STARTEN VAN DE MOTOR
KOPPELING BRANDSTOFLEIDING
2.
Sluit de koppeling van de
brandstofleiding aan op de
buitenboordmotor. Plaats de
koppeling met de clip naar de
schakelhendel gericht. Controleer of
de koppeling goed op zijn plaats
klikt.
34
HEFBOOM
(ZIJDE MOTOR)
Als de aansluiting met kracht verkeerd
om gemonteerd wordt, kan de O-ring
in de aansluiting beschadigd worden.
Een beschadigde O-ring kan
brandstoflekkage tot gevolg hebben.
PIJL
UITLAATZIJDE
(NAAR MOTOR)
OPVOERPOMP
INLAATZIJDE (NAAR
BRANDSTOFTANK)
3.
Houd de balgpomp zo dat de
uitlaatzijde hoger is dan de
inlaatzijde. De pijl op de balgpomp
moet naar boven wijzen. Knijp de
opvoerpomp een aantal keer in tot
de balg hard aanvoelt, wat aangeeft
dat de carburateurs gevuld zijn.
Controleer op brandstoflekkage en
repareer eventuele lekkages,
voordat de motor gestart wordt.
Knijp niet in de balgpomp als de motor
draait of tijdens het kantelen van de
motor. Hierdoor kunnen de
carburateurs overstromen.