondom het beeld verschijnen. Met deze functie worden alleen de donkere marges verwijderd. Als een gescand boek te dun is of als het apparaat dicht bij een raam of in een fel verlichte omgeving wordt gebruikt, kan er toch een vaag zwart kader overblijven. Als het origineel een donkere kleur heeft, kan het apparaat bovendien de documentkleur niet onderscheiden van de schaduw, waardoor het document mogelijk enigszins wordt bijgesneden of een schaduw in de vouw wordt weergegeven.
  • Pagina 317 Kopiëren zonder marges U kunt afbeeldingen zo kopiëren dat deze de hele pagina vullen zonder marges. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Plaats het fotopapier. 3. Druk op de knop KOPIËREN (COPY). Het stand-byscherm voor kopiëren wordt weergegeven. 4. Druk op de knop Menu. Het scherm Menu Kopie (Copy menu) wordt weergegeven.
  • Pagina 318 9. Druk op de knop Kleur (Color) als u in kleur wilt kopiëren of op de knop Zwart (Black) als u in zwart-wit wilt kopiëren. Het apparaat begint met kopiëren zonder marges. Opmerking • De afbeelding kan aan de randen enigszins worden afgekapt omdat de gekopieerde afbeelding wordt vergroot om de hele pagina te vullen.
  • Pagina 319 Gesorteerd kopiëren Wanneer u AAN (ON) selecteert voor Sorteren (Collate) in Menu Kopie (Copy menu), kunt u gesorteerde afdrukken maken wanneer u meerdere kopieën maakt van een origineel met meerdere pagina's. • Als AAN (ON) is geselecteerd: • Wanneer UIT (OFF) is geselecteerd: Opmerking •...
  • Pagina 320 Scannen Scannen vanaf een computer Scannen met IJ Scan Utility Scannen met scannerstuurprogramma Handige informatie over scannen Items plaatsen (wanneer u scant vanaf een computer) Scannen via het bedieningspaneel van het apparaat Gescande gegevens naar de computer sturen met het bedieningspaneel van het apparaat Basis Items instellen voor scannen met het bedieningspaneel van het apparaat Scaninstellingen voor het netwerk...
  • Pagina 321 Scannen vanaf een computer Scannen met IJ Scan Utility Scannen met scannerstuurprogramma Handige informatie over scannen Items plaatsen (wanneer u scant vanaf een computer)
  • Pagina 322 Scannen met IJ Scan Utility Wat is IJ Scan Utility (scannersoftware)? IJ Scan Utility starten Eenvoudig scannen met Automatische scan Basis Foto's scannen Documenten scannen Scannen met voorkeursinstellingen Items scannen die groter zijn dan de glasplaat (Afbeelding samenvoegen) Meerdere items tegelijk scannen Meerdere documenten tegelijk scannen vanuit de ADF (automatische documentinvoer) Opslaan na controle van de scanresultaten...
  • Pagina 323 Wat is IJ Scan Utility (scannersoftware)? IJ Scan Utility is een toepassing waarmee u op eenvoudige wijze foto's, documenten, enzovoort kunt scannen. U kunt in één handeling scannen en opslaan door op het bijbehorende pictogram in het hoofdscherm van IJ Scan Utility te klikken.
  • Pagina 324 Belangrijk • Sommige functies zijn alleen beschikbaar wanneer My Image Garden is geïnstalleerd. Opmerking • Raadpleeg 'Dialoogvenster Instellingen' voor informatie over het instellen van de toepassingen waarmee geïntegreerd moet worden.
  • Pagina 325 Scaninstellingen voor het netwerk Selecteer Programma's (Applications) in het menu Ga (Go) van Finder en dubbelklik achtereenvolgens op de map Canon Utilities, de map IJ Scan Utility en het pictogram Canon IJ Scan Utility2 om IJ Scan Utility te starten.
  • Pagina 326 Eenvoudig scannen met Automatische scan U kunt eenvoudig scannen door automatisch het itemtype te detecteren. Belangrijk • De volgende typen items worden mogelijk niet goed gescand. In dat geval past u de bijsnijdkaders (selectievakken; scangebieden) aan in het scherm dat u weergeeft door in het hoofdvenster van IJ Scan Utility te klikken op Stuurprog.
  • Pagina 327 Foto's scannen U kunt via dit scherm foto's die op de plaat zijn geplaatst scannen met instellingen die geschikt zijn voor foto's. 1. Plaats de foto op de plaat. Items plaatsen (wanneer u scant vanaf een computer) IJ Scan Utility starten. 3.
  • Pagina 328 Documenten scannen U kunt via dit scherm items die op de plaat zijn geplaatst scannen met instellingen die geschikt zijn voor documenten. 1. Plaats het item op de glasplaat. Items plaatsen (wanneer u scant vanaf een computer) IJ Scan Utility starten. 3.
  • Pagina 329 Scannen met voorkeursinstellingen U kunt via dit scherm items die op de plaat zijn geplaatst scannen met uw voorkeursinstellingen die u eerder hebt opgeslagen. Dit is een gemakkelijke manier om veelgebruikte instellingen op te slaan of scaninstellingen in detail op te geven.
  • Pagina 330 Items scannen die groter zijn dan de glasplaat (Afbeelding samenvoegen) U kunt de linker- en rechterhelft van een item dat groter is dan de plaat scannen en deze tot één afbeelding samenvoegen. Items scannen die maximaal ongeveer twee keer zo groot zijn dan de glasplaat worden ondersteund.
  • Pagina 331 5. Zorg dat Links beginnen met scannen (Scan from Left) is geselecteerd in Richting selecteren (Scan Direction). 6. Plaats het item dat aan de linkerkant van het scherm moet worden weergegeven met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 7.
  • Pagina 332 Het eerste item wordt gescand en verschijnt in 1. Opmerking • Klik op Annuleren (Cancel) om het scannen te annuleren. 8. Plaats het item dat aan de rechterkant van het scherm moet worden weergegeven met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 9.
  • Pagina 333 Opmerking • Klik op Annuleren (Cancel) om het scannen te annuleren. 10. Pas de gescande afbeeldingen desgewenst aan. Gebruik de taakbalk om te draaien of in/uit te zoomen, of sleep de afbeeldingen om hun posities aan te passen. Opmerking • Selecteer het selectievakje Bijsnijdkaders aanpassen (Adjust cropping frames) om het gebied dat moet worden opgeslagen op te geven.
  • Pagina 334 De gecombineerde afbeelding wordt opgeslagen. Opmerking • Raadpleeg 'Venster Afbeelding samenvoegen' voor meer informatie over het venster Afbeelding samenvoegen (Image Stitch). • U kunt geavanceerde scaninstellingen opgeven in het dialoogvenster Instellingen (Scannen en samenvoegen) (Settings (Scan and Stitch)) dat wordt weergegeven als u klikt op Instellingen (Settings...).
  • Pagina 335 Meerdere items tegelijk scannen U kunt twee of meer foto's (kleine items) die op de glasplaat zijn geplaatst tegelijk scannen en elke afbeelding apart opslaan. Belangrijk • De volgende typen items worden mogelijk niet goed gescand. In dat geval past u de bijsnijdkaders (selectievakken;...
  • Pagina 336 5. Kies bij Bron selecteren (Select Source) het type items dat u wilt scannen. 6. Selecteer Automatisch scannen (Auto scan) bij Papierformaat (Paper Size) en klik vervolgens op OK.
  • Pagina 337 Het hoofdvenster IJ Scan Utility verschijnt. Opmerking • Raadpleeg de volgende pagina's voor meer informatie over de instellingsitems in het dialoogvenster Instellingen. Dialoogvenster Instellingen (Foto scannen) Dialoogvenster Instellingen (Document scannen) Dialoogvenster Instellingen (Aangepast scannen) 7. Klik op Aangepast (Custom). Er worden meerdere items tegelijk gescand. Opmerking •...
  • Pagina 338 Meerdere documenten tegelijk scannen vanuit de ADF (automatische documentinvoer) Plaats meerdere documenten in de ADF (automatische documentinvoer) en scan deze tegelijkertijd. Opmerking • U kunt meerdere documenten tegelijkertijd scannen vanuit de ADF wanneer u scant via Auto, Document, Aangepast (Custom) of Stuurprog. (Driver). Raadpleeg 'Scannen met scannerstuurprogramma' voor informatie over scannen met het...
  • Pagina 339 5. Selecteer bij Bron selecteren (Select Source) het type documenten dat u wilt scannen. Als u alleen de voorzijde van elk document wilt scannen, selecteert u Document (ADF/glasplaat) (Document (ADF/Platen)) of Document (ADF enkelzijdig) (Document (ADF Simplex)). Als u zowel de voorzijde als de achterzijde van elk document wilt scannen, selecteert u Document (ADF handmatig dubbelzijdig) (Document (ADF Manual Duplex)).
  • Pagina 340 Klik op Instellingen scanstand document... (Document Scan Orientation Settings...) om de afdrukstand te selecteren van de documenten die u wilt scannen. In het weergegeven dialoogvenster kunt u de Afdrukstand (Orientation) en de Inbindzijde (Binding Side) opgeven. Hoe u de documenten moet plaatsen voor het scannen van de achterzijde, is afhankelijk van de Inbindzijde (Binding Side).
  • Pagina 341 8. Volg de instructies op het scherm voor het plaatsen van de documenten. Opmerking • De vensters voor het scannen met Afdrukstand (Orientation) ingesteld op Staand (Portrait) worden in de volgende beschrijvingen als voorbeeld gebruikt. Als Lange zijde (Long edge) is geselecteerd voor Inbindzijde (Binding Side) bij Instellingen scanstand document...
  • Pagina 342 Opmerking • Klik op Annuleren (Cancel) om het scannen te annuleren. • Gescande afbeeldingen worden opgeslagen in de map die is ingesteld voor Opslaan in (Save in) in het betreffende dialoogvenster Instellingen dat verschijnt als u klikt op Instellingen (Settings...). In elk dialoogvenster Instellingen kunt u ook geavanceerde scaninstellingen opgeven.
  • Pagina 343 Opslaan na controle van de scanresultaten U kunt de scanresultaten controleren en de afbeeldingen vervolgens op een computer opslaan. Belangrijk • U kunt de scanresultaten niet vóór het opslaan controleren wanneer u hebt gescand via Auto of het bedieningspaneel. Opmerking •...
  • Pagina 344 Het hoofdvenster IJ Scan Utility verschijnt. Opmerking • Raadpleeg de volgende pagina's voor meer informatie over de instellingsitems in het dialoogvenster Instellingen. Dialoogvenster Instellingen (Foto scannen) Dialoogvenster Instellingen (Document scannen) Dialoogvenster Instellingen (Aangepast scannen) Dialoogvenster Instellingen (Scannen en samenvoegen) Dialoogvenster Instellingen (Stuurprog.) 5.
  • Pagina 345 U kunt de volgorde van afbeeldingen of de opties voor het opslaan van bestanden wijzigen in het dialoogvenster Instellingen opslaan (Save Settings). Opmerking • De standaardmap voor opslag is de map Afbeeldingen (Pictures). 7. Klik op OK. De gescande afbeeldingen worden volgens de instellingen opgeslagen.
  • Pagina 346 Gescande afbeeldingen via e-mail verzenden U kunt gescande afbeeldingen via e-mail verzenden. Opmerking • De vensters voor het scannen van foto's worden in de volgende beschrijvingen als voorbeeld gebruikt. IJ Scan Utility starten. 2. Klik op Instellingen (Settings...). dialoogvenster Instellingen wordt weergegeven.
  • Pagina 347 Opmerking • In het pop-upmenu kunt u e-mailclients voor bijlagen toevoegen. • Als Geen (handmatig toevoegen) (None (Attach Manually)) is geselecteerd, moet u gescande en opgeslagen afbeeldingen handmatig toevoegen aan een e-mail. 5. Klik op OK. Het hoofdvenster IJ Scan Utility verschijnt.
  • Pagina 348 Opmerking • Raadpleeg de volgende pagina's voor meer informatie over de instellingsitems in het dialoogvenster Instellingen. Dialoogvenster Instellingen (Automatisch scannen) Dialoogvenster Instellingen (Foto scannen) Dialoogvenster Instellingen (Document scannen) Dialoogvenster Instellingen (Aangepast scannen) Dialoogvenster Instellingen (Stuurprog.) 6. Klik op Foto (Photo). Het scannen begint.
  • Pagina 349 Tekst extraheren van gescande afbeeldingen (OCR) U kunt tekst in gescande tijdschriften en kranten scannen en weergeven in TextEdit (geleverd bij Mac OS). Opmerking • U kunt tekst tijdens het scannen extraheren via Document, Aangepast (Custom) of Stuurprog. (Driver). • De vensters voor het scannen van documenten worden in de volgende beschrijvingen als voorbeeld gebruikt.
  • Pagina 350 4. Selecteer OCR starten (Start OCR) voor Instellingen voor de toepassing (Application Settings) en selecteer vervolgens de toepassing waarin u het resultaat wilt weergeven. Opmerking • Als u My Image Garden opgeeft, wordt de tekst in de afbeelding, nadat de afbeelding is gescand, geëxtraheerd en weergegeven in TextEdit (geleverd bij Mac OS).
  • Pagina 351 Opmerking • Raadpleeg de volgende pagina's voor meer informatie over de instellingsitems in het dialoogvenster Instellingen. Dialoogvenster Instellingen (Document scannen) Dialoogvenster Instellingen (Aangepast scannen) Dialoogvenster Instellingen (Stuurprog.) 6. Klik op Document. Het scannen begint. Als het scannen is voltooid worden de gescande afbeeldingen opgeslagen volgens de instellingen en verschijnt de geëxtraheerde tekst in de opgegeven toepassing.
  • Pagina 352 Schermen van IJ Scan Utility Hoofdscherm van IJ Scan Utility Dialoogvenster Instellingen Dialoogvenster Instellingen (Automatisch scannen) Dialoogvenster Instellingen (Foto scannen) Dialoogvenster Instellingen (Document scannen) Dialoogvenster Instellingen (Aangepast scannen) Dialoogvenster Instellingen (Scannen en samenvoegen) Dialoogvenster Instellingen (Stuurprog.) Dialoogvenster Instellingen (Opslaan naar pc (automatisch)) Dialoogvenster Instellingen (Opslaan naar pc (foto)) Dialoogvenster Instellingen (Opslaan naar pc (document)) Dialoogvenster Instellingen (Algemene instellingen)
  • Pagina 353 Hoofdscherm van IJ Scan Utility Selecteer Programma's (Applications) in het menu Ga (Go) van Finder en dubbelklik achtereenvolgens op de map Canon Utilities, de map IJ Scan Utility en het pictogram Canon IJ Scan Utility2 om IJ Scan Utility te starten.
  • Pagina 354 Stuurprog. (Driver) Hiermee kunt u bij het scannen afbeeldingscorrecties en kleuraanpassingen aanbrengen. Instellingen voor scannen/opslaan en de reactie na scannen kunt u opgeven in het dialoogvenster Instellingen (Stuurprog.) (Settings (Driver)). Instructies (Instructions) Deze handleiding openen. Instellingen (Settings...) Hiermee geeft u het dialoogvenster Instellingen weer waarin u de instellingen voor scannen/opslaan en de reactie na scannen kunt opgeven.
  • Pagina 355 Dialoogvenster Instellingen Het dialoogvenster Instellingen bestaat uit drie tabbladen: (Scannen vanaf een computer), (Scannen vanaf het bedieningspaneel) en (Algemene instellingen). Als u op een tabblad klikt verandert de weergave in het rode kader en kunt u geavanceerde instellingen voor de functies op elk tabblad opgeven.
  • Pagina 356 Belangrijk • Als het dialoogvenster Instellingen wordt weergegeven vanuit My Image Garden, wordt het tabblad (Scannen vanaf het bedieningspaneel) niet weergegeven. • Wanneer u uw scanner of printer met een netwerkverbinding gebruikt, wordt het dialoogvenster Instellingen (Opslaan naar pc (automatisch)) (Settings (Save to PC (Auto))) niet weergegeven. Tabblad (Algemene instellingen) U kunt het te gebruiken product, de beperking van de bestandsgrootte voor e-mailbijlagen, de taal om tekst in afbeeldingen te detecteren en de map waarin de afbeeldingen tijdelijk worden opgeslagen...
  • Pagina 357 Dialoogvenster Instellingen (Automatisch scannen) Klik op Automatisch scannen (Auto Scan) op het tabblad (Scannen vanaf een computer) om het dialoogvenster Instellingen (Automatisch scannen) (Settings (Auto Scan)) weer te geven. In het dialoogvenster Instellingen (Automatisch scannen) (Settings (Auto Scan)) kunt u geavanceerde scaninstellingen opgeven voor het scannen, waarbij het type onderdeel automatisch wordt gedetecteerd.
  • Pagina 358 • Reflecterende disclabels worden mogelijk niet zoals verwacht gescand. • Plaats de te scannen items goed op de plaat. Anders worden de items mogelijk niet goed gescand. Raadpleeg 'Items plaatsen (wanneer u scant vanaf een computer)' voor informatie over het plaatsen van items.
  • Pagina 359 bepalen waarin de afbeeldingen moeten worden opgeslagen die u hebt gescand met Automatisch scannen. Opslaan in (Save in) Hiermee wordt de map weergegeven waarin de gescande documenten moeten worden opgeslagen. Als u de map wilt wijzigen, geeft u de doelmap op in het dialoogvenster dat wordt weergeven als u Toevoegen...
