5.
Passagiers zijn niet
gelijkmatig verdeeld.
6.
Buitenboordmotor is niet
goed geplaatst.
〈
Motor wordt te heet
〉
1.
Inlaatopening en/of
controleopening zijn/is
verstopt.
2.
Motor is overbelast
omdat passagiers niet
gelijkmatig over de boot
zijn verdeeld of omdat
boot te zwaar beladen is.
3.
Thermostaat is defect.
4.
Cavitatie.
〈
Motor draait met te veel toeren
1.
Cavitatie.
Verdeel de passagiers
gelijkmatig.
Plaats de
buitenboordmotor in de
juiste positie.
(blz. 22 tot en met 25)
Reinig inlaatopening en/
of controleopening.
Verdeel de passagiers
gelijkmatig. Belast de
boot niet te zwaar.
Neem contact op met een
officiële Honda-
buitenboordmotor-dealer.
Plaats buitenboordmotor
in juiste positie.
(blz. 22 tot en met 25)
〉
Plaats buitenboordmotor
in juiste positie.
(blz. 22 tot en met 25)
2.
Schroef is beschadigd.
3.
Verkeerde schroef
gekozen.
4.
Trimhoek is niet juist.
STORINGZOEKEN
Vervang schroef.
(blz. 72)
Neem contact op met een
officiële Honda-
buitenboordmotor-dealer.
Stel juiste trimhoek in.
(blz. 24)
79