Inhoudsopgave
Advertenties
10.16 "Ramps"
De verhogingen/verlagingen bepalen hoe snel de
motor kan versnellen resp. vertragen, tijdens in/uit-
schakelen of bij wijziging van het setpoint.
U kunt het volgende instellen:
•
versnellingstijd, 0,1 tot 300 s
•
vertragingstijd, 0,1 tot 300 s.
De tijden gelden voor de versnelling van 0 rpm tot
het maximale (vaste) toerental en voor de vertraging
van het maximale (vaste) toerental naar 0 rpm.
Bij korte vertragingstijden kan de vertraging van de
motor afhangen van de belasting en traagheid omdat
er geen mogelijkheid is om de motor actief te rem-
men.
Als de voedingsspanning wordt uitgeschakeld hangt
de vertraging van de motor alleen af van de belas-
ting en de traagheid.
Toerental
Vast maxi-
mum
Door
gebruiker
ingesteld
maximum
Door
gebruiker
ingesteld
minimum
0
Vaste initiële ramp
up / ramp down
Door gebruiker inge-
stelde ramp up
Afb. 45 Ramp up en ramp down
10.17 "Draairichting"
Kies de gewenste draairichting van de motor, gezien
vanaf de aandrijfzijde:
•
rechtsom
•
linksom.
De weergegeven draairichting is van toepassing
wanneer de digitale ingang voor omkeren van de
draairichting niet actief is. Zie paragrafen
10.7 "Digitale ingangen"
gen/uitgangen"".
10.18 "Skip band"
Kies een skip band binnen het bereik tussen een
door de gebruiker ingesteld min. toerental en een
door de gebruiker ingesteld max. toerental als con-
tinu bedrijf niet vereist is. De bovenste en onderste
toerentallen staan vermeld in % van het nominale
toerental.
Het doel van de skip band is om bepaalde toerental-
len te vermijden die geluid of trillingen kunnen ver-
oorzaken. Als geen skip band nodig is, kies dan "-".
42
Kloktijd
Vaste uiteindelijke
ramp up / ramp down
Door gebruiker inge-
stelde ramp down
en
10.8 ""Digitale ingan-
10.19 ""Stilstandverwarming""
U kunt de functie gebruiken om condensvorming in
vochtige omgevingen te voorkomen. Wanneer u de
functie instelt op ""Actief"" en de motor zich in de
bedrijfsmodus ""Stop"" bevindt, wordt er een wissel-
spanning van laag voltage over de motorwikkelingen
gezet. Het toegepaste voltage is niet hoog genoeg
om de motor te laten draaien maar waarborgt dat
voldoende warmte wordt gegenereerd om condens-
vorming in de motor en in de elektronische onderde-
len van de aandrijving te voorkomen.
Vergeet niet de aftappluggen te verwijde-
ren en de motor af te dekken.
10.20 ""Motorlagerbewaking""
U kunt de functie voor controle van de motorlagers
instellen op de volgende waarden:
•
""Actief""
•
""Niet actief"".
Wanneer de functie op ""Actief"" staat ingesteld,
begint een teller in de regelaar de gebruiksduur van
de lagers te tellen.
De teller zal ook doorgaan met tellen zelfs
als u de functie op ""Niet actief"" zet, maar
er wordt dan geen waarschuwing gegeven
als het tijd is voor vervanging.
Wanneer u de functie weer op ""Actief""
instelt, zal de geaccumuleerde gebruiks-
duur weer worden gebruikt om de tijd tot
aan vervanging te berekenen.
Advertenties
Inhoudsopgave