  • Pagina 360 Dialoogvenster Instellingen (Foto scannen) Klik op Foto scannen (Photo Scan) op het tabblad (Scannen vanaf een computer) om het dialoogvenster Instellingen (Foto scannen) (Settings (Photo Scan)) weer te geven. In het dialoogvenster Instellingen (Foto scannen) (Settings (Photo Scan)) kunt u geavanceerde scaninstellingen opgeven.
  • Pagina 361 Papierformaat (Paper Size) Selecteer de grootte van het item dat u wilt scannen. Wanneer u Aangepast (Custom) selecteert, wordt een dialoogvenster geopend waarin u het papierformaat kunt opgeven. Selecteer een Eenheid (Unit), voer de Breedte (Width) en Hoogte (Height) in en klik vervolgens op OK. Opmerking •...
  • Pagina 362 Belangrijk • U kunt JPEG/Exif niet selecteren als Kleurenmodus (Color Mode) is ingesteld op Zwart-wit (Black and White). Instellingen (Settings...) Klik om het dialoogvenster Instellingen voor gegevensindeling (Data Format Settings) weer te geven. Hierin kunt u de kwaliteit instellen van de afbeeldingen die u wilt opslaan, zoeken op trefwoorden in PDF-bestanden en het compressietype ervan instellen en de gegevensindeling bepalen waarin de afbeeldingen moeten worden opgeslagen die u hebt gescand met Automatisch scannen.
  • Pagina 363 Opmerking • Geef het programma of de map op in het dialoogvenster dat wordt weergeven als u Toevoegen... (Add...) selecteert in het pop-upmenu. Instructies (Instructions) Deze handleiding openen. Standaard (Defaults) U kunt de instellingen in het getoonde scherm herstellen naar de standaardinstellingen.
  • Pagina 364 Dialoogvenster Instellingen (Document scannen) Klik op Document scannen (Document Scan) op het tabblad (Scannen vanaf een computer) om het dialoogvenster Instellingen (Document scannen) (Settings (Document Scan)) weer te geven. In het dialoogvenster Instellingen (Document scannen) (Settings (Document Scan)) kunt u geavanceerde scaninstellingen voor het scannen van items als documenten opgeven.
  • Pagina 365 Opmerking • Wanneer Document (ADF/glasplaat) (Document (ADF/Platen)) is geselecteerd en documenten op de plaat en de ADF worden geplaatst, worden de documenten gescand die op de ADF zijn geplaatst. Kleurenmodus (Color Mode) Hier kunt u de kleurenmodus selecteren waarmee het item moet worden gescand. Belangrijk •...
  • Pagina 366 Belangrijk • Inbindzijde (Binding Side) kan niet worden opgegeven als alleen de voorzijde van elk document wordt gescand. Gescande afbeeldingen bij het overbrengen comprimeren (Compress scanned images upon transfer) Comprimeert gescande afbeeldingen wanneer deze worden overgebracht naar een computer. Dit is handig als uw scanner of printer en computer via een langzame interface zijn aangesloten zoals USB1.1 of een netwerk.
  • Pagina 367 Afgedrukte materialen worden weergegeven als een verzameling kleine puntjes. Moiré is een verschijnsel waarbij ongelijkmatige gradatie of een streeppatroon zichtbaar is als foto's of afbeeldingen met fijne punten worden gescand. Opmerking • Het scannen neemt meer tijd in beslag als u Moiré reduceren (Reduce moire) inschakelt. Schaduw van rugmarge reduceren (Reduce gutter shadow)/Schaduw van rugmarge reduceren (glasplaat) (Reduce gutter shadow (platen)) Reduceert schaduwen van rugmarges die tussen pagina's zichtbaar zijn wanneer geopende...
  • Pagina 368 Belangrijk • Alleen tekstdocumenten geschreven in een taal die beschikbaar is voor selectie bij Documenttaal (Document Language) in het dialoogvenster Instellingen (Algemene instellingen) (Settings (General Settings)) worden ondersteund. • De afdrukstand van de volgende typen instellingen of documenten wordt mogelijk niet gedetecteerd, aangezien de tekst niet correct kan worden gedetecteerd.
  • Pagina 369 Scanresultaten controleren (Check scan results) Hiermee geeft u het dialoogvenster Instellingen opslaan (Save Settings) na het scannen weer. Belangrijk • Als het dialoogvenster Instellingen wordt weergegeven vanuit My Image Garden wordt deze optie niet weergegeven. (3) Gebied Instellingen voor de toepassing Met een toepassing openen (Open with an application) Selecteer dit wanneer u de gescande afbeeldingen wilt verbeteren of corrigeren.
  • Pagina 370 Dialoogvenster Instellingen (Aangepast scannen) Klik op Aangepast scannen (Custom Scan) op het tabblad (Scannen vanaf een computer) om het dialoogvenster Instellingen (Aangepast scannen) (Settings (Custom Scan)) weer te geven. In het dialoogvenster Instellingen (Aangepast scannen) (Settings (Custom Scan)) kunt u geavanceerde scaninstellingen voor het scannen volgens uw voorkeur opgeven.
  • Pagina 371 • Geef het type item of de grootte op om de volgende typen items te scannen. U kunt niet correct scannen met Auto. • Foto's op A4-formaat • Tekstdocumenten kleiner dan 2L (127 x 178 mm) (5 x 7 inch), zoals pagina's van een pocket waarvan de rug is afgesneden •...
  • Pagina 372 • Klik op Standaard (Defaults) in het scherm waarin u het papierformaat kunt opgeven om de opgegeven instellingen te herstellen naar de standaardinstellingen. Resolutie (Resolution) Selecteer de resolutie van het item dat u wilt scannen. Hoe hoger de resolutie (waarde), hoe gedetailleerder de afbeelding. Resolutie Opmerking •...
  • Pagina 373 • Als Bron selecteren (Select Source) is ingesteld op Automatisch (Auto): Aanbevolen afbeeldingscorrectie toepassen (Apply recommended image correction) Past geschikte correcties automatisch toe op basis van het type item. Belangrijk • De kleurtint kan afwijken van de bronafbeelding nadat de correcties zijn toegepast. Schakel in dat geval het selectievakje uit en voer de scan uit.
  • Pagina 374 Afgedrukte materialen worden weergegeven als een verzameling kleine puntjes. Moiré is een verschijnsel waarbij ongelijkmatige gradatie of een streeppatroon zichtbaar is als foto's of afbeeldingen met fijne punten worden gescand. Opmerking • Het scannen neemt meer tijd in beslag als u Moiré reduceren (Reduce moire) inschakelt.
  • Pagina 375 Belangrijk • Alleen tekstdocumenten geschreven in een taal die beschikbaar is voor selectie bij Documenttaal (Document Language) in het dialoogvenster Instellingen (Algemene instellingen) (Settings (General Settings)) worden ondersteund. • De afdrukstand van de volgende typen instellingen of documenten wordt mogelijk niet gedetecteerd, aangezien de tekst niet correct kan worden gedetecteerd.
  • Pagina 376 Opslaan in (Save in) Hiermee wordt de map weergegeven waarin de gescande documenten moeten worden opgeslagen. Als u de map wilt wijzigen, geeft u de doelmap op in het dialoogvenster dat wordt weergeven als u Toevoegen... (Add...) selecteert in het pop-upmenu. De standaardmap voor opslag is de map Afbeeldingen (Pictures).
  • Pagina 377 Instructies (Instructions) Deze handleiding openen. Standaard (Defaults) U kunt de instellingen in het getoonde scherm herstellen naar de standaardinstellingen.
  • Pagina 378 Dialoogvenster Instellingen (Scannen en samenvoegen) Klik op Scannen en samenvoegen (Scan and Stitch) op het tabblad (Scannen vanaf een computer) om het dialoogvenster Instellingen (Scannen en samenvoegen) (Settings (Scan and Stitch)) weer te geven. In het dialoogvenster Instellingen (Scannen en samenvoegen) (Settings (Scan and Stitch)) kunt u geavanceerde scaninstellingen opgeven voor het scannen van items die groter zijn dan de plaat.
  • Pagina 379 Kleurenmodus (Color Mode) Hier kunt u de kleurenmodus selecteren waarmee het item moet worden gescand. Resolutie (Resolution) Selecteer de resolutie van het item dat u wilt scannen. Hoe hoger de resolutie (waarde), hoe gedetailleerder de afbeelding. Resolutie Instellingen voor het verwerken van afbeeldingen (Image Processing Settings) Klik op (pijl naar rechts) om het volgende in te stellen.
  • Pagina 380 Belangrijk • U kunt JPEG/Exif niet selecteren als Kleurenmodus (Color Mode) is ingesteld op Zwart-wit (Black and White). Instellingen (Settings...) Klik om het dialoogvenster Instellingen voor gegevensindeling (Data Format Settings) weer te geven. Hierin kunt u de kwaliteit instellen van de afbeeldingen die u wilt opslaan, zoeken op trefwoorden in PDF-bestanden en het compressietype ervan instellen en de gegevensindeling bepalen waarin de afbeeldingen moeten worden opgeslagen die u hebt gescand met Automatisch scannen.
  • Pagina 381 Instructies (Instructions) Deze handleiding openen. Standaard (Defaults) U kunt de instellingen in het getoonde scherm herstellen naar de standaardinstellingen.
  • Pagina 382 Dialoogvenster Instellingen (Stuurprog.) Klik op Stuurprog. (Driver) op het tabblad (Scannen vanaf een computer) om het dialoogvenster Instellingen (Stuurprog.) (Settings (Driver)) weer te geven. In het dialoogvenster Instellingen (Stuurprog.) (Settings (Driver)) kunt u instellen hoe afbeeldingen moeten worden opgeslagen wanneer items worden gescand door het scannerstuurprogramma te starten vanuit IJ Scan Utility en hoe er na het opslaan moet worden gereageerd.
  • Pagina 383 • Wanneer het selectievakje Scannen van grote afbeeldingen inschakelen (Enable large image scans) is geselecteerd in Instellingen opslaan (Save Settings) of wanneer OCR starten (Start OCR) is geselecteerd in Instellingen voor de toepassing (Application Settings), kunt u JPEG/Exif, TIFF of PNG selecteren. Instellingen (Settings...) Klik om het dialoogvenster Instellingen voor gegevensindeling (Data Format Settings)
  • Pagina 384 Naar een toepassing sturen (Send to an application) Selecteer deze optie wanneer u de gescande afbeeldingen ongewijzigd wilt gebruiken in een toepassing waarmee u door afbeeldingen kunt bladeren of ze kunt organiseren. In het pop-upmenu kunt u de toepassing selecteren. Naar een map sturen (Send to a folder) Selecteer deze optie wanneer u de gescande afbeeldingen ook wilt opslaan in een andere map dan is opgegeven in Opslaan in (Save in).
  • Pagina 385 Dialoogvenster Instellingen (Opslaan naar pc (automatisch)) Klik op Opslaan naar pc (automatisch) (Save to PC (Auto)) op het tabblad (Scannen vanaf het bedieningspaneel) om het dialoogvenster Instellingen (Opslaan naar pc (automatisch)) (Settings (Save to PC (Auto))) weer te geven. In het dialoogvenster Instellingen (Opslaan naar pc (automatisch)) (Settings (Save to PC (Auto))) kunt u aangeven hoe er moet worden gereageerd als u afbeeldingen opslaat op een computer nadat u deze hebt gescand vanaf het bedieningspaneel via automatische detectie van het type onderdeel.
  • Pagina 386 Instellingen voor het verwerken van afbeeldingen (Image Processing Settings) Klik op (pijl naar rechts) om het volgende in te stellen. Aanbevolen afbeeldingscorrectie toepassen (Apply recommended image correction) Past geschikte correcties automatisch toe op basis van het type item. Belangrijk • De kleurtint kan afwijken van de bronafbeelding nadat de correcties zijn toegepast. Schakel in dat geval het selectievakje uit en voer de scan uit.
  • Pagina 387 Opslaan in (Save in) Hiermee wordt de map weergegeven waarin de gescande documenten moeten worden opgeslagen. Als u de map wilt wijzigen, geeft u de doelmap op in het dialoogvenster dat wordt weergeven als u Toevoegen... (Add...) selecteert in het pop-upmenu. De standaardmap voor opslag is de map Afbeeldingen (Pictures).
  • Pagina 388 Dialoogvenster Instellingen (Opslaan naar pc (foto)) Klik op Opslaan naar pc (foto) (Save to PC (Photo)) op het tabblad (Scannen vanaf het bedieningspaneel) om het dialoogvenster Instellingen (Opslaan naar pc (foto)) (Settings (Save to PC (Photo))) weer te geven. In het dialoogvenster Instellingen (Opslaan naar pc (foto)) (Settings (Save to PC (Photo))) kunt u aangeven hoe er moet worden gereageerd als u afbeeldingen als foto's opslaat op een computer nadat u deze hebt gescand vanaf het bedieningspaneel.
  • Pagina 389 (2) Gebied Instellingen opslaan Bestandsnaam (File Name) Voer een bestandsnaam in voor de afbeelding die u wilt opslaan. Wanneer u een bestand opslaat, worden de datum en vier cijfers aan de ingestelde bestandsnaam toegevoegd in de indeling "_20XX0101_0001". Gegevensindeling (Data Format) Dit stelt u in vanuit het bedieningspaneel.
  • Pagina 390 Dialoogvenster Instellingen (Opslaan naar pc (document)) Klik op Opslaan naar pc (document) (Save to PC (Document)) op het tabblad (Scannen vanaf het bedieningspaneel) om het dialoogvenster Instellingen (Opslaan naar pc (document)) (Settings (Save to PC (Document))) weer te geven. In het dialoogvenster Instellingen (Opslaan naar pc (document)) (Settings (Save to PC (Document))) kunt u aangeven hoe er moet worden gereageerd als u afbeeldingen als documenten opslaat op een computer nadat u deze hebt gescand vanaf het bedieningspaneel.
  • Pagina 391 Gescande afbeeldingen bij het overbrengen comprimeren (Compress scanned images upon transfer) Comprimeert gescande afbeeldingen wanneer deze worden overgebracht naar een computer. Dit is handig als uw scanner of printer en computer via een langzame interface zijn aangesloten zoals USB1.1 of een netwerk. Instellingen voor het verwerken van afbeeldingen (Image Processing Settings) Klik op (pijl naar rechts) om het volgende in te stellen.
  • Pagina 392 • Alleen beschikbaar wanneer het selectievakje Gescande afbeeldingen bij het overbrengen comprimeren (Compress scanned images upon transfer) niet is geselecteerd. Scheve tekstdocumenten corrigeren (Correct slanted text document) Detecteert de gescande tekst en corrigeert de hoek (binnen -0,1 tot -10 graden of +0,1 tot +10 graden) van het document.
  • Pagina 393 Instellingen (Settings...) Klik om het Instellingen voor gegevensindeling (Data Format Settings) dialoogvenster weer te geven. Hierin kunt u de kwaliteit instellen van de afbeeldingen die u wilt bewaren, zoeken op trefwoorden naar PDF-bestanden inschakelen en de gegevensindeling opgeven waarin de afbeeldingen moeten worden opgeslagen die u hebt gescand met Automatische Scan.
  • Pagina 394 Dialoogvenster Instellingen (Algemene instellingen) Klik op het tabblad (Algemene instellingen) om het dialoogvenster Instellingen (Algemene instellingen) (Settings (General Settings)) weer te geven. U kunt het te gebruiken product, de beperking van de bestandsgrootte voor e-mailbijlagen, de taal om tekst in afbeeldingen te detecteren en de map waarin de afbeeldingen tijdelijk worden opgeslagen instellen in het dialoogvenster Instellingen (Algemene instellingen) (Settings (General Settings)).
  • Pagina 395 Belangrijk • Als het dialoogvenster Instellingen wordt weergegeven vanuit My Image Garden wordt deze optie niet weergegeven. Documenttaal (Document Language) Selecteer de taal voor het detecteren van tekst in afbeeldingen. Map voor de opslag van tijdelijke bestanden (Folder to Save Temporary Files) Hier wordt de map weergegeven waarin de afbeeldingen tijdelijk moeten worden opgeslagen.
  • Pagina 396 Scherm voor netwerkselectie U kunt u de scanners of printers selecteren die u wilt gebruiken om via een netwerk vanaf uw computer of het bedieningspaneel te scannen of te printen. Scherm voor netwerkselectie Selecteer in Productnaam (Product Name) in het dialoogvenster Instellingen (Algemene instellingen) (Settings (General Settings)) een item met "Netwerk"...
  • Pagina 397 • Als u de Bonjour-servicenaam hebt gewijzigd nadat u uw scanner of printer hebt geselecteerd op basis van de Bonjour-servicenaam, opent u het scherm voor netwerkselectie opnieuw en selecteert u de nieuwe Bonjour-servicenaam bij Scanners. Opmerking • Als de Bonjour-servicenaam van uw scanner of printer niet wordt weergegeven of niet kan worden geselecteerd, controleert u het volgende;...
  • Pagina 398 Dialoogvenster Instellingen voor gegevensindeling Geef het dialoogvenster Instellingen voor gegevensindeling (Data Format Settings) weer op een van de volgende manieren. • Klik op Instellingen... (Settings...) bij Instellingen opslaan (Save Settings) op elk tabblad van het dialoogvenster Instellingen. • Klik op Instellingen... (Settings...) bij Instellingen opslaan (Save Settings) in het dialoogvenster Instellingen opslaan (Save Settings) dat wordt weergegeven na het scannen, waarbij het selectievakje Scanresultaten controleren (Check scan results) is ingeschakeld in het dialoogvenster Instellingen.
