Bescherming tegen overbelasting
Als de bovenste belastingslimiet is overschreden,
compenseert de motor hier automatisch voor door
het toerental te verlagen. Bovendien wordt de motor
uitgeschakeld als de overbelasting voortduurt.
De motor blijft gedurende een vooraf ingestelde peri-
ode uitgeschakeld. Hierna zal de motor automatisch
proberen om in te schakelen. De beveiliging tegen
overbelasting voorkomt schade aan de motor.
Daarom is er geen extra motorbeveiliging nodig.
Beveiliging tegen te hoge temperatuur
De elektronische unit heeft een ingebouwde tempe-
ratuursensor als extra beveiliging. Wanneer de tem-
peratuur boven een bepaalde waarde stijgt, zal de
motor hier automatisch voor compenseren door het
toerental te verlagen. Bovendien wordt de motor uit-
geschakeld als de temperatuur blijft stijgen. De
motor blijft gedurende een vooraf ingestelde periode
uitgeschakeld. Hierna zal de motor automatisch pro-
beren om in te schakelen.
Beveiliging tegen fase-onbalans
Sluit driefasen motoren aan op een voedingsspan-
ning met een kwaliteit conform IEC 60146-1-1,
klasse C, om correct motorbedrijf bij fase-onbalans
te garanderen. Dit garandeert ook een lange levens-
duur van de componenten.
7.5 Functionele modules
Er zijn diverse functionele modules beschikbaar:
•
basismodel functionele module, FM 100
•
standaard functionele module, FM 200
•
geavanceerde functionele module, FM 300.
De keuze van de module hangt af van de toepassing
en het vereiste aantal ingangen en uitgangen.
7.6 Aansluitklemmen op functionele
modules
De beschrijvingen van de klemmen in deze para-
graaf gelden voor zowel één- als driefasen motoren.
Voor maximale aandraaimomenten, zie paragraaf
Draaimomenten, pagina 60.
7.6.1 Basismodel functionele module, FM 100
De module heeft alleen de meest noodzakelijke
ingangen voor gesloten en open regelkringen. De
module maakt ook communicatie mogelijk via een
GENIbus verbinding.
De module heeft de volgende aansluitingen:
•
analoge ingang (spanning)
•
twee digitale ingangen of één digitale ingang en
één open-collector uitgang
•
GENIbus verbinding.
Zie afb. 10.
Digitale ingang 1 is fabrieksmatig ingesteld
als start/stop-ingang waarbij een open
kringloop uitschakeling (stop) tot gevolg
heeft. Fabrieksmatig is een doorverbinding
aangebracht tussen klemmen 2 en 6. Ver-
wijder de doorverbinding als digitale
ingang 1 moet worden gebruikt als externe
start/stop of een andere externe functie.
GEVAAR
Elektrische schok
- Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Zorg ervoor dat de aders van de onder-
staande groepen aansluitingen over hun
gehele lengte door middel van dubbele
isolatie van elkaar worden gescheiden.
•
Ingangen en uitgangen
De ingangen en uitgangen zijn intern gescheiden
van de delen die de netspanning geleiden d.m.v.
dubbele isolatie, en elektrisch gescheiden van ove-
rige circuits. Alle regelklemmen worden gevoed door
een veilige lage spannning (PELV), waardoor er
bescherming tegen elektrische schokken is.
•
Netvoeding (klemmen N, PE, L of L1, L2, L3,
PE).
11