Veiligheid
TSZ-uni
V001
5.6 Beschermende uitrusting
De beschermende uitrusting bestaat volgens de
veiligheidstechnische eisen uit:
5.7 Ongevallenpreventie
●
Het werkgebied voor onbevoegde
personen, vooral kinderen, ruim
Gevaar
beveiligen.
●
Werkgebied voldoende verlichten.
●
Chaos in het werkgebied verhoogt de
kans op ongelukken.
5.8 Functionele en visuele controle
ALGEMEEN
●
Het toestel moet voor elk gebruik op functie en
toestand worden gecontroleerd.
●
Onderhoud, smering en opheffen van storingen
aan het toestel mogen uitsluitend buiten bedrijf
plaatsvinden!
●
Bij gebreken die de veiligheid betreffen, mag het
toestel pas nadat de gebreken volledig zijn
verholpen weer in gebruik worden genomen.
●
Beschermende kleding
●
Veiligheidshandschoenen
●
Veiligheidsschoenen
●
Voorzichtig met nat, bevroren of vervuild
bouwmateriaal.
Gevaar
●
Dat werken met de machine bij weers-
gesteldheid onder 3 ° C (37,5° F) is het
verboden! De vastgegrepen goederen
Verbod
kunnen wegglijden door nat en bevroren
bouwmaterial.
●
Voorzichtig bij onweer!
Gevaar
●
Bij scheuren in de dragende delen moet het
toestel onmiddellijk aan elk gebruik worden
onttrokken.
●
De handleiding van het toestel moet op de
werklocatie altijd kunnen worden geraadpleegd.
●
De op het toestel aangebrachte typeplaatje mag
niet worden verwijderd.
●
Onleesbare verwijzingsplaatjes moeten worden
vervangen.
12/10/04
11 / 20