Gemeten parameter
Selecteer een van de onderstaande parameters,
namelijk de parameter die moet worden gemeten in
het systeem door de Pt100/1000 sensor die is ver-
bonden met de actuele Pt100/1000 ingang. Zie afb.
29.
1
TT
Afb. 29 Overzicht van locaties van Pt100/1000
sensoren
[Parameter]
Vloeistoftemperatuur
Temperatuur 1
Temperatuur 2
Omgevingstemperatuur
Meetbereik
-50 - +204 °C.
10.7 "Digitale ingangen"
De beschikbare ingangen zijn afhankelijk van de
functionele module die in de motor is aangebracht.
FM 200*
Functie (klem)
(standaard)
Instelling van de
digitale ingang 1
(2, 6)
Instelling van de
digitale ingang 2
(1, 9)
*
zie paragraaf
15. Identificatie van functionele
module.
Als u een digitale ingang wilt instellen, voert u de
onderstaande instellingen uit.
Functie
Kies één van de volgende functies:
•
""Niet actief""
Ingesteld op ""Niet actief"" heeft de ingang geen
functie.
•
""Externe stop""
Wanneer de ingang is gedeactiveerd (open kring-
loop) schakelt de motor uit.
•
""Min."" (minimaal toerental)
Wanneer de ingang is geactiveerd, draait de
motor met het ingestelde minimale toerental.
•
""Max."" (maximale toerental)
Wanneer de ingang is geactiveerd, draait de
motor met het ingestelde maximale toerental.
34
2
TT
3
TT
Pos.
1
2
3
Niet getoond
FM 300*
(geavanceerd)
●
●
-
●
•
""Externe fout" "
Wanneer de ingang is geactiveerd, wordt een
timer gestart. Als de ingang meer dan 5 secon-
den wordt geactiveerd, wordt de motor uitgescha-
keld en wordt er een storingsmelding gegeven.
De functie is afhankelijk van invoer vanuit
externe apparatuur.
•
""Alarm resetten""
Wanneer de ingang is geactiveerd, wordt een
eventuele storingsmelding gereset.
•
Omgekeerde draairichting
Met deze functie wordt de draairichting van de
motor omgekeerd.
•
"Voorgedef. setpoint pos. 1"
Geldt alleen voor digitale ingang 2.
Wanneer digitale ingangen als voorgedefinieerd
setpoint worden ingesteld, draait de motor vol-
gens een setpoint dat is gebaseerd op de combi-
natie van de geactiveerde digitale ingangen. Zie
paragraaf
10.14 "Voorgedefinieerde
De prioriteit van de gekozen functies ten opzichte
van elkaar blijkt uit paragraaf
lingen.
Een uitschakelopdracht heeft altijd de hoogste priori-
teit.
Activeringsvertraging
Selecteer de activeringsvertraging (T1).
Het is de tijd tussen het digitale signaal en de active-
ring van de geselecteerde functie.
Bereik: 0-6000 seconden.
Modus voor duurtimer
Selecteer de modus. Zie afb. 30.
•
""Niet actief""
•
actief met onderbreking (modus A)
•
actief zonder onderbreking (modus B)
•
actief met naloop (modus C).
Selecteer de duur (T2).
Het is de tijd die, samen met de modus, bepaalt hoe
lang de geselecteerde functie actief is.
Bereik: 0-15.000 seconden.
T ingang > T1 + T2
T input > T1 + T2
Digitale
ingang
T input
Modus A
T1
T2
Modus B
T1
T2
Modus C
T1
Afb. 30 Duurtimerfuncties van digitale ingangen
setpoints".
12. Prioriteit van instel-
T ingang < T1 + T2
T input < T1 + T2
T input
T1
T1
T2
T2
T1
T2