Accu
Om toegang te krijgen tot de accu
verwijdert u de zitting.
Onderhoud van de batterij
LET OP Laad nooit een accu
terwijl die in het voertuig is geïn-
stalleerd.
OPMERKING
Verwijder nooit de
afsluitdop van de accu.
Deze voertuigen zijn uitgerust met
een VRLA-accu (Valve Regulated
Lead Acid). Dit is een onderhouds-
vrij accutype, waaraan geen water
moet worden toegevoegd om het
elektrolytpeil te regelen.
Reinig de accupool met een stalen
borstel. Smeer de pool met diëlek-
trisch vet ter bescherming tegen
oxidatie.
Inspectie van de accu
Inspecteer of de accuaansluitingen
stevig vastzitten en schoon zijn.
Inspecteer de accuhouder.
Accu verwijderen
LET OP Demonteer altijd in
deze volgorde; koppel de ZWAR-
TE (-) kabel eerst los.
Koppel eerst de ZWARTE (-) kabel
los en dan de RODE (+).
ONDERHOUDSPROCEDURES
1. ZWART (-)
2. ROOD (+)
Verwijder de accu uit het voertuig.
Accu reinigen
Reinig de accu, de behuizing, ka-
bels en polen met een oplossing
van natriumcarbonaat en water.
Verwijder roest van de accuklem-
men en -polen met een harde sta-
len borstel. U kunt de bovenkant
van de accu reinigen met een
zachte borstel en ontvettende zeep
of een natriumcarbonaatoplossing.
Smeer de accupolen met DIËLEK-
TRISCH VET (Stuknr. 293 550 004)
of een soortgelijk product ter be-
scherming tegen oxidatie.
Accu installeren
Installeer de accu terug in het
voertuig.
OPMERKING
Sluit altijd eerst de
RODE (+) kabel aan en dan pas
de ZWARTE (-) kabel.
Zekering
Vervangen van de zekeringen
OPMERKING
Gebruik geen zeke-
ringen met een hoger vermogen
om ernstige schade aan onderde-
109