Veiligheid 1 Veiligheid Het reglementaire gebruik omvat bovendien de installatie conform de IP-klasse. Waarschuwingen bij handelingen Een ander gebruik dan het in deze handlei- Classificatie van de waarschuwingen bij ding beschreven gebruik of een gebruik dat handelingen van het hier beschreven gebruik afwijkt, geldt De waarschuwingen bij handelingen zijn als als niet reglementair.
Pagina 4
1 Veiligheid ▶ Alarmeer politie en brandweer zodra u 1.3.7 Levensgevaar door ontbrekende veiligheidsinrichtingen buiten het gebouw bent. ▶ Neem contact op met de storingsdienst De in dit document opgenomen schema's ge- van het energiebedrijf vanaf een telefoon- ven niet alle voor een deskundige installatie aansluiting buiten het gebouw.
Veiligheid 1 1.3.12 Verwondingsgevaar bij 1.3.16 Kans op materiële schade door het transport door hoog ongeschikt gereedschap productgewicht ▶ Om schroefverbindingen vast te draaien of ▶ Transporteer het product met minstens te lossen, dient u geschikt gereedschap te twee personen. gebruiken.
1 Veiligheid Voorschriften (richtlijnen, wetten, normen) ▶ Neem de nationale voorschriften, normen, richtlijnen en wetten in acht. Installatie- en onderhoudshandleiding atmoTEC pro, atmoTEC plus 0020193973_03...
Aanwijzingen bij de documentatie 2 Aanwijzingen bij de documentatie Verbrandingsgastempe- Hydraulisch blok ratuurbewaking met vei- Schakelkast ligheidsfunctie (alleen Aanvullend geldende documenten in acht Ontstekingselektrode producten met 28 kW) nemen Verbrandingsgastem- Bewakingselektrode ▶ peratuurbewaking met Neem absoluut alle bedienings- en installatiehandleidin- Brander veiligheidsfunctie (be- gen die bij de componenten van de installatie worden...
Montage 4 Minimumafstanden Controleer of het bijgeleverde bevestigingsmateriaal voor de muur gebruikt mag worden. Voorwaarden: Draagvermogen van de wand volstaat, Bevestigingsmateri- aal is voor de muur toegestaan ▶ Hang het product op, zoals beschreven. Voorwaarden: Draagvermogen van de wand volstaat niet ▶...
4 Montage 4.8.1.1 Verbrandingskamerdeksel demonteren Zijdelen demonteren/monteren 4.9.1 Zijdelen demonteren Demonteer de voormantel. (→ Pagina 9) ▶ Demonteer het verbrandingskamerdeksel zoals aangege- ven op de afbeelding. 4.8.1.2 Verbrandingskamerdeksel monteren ▶ Monteer het verbrandingskamerdeksel zoals aangege- ven op de afbeelding. Demonteer de zijdelen zoals aangegeven op de afbeel- 4.8.2 Frontmantel monteren ding.
Installatie 5 4.9.2 Zijdelen monteren Opgelet! Gevaar voor beschadiging door ondes- kundige gasinstallatie! Het overschrijden van de testdruk of de be- drijfsdruk kan tot schade aan het gasblok lei- den! ▶ Controleer het gasblok met een maximale druk van 11 kPa (110 mbar) op dichtheid. ▶...
5 Installatie 5.1.1.2 Ontluchting van de vloeibare gas-tank Controleer de gehele gasleiding vakkundig op dicht- heid. Bij slecht ontluchte vloeibare gas-tank kunnen er ontste- kingsproblemen ontstaan. Wateraansluitingen installeren ▶ Voordat u het product installeert moet u er zeker van zijn 5.3.1 Koud- en warmwateraansluiting installeren dat de vloeibare gas-tank goed ontlucht is.
Installatie 5 5.5.1 Verbrandingsgasafvoer monteren Elektrische installatie Alleen gekwalificeerde elektriciens mogen de elektrische installatie uitvoeren. Gevaar! Levensgevaar door elektrische schok! Ook bij uitgeschakeld product staat er nog stroom op de netaansluitklemmen L en N. ▶ Schakel de stroomtoevoer uit. ▶ Beveilig de stroomtoevoer tegen opnieuw inschakelen.