  • Pagina 399 Belangrijk • Deze optie wordt niet weergegeven als Gegevensindeling (Data Format) op het tabblad (Scannen vanaf het bedieningspaneel) van het dialoogvenster Instellingen is ingesteld op Apparaatinstelling gebruiken (Use Device Setting). Opmerking • Als Zwart-wit (Black and White) is ingesteld voor Kleurenmodus (Color Mode) op het tabblad (Scannen vanaf een computer) in het dialoogvenster Instellingen, worden PDF-bestanden opgeslagen in het compressietype Standaard (Standard), zelfs als Hoog (High) is ingesteld.
  • Pagina 400 Dialoogvenster Instellingen opslaan Selecteer het selectievakje Scanresultaten controleren (Check scan results) in Instellingen opslaan (Save Settings) van het dialoogvenster Instellingen om na het scannen het dialoogvenster Instellingen opslaan (Save Settings) weer te geven. U kunt de gegevensindeling en de bestemming opgeven terwijl u de miniaturen van scanresultaten weergeeft.
  • Pagina 401 (2) Gebied Scanresultaten Hier worden de miniaturen van de gescande afbeeldingen weergegeven. U kunt de opslagvolgorde van afbeeldingen wijzigen door ze te verslepen. De bestandsnamen voor het opslaan verschijnen onder de miniaturen. (3) Gebied Instellingen opslaan Bestandsnaam (File Name) Voer een bestandsnaam in voor de afbeelding die u wilt opslaan. Wanneer u een bestand opslaat, worden de datum en vier cijfers aan de ingestelde bestandsnaam toegevoegd in de indeling "_20XX0101_0001".
  • Pagina 402 Venster Afbeelding samenvoegen Klik op Samenvoegen (Stitch) in het hoofdscherm van IJ Scan Utility om het venster Afbeelding samenvoegen (Image Stitch) weer te geven. U kunt de linker- en rechterhelft van een item dat groter is dan de plaat scannen en deze tot één afbeelding samenvoegen.
  • Pagina 403 Rechts beginnen met scannen (Scan from Right) Geeft de eerste gescande afbeelding aan de rechterkant weer. Afbeelding 1 scannen (Scan Image 1) Start het scannen van afbeelding 1 (Start Scanning Image 1) Scant het eerste item. Afbeelding 2 scannen (Scan Image 2) Start het scannen van afbeelding 2 (Start Scanning Image 2) Scant het tweede item.
  • Pagina 404 Opslaan (Save) Opslaan (Save) De twee gescande afbeeldingen worden als één afbeelding opgeslagen. Annuleren (Cancel) Annuleert Samenvoegen (Stitch) scan. (2) Werkbalk U kunt de gescande afbeeldingen verwijderen of de voorbeeldafbeeldingen aanpassen. (Verwijderen) Hiermee verwijdert u de gescande afbeelding. (Vergroten/verkleinen) Hiermee vergroot of verkleint u de voorbeeldafbeelding. Door met de linkermuisknop te klikken in het Voorbeeldgebied wordt de getoonde afbeelding vergroot.
  • Pagina 405 Wanneer geen afbeeldingen zijn gescand: Nadat het eerste item is gescand door te klikken op Start het scannen van afbeelding 1 (Start Scanning Image 1): De afbeelding wordt gescand in de richting die is opgegeven in Richting selecteren (Scan Direction), en 2 verschijnt ernaast.
  • Pagina 406 Verwant onderwerp Items scannen die groter zijn dan de glasplaat (Afbeelding samenvoegen)
  • Pagina 407 Scannen met scannerstuurprogramma U kunt scannen door het scannerstuurprogramma te starten vanuit verschillende toepassingen. Raadpleeg de Help van Mac OS voor informatie over het scannen. Belangrijk • Wanneer u scant met het scannerstuurprogramma in Mac OS X v10.6.8, selecteert u JPEG of TIFF bij Indeling (Format).
  • Pagina 408 Afbeeldingscorrecties en kleuraanpassingen U kunt afbeeldingen corrigeren en kleuren aanpassen met het scannerstuurprogramma. Belangrijk • Wanneer u afbeeldingscorrectie of kleuraanpassing gebruikt voor items zonder moiré, stof/krassen of vervaagde kleuren, kan de kleurtint nadelig worden beïnvloed. • Resultaten van afbeeldingscorrecties worden niet weergegeven in de proefscan. Opmerking •...
  • Pagina 409 Document Hiermee wordt Beeldaanpassing (Image Adjustment) voor tekstdocumenten toegepast. Opmerking • Als de afbeelding niet correct wordt aangepast met Automatisch (Auto), moet u het itemtype opgeven. • De kleurtint kan afwijken van de bronafbeelding na toepassing van de functie Beeldaanpassing. Stel in dat geval Beeldaanpassing (Image Adjustment) in op Geen (None).
  • Pagina 410 Korreligheid corr. (Grain Correction) Gebruik deze functie om korreligheid (grofheid) te reduceren in foto's die bijvoorbeeld met hoge snelheid of gevoelige film zijn genomen. Geen (None) Korreligheid wordt niet gereduceerd. Laag (Low) Selecteer deze instelling wanneer de foto iets korrelig is. Middel (Medium) Deze instelling wordt aanbevolen.
  • Pagina 411 • Hoe u het item moet plaatsen, is afhankelijk van het model en het item dat u wilt scannen. Beeld verscherpen (Unsharp Mask) Versterkt de contouren van onderwerpen om de afbeelding scherper te maken. Moiré-reductie (Descreen) Reduceert moirépatronen. Afgedrukte materialen worden weergegeven als een verzameling kleine puntjes. Moiré is een verschijnsel waarbij ongelijkmatige gradatie of een streeppatroon zichtbaar is als foto's of afbeeldingen met fijne punten worden gescand.
  • Pagina 412 Algemene opmerkingen (scannerstuurprogramma) Het scannerstuurprogramma kent de volgende beperkingen. Houd hier rekening mee bij het gebruik van het scannerstuurprogramma. Beperkingen van het scannerstuurprogramma • Als de computer door meerdere gebruikers wordt gebruikt of als u zich na het afmelden opnieuw aanmeldt, kan een bericht verschijnen dat het scannerstuurprogramma in gebruik is.
  • Pagina 413 Het scannerstuurprogramma bijwerken Het nieuwste scannerstuurprogramma ophalen Voordat u het scannerstuurprogramma installeert Het scannerstuurprogramma installeren...
  • Pagina 414 Het nieuwste scannerstuurprogramma ophalen Door het scannerstuurprogramma te upgraden naar de nieuwste versie van het scannerstuurprogramma kunt u eventuele problemen die u nu hebt, mogelijk oplossen. Ga naar onze website en download het scannerstuurprogramma voor uw model. Belangrijk • U kunt het scannerstuurprogramma gratis downloaden. De kosten voor de internetverbinding zijn echter voor uw rekening.
  • Pagina 415 Voordat u het scannerstuurprogramma installeert Controleer de volgende punten voordat u het scannerstuurprogramma installeert. Controleer deze ook als u het scannerstuurprogramma niet kunt installeren. Apparaatstatus • Als het apparaat en de computer met een USB-kabel zijn verbonden, koppelt u deze USB-kabel los van de computer.
  • Pagina 416 Het scannerstuurprogramma installeren Ga naar onze website op internet en download de nieuwste versie van het scannerstuurprogramma. Volg deze stappen om de gedownloade versie van het scannerstuurprogramma te installeren. 1. Activeer de schijf. Dubbelklik op het gedownloade schijfbestand. Het bestand wordt uitgepakt en de schijf wordt geactiveerd. 2.
  • Pagina 417 Handige informatie over scannen Bijsnijdkaders aanpassen in het venster Afbeelding samenvoegen Resolutie Gegevensindelingen...
  • Pagina 418 Bijsnijdkaders aanpassen in het venster Afbeelding samenvoegen Met bijsnijden selecteert u het gebied in een afbeelding dat u wilt behouden en verwijdert u de rest tijdens het scannen. In het venster Afbeelding samenvoegen (Image Stitch) kunt u een bijsnijdkader opgeven voor de afbeelding die in het voorbeeldgebied wordt weergegeven.
  • Pagina 419 Resolutie De gegevens in de door u gescande afbeelding zijn een verzameling puntjes die informatie over helderheid en kleur bevatten. De dichtheid van deze puntjes wordt 'resolutie' genoemd. De resolutie bepaalt hoeveel details de afbeelding bevat. De resolutie wordt uitgedrukt in het aantal puntjes per inch (dpi). Dpi is het aantal puntjes per inch (2,5 cm).
  • Pagina 420 Opmerking • Wanneer u de gescande afbeelding groter wilt afdrukken, scan dan met een hogere resolutie dan hierboven wordt aangeraden.
  • Pagina 421 Gegevensindelingen Bij het opslaan van gescande afbeeldingen kunt u een gegevensindeling kiezen. Geef de meest geschikte gegevensindeling op, in overeenstemming met het gebruik van de afbeelding in een bepaalde toepassing. De beschikbare gegevensindelingen zijn afhankelijk van de toepassing en het besturingssysteem (Windows of Mac OS).
  • Pagina 422 Items plaatsen (wanneer u scant vanaf een computer) Informatie over hoe u items moet plaatsen op de plaat of ADF (automatische documentinvoer) van uw scanner of printer. Plaats de items op de juiste manier op de plaat, afhankelijk van het type item dat u wilt scannen.
  • Pagina 423 Belangrijk Belangrijk • Grote items (zoals foto's op A4-formaat) die alleen • Raadpleeg 'Originelen plaatsen' voor uw model tegen de randen/pijl (positiemarkering) van de plaat vanuit de startpagina van de Online handleiding kunnen worden geplaatst, worden mogelijk opgeslagen voor meer informatie over de gedeelten als PDF-bestanden.
  • Pagina 424 • Als u twee of meer documenten wilt scannen, moet u documenten van hetzelfde formaat plaatsen en uitlijnen. • Raadpleeg 'Originelen die u kunt plaatsen' voor uw model vanuit de startpagina van de Online handleiding voor meer informatie over ondersteunde documentformaten bij scannen vanaf de ADF. 1.
  • Pagina 425 Scannen via het bedieningspaneel van het apparaat Gescande gegevens naar de computer sturen met het bedieningspaneel van het apparaat Basis Items instellen voor scannen met het bedieningspaneel van het apparaat Scaninstellingen voor het netwerk Opgeven hoe gereageerd moet worden op opdrachten van het bedieningspaneel met gebruik van IJ Scan Utility...
  • Pagina 426 Scaninstellingen voor het netwerk • De bestemming en de bestandsnaam zijn opgegeven in Canon IJ Scan Utility. U kunt de bestemming en de bestandsnaam opgeven in Canon IJ Scan Utility. Meer informatie over de instellingen van Canon IJ Scan Utility: Dialoogvenster Instellingen Volg onderstaande procedure om gescande gegevens naar de computer te sturen.
  • Pagina 427 Als u de gegevens via een USB-verbinding naar de computer doorstuurt, selecteert u Lokaal (USB) (Local (USB)). Als u de gegevens via een LAN-verbinding naar de computer doorstuurt, selecteert u de naam van een computer waarnaar de gescande gegevens moeten worden doorgestuurd. Opmerking •...
  • Pagina 428 • Als u originelen scant vanuit de ADF, kan het langer duren voordat de eerste pagina is gescand. Document Het origineel op de glasplaat of in de ADF wordt gescand, waarbij de optimale instellingen worden toegepast voor het scannen van een document. Foto (Photo) Het origineel op de glasplaat wordt als fotogegevens gescand, waarbij de optimale instellingen worden toegepast voor het scannen van een foto.
  • Pagina 429 één PDF-bestand naar de computer doorgestuurd. De gescande gegevens worden doorgestuurd naar de computer op basis van de instellingen die zijn opgegeven in Canon IJ Scan Utility. Verwijder het origineel van de glasplaat of uit de documentuitvoersleuf nadat het scannen is voltooid.
  • Pagina 430 • Wanneer u de gescande gegevens naar de computer doorstuurt, kunt u de bestemming en de bestandsnaam opgeven met Canon IJ Scan Utility. Dialoogvenster Instellingen • Als u originelen scant vanaf de computer, kunt u scannen met geavanceerde instellingen. Voor details...
  • Pagina 431 • Gegevensindeling (Data format) Selecteer de gegevensindeling van de gescande gegevens. Voorbeeld: • Scanresolutie (Scan resolution) Selecteer de resolutie voor scannen. Voorbeeld:...
  • Pagina 432 • Voor een USB-verbinding selecteert u 'Canon XXX series' (waarbij 'XXX' de modelnaam is) voor Productnaam (Product Name). Instelling voor scannen vanaf het bedieningspaneel U kunt de instelling selecteren voor het scannen vanaf het bedieningspaneel.
  • Pagina 433 Het dialoogvenster Instellingen (Algemene instellingen) (Settings (General Settings)) wordt weergegeven. 4. Selecteer in Productnaam (Product Name) een item met "Netwerk" achter de productnaam. Klik vervolgens op Selecteren (Select) dat aan de rechterkant wordt weergegeven. scherm voor netwerkselectie wordt geopend. 5. Klik op Instellingen scannen-vanaf-bedieningspaneel (Scan-from-Operation-Panel Settings).
  • Pagina 434 Opgeven hoe gereageerd moet worden op opdrachten van het bedieningspaneel met gebruik van IJ Scan Utility Met IJ Scan Utility kunt u opgeven hoe moet worden gereageerd als er wordt gescand vanaf het bedieningspaneel. Opmerking • De schermen voor het opgeven van de reacties bij het uitvoeren van Automatisch scannen vanaf het bedieningspaneel worden in de volgende beschrijvingen als voorbeeld gebruikt.
  • Pagina 435 Dialoogvenster Instellingen (Opslaan naar pc (foto)) Dialoogvenster Instellingen (Opslaan naar pc (document)) 4. Geef afbeeldingscorrecties op in Scanopties (Scan Options). 5. Geef de bestandsnaam en andere instellingen op in Instellingen opslaan (Save Settings). 6. Selecteer de toepassing die u na het scannen wilt starten in Instellingen voor de toepassing (Application Settings).
  • Pagina 436 7. Klik op OK. De reacties worden volgens de opgegeven instellingen uitgevoerd wanneer u start met scannen vanaf het bedieningspaneel.
  • Pagina 437 Scannen met de toegangspuntmodus Als het apparaat schakelt naar de toegangspuntmodus, kunt u scannen vanaf een extern apparaat zoals een computer of smartphone, zelfs zonder een toegangspunt. Belangrijk • Voordat u het apparaat met de toegangspuntmodus wilt gebruiken, moet u eerst de naam van het toegangspunt van het apparaat en de beveiligingsinstelling opgeven.
  • Pagina 438 De details van de beveiligingsinstelling die is opgegeven voor het apparaat worden weergegeven. Bij een geldige WPA2-PSK (AES)-wachtwoordzin moet de wachtwoordzin worden ingevoerd als u een extern apparaat wilt verbinden met het apparaat via een draadloos LAN. Geef de wachtwoorzin op die is opgegeven voor het apparaat. Plaats het originele document op de glasplaat of in de ADF.
  • Pagina 439 Faxen Het faxen voorbereiden De telefoonlijn aansluiten Het telefoonlijntype instellen De ontvangstmodus instellen Informatie over de afzender instellen Faxen verzenden met het bedieningspaneel van het apparaat Faxen verzenden met de numerieke toetsen Basis Een fax opnieuw verzenden (nummerherhaling van bezette nummers) Faxen verzenden met behulp van handige functies Ontvangers registreren Ontvangers registreren met het bedieningspaneel van het apparaat...
  • Pagina 440 Het faxen voorbereiden Verbind het apparaat met de telefoonlijn en stel het apparaat in voordat u de faxfuncties gebruikt. Geef vervolgens de basisinstellingen op, zoals informatie over de afzender, datum/tijd en zomertijd. Belangrijk • Als de stroom onverwachts wordt onderbroken: Als u er een stroomstoring is opgetreden of als u de stekker per ongeluk uit het stopcontact haalt, worden de datum- en tijdinstellingen op het apparaat teruggezet.
  • Pagina 441 Informatie over de afzender instellen...
  • Pagina 442 De telefoonlijn aansluiten De verbindingsmethode verschilt afhankelijk van uw telefoonlijn. • Wanneer u het apparaat rechtstreeks aansluit op de muuraansluiting/Wanneer u het apparaat aansluit met de xDSL-splitter: Basisverbinding • Als u het apparaat aansluit op een andere lijn, zoals een xDSL: Verschillende lijnen aansluiten Als het apparaat niet op de juiste manier is aangesloten, kan het apparaat geen faxen verzenden/ ontvangen.
  • Pagina 443 Belangrijk • Zorg dat de telefoonlijn is aangesloten voordat het apparaat wordt ingeschakeld. Als u de telefoonlijn aansluit wanneer het apparaat is ingeschakeld, schakelt u het apparaat uit en haalt u de stekker uit het stopcontact. Wacht 1 minuut en sluit de telefoonlijn en de stekker weer aan. Opmerking •...
  • Pagina 444 E. Telefoon of antwoordapparaat F. WAN-poort (Wide Area Network) G. LAN-poort (Local Area Network) H. TEL-poort I. LINE-poort * De poortconfiguraties en namen kunnen variëren afhankelijk van het product. Opmerking • Als u verbinding maakt met de xDSL-lijn, moet u hetzelfde lijntype selecteren als het type dat u gebruikt in Type telefoonlijn (Telephone line type).
