6.6 Eerste inbedrijfstelling
•
koudwaterkraan door naar links te
draaien openen (4, Afb. 6.5
enkel voor VUW);
•
gaskraan openen (2, Afb. 6.5);
•
afsluitkranen verwarming, vertrek-
en retour van de gaswandketel,
openen (1 en 5, Afb. 6.5);
•
controleer de kamerthermostaat of
de weersafhankelijke regelaar;
•
controleer de elektrische voeding
230 V;
•
stel de verwarmingsaquastaat
(3, Afb.6.4) en de sanitaire aqua-
staat (4, Afb. enkel voor VUW) op
maximum stand "9';
•
schakel de hoofdschakelaar
(1, Afb. 6.4) in;
•
schakel de bedrijfskeuzeschakelaar
(2, Afb. 6.4) in stand "verwarming
en sanitair"
(enkel voor VUW)
De gaswandketel start op voor de
centrale verwarming. De gaswand-
ketel enkele minuten laten werken
omdat eventuele achtergebleven lucht-
bellen via de automatische ontluchter
kunnen afgevoerd worden.
(Indien de gaswandketel niet start,
licht de diode "brandervergrendeling"
op - zie Afb. 8.1). Dit betekent dat er
geen gas aanwezig is of de gastoevo-
erleiding niet goed ontlucht is
geweest. Controleer de gasinstallatie
en ontgrendel de gaswandketel door
de bedrijfskeuzeschakelaar
(2, Afb. 6.4) naar de stand
"ontgrendeling"
te schakelen.
Enkel voor VUW
•
Verdraai de bedrijfskeuzeschake-
laar van de gaswandketel naat
stand "sanitair"
. De gaswandke-
tel stopt voor de verwarming.
•
Stel de sanitaire aquastaat in op de
gewenste temperatuur volgens
paragraaf 9.3.;
•
Open een warmwaterkraan. De
gaswandketel start voor de sanitai-
re warmwaterproductie.
38
Opmerking: De ingebouwde water-
hoeveelheidsbegrenzer zorgt voor het
maximale waterdebiet overeenkomstig
het ketelvermogen. Het maximale
waterdebiet is bepaald bij een tempe-
ratuursverhoging van 35 °C.
Indien de klant een grotere temperatu-
ursverhoging bij het maximum water-
debiet wenst, volstaat het, om het
debiet door middel van de instelschro-
ef onderaan het watergedeelte
(1, Afb. 6.3) van de gaswandketel
meer af te remmen totdat de gewenste
watertemperatuur bereikt wordt.
Afb. 6.3
3
1
2
Afb. 6.5
7
1
1
2
4
Afb. 6.4
5
3
6
4
5
6