10.3
Ketelpomp
Afb.130 Hydraulische weerstand
800
700
600
500
400
300
200
100
0
0
1
Q Debiet (m
3
/h)
Tab.63
Nominale debietwaarden
Q bij ΔT = 10 °C
H bij ΔT = 10 °C
Q bij ΔT = 20 °C
H bij ΔT = 20 °C
Q bij ΔT = 35 °C
H bij ΔT = 35 °C
Q bij ΔT = 40 °C
H bij ΔT = 40 °C
7703955 - v.05 - 16072021
Bij deze ketel wordt de ketelpomp niet meegeleverd. Houd bij de keuze
van de pomp rekening met de ketelweerstand en de installatieweerstand.
De grafiek toont de hydraulische weerstand bij verschillende
debietwaarden. De tabel toont belangrijke nominale debietwaarden en de
bijbehorende hydraulische weerstand.
Installeer de pomp direct onder de ketel op de retouraansluiting, indien
mogelijk.
Belangrijk
Wanneer de pomp wordt geregeld door de regeleenheid van de
ketel, dient gecontroleerd te worden of het ontluchtingsprogramma
correct is ingesteld (parameter AP101 = 1).
2
3
Eenheid
3
m
/u
mbar
3
m
/u
mbar
3
m
/u
mbar
3
m
/u
mbar
30 / 45 kW
30 / 45 kW
55 / 65 kW
55 / 65 kW
4
5
Q
H Hydraulische weerstand (mbar)
45
65
3,50
5,28
456
652
1,75
2,64
114
163
-
-
-
-
0,90
1,32
30
45
10 Technische specificaties
90 / 115 kW
90 / 115 kW
6
7
90
7,20
612
1000
3,60
4,50
153
-
2,55
-
1,80
niet toege
staan
40
niet toege
staan
AMC
8
AD-3001405-01
115
9,0
250
72
63