Inhoudsopgave
Advertenties
Geavanceerd bedieningspaneel
1. Open het menu ""Assist"".
2. Selecteer ""Ondersteund pomp instellen"".
3. Selecteer de regelmodus ""Const. andr. wrd"".
4. Selecteer de analoge ingang die u wilt gebruiken
als sensoringang.
5. Selecteer de gemeten parameter die moet wor-
den geregeld. Zie afb. 28.
6. Selecteer de meeteenheid op basis van de sen-
sorspecificaties.
7. Stel de minimale en maximale sensorbereikwaar-
den in op basis van de sensorspecificaties.
8. Selecteer het elektrische invoersignaal op basis
van de sensorspecificaties.
9. Stel het gewenste setpoint in.
10. Stel de versterkingsfactor en integratietijd van de
regelaar in. Zie paragraaf
(""Regelaarinstellingen"").
11. Controleer het overzicht van instellingen en
bevestig deze door op [OK] te drukken.
10.40 ""Setup, analoge ingang""
Dit menu is alleen beschikbaar op het geavanceerde
bedieningspaneel.
Dit menu leidt u door de volgende activiteiten:
""Setup, analoge ingang""
•
"Analoge ingangen" 1 t/m 3. Zie pagina 32.
•
"Pt100/1000 ingang" 1 en 2. Zie pagina 33.
•
"Aanpassing van het setpoint". Zie pagina 32.
•
"Samenvatting".
46
10.11 "Regelaar"
10.41 ""Datum en tijd instellen""
Dit menu is alleen beschikbaar op het geavanceerde
bedieningspaneel.
Of dit menu beschikbaar is of niet is afhankelijk van
de functionele module die in de pomp is aange-
bracht:
FM 200*
Functie (klem)
(standaard)
"Instellen van
-
datum en tijd"
*
Zie paragraaf
15. Identificatie van functionele
module.
Dit menu leidt u door de volgende activiteiten:
•
""Selecteer datumformaat"". Zie paragraaf
10.25 "Datum en tijd" (""Stel datum en tijd
•
""Stel datum in"". Zie paragraaf
tijd" (""Stel datum en tijd
•
""Selecteer tijdformaat"". Zie paragraaf
10.25 "Datum en tijd" (""Stel datum en tijd
•
""Stel tijd in"". Zie paragraaf
(""Stel datum en tijd
in"").
10.42 ""Multipomp instelling""
(Multimotor)
De multimotorfunctie maakt besturing mogelijk van
twee motoren die parallel gekoppeld zijn zonder het
gebruik van externe regelaars. De motoren in een
multimotorsysteem communiceren met elkaar via de
draadloze GENIair verbinding of de bekabelde GENI
verbinding.
U kunt een multimotorsysteem instellen via de
hoofdmotor, oftewel de als eerste geselecteerde
motor.
Als twee motoren in het systeem zijn geconfigureerd
met een sensor voor uitlaatdruk, kunnen beide moto-
ren als hoofdmotor functioneren en de functie van
hoofdmotor overnemen als de andere motor een sto-
ring heeft. Dit zorgt voor extra redundantie in het
multimotorsysteem.
De multimotorfuncties worden beschreven in de vol-
gende paragrafen.
FM 300*
(geavanceerd)
●
in"").
10.25 "Datum en
in"").
in"").
10.25 "Datum en tijd"
Advertenties
Inhoudsopgave