5 Installatie ▶ Sluit geen netspanning op de klemmen eBUS (+/−) aan. ▶ Klem de netaansluitleiding uitsluitend aan de daarvoor gemarkeerde klemmen vast. 24V / eBUS 230V Voer de bedrading uit. (→ Pagina 13) Sluit de schakelkast. (→ Pagina 13) Zorg ervoor dat de toegang tot de netaansluiting altijd gegarandeerd is en niet afgedekt is.
Bediening 6 5.6.5 Thermostaat aan de elektronica aansluiten 5.6.6.1 Aanvullende component via multifunctionele module activeren Monteer indien nodig de thermostaat. Open de schakelkast. (→ Pagina 13) Voorwaarden: Component aan relais 1 aangesloten ▶ Selecteer de parameter D.027 om aan relais 1 een func- tie toe te wijzen.
7 Ingebruikname – Statuscodes Code installateurniveau: 17 Geldigheid: atmoTEC plus 6.2.1 Installateurniveau verlaten ▶ Menu → Live monitor Druk op (evt. meermaals). ◁ Statuscodes - overzicht (→ Pagina 38) De basisweergave wordt getoond. Geldigheid: atmoTEC pro Diagnosecode oproepen/instellen Statuscodes - overzicht (→ Pagina 38) Roep het installateurniveau op.
Ingebruikname 7 7.2.6 Comfortmodus instellen Warmwatertemperatuur instellen Draai aan de draaiknop tot op het display de comfort- Voorwaarden: Geen thermostaat aangesloten modus wordt weergegeven. Gevaar! Bevestig met Levensgevaar door legionellabacteriën! 7.2.7 CV-deellast Legionellabacteriën ontwikkelen zich bij tem- peraturen onder 60 °C. De CV-deellast van het product is in de fabriek op Automa- ▶...
7 Ingebruikname ▶ Als u sedimenterende stoffen vaststelt, dan moet u de Bij ondeskundig gebruik van de volgende additieven werden installatie spuien. met onze producten tot nu toe geen onverdraagzaamheden ▶ vastgesteld. Controleer met een magneetstaaf of er magnetiet (ijzer- ▶...
Ingebruikname 7 CV-installatie vullen 7.10 Warmwatersysteem vullen en ontluchten Demonteer de voormantel. (→ Pagina 9) Open de koudwaterstopkraan aan het product en alle warmwatertappunten. Spoel de CV-installatie uit voor u deze vult. Vul het warmwatersysteem tot er water uitkomt. Klap de schakelkast naar beneden. ◁...
Aanpassing aan de CV-installatie 8 7.12 Dichtheid controleren Een overzicht van alle installatieparameters vindt u in de tabel "Installateurniveau – Overzicht" in de bijlage. ▶ Controleer de gasleiding, het verwarmingscircuit en het Installateurniveau – overzicht (Geldigheid: atmoTEC plus) warmwatercircuit op dichtheid. ▶...
8 Aanpassing aan de CV-installatie 8.1.2 Resterende branderwachttijd terugzetten 8.3.1 Pompvermogen instellen Stel de diagnosecode D.018 in. (→ Pagina 16) Geldigheid: atmoTEC plus Verlaat het diagnosemenu/de diagnosecodes. (→ Pagina 16) Alternatief 1 / 2 ▶ Verlaat het installateurniveau. (→ Pagina 16) Navigeer naar het Menu →...
Product aan de gebruiker opleveren 9 ◁ Naverwarming zonne-energie instellen Op het display wordt het aantal opgetreden fouten en het foutnummer weergegeven. Stel de diagnosecode D.058 in. (→ Pagina 16) – Instelbereik: 0 of 3 Roep de afzonderlijke foutmeldingen met de draaiknop Verlaat het diagnosemenu/de diagnosecodes.