  • Pagina 445 Het telefoonlijntype instellen Controleer of u het juiste telefoonlijntype voor uw telefoonlijn hebt ingesteld voordat u het apparaat gaat gebruiken. Als u niet zeker weet welk telefoonlijntype u gebruikt, neemt u contact op met uw telefoonmaatschappij. Neem contact op met uw telefoonmaatschappij of serviceprovider als u het lijntype voor xDSL- of ISDN-aansluitingen wilt controleren.
  • Pagina 446 De ontvangstmodus instellen Stel de ontvangstbewerking (ontvangstmodus) in. Meer informatie over het instellen van de ontvangstmodus: De ontvangstmodus instellen U kunt de juiste modus selecteren. Meer informatie over de te selecteren ontvangstmodus: Informatie over de ontvangstmodus Voor meer informatie over de geavanceerde instellingen van de ontvangstmodus: Geavanceerde instellingen van de ontvangstmodus Opmerking •...
  • Pagina 447 Opmerking • Een * (sterretje) op het LCD geeft de huidige instelling aan. • Meer informatie over de ontvangstmodus: Informatie over de ontvangstmodus • DRPD is alleen beschikbaar in de VS en Canada. • Netwerkschakelaar (Network switch) is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het land of de regio van aankoop.
  • Pagina 448 Geavanceerde instellingen van de ontvangstmodus U kunt voor elke ontvangstmodus geavanceerde instellingen opgeven. Opmerking • Een * (sterretje) op het LCD geeft de huidige instelling aan. • Geavanceerde instelling in Modus tel.prioriteit (TEL priority mode) U kunt de volgende instellingsitems opgeven. ◦...
  • Pagina 449 Als u bent aangemeld voor een DRPD-service, stelt u het belpatroon in op het patroon dat is toegewezen door uw telefoonmaatschappij. De DRPD-belpatronen instellen (alleen VS en Canada) ◦ Binnenkom. signaal (Incoming ring) U kunt opgeven hoe vaak het externe apparaat bij een inkomende fax overgaat. •...
  • Pagina 450 8. Selecteer met de knop het belpatroon dat uw telefoonmaatschappij heeft toegewezen aan uw faxnummer en druk vervolgens op de knop OK. Selecteer uit Normale bel (Normal ring), Dubbele bel (Double ring), Kort-kort-lang (Short-short- long) of Kort-lang-kort (Short-long-short). Opmerking • Een * (sterretje) op het LCD geeft de huidige instelling aan. 9.
  • Pagina 451 Informatie over de afzender instellen U kunt informatie over de afzender instellen, zoals datum/tijd, toestelnaam en fax-/telefoonnummer van toestel. Informatie over de afzender De datum en tijd instellen Zomertijd instellen Gebruikersinformatie registreren Informatie over de afzender Als de naam en het fax-/telefoonnummer van het toestel zijn geregistreerd, worden deze samen met de datum en tijd afgedrukt als afzenderinformatie op de fax van de ontvanger.
  • Pagina 452 Gebr.instell. appar. De datum en tijd instellen In dit gedeelte wordt de procedure beschreven voor het instellen van de datum en tijd. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. 2. Druk op de knop Instellingen (Setup). Het scherm Instellingenmenu (Setup menu) wordt weergegeven. 3.
  • Pagina 453 Opmerking • Deze instelling is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het land of de regio van aankoop. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. 2. Druk op de knop Instellingen (Setup). Het scherm Instellingenmenu (Setup menu) wordt weergegeven. 3. Selecteer met de knop de optie Apparaatinstellingen (Device settings) en druk vervolgens op de knop OK.
  • Pagina 454 1. Selecteer met de knop de optie Einddatum/tijd (End date/time) en druk vervolgens op de knop OK. 2. Controleer of Maand instellen (Set month) is geselecteerd en druk op de knop OK. 3. Gebruik de knop om de maand te selecteren waarin de zomertijd eindigt en druk vervolgens op de knop OK.
  • Pagina 455 2. Voer het fax-/telefoonnummer van het toestel in met de numerieke toetsen. 3. Druk op de knop OK. Opmerking • U kunt het fax-/telefoonnummer invoeren (maximaal 20 cijfers, inclusief spaties). • Voor meer informatie over het invoeren of verwijderen van tekens: Cijfers, letters en symbolen invoeren 6.
  • Pagina 456 Faxen verzenden met het bedieningspaneel van het apparaat Faxen verzenden met de numerieke toetsen Basis Een fax opnieuw verzenden (nummerherhaling van bezette nummers) Faxen verzenden met behulp van handige functies...
  • Pagina 457 Faxen verzenden met de numerieke toetsen In dit gedeelte wordt beschreven hoe u faxnummers kiest en faxen direct verzendt met de numerieke toetsen. Belangrijk • Het is mogelijk dat faxen bij een onbeoogde ontvanger terechtkomen doordat het verkeerde fax-/ telefoonnummer is gekozen of het nummer onjuist is geregistreerd. Wanneer u belangrijke documenten stuurt, wordt aanbevolen ze te verzenden nadat u de ontvanger aan de telefoon hebt gesproken.
  • Pagina 458 Als u op de knop drukt, wordt het contrast verlaagd. Als u op de knop drukt, wordt het contrast verhoogd. Als u op de knop OK drukt, keert het LCD-scherm terug naar het scherm TX-instellingen fax (FAX TX settings). 5. Selecteer met de knop de optie Scanresolutie (Scan resolution) en druk vervolgens op de knop OK.
  • Pagina 459 6. Druk op de knop Kleur (Color) als u het document in kleur wilt verzenden of op de knop Zwart (Black) als u het document in zwart-wit wilt verzenden. Het apparaat begint met het scannen van het document. Belangrijk • Verzenden in kleur is alleen mogelijk wanneer het faxapparaat van de ontvanger faxen in kleur ondersteunt.
  • Pagina 460 • Haal de stekker niet uit het stopcontact voordat alle documenten zijn verzonden. Als u de stekker uit het stopcontact haalt, gaan alle niet-verzonden documenten in het apparaatgeheugen verloren.
  • Pagina 461 Een fax opnieuw verzenden (nummerherhaling van bezette nummers) Er zijn twee methoden voor het herhalen van een nummer: Automatische nummerherhaling en Handmatige nummerherhaling. • Automatische nummerherhaling Als u een document verzendt en de lijn bezet is, probeert het apparaat het na een vaste periode automatisch opnieuw.
  • Pagina 462 • Als u automatische nummerherhaling wilt annuleren, kunt u de niet-verzonden fax uit het apparaatgeheugen wissen wanneer het apparaat wacht op de volgende poging. Zie Documenten uit het apparaatgeheugen verwijderen voor meer informatie. Handmatige nummerherhaling Ga als volgt te werk om een nummer handmatig te herhalen. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.
  • Pagina 463 • Druk op de knop Stoppen (Stop) om handmatige nummerherhaling te annuleren. Als u het verzenden wilt annuleren terwijl de fax wordt verzonden, drukt u op de knop Stoppen (Stop) en volgt u de aanwijzingen op het LCD-scherm. • Als er documenten achterblijven in de ADF nadat u op de knop Stoppen (Stop) hebt gedrukt terwijl het scannen wordt uitgevoerd, wordt het bericht Sluit de papierinvoer (Close the feeder cover) [OK]Document uitwerpn (Eject the document) weergegeven op het LCD-scherm.
  • Pagina 464 Faxen verzenden met behulp van handige functies Een fax verzenden na een telefoongesprek Een fax verzenden met de functie Snelkiesnummer Een geregistreerd verkort kiesnummer zoeken op naam Hetzelfde document naar verschillende ontvangers verzenden (Sequentiële uitzending) Verkeerd verzonden faxen voorkomen De functie voor het kiezen van nummers met de telefoon op de haak gebruiken...
  • Pagina 465 Een fax verzenden na een telefoongesprek Als u met de ontvanger wilt spreken voordat u een fax verzendt, of als de ontvanger geen faxapparaat heeft dat automatisch faxen kan ontvangen, kunt u een fax handmatig verzenden nadat u via de telefoon met de ontvanger hebt gesproken om na te gaan of de ontvanger faxen kan ontvangen.
  • Pagina 466 Wanneer u hoge tonen hoort in plaats van de stem van de ontvanger, kunt u niet controleren of de ontvanger faxen kan ontvangen. Als u de verzending van de fax wilt stoppen, legt u de hoorn weer op de haak. Als u de fax wilt verzenden, gaat u naar stap 9. 8.
  • Pagina 467 Een fax verzenden met de functie Snelkiesnummer Als u het fax-/telefoonnummer en de naam van de ontvanger hebt geregistreerd voor snelkiezen of groepskiezen, kunt u eenvoudig faxen verzenden. Belangrijk • Het is mogelijk dat faxen bij een onbeoogde ontvanger terechtkomen doordat het verkeerde fax-/ telefoonnummer is gekozen of het nummer onjuist is geregistreerd.
  • Pagina 468 Als u wilt terugkeren naar het scherm om een snelkiesnummer of een groepskiesnummer te selecteren, drukt u op de knop 7. Selecteer een snelkiesnummer of een groepskiesnummer. 1. Gebruik de knop of de numerieke toetsen om een snelkiesnummer of een groepskiesnummer te selecteren.
  • Pagina 469 Geregistreerde ontvangers zoeken op naam U kunt een geregistreerde ontvanger zoeken door de namen op alfabetische volgorde te sorteren en de fax te verzenden. Belangrijk • Het is mogelijk dat faxen bij een onbeoogde ontvanger terechtkomen doordat het verkeerde fax-/ telefoonnummer is gekozen of het nummer onjuist is geregistreerd.
  • Pagina 470 Het scherm voor het invoeren van de eerste letter van de naam van de geregistreerde ontvanger of de groepsnaam wordt weergegeven. Opmerking • Als u wilt terugkeren naar het scherm om een snelkiesnummer of een groepskiesnummer te selecteren, drukt u op de knop 8.
  • Pagina 471 • Als het apparaat geen fax kon verzenden, bijvoorbeeld omdat de lijn van de ontvanger bezet was, is het mogelijk om het nummer na een vaste tijd opnieuw te bellen. Automatische nummerherhaling is standaard ingeschakeld. Automatische nummerherhaling Als u de functie Automatische nummerherhaling wilt annuleren, wacht u totdat het apparaat opnieuw begint te kiezen en drukt u op de knop Stoppen (Stop).
  • Pagina 472 Hetzelfde document naar verschillende ontvangers verzenden (Sequentiële uitzending) Met dit apparaat kunt u hetzelfde document naar maximaal 21 ontvangers tegelijk verzenden. De ontvangers kunnen gecombineerd worden opgegeven met de numerieke toetsen, snelkiezen en groepskiezen. U kunt het volgende aantal ontvangers gezamenlijk opgeven. •...
  • Pagina 473 • Door de ontvanger die op het apparaat is geregistreerd (snelkiezen of groepskiezen) op te geven: Druk op de knop Menu, gebruik de knop om Snelkiesnummer (Memory dial) te selecteren en druk op de knop OK. Selecteer een ontvanger en druk vervolgens op de knop OK. Een fax verzenden met de functie Snelkiesnummer Geregistreerde ontvangers zoeken op naam •...
  • Pagina 474 • Wanneer u op de knop Stoppen (Stop) drukt, wordt het verzenden naar alle ontvangers die u hebt opgegeven, geannuleerd. Het is niet mogelijk om het verzenden naar een van de ontvangers te annuleren.
  • Pagina 475 Verkeerd verzonden faxen voorkomen Het apparaat heeft twee functies voor het voorkomen van verzendfouten in faxen. • Faxen verzenden nadat u het nummer tweemaal hebt ingevoerd Met deze functie moet u het fax-/telefoonnummer tweemaal invoeren met de numerieke toetsen om te voorkomen dat u het verkeerde nummer kiest met het apparaat.
  • Pagina 476 Fax verzenden na controle gegevens (gegevens van de ontvanger controleren) Stel RX-faxinfo control. (Check RX FAX info) in op AAN (ON) aan de hand van de volgende procedure. Belangrijk • Deze functie is niet beschikbaar wanneer u faxen handmatig verzend. Een fax verzenden na een telefoongesprek Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.
  • Pagina 477 De functie voor het kiezen van nummers met de telefoon op de haak gebruiken Ga als volgt te werk om faxen te verzenden met de functie voor het kiezen van nummers met de telefoon op de haak. Belangrijk • Het is mogelijk dat faxen bij een onbeoogde ontvanger terechtkomen doordat het verkeerde fax-/ telefoonnummer is gekozen of het nummer onjuist is geregistreerd.
  • Pagina 478 Een fax opnieuw verzenden (nummerherhaling van bezette nummers) 7. Wanneer u hoge tonen hoort, drukt u op de knop Kleur (Color) of op de knop Zwart (Black). Druk op de knop Kleur (Color) als u het document in kleur wilt verzenden of op de knop Zwart (Black) als u het document in zwart-wit wilt verzenden.
  • Pagina 479 Ontvangers registreren Ontvangers registreren met het bedieningspaneel van het apparaat Ontvangers registreren/wijzigen met het hulpprogramma Snelkiezen...
  • Pagina 480 Ontvangers registreren met het bedieningspaneel van het apparaat Met snelkiezen kunt u fax-/telefoonnummers kiezen door op slechts een paar knoppen te drukken. De volgende methoden voor snelkiezen zijn beschikbaar: • Snelkiezen met snelkiesnummers Als u het fax-/telefoonnummer en de naam van de ontvanger registreert voor snelkiezen, kunt u een fax verzenden door het snelkiesnummer dat is toegewezen aan het nummer te kiezen of de knop gebruiken om het snelkiesnummer te selecteren nadat u op de knop Snelkiesnummer (Memory dial) in het scherm Menu FAX (FAX menu) hebt gedrukt.
  • Pagina 481 Ontvangers registreren voor snelkiezen Voordat u de snelkiesfunctie kunt gebruiken, moet u fax-/telefoonnummers van ontvangers registreren. Volg de onderstaande procedure om de fax-/telefoonnummers van de ontvangers te registreren. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. 2. Druk op de knop Instellingen (Setup). Het scherm Instellingenmenu (Setup menu) wordt weergegeven.
  • Pagina 482 2. Controleer het fax-/telefoonnummer en druk op de knop OK. Het fax-/telefoonnummer wordt geregistreerd op het apparaat en het scherm voor het invoeren van de naam van de ontvanger wordt weergegeven. Ga naar de volgende stap. • Via oproepenlog (IN) (From call log (IN)) Wanneer u deze registratiemethode selecteert, wordt het scherm voor het selecteren van het fax-/ telefoonnummer of de naam van de ontvangen oproepenlogboeken weergegeven.
  • Pagina 483 Als u bij Via oproepenlog (IN) (From call log (IN)) in stap 8 een naam selecteert, kan deze al zijn ingevoerd. Als u de naam niet wijzigt, gaat u naar stap 10. Opmerking • U kunt maximaal 16 tekens inclusief spaties opgeven voor de naam. •...
  • Pagina 484 Ontvangers registreren voor groepskiezen Als u twee of meer geregistreerde snelkiesnummers registreert als groepskiesnummer, kunt u hetzelfde document verzenden aan alle ontvangers die voor het groepskiesnummer zijn geregistreerd. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. 2. Druk op de knop Instellingen (Setup). Het scherm Instellingenmenu (Setup menu) wordt weergegeven.
  • Pagina 485 Gebruik de knop om een snelkiesnummer te selecteren en het groepsnummer te registreren. • Als Geef 1e letter op (Enter first letter) wordt weergegeven op het LCD-scherm: Als u met de numerieke toetsen de eerste letter invoert van de naam van de ontvanger die u zoekt, wordt het snelkiesnummer in alfabetische volgorde weergegeven.
  • Pagina 486 Opmerking • Als u nog een groepskiesnummer op het apparaat wilt registreren, selecteert u een leeg snelkiesnummer en volgt u dezelfde procedure als voor de registratie. • Druk op de knop FAXEN (FAX) om terug te keren naar het stand-byscherm van de fax. •...
  • Pagina 487 Geregistreerde gegevens wijzigen Ga als volgt te werk als u de geregistreerde gegevens voor snelkiesnummers en groepskiesnummers wilt wijzigen. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. 2. Druk op de knop Instellingen (Setup). Het scherm Instellingenmenu (Setup menu) wordt weergegeven. 3. Selecteer met de knop de optie Faxinstellingen (Fax settings) en druk vervolgens op de knop OK.
  • Pagina 488 het bewerkingscherm wordt weergegeven. Wijzig het fax-/telefoonnummer van de ontvanger en druk op de knop OK. Als u klaar bent met het bewerken van het fax-/telefoonnummer, wordt het scherm voor het bewerken van de naam van de ontvanger weergegeven. Opmerking •...
  • Pagina 489 Geregistreerde gegevens verwijderen Ga als volgt te werk als u de geregistreerde gegevens voor snelkiesnummers en groepskiesnummers wilt verwijderen. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. 2. Druk op de knop Instellingen (Setup). Het scherm Instellingenmenu (Setup menu) wordt weergegeven. 3. Selecteer met de knop de optie Faxinstellingen (Fax settings) en druk vervolgens op de knop OK.
