CONTROLE VOORAF
Benzine is licht ontvlambaar en
onder bepaalde omstandigheden
explosief.
Vul de tank bij in een goed
geventileerde ruimte en met
stilstaande motor.
Rook niet en voorkom open vuur en
vonken tijdens het tanken en in
ruimten waar brandstof is
opgeslagen.
Doe de brandstoftank niet te vol (er
mag zich geen brandstof in de
vulpijp bevinden). Zorg ervoor na
het bijtanken de tankdop goed te
sluiten.
Mors geen brandstof. Gemorste
brandstof en brandstofdampen
kunnen ontbranden. Verwijder
gemorste brandstof alvorens de
motor te starten.
Voorkom herhaaldelijk of langdurig
contact met de huid of inademen
van dampen.
UIT DE BUURT VAN KINDEREN
HOUDEN.
30
Benzine met alcohol
Als benzine met alcohol gebruikt wordt,
zorg er dan voor dat het octaangetal
minimaal zo hoog is als
voorgeschreven door Honda. De
benzine kan vermengd zijn met ethanol
of met methanol. Gebruik geen benzine
met meer dan 10% ethanol. Als de
benzine methanol bevat, zorg er dan
voor dat het mengsel ook oplos- en
conserveringsmiddelen voor methanol
bevat. Gebruik geen benzine met meer
dan 5% methanol, zelfs niet als het
mengsel oplos- en
conserveringsmiddelen voor methanol
bevat.
Als benzine met alcohol gebruikt
wordt, vervalt de garantie op schade
aan het brandstofsysteem en
problemen met het motorvermogen.
Omdat nog onvoldoende bewezen is
dat het gebruik van methanol
onschadelijk is, kan Honda het
gebruik hiervan niet goedkeuren.
Probeer, alvorens brandstof bij een
onbekende leverancier aan te
schaffen, er achter te komen of de
brandstof alcohol bevat en zo ja, het
soort en de hoeveelheid. Als de
motor ongewenste symptomen
vertoont bij gebruik van benzine met
alcohol of benzine waarvan wordt
vermoedt dat deze alcohol bevat,
gebruik dan benzine waarvan zeker
is dat deze geen alcohol bevat.