4-9. Aansluitingen draadaanvoerunit
3
2
4
5
6
7
8
4-10. Informatie over de 6−pens stekkerdoos
*De overige contacten worden niet gebruikt.
1
4
5
6
REMOTE 6−PEN
23 VAC
(VOEDING
VAN
DRAADAAN−
VOERUNIT)
CAN−BUS−
SIGNALEN
(COMMUNI−
CATIE MET
956172246_10-A
DRAADAAN−
VOERUNIT)
1
Gascilinder (zie hoofdstuk 4-6)
2
Gasaansluiting (zie
hoofdstuk 4-6)
3
Draadaanvoerunit
.
De lasstroombron kan alleen
worden
XMS 425 draadaanvoerunit.
4
6−pens snoer (zie hoofdstuk 4-8)
Levert
draadaanvoerunit
CAN−bussignaaloverdracht aan het
aanvoerapparaat te voeden.
5
Kabel, positief
Aansluiten op de klemmen van de
lasuitgangen voor MIG−lassen op
het
lasstroombron.
6
Aansluitingen
Water−in/Water−uit
Aansluiten
voor water−in/water−uit op het
achterpaneel van de koeler.
7
Lasstroombron
8
Koeler
Stekker-
Informatie over stekkerbussen
bussen*
A
23 VAC
B
23 VAC com
D
CH-L
E
CH-H
F
CH-GND
gebruikt
met
de
23
VAC
om
de
en
de
achterpaneel
van
de
op snelaansluitingen
Benodigd gereedschap:
17 mm
956172246_9-A
OM-274462 Pagina 19