Apparaatinstellingen
Inhoud
>
Overige functies
> Apparaatinstellingen
Apparaatinstellingen
In dit gedeelte worden de items beschreven die u kunt instellen of wijzigen bij Apparaatinstellingen
(Device settings) in het Instellingenmenu (Setup menu).
Raadpleeg voor meer informatie over het instellen of wijzigen van opties de online handleiding:
Uitgebreide Handleiding
.
Invoerinstelling normaal papier (Plain paper feed settings)
Hiermee selecteert u de papierbron (achterste lade of cassette) waarin u gewoon papier plaatst.
Het apparaat voert gewoon papier standaard in vanuit de cassette. Gebruik deze instelling om de
papierbron voor gewoon papier te wijzigen in de achterste lade.
FAX-instellingen (FAX settings)
Gebruikersinstellingen FAX (FAX user settings)
Hiermee kunt de basisinstellingen voor faxen configureren, zoals automatisch afdrukken,
instellingen voor gebruikersgegevens, volumeregeling, type telefoonlijn, enzovoort.
Verzendingsinstellingen (Transmission settings)
Hiermee kunt u de basisinstellingen voor het verzenden van faxen configureren, zoals ECM-
verzending, instellingen voor wachttijd, automatische nummerherhaling, het opnieuw invoeren van
faxnummers, enzovoort.
Ontvangstinstellingen (Reception settings)
Hiermee kunt u de basisinstellingen voor het ontvangen van faxen configureren, zoals ECM-
ontvangst, modus Faxprioriteit, weigering van binnenkomende faxen, enzovoort.
Afdrukinstell. (Print settings)
Papierschuring voorkomen (Prevent paper abrasion)
Gebruik deze instelling alleen als er vlekken op het afdrukoppervlak ontstaan.
Uitbreiding kopiehoeveelheid (Extended copy amount)
Met deze instelling selecteert u het gedeelte van de afbeelding dat buiten het papier valt als u Kopie
zonder marges (Borderless copy) selecteert in Menu Kopie (Copy menu).
Inst. automatische fotocorrectie (Auto photo fix setting)
Hiermee selecteert u of voorrang wordt gegeven aan de Exif-gegevens op een foto wanneer
Automat. fotocorr. (Auto photo fix) is geselecteerd.
LAN-instellingen (LAN settings)
Draadloos/bedraad wijzig (Change wireless/wired)
Hiermee wordt geschakeld tussen bekabelde LAN en draadloze LAN. U kunt de LAN-verbinding
ook uitschakelen.
Instellingen draadloos LAN (Wireless LAN setup)
Problemen oplossen
Uitgebreide Handleiding
Pagina 104 van 1183 pagina's