  • Pagina 490 Een lijst met geregistreerde nummers afdrukken U kunt een lijst afdrukken met de ontvangers die zijn geregistreerd voor snelkiezen en deze lijst bij het apparaat bewaren als hulpmiddel bij het kiezen. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Plaats papier. 3. Druk op de knop FAXEN (FAX). Het stand-byscherm voor faxen wordt weergegeven.
  • Pagina 491 Ontvangers registreren/wijzigen met het hulpprogramma Snelkiezen Informatie over het hulpprogramma Snelkiezen Met het Hulpprogramma Snelkiezen kunt u de fax-/telefoonnummers die in het apparaat zijn geregistreerd, doorsturen naar een computer en ze op de computer registreren/wijzigen. Daarnaast kunt u het fax-/telefoonnummer, de naam en het fax-/telefoonnummer van de gebruiker en geweigerde nummers die op de computer zijn bewerkt, registreren in het apparaat.
  • Pagina 492 1. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. 2. Selecteer Programma´s (Applications) in het menu Ga (Go) van Finder. 3. Dubbelklik op de map Canon Utilities. 4. Dubbelklik op de map Hulpprogramma Snelkiezen (Speed Dial Utility). 5. Dubbelklik op Hulpprogramma Snelkiezen (Speed Dial Utility).
  • Pagina 493 Dialoogvenster Hulpprogramma Snelkiezen Het dialoogvenster Hulpprogramma Snelkiezen (Speed Dial Utility) bevat de volgende items. 1. Printernaam: (Printer Name:) Hier selecteert u het apparaat waarvoor u de geregistreerde gegevens wilt bewerken met het Hulpprogramma Snelkiezen. 2. Afdrukinstellingen weergeven (Display Printer Settings) Hiermee laadt u de geregistreerde gegevens in het apparaat dat is geselecteerd bij Printernaam: (Printer Name:) in het hulpprogramma Snelkiezen.
  • Pagina 494 6. Laden van pc... (Load from PC...) Hiermee geeft u de geregistreerde gegevens weer die zijn opgeslagen op de computer. 7. Instructies (Instructions) Hiermee geeft u deze handleiding weer. 8. Afsluiten (Exit) Hiermee sluit u het Hulpprogramma Snelkiezen af. Gegevens die zijn geregistreerd of bewerkt met het Hulpprogramma Snelkiezen worden niet op de computer opgeslagen en ook niet in het apparaat geregistreerd.
  • Pagina 495 Geregistreerde gegevens in het apparaat opslaan op de pc Volg de onderstaande procedure als u de snelkiesnummers/groepskiesnummers, de naam van de gebruiker, het fax-/telefoonnummer of geweigerde nummers in het apparaat wilt opslaan op de computer. Start het Hulpprogramma Snelkiezen. 2. Selecteer het apparaat in de lijst Printernaam: (Printer Name:) en klik op Afdrukinstellingen weergeven (Display Printer Settings).
  • Pagina 496 Fax-/telefoonnummers registreren met het hulpprogramma Snelkiezen Volg de onderstaande procedure als u fax-/telefoonnummers wilt registreren. Opmerking • Voordat u fax-/telefoonnummers registreert met het Hulpprogramma Snelkiezen, moet u controleren of er geen faxbewerkingen worden uitgevoerd. Start het Hulpprogramma Snelkiezen. 2. Selecteer het apparaat in de lijst Printernaam: (Printer Name:) en klik op Afdrukinstellingen weergeven (Display Printer Settings).
  • Pagina 497 1. Geef de groepsnaam op. 2. Selecteer het nummer dat u aan de groep wilt toevoegen en klik op Toevoegen >> (Add >>). Opmerking • U kunt alleen nummers invoeren die al zijn geregistreerd. 6. Klik op OK. Herhaal stap 4 tot en met 6 als u nog meer fax-/telefoonnummers of groepskiesnummers wilt registreren. •...
  • Pagina 498 Fax-/telefoonnummers wijzigen met het hulpprogramma Snelkiezen Volg de onderstaande procedure als u fax-/telefoonnummers wilt wijzigen. Opmerking • Voordat u fax-/telefoonnummers wijzigt met het Hulpprogramma Snelkiezen, moet u controleren of er geen faxbewerkingen worden uitgevoerd. Start het Hulpprogramma Snelkiezen. 2. Selecteer het apparaat in de lijst Printernaam: (Printer Name:) en klik op Afdrukinstellingen weergeven (Display Printer Settings).
  • Pagina 499 Een nummer toevoegen: Selecteer het nummer dat u aan de groep wilt toevoegen en klik op Toevoegen >> (Add >>). Een nummer verwijderen: Selecteer het nummer dat u uit de groep wilt verwijderen en klik op << Verwijderen (<< Delete). 5.
  • Pagina 500 Fax-/telefoonnummers verwijderen met het hulpprogramma Snelkiezen Volg de onderstaande procedure als u fax-/telefoonnummers wilt verwijderen. Opmerking • Voordat u fax-/telefoonnummers verwijdert met het Hulpprogramma Snelkiezen, moet u controleren of er geen faxbewerkingen worden uitgevoerd. Start het Hulpprogramma Snelkiezen. 2. Selecteer het apparaat in de lijst Printernaam: (Printer Name:) en klik op Afdrukinstellingen weergeven (Display Printer Settings).
  • Pagina 501 Gegevens over de afzender wijzigen met het hulpprogramma Snelkiezen Volg de onderstaande procedure als u de naam of het fax-/telefoonnummer van de gebruiker wilt wijzigen. Start het Hulpprogramma Snelkiezen. 2. Selecteer het apparaat in de lijst Printernaam: (Printer Name:) en klik op Afdrukinstellingen weergeven (Display Printer Settings).
  • Pagina 502 Geweigerde nummers registreren/wijzigen met het hulpprogramma Snelkiezen Volg de onderstaande procedure als u geweigerde nummers wilt registreren, wijzigen of verwijderen. Start het Hulpprogramma Snelkiezen. 2. Selecteer het apparaat in de lijst Printernaam: (Printer Name:) en klik op Afdrukinstellingen weergeven (Display Printer Settings). 3.
  • Pagina 503 De geregistreerde gegevens oproepen vanaf de pc en de gegevens in het apparaat registreren U kunt de fax-/telefoonnummers, de naam en het fax-/telefoonnummer van de gebruiker en geweigerde nummers die op de computer zijn opgeslagen, registreren in het apparaat. Start het Hulpprogramma Snelkiezen. 2.
  • Pagina 504 Volg de onderstaande procedure als u het Hulpprogramma Snelkiezen wilt verwijderen. 1. Selecteer Programma´s (Applications) in het menu Ga (Go) van Finder, dubbelklik op Canon Utilities > Hulpprogramma Snelkiezen (Speed Dial Utility) en sleep het pictogram Hulpprogramma Snelkiezen (Speed Dial Utility) naar de Prullenmand.
  • Pagina 505 Faxen ontvangen Faxen ontvangen De papierinstellingen wijzigen Geheugenontvangst Faxen ontvangen met behulp van handige functies...
  • Pagina 506 Faxen ontvangen In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u het ontvangen van een faxen voorbereid en hoe u faxen ontvangt. De ontvangst van een fax voorbereiden Ga te werk volgens de onderstaande procedure om de ontvangst van een fax voor te bereiden. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.
  • Pagina 507 Geheugenontvangst Modus tel.prioriteit (TEL priority mode) is geselecteerd: • Als het een faxoproep betreft: De telefoon gaat over wanneer er een oproep binnenkomt. Neem de hoorn op. Als u de faxtoon hoort, wacht u ten minste 5 seconden nadat de toon is gestopt en hangt u de hoorn weer op.
  • Pagina 508 • Als Handm./auto schak. (Manual/auto switch) bij de geavanceerde instellingen is ingesteld op AAN (ON), stelt u RX-starttijd (RX start time) in op een tijdsduur die langer is dan de tijdsduur voordat het antwoordapparaat het bericht afspeelt. We raden u aan om, wanneer u dit hebt ingesteld, het antwoordapparaat bijvoorbeeld met een mobiele telefoon te bellen om te bevestigen dat de berichten correct zijn opgenomen in het antwoordapparaat.
  • Pagina 509 Als DRPD of Netwerkschakelaar (Network switch) is geselecteerd: • Als het een faxoproep betreft: De telefoon gaat over wanneer er een oproep binnenkomt. Het apparaat ontvangt automatisch de fax als het belpatroon voor faxen wordt gedetecteerd. Opmerking • U kunt het aantal keren dat de telefoon overgaat wijzigen. Geavanceerde instellingen van de ontvangstmodus •...
  • Pagina 510 De papierinstellingen wijzigen Dit apparaat drukt ontvangen faxen af op papier dat vooraf in het apparaat is geplaatst. Met het bedieningspaneel kunt u de papierinstellingen voor het afdrukken van faxen wijzigen. Zorg dat de instellingen geschikt zijn voor het geplaatste papier. Belangrijk •...
  • Pagina 511 Het LCD gaat terug naar het stand-byscherm voor kopiëren nadat alle instellingen zijn voltooid of als u op de knop FAXEN (FAX) drukt. Opmerking • Een * (sterretje) op het LCD geeft de huidige instelling aan. • Paginaformaat (Page size) U kunt het paginaformaat instellen op A4, Letter, LTR of Legal.
  • Pagina 512 Geheugenontvangst Als het apparaat de fax niet heeft kunnen afdrukken, wordt de ontvangen fax in het apparaatgeheugen opgeslagen. Het Faxgeheugen (FAX Memory)-lampje gaat branden en Ontvangen in geheugen (Received in memory) wordt weergegeven op het LCD-scherm. Belangrijk • Als het netsnoer wordt losgekoppeld, worden alle faxen verwijderd die in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen.
  • Pagina 513 Bovendien wordt de inhoud van de fax niet opgeslagen in het apparaatgeheugen. Als de inkt al op is, wordt u bovendien aanbevolen om Niet afdrukken (Do not print) te selecteren voor Ontvangen docum. (Received documents) bij Autom. afdrukinstell. (Auto print settings) onder Faxinstellingen (Fax settings) om de ontvangen fax op te slaan in het apparaatgeheugen.
  • Pagina 514 Faxen ontvangen met behulp van handige functies Externe ontvangst Faxontvangst weigeren Oproepen weigeren op basis van nummerherkenning...
  • Pagina 515 Externe ontvangst Als het apparaat zich niet in de buurt van de telefoon bevindt, kunt u de hoorn van de haak nemen van de telefoon die is aangesloten op het apparaat. Kies 25 (de id voor externe ontvangst) om faxen te ontvangen (externe ontvangst).
  • Pagina 516 Faxontvangst weigeren U kunt het apparaat zo instellen dat faxen zonder informatie over de afzender of van bepaalde afzenders worden geweigerd. Selecteer een van de volgende opties voor het weigeren van faxen. • Faxen zonder informatie over de afzender. • Faxen van nummers die niet zijn geregistreerd als snelkiesnummer. •...
  • Pagina 517 • Faxen zonder informatie over de afzender worden ook geweigerd als een andere instelling dan Geen afzenderinfo (No sender info.) is geselecteerd. Het geweigerde nummer registreren Registreer het geweigerde nummer volgens de onderstaande procedure. 1. Wanneer het bevestigingsscherm voor het registreren van het geweigerde nummer wordt weergegeven, gebruikt u de knop om Ja (Yes) te selecteren en drukt u op de knop 2.
  • Pagina 518 Opmerking • Als u een ander geweigerd nummer wilt registreren, gebruikt u de knop om een andere belcode te selecteren en registreert u vervolgens het geweigerde nummer. U kunt maximaal 10 geweigerde nummers registreren. • Druk op de knop FAXEN (FAX) om terug te keren naar het stand-byscherm van de fax. •...
  • Pagina 519 Oproepen weigeren op basis van nummerherkenning Als u bent geabonneerd op een service voor beller-ID, detecteert het apparaat het nummer van de afzender. Als de ID van de afzender voldoet aan de voorwaarde die u hier hebt geselecteerd, weigert het apparaat het telefoongesprek of de fax van de afzender.
  • Pagina 520 Opmerking • Zelfs wanneer u Weigeren (Reject) selecteert, gaat het apparaat eenmaal over. (Het apparaat gaat mogelijk niet over, afhankelijk van het land of de regio van aankoop.)
  • Pagina 521 Overige nuttige faxfuncties Informatieservices gebruiken Faxen verzenden/ontvangen in de ECM Document opgeslagen in apparaatgeheugen Overzicht van rapporten en lijsten...
  • Pagina 522 Informatieservices gebruiken U kunt gebruikmaken van vele informatieservices, zoals services voor bankieren en vliegticket- en hotelreserveringen. Voor het gebruik van deze services is toonkiezen vereist. U moet dus tijdelijk schakelen naar toonkiezen als het apparaat is aangesloten op een lijn voor pulskiezen. De lijn voor toonkiezen gebruiken De lijn voor pulskiezen gebruiken Belangrijk...
  • Pagina 523 De lijn voor pulskiezen gebruiken • Nummers kiezen met de telefoon op de haak Opmerking • U kunt de functie voor het kiezen van nummers met de telefoon op de haak alleen gebruiken als Instelling handsfree (On-hook setting) bij Beveiligingsbeheer (Security control) onder Faxinstellingen (Fax settings) is ingesteld op Inschakelen (Enable).
  • Pagina 524 Faxen verzenden/ontvangen in de ECM Het apparaat is ingesteld voor het verzenden/ontvangen van faxen in de ECM (Error Correction Mode). Als het faxapparaat van de ontvanger geschikt is voor ECM, verstuurt het apparaat de fax automatisch opnieuw met gecorrigeerde fouten. Opmerking •...
  • Pagina 525 Document opgeslagen in apparaatgeheugen Als het verzenden van faxen niet wordt voltooid of als het apparaat de ontvangen faxen niet heeft kunnen afdrukken, worden deze faxen opgeslagen in het apparaatgeheugen. Als er een fout is opgetreden tijdens het verzenden van een fax, wordt het document niet in het apparaatgeheugen opgeslagen.
  • Pagina 526 Een document in het apparaatgeheugen afdrukken U kunt een bepaald document in het apparaatgeheugen of alle documenten in het geheugen tegelijk afdrukken. Wanneer u een bepaald document afdrukt, kunt u het gewenste document selecteren met behulp van het transactienummer. Als u het transactienummer van het gewenste document niet weet, kunt u eerst de lijst met documenten (GEHEUGENLIJST (MEMORY LIST)) afdrukken.
  • Pagina 527 • Opgegeven doc. afdr. (Print specified doc.) U kunt het document opgeven en afdrukken. Wanneer u dit menu selecteert, wordt het selectiescherm voor documenten weergegeven. Opmerking • Een transactienummer tussen "0001" en "4999" geeft aan dat het een verzonden document is. Een transactienummer tussen "5001"...
  • Pagina 528 Als u Ja (Yes) selecteert met de knop en op de knop OK drukt, worden alle documenten in het apparaatgeheugen afgedrukt. Telkens wanneer een document wordt afgedrukt, wordt het scherm weergegeven waarop u kunt bevestigen of u het afgedrukte document uit het apparaatgeheugen wilt verwijderen. Als u Ja (Yes) selecteert met de knop en op de knop OK drukt, wordt het afgedrukte document in het apparaatgeheugen verwijderd.
  • Pagina 529 Documenten uit het apparaatgeheugen verwijderen U kunt een bepaald document uit het apparaatgeheugen of alle documenten uit het geheugen tegelijk verwijderen. Opmerking • Wanneer u een bepaald document verwijdert, kunt u het gewenste document selecteren met behulp van het transactienummer. Als u het transactienummer van het gewenste document niet weet, kunt u eerst de lijst met documenten (GEHEUGENLIJST (MEMORY LIST)) afdrukken.
  • Pagina 530 • Wanneer u op de knop of de knop Toon (Tone) drukt, verandert het transactienummer dat op het LCD-scherm wordt weergegeven in de transactietijd of het fax-/telefoonnummer. Geef het document op en verwijder dit af volgens de onderstaande procedure. 1. Selecteer met de knoppen het transactienummer (TX/RX-nr.) van het document dat u wilt opslaan en druk vervolgens op de knop OK.
  • Pagina 531 Overzicht van rapporten en lijsten Het apparaat drukt automatisch het rapport af nadat een fax is verzonden of ontvangen. U kunt de lijst met fax-/telefoonnummers afdrukken of de huidige instellingen afdrukken. Typen rapporten en lijsten Een rapport of lijst afdrukken Typen rapporten en lijsten Rapport of lijst Beschrijving...
  • Pagina 532 LIJST GEWEIGERDE Deze lijst bevat alle geweigerde nummers. NUMMERS (REJECTED Een rapport of lijst afdrukken voor meer informatie over de procedure voor NUMBER LIST) het afdrukken. BELGESCHIEDENIS (CALLER Deze lijst bevat de belgeschiedenis. HISTORY) Deze lijst is beschikbaar als u bent aangemeld voor de Service voor beller-ID. Een rapport of lijst afdrukken voor meer informatie over de procedure voor het afdrukken.
  • Pagina 533 • Als er een fout optreedt bij het ontvangen van een fax, wordt het foutnummer op het RX RAPPORT (RX REPORT) afgedrukt (bij sommige fouten wordt ook de oorzaak afgedrukt). Fouten bij het ontvangen van faxen voor meer informatie over het foutnummer.
  • Pagina 534 • Wanneer u Lijst telnummers (TEL number list) selecteert: Selecteer met de knop de optie Snelkiesnummer (Memory dial) of Groepskiezen (Group dial) en druk op de knop OK. Als u Snelkiesnummer (Memory dial) selecteert, selecteert u of u de LIJST MET SNELKIESNUMMERS (MEMORY DIAL TELEPHONE NO.