10 Verhelpen van storingen 10.4.4 Verbrandingsgastemperatuurbewaking Trek het keerschot (4) er naar voren toe uit. vervangen Trek de brander er naar voren toe uit. Plaats de nieuwe brander. Maak de stekkerverbinding op de verbrandingsgastem- Plaats het keerschot. peratuurbewaking los. Bevestig de schroeven op de brander. Draai de schroeven op de verbrandingsgastempera- Schroef de ontstekings- en bewakingselektrode vast.
Inspectie en onderhoud 11 ◁ 11.3 Functiemenu De elektronica is nu ingesteld op het producttype en de parameters van alle diagnosecodes komen Geldigheid: atmoTEC plus overeen met de fabrieksinstellingen. Geldigheid: atmoTEC plus Menu → Installateurniveau → Testprogramma's → Func- ◁ De installatieassistent start.
11 Inspectie en onderhoud 11.5.2 Warmtewisselaar reinigen 11.5.3 Brander reinigen ▶ Maak de klemmen (1) aan de aanvoer- en retourbuis Reinig de brander op verbrandingsresten. los. 11.5.4 Zeef in koudwateringang reinigen Demonteer de bovenste aanvoer- en retourbuis (2). Trek de warmtewisselaar (3) naar voren eruit. Maak het toestel aan warmwaterzijde leeg.
Open de aftapventielen. 13 Serviceteam 10. Start het testprogramma P.06. (→ Pagina 16) ◁ Product (CV circuit) wordt geleegd. N.V. Vaillant S.A. 11. Sluit de aftapventielen. Golden Hopestraat 15 B-1620 Drogenbos 12. Stel het product kortstondig buiten bedrijf. Belgien, Belgique, België...
Pagina 32
Bijlage Instelniveau Waarden Fabrieks- Eenheid Stappengrootte, selectie, uitleg instelling min. max. – – D.126 Vertraging van de boilerla- Geen vertraging, 30 min. Geen ding vertraging Installateurniveau → Start inst. ass. → – – – Taal Selecteerbare talen English – – –...
Pagina 33
Bijlage Instelniveau Waarden Fabrieks- Eenheid Stappengrootte, selectie, uitleg instelling min. max. – – – – P.02 (Minimumlast) Start met – – – – P.06 (Vulmodus) Start met Installateurniveau → Diagnosemenu → D.000 (CV-deellast) productafhanke- Vollast lijk D.001 (Pompnaloop verwarming) D.002 (Max. wachttijd verwarming) ℃...
Bijlage Inspectie- en onderhoudswerkzaamheden – overzicht De volgende tabel geeft de vereisten van de fabrikant i.v.m. minimale inspectie- en onderhoudsintervallen weer. Als natio- nale voorschriften en richtlijnen kortere inspectie- en onderhoudsintervallen vereisen, neem dan in de plaats daarvan deze intervallen in acht. Onderhoud Inspectie Werkzaamheden...
Pagina 37
Bijlage Foutcode Betekenis Mogelijke oorzaak F.15 Kortsluiting rookgassensor buiten Kortsluiting kabel naar behuizing, sensor defect F.16 Kortsluiting rookgassensor binnen Kortsluiting kabel naar behuizing, sensor defect F.20 Veiligheidsuitschakeling: veiligheidstem- Massaverbinding kabelboom naar het product niet correct, aanvoer- of re- peratuurbegrenzer tour-NTC defect (loszittend contact), zwarte ontlading via ontstekingskabel, ontstekingsstekker of ontstekingselektrode F.22 Veiligheidsuitschakeling: watergebrek...
Bijlage Foutcode Betekenis Mogelijke oorzaak F.75 Fout geen druksprongherkenning bij het Waterdruksensor en/of pomp defect, lucht in de CV-installatie, te weinig starten van de pomp water in het product; instelbare bypass controleren, extern expansievat aan de retour aansluiten F.77 Fout rookgasklep/condenspomp Geen terugmelding verbrandingsgasklep defect F.80 Fout inloopvoeler actoSTOR...