Inhoudsopgave
Advertenties
Geavanceerd bedieningspaneel en bekabelde
motorverbinding
1. Verbind de twee motoren met elkaar via een
3-aderige afgeschermde kabel tussen de GENI-
bus klemmen A, Y, B.
2. Stel de benodigde analoge en digitale ingangen
in op basis van de verbonden apparatuur en de
vereiste functionaliteit. Zie paragraaf
10.39 ""Ondersteund pomp instellen"" (Geassi-
steerde instelling van
3. Wijs motornummer 1 toe aan de eerste motor. Zie
paragraaf
10.22 "Nummer"
4. Wijs motornummer 2 toe aan de andere motor.
Zie paragraaf
10.22 "Nummer" (""Pompnum-
mer"").
5. Selecteer het menu ""Assist"" op een van de
motoren en kies ""Multipomp instelling"".
6. Druk op [>] om door te gaan.
7. Selecteer ""Bedrade GENIbus"" als de communi-
catiemethode die moet worden gebruikt tussen
de twee motoren.
8. Druk tweemaal op [>] om door te gaan.
9. Selecteer de gewenste multimotorfunctie. Zie
paragrafen
10.42.1 "Wisselend bedrijf"
10.42.2
"Reservebedrijf".
10. Druk op [>] om door te gaan.
11. Druk op [OK] om te zoeken naar andere motoren.
12. Selecteer de andere motor uit de lijst.
13. Druk op [>] om door te gaan.
14. Stel de tijd voor motorwisseling in. Dit is het tijd-
stip waarop moet worden overgeschakeld tussen
de twee motoren.
Deze stap is alleen van toepassing als u
"Wisselend bedrijf, tijd" hebt geselecteerd
en als de motoren zijn uitgerust met een
FM 300.
15. Druk op [>] om door te gaan.
16. Druk op [OK] om de instelling te bevestigen. De
pictogrammen voor de multimotorfunctie worden
onder aan de bedieningspanelen weergegeven.
Een multimotorsysteem uitschakelen via
Grundfos GO
1. Ga naar het menu "Assist".
2. Selecteer ""Multipomp instelling"" (multimotor
instellen).
3. Selecteer "Disable".
4. Druk op [>] om door te gaan.
5. Bevestig de instelling door op [Send] te drukken.
6. Druk op [Finish].
Een multimotorsysteem uitschakelen via het
geavanceerde bedieningspaneel
1. Selecteer het menu ""Assist"".
2. Selecteer ""Multipomp instelling"".
3. Druk op [>] om door te gaan.
4. Druk op [OK] om ""Geen multipompfunctie"" te
bevestigen.
5. Druk op [>] om door te gaan.
6. Druk op [OK] om te bevestigen.
motor).
(""Pompnummer"").
en
10.43 ""Beschrijving regelmethode""
Dit menu is alleen beschikbaar op het geavanceerde
bedieningspaneel.
In dit menu wordt elk van de mogelijke regelmodi
beschreven. Zie ook paragraaf
10.4
"Besturingsmodus".
10.44 ""Ondersteund foutadvies""
Dit menu biedt advies en correctieve acties in het
geval van motorstoringen.
11. Bussignaal
De motor maakt seriële communicatie via een
RS-485 ingang mogelijk. De communicatie geschiedt
volgens het Grundfos GENIbus protocol en biedt de
mogelijkheid tot het aansluiten op een gebouwbe-
heersysteem of een ander soort extern besturingssy-
steem.
Via een bussignaal kunt u gebruiksparameters voor
de motor, zoals gewenste waarde en bedrijfsmodus,
op afstand instellen. Tegelijkertijd kan de motor via
de bus statusinformatie leveren over belangrijke
parameters, zoals de actuele waarde van de regel-
parameter, opgenomen vermogen en storingsmel-
dingen.
Neem contact op met Grundfos voor meer informa-
tie.
Als u een bussignaal gebruikt, is het aantal
beschikbare instellingen via R100 of
Grundfos GO kleiner.
49
Advertenties
Inhoudsopgave