  • Pagina 535 Neem contact op met de ontvanger en laat deze papier plaatsen. #017 Geen kiestoon. Het apparaat heeft geen kiestoon gedetecteerd. Kiestoondetectie (Dial tone detect) bij Geavanc. faxinstell. (Adv. FAX settings) onder Faxinstellingen (Fax settings) is ingesteld op AAN (ON). Stel dit in op UIT (OFF).
  • Pagina 536 Neem contact op met de afzender en vraag deze het document opnieuw te verzenden, of laat het apparaat de fax automatisch ontvangen. #037 Geheugen vol. Het apparaat kon een fax niet ontvangen omdat het geheugen vol is. Maak geheugen vrij en vraag de afzender de fax opnieuw te verzenden. Zie Document opgeslagen in apparaatgeheugen.
  • Pagina 537 Problemen oplossen Het apparaat kan niet worden ingeschakeld De afdruktaak wordt niet gestart Het papier wordt niet correct ingevoerd/Fout vanwege 'geen papier' Afdrukresultaten niet naar behoren Er wordt geen inkt toegevoerd Papierstoringen Als er een fout optreedt Problemen met het verzenden van faxen Problemen met het ontvangen van faxen Zoeken in alle functies Problemen met netwerkcommunicatie...
  • Pagina 538 Problemen met netwerkcommunicatie Problemen met het apparaat tijdens gebruik in een netwerk Een apparaat wordt niet gedetecteerd in een netwerk Overige problemen met het netwerk...
  • Pagina 539 Problemen met het apparaat tijdens gebruik in een netwerk Het apparaat werkt opeens niet meer Afdruksnelheid is laag Het apparaat kan niet worden gebruikt bij het vervangen van een toegangspunt of het wijzigen van de instellingen ervan...
  • Pagina 540 Het apparaat werkt opeens niet meer Kan niet communiceren met het apparaat via het draadloze LAN U kunt niet afdrukken of scannen vanaf een computer die op het netwerk is aangesloten Kan niet communiceren met het apparaat via het draadloze LAN Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.
  • Pagina 541 Controle 10 Als de firewallfunctie van uw beveiligingssoftware is ingeschakeld, wordt wellicht een bericht weergegeven dat Canon-software probeert toegang te krijgen tot het netwerk. Als de waarschuwing wordt weergegeven, stelt u de beveiligingssoftware zo in dat toegang altijd wordt toegestaan.
  • Pagina 542 Afdruksnelheid is laag Het apparaat is mogelijk bezig met het afdrukken van een grote taak van een Controle 1 andere computer. Controleer of de status van de radiogolven goed is en pas de Controle 2 installatieposities aan terwijl u de status van de radiogolven controleert met IJ Network Tool.
  • Pagina 543 Het apparaat kan niet worden gebruikt bij het vervangen van een toegangspunt of het wijzigen van de instellingen ervan Wanneer u een toegangspunt vervangt, dient u de netwerkinstallatie van het apparaat opnieuw uit te voeren. Voer de netwerkinstallatie opnieuw uit volgens de instructies op onze website. Zie hieronder als het probleem niet is verholpen.
  • Pagina 544 Een apparaat wordt niet gedetecteerd in een netwerk Kan het apparaat niet detecteren wanneer de netwerkcommunicatie wordt ingesteld Het apparaat wordt niet gedetecteerd in het draadloze LAN...
  • Pagina 545 Kan het apparaat niet detecteren wanneer de netwerkcommunicatie wordt ingesteld Als het apparaat niet in het netwerk kan worden gedetecteerd wanneer u de netwerkcommunicatie instelt, controleert u de netwerkinstellingen voordat u het apparaat opnieuw detecteert. Kan het apparaat tijdens de instelling van het draadloze LAN niet vinden: controle 1...
  • Pagina 546 Kan het apparaat tijdens de instelling van het draadloze LAN niet vinden: controle 1 Zijn de computer en het netwerkapparaat (router, toegangspunt en dergelijke) geconfigureerd en kan de computer verbinding maken met het netwerk? Controleer of u webpagina's kunt zien op de computer. Als u geen webpagina's kunt zien: Configureer de computer en het netwerkapparaat.
  • Pagina 547 • Als het bericht niet wordt weergegeven op de computer: Annuleer het instellen en stel de beveiligingssoftware zo in dat toegang tot het netwerk door Canon- software* is toegestaan.
  • Pagina 548 Kan het apparaat tijdens de instelling van het draadloze LAN niet vinden: controle 3 Controleer de instellingen van het toegangspunt. Controleer de instellingen van het toegangspunt voor de netwerkverbinding, zoals IP-adresfiltering, MAC- adresfiltering of de DHCP-functie. Raadpleeg de instructiehandleiding die bij het toegangspunt is geleverd of neem contact op met de fabrikant voor meer informatie over het controleren van de instellingen van het toegangspunt.
  • Pagina 549 Als dit niet het geval is, volgt u de instructies op onze website om de installatie uit te voeren. Wanneer u IJ Network Tool gebruikt, klikt u op Bijwerken (Update) om het Controle 5 apparaat nogmaals te zoeken. Venster Canon IJ Network Tool Zorg dat de netwerkinstellingen van het apparaat overeenkomen met die van Controle 6 het toegangspunt.
  • Pagina 550 Als de firewallfunctie van uw beveiligingssoftware is ingeschakeld, wordt wellicht een bericht weergegeven dat Canon-software probeert toegang te krijgen tot het netwerk. Als de waarschuwing wordt weergegeven, stelt u de beveiligingssoftware zo in dat toegang altijd wordt toegestaan. Als u programma's gebruikt die de netwerkomgeving wijzigen controleert u de instellingen. Sommige programma's zullen standaard een firewall inschakelen.
  • Pagina 551 Overige problemen met het netwerk Naam van een toegangspunt, SSID of een netwerksleutel vergeten Het bericht wordt tijdens installatie op het computerscherm weergegeven U bent het beheerderswachtwoord van het apparaat vergeten Informatie over het netwerk controleren De fabrieksstandaard van de netwerkinstellingen van het apparaat herstellen...
  • Pagina 552 Naam van een toegangspunt, SSID of een netwerksleutel vergeten Kan geen verbinding maken met een toegangspunt waaraan een WEP-/WPA-/WPA2-sleutel is toegewezen (u bent de WEP-/WPA-/WPA2-sleutel vergeten) Een WEP-/WPA-/WPA2-sleutel instellen Kan geen verbinding maken met een toegangspunt waaraan een WEP-/ WPA-/WPA2-sleutel is toegewezen (u bent de WEP-/WPA-/WPA2-sleutel vergeten) Raadpleeg de instructiehandleiding die bij het toegangspunt is geleverd of neem contact op met de fabrikant voor meer informatie over het installeren van een toegangspunt.
  • Pagina 553 • Selecteer 1 bij Sleutel-id: (Key ID:). Doet u dat niet, dan kan de computer niet met het apparaat communiceren via het toegangspunt. • Wanneer u WPA of WPA2 gebruikt De verificatiemethode, het wachtwoord en het dynamische coderingstype van het toegangspunt, het apparaat en de computer moeten overeenkomen.
  • Pagina 554 Het bericht wordt tijdens installatie op het computerscherm weergegeven Het venster Wachtwoord invoeren (Enter Password) wordt weergegeven tijdens de installatie Het venster voor het instellen van de codering wordt weergegeven nadat het toegangspunt is geselecteerd in het venster Toegangspunten (Access Points) "U verbindt het apparaat met een niet gecodeerd draadloos netwerk"...
  • Pagina 555 U bent het beheerderswachtwoord van het apparaat vergeten De LAN-instellingen initialiseren. De fabrieksstandaard van de netwerkinstellingen van het apparaat herstellen Na het initialiseren van de LAN-instellingen dient u de installatie uit te voeren volgens de instructies op onze website.
  • Pagina 556 Als u de informatie over de netwerkinstellingen wilt weergeven via IJ Network Tool, selecteert u Netwerkinformatie (Network Information) in het menu Weergave (View). Menu's van Canon IJ Network Tool Het IP-adres of het MAC-adres van de computer controleren Volg de hieronder beschreven procedure als u wilt controleren welk IP-adres of MAC-adres aan de computer is toegewezen.
  • Pagina 557 1. Open de map Hulpprogramma's (Utilities) in de map Programma's (Applications). 2. Start Hulpprogramma voor netwerk (Network Utility). 3. Klik op de knop Ping. 4. Zorg dat Verstuur slechts XX pings (Send only XX pings) is geselecteerd (XX is een getal).
  • Pagina 558 De fabrieksstandaard van de netwerkinstellingen van het apparaat herstellen Belangrijk • Houd er rekening mee dat door initialisatie alle netwerkinstellingen op het apparaat worden gewist en dat afdrukken vanaf een computer via een netwerk wellicht onmogelijk wordt. Als u het apparaat via een netwerk wilt gebruiken, dient u de installatie uit te voeren volgens de instructies op onze website.
  • Pagina 559 Problemen met afdrukken De afdruktaak wordt niet gestart Papierstoringen Het papier wordt niet correct ingevoerd/Fout vanwege 'geen papier' Kopieer-/afdruktaak wordt beëindigd voordat deze is voltooid...
  • Pagina 560 De afdruktaak wordt niet gestart Controleer of de stekker goed is aangesloten en druk vervolgens op de knop Controle 1 AAN (ON) om het apparaat in te schakelen. Het apparaat is bezig met initialiseren zolang het AAN/UIT (POWER)-lampje knippert. Wacht totdat het AAN/UIT (POWER)-lampje stopt met knipperen en blijft branden.
  • Pagina 561 Papierstoringen Als papier is vastgelopen, wordt automatisch een probleemoplossingsbericht weergegeven. Neem de maatregelen die in het bericht worden beschreven. Bekijk de film • Als een ondersteuningscode en een bericht worden weergegeven op het computerscherm: * Welk venster u krijgt, is afhankelijk van het besturingssysteem dat u gebruikt. •...
  • Pagina 562 Het papier wordt niet correct ingevoerd/Fout vanwege 'geen papier' Zorg dat er papier is geplaatst. Controle 1 Papier plaatsen Let op het volgende bij het plaatsen van papier in de printer. Controle 2 • Als u twee of meer vellen papier plaatst, moet u het papier uitwaaieren voordat u het papier plaatst. •...
  • Pagina 563 De apparaatinstellingen wijzigen op het LCD-scherm • Instellen via de computer Selecteer Aangepaste instellingen (Custom Settings) in het pop-upmenu van Canon IJ Printer Utility, schakel het selectievakje Invoer van twee vellen voorkomen (Prevent paper double-feed) in en klik op Toepassen (Apply).
  • Pagina 564 Kopieer-/afdruktaak wordt beëindigd voordat deze is voltooid Is er papier geplaatst? Controle 1 Zorg dat er papier is geplaatst. Plaats nieuw papier als het papier in het apparaat op is. Bevatten de af te drukken documenten veel foto's of illustraties? Controle 2 Als u omvangrijke gegevens afdrukt zoals foto's of afbeeldingen, hebben het apparaat en de computer tijd nodig om deze te verwerken, zodat het soms lijkt alsof het apparaat is gestopt.
  • Pagina 565 Problemen met de afdrukkwaliteit Afdrukresultaten niet naar behoren Er wordt geen inkt toegevoerd...
  • Pagina 566 Afdrukresultaten niet naar behoren Als de afdrukresultaten witte strepen, verkeerd afgedrukte lijnen of ongelijkmatige kleuren vertonen, kunt u het beste eerst controleren of de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit correct zijn. Komen de instellingen voor het paginaformaat en mediumtype overeen met Controle 1 het formaat en type papier dat is geplaatst? Als deze instellingen onjuist zijn, kunt u geen goed afdrukresultaat verkrijgen.
  • Pagina 567 De afdruktaak wordt niet voltooid Is er voldoende ruimte op de vaste schijf van de computer? Controle Verwijder onnodige bestanden om schijfruimte vrij te maken.
  • Pagina 568 Geen afdrukresultaten/Onduidelijke afdrukken/Onjuiste kleuren/ Witte strepen Geen afdrukresultaten Onduidelijke afdrukken Onjuiste kleuren Witte strepen Bekijk de film...
  • Pagina 569 Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit gecontroleerd? Controle 1 Afdrukresultaten niet naar behoren Druk het controleraster voor de spuitopeningen af en voer eventueel Controle 2 noodzakelijke onderhoud uit, zoals het reinigen van de printkop. Druk het controleraster voor de spuitopeningen af om te bepalen of de inkt op de juiste wijze uit de spuitopeningen van de printkop wordt gespoten.
  • Pagina 570 • Raadpleeg ook de volgende gedeelten als u gaat kopiëren: Is de glasplaat of het glas van de ADF vuil? Controle 6 Reinig de glasplaat of het glas van de ADF. De glasplaat en de documentklep reinigen Opmerking • Als het glas van de ADF vuil is, verschijnen zwarte strepen op het papier, zoals in de onderstaande afbeelding.
  • Pagina 571 Kleuren zijn onduidelijk Bekijk de film Wordt het controleraster voor de spuitopeningen correct afgedrukt? Controle 1 Druk het controleraster voor de spuitopeningen af om te bepalen of de inkt op de juiste wijze uit de spuitopeningen van de printkop wordt gespoten. Raadpleeg Vage afdrukken of onjuiste kleuren voor het afdrukken van het controleraster voor de...
  • Pagina 572 Lijnen worden verkeerd afgedrukt Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit gecontroleerd? Controle 1 Afdrukresultaten niet naar behoren Lijn de printkop uit. Controle 2 Als de afgedrukte lijnen niet evenwijdig zijn of als u niet tevreden bent over de afdrukresultaten, dient u de positie van de printkop aan te passen.
  • Pagina 573 Wordt er fotopapier gebruikt voor het afdrukken van foto's? Controle 3 Als u gegevens afdrukt met een hoge kleurverzadiging, zoals foto's of afbeeldingen met diepe kleuren, raden wij het gebruik van Glossy Foto Papier Extra II of ander speciaal papier van Canon aan. Mediumtypen die u kunt gebruiken...
  • Pagina 574 Papier vertoont vlekken/Papieroppervlak vertoont krassen Papier vertoont vlekken De randen van het papier vertonen vlekken Het papier vertoont vlekken Papieroppervlak vertoont krassen Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit gecontroleerd? Controle 1 Afdrukresultaten niet naar behoren Wordt de juiste papiersoort gebruikt? Controleer het volgende: Controle 2 •...
  • Pagina 575 De apparaatinstellingen wijzigen op het LCD-scherm • Instellen via de computer Selecteer Aangepaste instellingen (Custom Settings) in het pop-upmenu van Canon IJ Printer Utility, schakel het selectievakje Schuring van papier voorkomen (Prevent paper abrasion) in en klik op Toepassen (Apply).
  • Pagina 576 De Canon IJ Printer Utility openen als u Canon IJ Printer Utility wilt openen. Als de intensiteit te hoog is ingesteld, verlaagt u de intensiteit en probeert u Controle 5 opnieuw af te drukken. Als u normaal papier gebruikt voor het afdrukken van afbeeldingen met een hoge intensiteit, absorbeert het papier mogelijk te veel inkt.
  • Pagina 577 Op die manier geeft u het afgedrukte oppervlak voldoende tijd om te drogen, zodat er geen inktvlekken en krassen ontstaan. 1. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. 2. Open Canon IJ Printer Utility. De Canon IJ Printer Utility openen 3. Selecteer Aangepaste instellingen (Custom Settings) in het pop-upmenu.
  • Pagina 578 Vegen op de achterzijde van het papier Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit gecontroleerd? Controle 1 Afdrukresultaten niet naar behoren Maak de binnenzijde van het apparaat schoon door een reiniging van de Controle 2 onderste plaat uit te voeren. Het binnenste van het apparaat reinigen (Reiniging onderste plaat) Opmerking •...
  • Pagina 579 Er worden verticale lijnen afgedrukt op de zijde van de afdruk Is papier met het juiste formaat geplaatst? Controle De verticale lijnen worden mogelijk afgedrukt in de marge als het formaat van het geplaatste papier groter is dan het opgegeven formaat. Stel het juiste papierformaat in voor het geplaatste papier.
  • Pagina 580 Kleuren zijn ongelijkmatig of vertonen strepen Kleuren zijn ongelijkmatig Kleuren zijn gestreept Bekijk de film Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit gecontroleerd? Controle 1 Afdrukresultaten niet naar behoren Druk het controleraster voor de spuitopeningen af en voer eventueel Controle 2 noodzakelijke onderhoud uit, zoals het reinigen van de printkop.
  • Pagina 581 De inkt is wellicht op. Vervang de FINE-cartridge. Lijn de printkop uit. Controle 3 De printkop uitlijnen Opmerking • Als het probleem niet is opgelost na het uitlijnen van de printkop, voert u een handmatige uitlijning van de printkop uit aan de hand van de aanwijzingen in De positie van de printkop uitlijnen vanaf de computer.
  • Pagina 582 Er wordt geen inkt toegevoerd Vervang een eventuele lege FINE-cartridge door een nieuwe. Controle 1 Is de FINE-cartridge correct geplaatst? Controle 2 Als de FINE-cartridge niet goed is geplaatst, wordt de inkt mogelijk niet goed uitgespoten. Open de papieruitvoerklep, waarna het klepje over de kop wordt geopend. Druk de inktcartridgevergrendeling omhoog om te controleren of de FINE-cartridge correct is geplaatst.
