7.3.2 Driefasen voedingsspanning
•
3 x 380-500 V - 10 %/+ 10 %, 50/60 Hz, PE.
Controleer of de voedingsspanning en frequentie
overeenkomen met de waarden die op het type-
plaatje vermeld staan.
De aansluitdraden in de klemmenkast van de motor
moeten zo kort mogelijk zijn. Uitzondering hierop is
de afzonderlijke beschermende aarddraad, die zo
lang dient te zijn dat deze als laatste de verbinding
verbreekt als de kabel onopzettelijk uit de kabeldoor-
voer wordt getrokken.
Om losse verbindingen te vermijden dient u ervoor te
zorgen dat het klemmenblok voor L1, L2 en L3 in
diens connector wordt gedrukt wanneer de voedings-
kabel is aangesloten.
Voor maximale reservezekering, zie paragraaf
23.1
Voedingsspanning.
Als u de motor via een IT-netwerk van voe-
ding wilt voorzien, moet u ervoor zorgen
dat u over een geschikte motoruitvoering
beschikt. Neem bij twijfel contact op met
Grundfos.
Corner earthing is niet toegestaan voor
voedingsspanningen van meer dan 3 x
480 V, 50/60 Hz.
MGE 71, 80, 90, 100, 112, 132, 160
RCD,
type B
L1
L2
L3
PE
Afb. 8
Voorbeeld van een driefasen motor op
netvoeding met netschakelaar, reserve-
zekeringen en aanvullende beveiliging
MGE 71, 80, 90, 100, 112, 132, 160
Afb. 9
Netaansluiting, driefasen motoren
10
7.4 Aanvullende bescherming
GEVAAR
Elektrische schok
- Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Gebruik alleen aardlekschakelaars
(ELCB, GFCI, RCD) van het type B.
De aardlekschakelaar moet gemarkeerd zijn met het
volgende symbool:
Er moet rekening gehouden worden met de totale
lekstroom van alle elektrische apparatuur in de
installatie. De lekstroom van de motor kunt u vinden
in paragraaf
23.2 Lekstroom
Dit product kan een directe stroom in de aarddraad
veroorzaken.
Over- en onderspanningsbeveiliging
Over- en onderspanning kunnen optreden bij een
instabiele (net)voedingspanning of een onjuiste
installatie. De motor wordt uitgeschakeld als de
spanning buiten het toelaatbare spanningsbereik
valt. De motor wordt automatisch opnieuw ingescha-
keld wanneer de spanning wederom binnen het toe-
laatbare spanningsbereik ligt. Daarom is er geen
extra beveiligingsrelais nodig.
De motor is beveiligd tegen pieken in de
voedingsspanning conform EN 61800-3. In
gebieden met grote kans op onweer advi-
L1
seren we om een extra bliksembeveiliging
L2
aan te brengen.
L3
(AC-voeding).