6.5 Buitenopstelling
Als u de motor buiten opstelt, rust u de motor uit met
een geschikte beschermkap en opent u de aftapope-
ningen ter voorkoming van condensatie op de elek-
tronische componenten. Zie afbeeldingen
Denk aan de richtlijn in paragraaf
6.4 Motorkoeling verzorgen
brengen van een beschermkap op de
motor.
De beschermkap moet voldoende groot zijn om de
motor niet direct bloot te stellen aan direct zonlicht,
regen of sneeuw. Grundfos levert geen bescherm-
kappen. We adviseren daarom dat u een bescherm-
kap laat maken voor de specifieke toepassing. In
gebieden met hoge luchtvochtigheid adviseren we u
om de motor permanent op de netvoeding aan te
sluiten en de ingebouwde stilstandverwarmingsfunc-
tie in te schakelen. Zie paragraaf
10.19
""Stilstandverwarming"".
Afb. 4
Voorbeelden van beschermkappen
(niet geleverd door Grundfos)
6.6 Aftapopeningen
Wanneer u de motor opstelt in een vochtige omge-
ving of in een gebied met hoge luchtvochtigheid,
dient de onderste aftapopening open te zijn. De
beschermingsklasse van de motor zal dan lager zijn.
Dit helpt om condensatie in de motor te voorkomen
omdat hierdoor de motor zichzelf ventileert en water
en vochtige lucht kunnen ontsnappen.
De motor heeft een aftapopening met plug aan de
aandrijfzijde. U kunt de flens 90 ° naar beide zijden
of 180 ° draaien.
B3
B14
Afb. 5
Aftapopeningen
8
7. Elektrische installatie
4
en 5.
bij het aan-
Als de voedingskabel beschadigd is, dient deze door
de fabrikant, haar servicepartner of door gelijkwaar-
dig gekwalificeerde persoon vervangen te worden.
De gebruiker of de installateur is verantwoordelijk
voor het installeren van een correcte aarding en
bescherming in overeenstemming met de lokale
richtlijnen. Alle handelingen moeten worden uitge-
voerd door een bevoegd elektricien.
7.1 Bescherming tegen elektrische schok,
indirect contact
Aarddraden dienen altijd een geel en groene (PE) of
geel, groen en blauwe (PEN) kleur te hebben.
B5
7.1.1 Overspanningsbeveiliging
De motor is beveiligd tegen netspanningspieken in
overeenstemming met EN 61800-3.
7.1.2 Motorbeveiliging
De motor heeft geen externe motorbeveiliging nodig.
De motor beschikt over thermische beveiliging tegen
trage overbelasting en blokkering.
7.1.3 Externe schakelaar
Wij adviseren u de motor aan te sluiten op een
externe schakelaar.
Sluit de schakelaar aan via de klemmen 2 (DI1) en 6
(aarde). Zie afb.
afb.
12
Schakel de functie ""Externe stop"" in. Zie paragraaf
10.7 "Digitale
GEVAAR
Elektrische schok
- Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Schakel de voedingsspanning naar de
motor en de signaalrelais uit. Wacht ten
minste 5 minuten voordat u enige ver-
bindingen tot stand brengt in de klem-
menkast. U dient er zeker van te zijn dat
de voedingsspanning niet per ongeluk
kan worden ingeschakeld.
GEVAAR
Elektrische schok
- Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Controleer of de voedingsspanning en
frequentie overeenkomen met de waar-
den die op het typeplaatje vermeld
staan.
WAARSCHUWING
Elektrische schok
- Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Verbind de motor met een aardleiding
en bescherm deze tegen indirect con-
tact in overeenstemming met de lokale
regelgeving.
10
(FM 100), afb.
(FM 300).
ingangen".
11
(FM 200) of