  • Pagina 583 Problemen met faxen Problemen met het verzenden van faxen Problemen met het ontvangen van faxen Kan geen duidelijke faxen verzenden Problemen met de telefoon...
  • Pagina 584 Problemen met het verzenden van faxen Kan geen faxen verzenden Sequentiële uitzending en kiezen met de numerieke toetsen werkt niet Er treden vaak fouten op bij het verzenden van faxen Kan geen faxen verzenden Is het apparaat ingeschakeld? Controle 1 •...
  • Pagina 585 Het telefoonlijntype instellen Is Instelling handsfree (On-hook setting) ingesteld op Uitschakelen Controle 5 (Disable)? Wanneer u een fax handmatig wilt verzenden, kiest u het nummer terwijl de optie Inschakelen (Enable) is geselecteerd voor Instelling handsfree (On-hook setting) bij Beveiligingsbeheer (Security control) onder Faxinstellingen (Fax settings) of kiest u het nummer met de telefoon die is aangesloten op het apparaat.
  • Pagina 586 Als u haast heeft, kunt u op de knop Stoppen (Stop) drukken om het bericht te sluiten en vervolgens de fax verzenden. Is de telefoonlijn correct aangesloten? Controle 11 Verbind de telefoonkabel opnieuw met de telefoonaansluiting. Basisverbinding Als de telefoonlijn correct is verbonden, is er een probleem met de telefoonlijn. Neem contact op met uw telefoonmaatschappij en de fabrikant van uw toestel- of telefoonadapter.
  • Pagina 587 Problemen met het ontvangen van faxen Kan geen faxen ontvangen of afdrukken Het apparaat schakelt niet automatisch tussen spraak- en faxoproepen De kwaliteit van ontvangen faxen is laag Kan geen kleurenfax ontvangen Er treden vaak fouten op bij het ontvangen van faxen Kan geen faxen ontvangen of afdrukken Is het apparaat ingeschakeld? Controle 1...
  • Pagina 588 Er wordt een bericht over faxen weergegeven op het LCD-scherm • Druk het ACT. RAPPORT (ACTIVITY REPORT) af en controleer op fouten. Overzicht van rapporten en lijsten Is de telefoonkabel verbonden met de aansluiting voor extern apparaat? Controle 4 Verbind de telefoonkabel weer met de telefoonaansluiting. Basisverbinding Is er een ander papierformaat geplaatst dan is opgegeven bij Controle 5...
  • Pagina 589 • U kunt het apparaat zo instellen dat ontvangen faxen geforceerd worden afgedrukt, zelfs als de inkt op Stel Afdr. bij geen inkt (Print when no ink) bij Autom. afdrukinstell. (Auto print settings) onder Faxinstellingen (Fax settings) in op Afdrukken (Print). Het kan echter zijn dat de fax deels of in zijn geheel niet wordt afgedrukt omdat de inkt op is.
  • Pagina 590 De kwaliteit van ontvangen faxen is laag Controleer de scaninstellingen van het faxapparaat van de afzender. Controle 1 Vraag of de afzender de scaninstellingen van het faxapparaat wil aanpassen. Is ECM RX ingesteld op UIT (OFF)? Controle 2 Selecteer AAN (ON) voor ECM RX in Geav. communicatie (Adv. communication) bij Geavanc. faxinstell. (Adv.
  • Pagina 591 Er treden vaak fouten op bij het ontvangen van faxen Controleer de aansluiting en de kwaliteit van de verbinding. Controle 1 Als de verbinding slecht is, kan de fout mogelijk worden opgelost door de startsnelheid voor ontvangst lager in te stellen. Stel een lagere startsnelheid voor ontvangst in via RX-startsnelheid (RX start speed) in Geav.
  • Pagina 592 Kan geen duidelijke faxen verzenden Is het document juist geplaatst? Controle 1 Verwijder het document en plaats het opnieuw op de glasplaat of in de ADF. Originelen plaatsen Is de glasplaat en/of de binnenzijde van de documentklep en/of het glas van Controle 2 de ADF vuil? Reinig de glasplaat en/of de binnenzijde van de documentklep en/of het glas van de ADF en plaats het...
  • Pagina 593 Problemen met de telefoon Kan geen nummers kiezen Verbinding wordt verbroken tijdens telefoongesprek Kan geen nummers kiezen Is de telefoonkabel correct aangesloten? Controle 1 Controleer of de telefoonkabel juist is aangesloten. Basisverbinding Is het telefoonlijntype van het apparaat of het externe apparaat correct Controle 2 ingesteld? Controleer de instellingen voor het type telefoonlijn en wijzig deze zo nodig.
  • Pagina 594 Problemen met scannen Problemen met scannen Scanresultaten niet naar behoren...
  • Pagina 595 Problemen met scannen De scanner werkt niet Scannerstuurprogramma start niet Er verschijnt een foutbericht en het scherm van het scannerstuurprogramma wordt niet weergegeven Er kunnen niet meerdere items tegelijk worden gescand Scannen met Automatisch scannen werkt niet goed Lage scansnelheid Er wordt een bericht weergegeven dat er onvoldoende geheugen is De computer loopt vast tijdens het scannen De gescande afbeelding kan niet worden geopend...
  • Pagina 596 De scanner werkt niet Zorg dat uw scanner of printer is ingeschakeld. Controle 1 Sluit de USB-kabel aan op een andere USB-poort van de computer. Controle 2 Als de USB-kabel is aangesloten op een USB-hub, verwijdert u de kabel uit Controle 3 de USB-hub en sluit u deze aan op een USB-poort van de computer.
  • Pagina 597 Scannerstuurprogramma start niet Controleer of het scannerstuurprogramma is geïnstalleerd. Controle 1 Installeer het scannerstuurprogramma van de webpagina als het programma nog niet is geïnstalleerd. Selecteer uw scanner of printer in het menu van de toepassing. Controle 2 Opmerking • Deze bewerking kan per toepassing verschillen. Controleer of de toepassing het ICA-stuurprogramma (Image Capture Controle 3 Architecture) ondersteunt.
  • Pagina 598 Er verschijnt een foutbericht en het scherm van het scannerstuurprogramma wordt niet weergegeven Zorg dat uw scanner of printer is ingeschakeld. Controle 1 Zet de scanner of printer uit, sluit de USB-kabel opnieuw aan en sluit het Controle 2 netsnoer weer aan. Sluit de USB-kabel aan op een andere USB-poort van de computer.
  • Pagina 599 Er kunnen niet meerdere items tegelijk worden gescand Controleer of de items correct zijn geplaatst. Controle 1 Items plaatsen (wanneer u scant vanaf een computer) Controleer of u één item goed kunt scannen. Controle 2 Bepaalde toepassingen bieden geen ondersteuning voor het scannen van meerdere documenten. Scan in dat geval elk document afzonderlijk.
  • Pagina 600 Scannen met Automatisch scannen werkt niet goed Controleer of de items correct zijn geplaatst. Controle 1 Items plaatsen (wanneer u scant vanaf een computer) Mogelijk wordt scannen van meerdere items niet ondersteund. Controle 2 Bepaalde toepassingen bieden geen ondersteuning voor het scannen van meerdere documenten. Scan in dat geval elk document afzonderlijk.
  • Pagina 601 Lage scansnelheid Als u de afbeelding wilt weergeven op een monitor, stelt u de uitvoerresolutie Controle 1 in op ongeveer 150 dpi. Voor afdrukken stelt u de resolutie in op ongeveer 300 dpi. Resolutie Stel Correctie van vervaging (Fading Correction), Korreligheid corr. Controle 2 (Grain Correction) en dergelijke in op Geen (None).
  • Pagina 602 Er wordt een bericht weergegeven dat er onvoldoende geheugen is Sluit andere toepassingen en probeer het opnieuw. Controle 1 Verlaag de resolutie of het uitvoerformaat en voer de scan opnieuw uit. Controle 2 Resolutie...
  • Pagina 603 De computer loopt vast tijdens het scannen Start de computer opnieuw op, verlaag de uitvoerresolutie en scan het Controle 1 document nogmaals. Resolutie Verwijder overbodige bestanden om voldoende ruimte op de hard disk vrij te Controle 2 maken en scan het document nogmaals. Er kan een foutbericht worden weergegeven als er onvoldoende vaste schijfruimte is om de afbeelding te scannen en op te slaan doordat de afbeelding te groot is (bijvoorbeeld bij het scannen van een groot item bij een hoge resolutie).
  • Pagina 604 De gescande afbeelding kan niet worden geopend Als de gegevensindeling niet door de toepassing wordt ondersteund, scant u Controle de afbeelding opnieuw en selecteert u een veelgebruikte gegevensindeling zoals JPEG bij het opslaan. Raadpleeg de handleiding van de toepassing voor meer informatie. Als u vragen hebt, kunt u contact opnemen met de fabrikant van de toepassing.
  • Pagina 605 Scanresultaten niet naar behoren Scankwaliteit (afbeelding op het scherm) is slecht De gescande afbeelding wordt omringd door extra witruimte Kan niet scannen met de juiste afmetingen Bij scannen vanaf het bedieningspaneel kan de positie of de grootte van de afbeelding niet goed worden vastgesteld Item is juist geplaatst, maar de gescande afbeelding is scheef De gescande afbeelding wordt vergroot of verkleind weergegeven op het computerscherm...
  • Pagina 606 Scankwaliteit (afbeelding op het scherm) is slecht Verhoog de scanresolutie als de afbeelding rafelig is. Controle 1 Resolutie Stel het weergaveformaat in op 100%. Controle 2 In bepaalde toepassingen worden te kleine weergaveformaten niet duidelijk weergegeven. Als moiré (streeppatroon) ontstaat, neemt u de volgende maatregelen en Controle 3 probeert u het opnieuw.
  • Pagina 607 De gescande afbeelding wordt omringd door extra witruimte Het scangebied opgeven. Controle Geef het scangebied handmatig op wanneer er witte marges of ongewenste gebieden zijn langs de randen van gescande afbeeldingen in het venster Afbeelding samenvoegen (Image Stitch). Bijsnijdkaders aanpassen in het venster Afbeelding samenvoegen...
  • Pagina 608 Kan niet scannen met de juiste afmetingen Controleer of de items correct zijn geplaatst. Controle Items plaatsen (wanneer u scant vanaf een computer)
  • Pagina 609 Bij scannen vanaf het bedieningspaneel kan de positie of de grootte van de afbeelding niet goed worden vastgesteld Controleer of de items correct zijn geplaatst. Controle 1 Items plaatsen (wanneer u scant vanaf een computer) Controleer of de instellingen overeenkomen met het te scannen item. Controle 2 Als u niet correct kunt scannen door het type item automatisch te detecteren, geeft u het type en de grootte van het item op.
  • Pagina 610 Item is juist geplaatst, maar de gescande afbeelding is scheef Als Document of Tijdschrift (Magazine) is geselecteerd voor Bron Controle selecteren (Select Source), schakelt u het selectievakje Scheve tekstdocumenten corrigeren (Correct slanted text document) uit en scant u het item opnieuw. Dialoogvenster Instellingen (Document scannen) Dialoogvenster Instellingen (Aangepast scannen)
  • Pagina 611 De gescande afbeelding wordt vergroot of verkleind weergegeven op het computerscherm Wijzig de weergave-instelling in de toepassing. Controle 1 Raadpleeg de handleiding van de toepassing voor meer informatie. Als u vragen hebt, kunt u contact opnemen met de fabrikant van de toepassing. Klik op Stuurprog.
  • Pagina 612 Problemen met het apparaat Het apparaat kan niet worden ingeschakeld Kan geen goede verbinding maken met een computer met een USB-kabel Kan niet communiceren met het apparaat met een USB-verbinding Het LCD-scherm is helemaal niet zichtbaar Er wordt een onbedoelde taal weergegeven op het LCD-scherm...
  • Pagina 613 Het apparaat kan niet worden ingeschakeld Druk op de knop AAN (ON). Controle 1 Controleer of de stekker goed in de netsnoeraansluiting van het apparaat is Controle 2 bevestigd en zet vervolgens het apparaat weer aan. Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Wacht ten minste 3 Controle 3 minuten en steek daarna de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan.
  • Pagina 614 Kan geen goede verbinding maken met een computer met een USB-kabel Afdruk- of scansnelheid is laag/USB Hi-Speed-verbinding werkt niet Als uw systeemomgeving niet volledig compatibel is met Hi-Speed USB, werkt het apparaat langzamer, op de snelheid van USB 1.1. In dit geval werkt het apparaat goed, maar kan de afdruk- of scansnelheid afnemen door de lagere communicatiesnelheid.
  • Pagina 615 Kan niet communiceren met het apparaat met een USB-verbinding Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Controle 1 Zorg ervoor dat de USB-kabel correct is aangesloten. Controle 2 Het apparaat op de computer aansluiten met een USB-kabel voor een correcte aansluiting van de USB- kabel.
  • Pagina 616 Het LCD-scherm is helemaal niet zichtbaar • Als het AAN/UIT (POWER)-lampje niet brandt: Het apparaat is niet ingeschakeld. Sluit het netsnoer aan en druk op de knop AAN (ON). • Als het AAN/UIT (POWER)-lampje brandt: Mogelijk bevindt het LCD-scherm zich in de schermbeveiligingsmodus. Druk op het bedieningspaneel op een andere knop dan de knop AAN (ON).
  • Pagina 617 Er wordt een onbedoelde taal weergegeven op het LCD-scherm Selecteer de taal die u wilt weergeven met behulp van de volgende procedure. 1. Druk op de knop Instellingen (Setup) en wacht ongeveer vijf seconden. 2. Druk tweemaal op de knop en druk vervolgens op de knop OK.
  • Pagina 618 Problemen met installeren/downloaden Kan MP Drivers niet installeren IJ Network Tool verwijderen...
  • Pagina 619 Kan MP Drivers niet installeren Download MP Drivers opnieuw vanaf de installatie-cd-rom of download de benodigde toepassingen (zoals het printerstuurprogramma of scannerstuurprogramma) van onze website en installeer alle software opnieuw.
  • Pagina 620 U kunt dan echter geen netwerkinstellingen via het netwerk wijzigen. 1. Selecteer Toepassingen (Applications) in het menu Ga (Go) van Finder, dubbelklik op Canon Utilities > IJ Network Tool en sleep het pictogram Canon IJ Network Tool naar de Prullenbak (Trash).
  • Pagina 621 Informatie over weergegeven fouten/berichten Als er een fout optreedt Er wordt een bericht over faxen weergegeven op het LCD-scherm Een bericht verschijnt op het scherm...
  • Pagina 622 Als er een fout optreedt Als er een fout optreedt tijdens het afdrukken (het papier in het apparaat is bijvoorbeeld op of vastgelopen), wordt automatisch een probleemoplossingsbericht weergegeven. Neem de maatregelen die in het bericht worden beschreven. Als er een fout optreedt, wordt een ondersteuningscode (foutnummer) op het computerscherm of het LCD- scherm weergegeven.
  • Pagina 623 Er wordt een bericht over faxen weergegeven op het LCD-scherm Als er een bericht wordt weergegeven op het stand-byscherm voor faxen, voert u de bijbehorende actie uit die hieronder wordt beschreven. Bericht Actie Autom. Het apparaat wacht op het volgende moment om het nummer van de ontvanger opnieuw te kiezen nummerherh.
  • Pagina 624 slaan in het apparaatgeheugen. Nadat u de FINE-cartridge hebt vervangen en Afdrukken (Print) selecteert voor Ontvangen docum. (Received documents) in Autom. afdrukinstell. (Auto print settings), wordt automatisch de fax afgedrukt die in het apparaatgeheugen is opgeslagen. Autom. afdrukinstell. (Auto print settings) •...
  • Pagina 625 • Het faxapparaat van de ontvanger reageert niet (na alle pogingen voor automatische nummerherhaling). Neem contact op met de ontvanger en vraag of deze het faxapparaat wil controleren. Voeg voor een internationaal nummer pauzes toe aan het geregistreerde nummer. • Het apparaat maakt geen gebruik van een G3-apparaat. Op het apparaat kunnen geen documenten worden verzonden naar of ontvangen van een faxapparaat dat niet geschikt is voor de G3-standaard.
  • Pagina 626 Plaats nieuw papier en druk op de knop OK. • Er is een ander papierformaat geplaatst dan is opgegeven in Paginaformaat (Page size): Plaats papier van het formaat dat is opgegeven in Paginaformaat (Page size) en druk vervolgens op de knop OK. •...
  • Pagina 627 Een bericht verschijnt op het scherm In dit gedeelte worden enkele fouten en berichten beschreven. Opmerking • Voor sommige fouten of berichten wordt een ondersteuningscode (foutnummer) op de computer of het LCD-scherm weergegeven. Raadpleeg Lijst met ondersteuningscodes voor meer informatie over fouten met een ondersteuningscode.
  • Pagina 628 Het pictogram Inkjet Printer/Scanner/Fax Extended Survey Program verschijnt Als Inkjetprinter/Scanner/Fax - Uitgebreid onderzoeksprogramma is geïnstalleerd, worden gegevens over het gebruik van de printer en toepassingssoftware gedurende ongeveer tien jaar elke maand verzonden. Het pictogram Inkjet Printer/Scanner/Fax Extended Survey Program verschijnt in het Dock wanneer de gegevens over het printergebruik worden verzonden.
