BEDIENINGSINSTRUCTIES
De motor starten (basis-
procedure)
WAARSCHUWING
Voer altijd de controle voor
het vertrek uit volgens de be-
schrijving in de VEILIGHEIDSIN-
FORMATIE alvorens het voer-
tuig te gebruiken. Controleer
voor u vertrekt altijd of alle be-
langrijke bedieningselementen,
veiligheidsvoorzieningen
mechanische onderdelen goed
werken.
De schakelhendel moet in NEU-
TRAAL staan.
Steek de sleutel in het contactslot
en draai deze naar de AAN-stand.
TYPISCH
SCHAKEL NAAR STAND ON
1. Contactsleutel
Zet de motorstopschakelaar op
RUN.
86
en
1. Motorstopschakelaar
2. STOP-stand
3. RUN-stand (rijden)
Raadpleeg het gedeelte DE CHOKE
GEBRUIKEN OM DE MOTOR TE
STARTEN
Houd de linkerremhendel inge-
drukt.
Druk op de motorstartknop en houd
hem ingedrukt tot de motor start.
1. Motorstartknop
OPMERKING
niet langer dan 10 seconden inge-
drukt. Laat een rustperiode tus-
sen twee startpogingen zodat de
starter kan afkoelen. Let op dat u
de accu niet ontlaadt.
Houd de startknop