  • Pagina 629 2. Selecteer Programma's (Applications) in het menu Ga (Go) van de Finder en dubbelklik op de map Canon Utilities en daarna op de map Inkjet Extended Survey Program. 3. Plaats het bestand Canon Inkjet Printer/Scanner/Fax Extended Survey Program.app in de Prullenmand (Trash).
  • Pagina 630 Als u het probleem niet kunt oplossen met een van de suggesties in dit hoofdstuk, neemt u contact op met de verkoper van het apparaat of met het servicecentrum. Het ondersteuningspersoneel van Canon is opgeleid voor het verschaffen van technische ondersteuning aan klanten.
  • Pagina 631 Lijst met ondersteuningscodes Als zich een fout voordoet, wordt de ondersteuningscode weergegeven op het LCD- en computerscherm. "Ondersteuningscode" wil zeggen het foutnummer dat verschijnt bij een foutbericht. Als een fout optreedt, controleert u de ondersteuningscode die wordt weergegeven op het LCD-scherm of het computerscherm en voert u vervolgens de nodige stappen uit.
  • Pagina 632 • 9000 tot 9ZZZ 9500 • A000 tot ZZZZ B200 B201 Bij de ondersteuningscode voor vastgelopen papier kunt u ook Lijst met ondersteuningscodes (als het papier is vastgelopen) raadplegen.
  • Pagina 633 Lijst met ondersteuningscodes (als het papier is vastgelopen) Als het papier is vastgelopen, verwijdert u het aan de hand van de juiste procedure. Bekijk de film (Windows) Bekijk de film (Mac) • Als u het vastgelopen papier ziet in de papieruitvoersleuf: 1300 •...
  • Pagina 634 1300 Oorzaak Papier is vastgelopen in de papieruitvoersleuf. Actie Als u het vastgelopen papier ziet in de papieruitvoersleuf, verwijdert u het papier aan de hand van de volgende procedure. Bekijk de film (Windows) Bekijk de film (Mac) Belangrijk • Het apparaat kan niet worden uitgeschakeld terwijl een fax wordt verzonden of ontvangen, of als er ontvangen of niet-verzonden faxen in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen.
  • Pagina 635 • Als u het papier niet uit de papieruitvoersleuf kunt trekken, probeert u het uit de transporteenheid te trekken. 1303 • Als het papier scheurt en u het vastgelopen papier niet uit de papieruitvoersleuf kunt verwijderen, verwijdert u het papier vanuit de binnenkant van het apparaat. Papier is vastgelopen in het apparaat 2.
  • Pagina 636 1303 Oorzaak Papier is vastgelopen in de transporteenheid van het apparaat. Actie Als u het vastgelopen papier in de voorste lade ziet of als u het papier niet ziet in de papieruitvoersleuf of de voorste lade, verwijdert u het papier uit de transporteenheid. Verwijder het papier aan de hand van de volgende procedure.
  • Pagina 637 5. Trek het vastgelopen papier er langzaam uit. Wanneer u vastgelopen papier verwijdert, ondersteunt u het apparaat met uw hand, zodat dit niet valt. Opmerking • Als het papier is opgerold en moeilijk kan worden verwijderd, pakt u de randen van het papier beet en verwijdert u het vastgelopen papier.
  • Pagina 638 Opmerking • Nadat u de transporteenheid hebt gesloten, plaatst u het apparaat direct terug in de oorspronkelijke positie. 7. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. 8. Plaats het papier opnieuw. Alle afdruktaken in de wachtrij worden geannuleerd.
  • Pagina 639 2801 Oorzaak Het document is vastgelopen in de ADF. Actie Verwijder het document aan de hand van de volgende procedure. Belangrijk • Het apparaat kan niet worden uitgeschakeld terwijl een fax wordt verzonden of ontvangen, of als er ontvangen of niet-verzonden faxen in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen. Zorg dat het verzenden of ontvangen van alle faxen door het apparaat is voltooid voordat u het netsnoer loskoppelt.
  • Pagina 640 5. Sluit de klep van de documentinvoer en zet het apparaat aan. Wanneer u het document opnieuw scant nadat u de fout hebt verholpen, scant u dit vanaf de eerste pagina. Neem contact op met het ondersteuningscentrum als u het document niet kunt verwijderen, het document in het apparaat scheurt of het foutbericht niet verdwijnt nadat u het vastgelopen document hebt verwijderd.
  • Pagina 641 Papier is vastgelopen in het apparaat Als het vastgelopen papier scheurt en u het papier niet kunt verwijderen uit de papieruitvoersleuf of de transporteenheid, of als het vastgelopen papier in het apparaat blijft zitten, verwijdert u het papier aan de hand van de volgende procedure.
  • Pagina 642 Als de transparante film door het papier of uw handen wordt aangeraakt, waardoor deze film vlekken of krassen oploopt, kan het apparaat beschadigd raken. 3. Controleer of het vastgelopen papier zich niet onder de FINE-cartridgehouder bevindt. Als het vastgelopen papier zich onder de FINE-cartridgehouder bevindt, schuift u de FINE- cartridgehouder naar de rechter- of linkerrand, zodat u het papier gemakkelijker kunt verwijderen.
  • Pagina 643 6. Controleer of al het vastgelopen papier is verwijderd. Als het papier is gescheurd, kan er gemakkelijk een stukje papier in het apparaat achterblijven. Controleer het volgende en haal eventueel achtergebleven papier uit de printer. • Is er een stukje papier achtergebleven onder de FINE-cartridgehouder? •...
  • Pagina 644 In andere gevallen Voer de volgende controles uit: Bevinden zich vreemde voorwerpen bij de papieruitvoersleuf? Controle 1 Is het papier gekruld? Controle 2 Herstel het gekrulde papier en plaats het papier opnieuw.
  • Pagina 645 1003 Oorzaak Het papier in het apparaat is op of het papier wordt niet ingevoerd. Actie Plaats het papier opnieuw en druk op de knop OK op het apparaat. Wanneer u het papier plaatst, plaatst u de papierstapel zodanig dat de achterste rand het uiteinde van de voorste lade raakt.
  • Pagina 646 1200 Oorzaak De papieruitvoerklep is geopend. Actie Sluit de papieruitvoerklep en wacht een ogenblik. Sluit de klep niet terwijl u een FINE-cartridge vervangt.
  • Pagina 647 1202 Oorzaak De papieruitvoerklep is geopend. Actie Sluit de papieruitvoerklep.
  • Pagina 648 1250 Oorzaak De papieruitvoerlade is gesloten. Actie Open de papieruitvoerlade om het afdrukken te hervatten.
  • Pagina 649 1401 Oorzaak De FINE-cartridge is niet geïnstalleerd. Actie Plaats hier de FINE-cartridge. Als de fout zich blijft voordoen, is de FINE-cartridge mogelijk beschadigd. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 650 1403 Oorzaak De FINE-cartridge wordt niet herkend. Actie Vervang de FINE-cartridge. Als de fout zich blijft voordoen, is de FINE-cartridge mogelijk beschadigd. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 651 1485 Oorzaak De juiste inktcartridge is niet geïnstalleerd. Actie Het afdrukken kan niet worden uitgevoerd omdat de inktcartridge niet compatibel is met dit apparaat. Installeer de juiste inktcartridge. Als u het afdrukken wilt annuleren, drukt u op de knop Stoppen (Stop) op het apparaat.
  • Pagina 652 1486 Oorzaak De FINE-cartridge is niet in de juiste positie geplaatst. Actie Controleer of elke FINE-cartridge in de juiste positie is geplaatst.
  • Pagina 653 1487 Oorzaak De FINE-cartridge is niet in de juiste positie geplaatst. Actie Controleer of elke FINE-cartridge in de juiste positie is geplaatst.
  • Pagina 654 1682 Oorzaak De FINE-cartridge wordt niet herkend. Actie Vervang de FINE-cartridge. Als de fout zich blijft voordoen, is de FINE-cartridge mogelijk beschadigd. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 655 1684 Oorzaak De inktpatroon wordt niet herkend. Actie Het afdrukken kan niet worden uitgevoerd omdat de inktcartridge mogelijk niet correct is geplaatst of niet geschikt is voor dit apparaat. Installeer de juiste inktcartridge. Als u het afdrukken wilt annuleren, drukt u op de knop Stoppen (Stop) op het apparaat.
  • Pagina 656 Als u wilt doorgaan met afdrukken zonder deze functie, drukt u minstens 5 seconden op de knop Stoppen (Stop) op het apparaat. Voor de beste kwaliteit beveelt Canon het gebruik van nieuwe, originele Canon-cartridges aan. Canon is niet aansprakelijk voor een slechte werking of problemen veroorzaakt door het voortzetten van het afdrukken met een lege inkttank. Opmerking •...
  • Pagina 657 1687 Oorzaak De FINE-cartridge is niet correct geplaatst. Actie Open de papieruitvoerklep. Als het klepje over de kop wordt geopend, drukt u de inktcartridgevergrendeling omhoog om te controleren of de FINE-cartridges correct zijn geïnstalleerd. Sluit daarna de papieruitvoerklep. Als de fout zich blijft voordoen, verwijdert u de FINE-cartridges en plaatst u ze opnieuw.
  • Pagina 658 1688 Oorzaak De inkt is op. Actie Vervang de inktpatroon en sluit de papieruitvoerklep. Als er wordt afgedrukt en u wilt doorgaan met afdrukken, drukt u minstens 5 seconden op de knop Stoppen (Stop) op het apparaat terwijl de inktpatroon is geïnstalleerd. Het afdrukken kan worden voortgezet terwijl de inkt op is.
  • Pagina 659 1702 Oorzaak Absorptiekussen inkt bijna vol. Actie Druk op de knop OK op het apparaat om het afdrukken te vervolgen. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 660 1703 Oorzaak Absorptiekussen inkt bijna vol. Actie Druk op de knop OK op het apparaat om het afdrukken te vervolgen. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 661 1704 Oorzaak Absorptiekussen inkt bijna vol. Actie Druk op de knop OK op het apparaat om het afdrukken te vervolgen. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 662 1705 Oorzaak Absorptiekussen inkt bijna vol. Actie Druk op de knop OK op het apparaat om het afdrukken te vervolgen. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 663 1712 Oorzaak Absorptiekussen inkt bijna vol. Actie Druk op de knop OK op het apparaat om het afdrukken te vervolgen. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 664 1713 Oorzaak Absorptiekussen inkt bijna vol. Actie Druk op de knop OK op het apparaat om het afdrukken te vervolgen. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 665 1714 Oorzaak Absorptiekussen inkt bijna vol. Actie Druk op de knop OK op het apparaat om het afdrukken te vervolgen. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 666 1715 Oorzaak Absorptiekussen inkt bijna vol. Actie Druk op de knop OK op het apparaat om het afdrukken te vervolgen. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 667 1890 Oorzaak Het beschermende materiaal voor de FINE-cartridgehouder of de tape is mogelijk nog bevestigd aan de houder. Actie Open de papieruitvoerklep en controleer of het beschermende materiaal of de tape niet meer bevestigd is aan de FINE-cartridgehouder. Als er nog beschermend materiaal of tape is bevestigd, verwijdert u het en sluit u daarna de papieruitvoerklep.
  • Pagina 668 2100 Oorzaak Er is papier geplaatst dat groter is dan het papierformaat in de afdrukinstellingen. Actie Controleer het formaat van het geplaatste papier en druk op de knop OK op het apparaat. Het scherm voor de selectie van de verwerkingsmethode wordt weergegeven op het LCD-scherm. Plaats het papier zo nodig opnieuw, gebruik de knop om een verwerkingsmethode te selecteren en druk op de knop OK.
  • Pagina 669 2101 Oorzaak Er is papier geplaatst dat kleiner is dan het papierformaat in de afdrukinstellingen. Actie Controleer het formaat van het geplaatste papier en druk op de knop OK op het apparaat. Het scherm voor de selectie van de verwerkingsmethode wordt weergegeven op het LCD-scherm. Plaats het papier zo nodig opnieuw, gebruik de knop om een verwerkingsmethode te selecteren en druk op de knop OK.
  • Pagina 670 2102 Oorzaak Het apparaat heeft gedetecteerd dat het papier is ingevoerd en aan een kant is uitgelijnd. Actie Plaats het papier in het midden van de voorste lade en schuif de papiergeleiders tegen de zijkanten van het papier. Druk op de knop OK op het apparaat om de fout te wissen.
  • Pagina 671 2103 Oorzaak Het apparaat kan het papierformaat niet detecteren. Actie Druk op de knop Stoppen (Stop) op het apparaat om de fout te wissen en probeer nogmaals af te drukken. Als de fout zich blijft voordoen, zelfs nadat u opnieuw hebt afgedrukt, stelt u het apparaat met het bedieningspaneel, het printerstuurprogramma of externe gebruikersinterface zodanig in dat de papierbreedte niet wordt gedetecteerd.
  • Pagina 672 2700 Oorzaak Mogelijke oorzaken zijn: • Er zijn enkele fouten opgetreden tijdens het kopiëren en er is een bepaalde tijd verstreken. • Er is een document achtergebleven in de ADF. • Er zijn fouten opgetreden tijdens het scannen en het document is achtergebleven in de ADF. Actie Neem de juiste actie zoals hieronder wordt beschreven.
  • Pagina 673 2802 Oorzaak De ADF bevat geen document. Actie Druk op de knop OK om het probleem te verhelpen en voer de bewerking opnieuw uit nadat u het document hebt geladen.
  • Pagina 674 2803 Oorzaak Het document is te lang of is vastgelopen in de ADF. Actie Druk op de knop OK om de fout te wissen. Zorg daarna dat het document dat u plaatst, voldoet aan de vereisten van het apparaat voordat u de bewerking opnieuw uitvoert. Als het document is vastgelopen, verwijdert u het document aan de hand van de volgende procedure.
  • Pagina 675 Neem contact op met het ondersteuningscentrum als u het document niet kunt verwijderen, het document in het apparaat scheurt of het foutbericht niet verdwijnt nadat u het vastgelopen document hebt verwijderd. Opmerking • Het document wordt mogelijk niet correct ingevoerd, afhankelijk van het mediumtype of de omgeving, zoals bij een te hoge of te lage temperatuur of luchtvochtigheid.
  • Pagina 676 2900 Oorzaak Het uitlijningsblad voor de printkop kan niet worden gescand. Actie Druk op de knop OK om de fout op te heffen en voer de volgende stappen uit. • Controleer of het uitlijningsblad voor de printkop correct en in de juiste richting op de glasplaat is geplaatst.
  • Pagina 677 2901 Oorzaak Het afdrukken van het uitlijningsraster voor de printkop is voltooid en het apparaat is gereed om het blad te scannen. Actie Ga verder met het scannen van het afgedrukte uitlijningsraster. 1. Plaats het uitlijningsblad voor de printkop op de glasplaat. Plaats het uitlijningsblad voor de printkop met de bedrukte zijde omlaag en lijn de markering in de linkerbovenhoek van het blad uit met de positiemarkering...
  • Pagina 678 De opgegeven gegevens kunnen niet worden afgedrukt. Actie Wanneer u de inhoud in CREATIVE PARK PREMIUM afdrukt, bevestigt u het bericht op het computerscherm, controleert u of alle originele FINE-cartridges van Canon correct zijn geïnstalleerd en start u het afdrukken opnieuw.
  • Pagina 679 4103 Oorzaak Kan niet automatisch dubbelzijdig afdrukken met de huidige afdrukinstellingen. Actie Druk op de knop Stoppen (Stop) op het apparaat om het afdrukken te annuleren. Wijzig vervolgens de afdrukinstellingen en druk nogmaals af.
  • Pagina 680 5011 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
  • Pagina 681 5012 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
  • Pagina 682 5040 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
  • Pagina 683 5100 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Annuleer het afdrukken en zet het apparaat uit. Verwijder het vastgelopen papier of het beschermende materiaal waardoor de beweging van de FINE-cartridgehouder wordt belemmerd en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
  • Pagina 684 5200 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
  • Pagina 685 5400 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
  • Pagina 686 5B02 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 687 5B03 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 688 5B04 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 689 5B05 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 690 5B12 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 691 5B13 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 692 5B14 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 693 5B15 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 694 6000 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
  • Pagina 695 6500 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
  • Pagina 696 6800 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
  • Pagina 697 6801 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
  • Pagina 698 6900 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
  • Pagina 699 6901 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
  • Pagina 700 6902 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
  • Pagina 701 6910 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
  • Pagina 702 6911 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
  • Pagina 703 6930 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
  • Pagina 704 6931 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
  • Pagina 705 6932 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
  • Pagina 706 6933 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
  • Pagina 707 6936 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
  • Pagina 708 6937 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
  • Pagina 709 6938 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
  • Pagina 710 6939 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
  • Pagina 711 693A Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
  • Pagina 712 6940 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
  • Pagina 713 6941 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
  • Pagina 714 6942 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
  • Pagina 715 6943 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
  • Pagina 716 6944 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
  • Pagina 717 6945 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
  • Pagina 718 6946 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
  • Pagina 719 9500 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
  • Pagina 720 B200 Oorzaak Er is een fout opgetreden waarvoor u contact moet opnemen met het ondersteuningscentrum. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Neem contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk • Als u het netsnoer loskoppelt, worden alle faxen verwijderd die in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen.
  • Pagina 721 B201 Oorzaak Er is een fout opgetreden waarvoor u contact moet opnemen met het ondersteuningscentrum. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Neem contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk • Als u het netsnoer loskoppelt, worden alle faxen verwijderd die in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen.