RICHTLIJNEN VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
4. Motor raakt oververhit.
-
Als de motor telkens oververhit dreigt te raken, kunt u het volgende
proberen:
• Vertraag, maar houdt voldoende snelheid aan om koellucht over
de motor te voeren. Als de motor na ongeveer één minuut nog
steeds oververhit is, stop het voertuig dan.
• Activeer de parkeerrem en stop de motor.
• Laat de motor afkoelen.
• Raadpleeg zo snel mogelijk een erkende Can-Am dealer.
-
Neem contact op met een erkende Can-Am dealer als de overver-
hitting aanhoudt.
5. Luchtfilter/box verstopt of vuil.
Controleer het luchtfilter en reinig deze. Vervangen het luchtfilter
-
indien nodig.
Controleer de positie van de luchtinlaatleiding.
-
6. CVT en riem vuil of versleten.
-
Neem contact op met een erkende Can-Am dealer.
MOTORTERUGSLAG
1. Uitlaatsysteem lekt.
-
Zorg voor onderhoud, reparatie of vervanging door een erkende
Can-Am-dealer, reparatiebedrijf of iemand anders van uw keuze.
Raadpleeg de EMISSIEGERELATEERDE GARANTIE VAN US EPA
in deze handleiding voor informatie over garantieclaims.
2. Motor loopt te heet.
-
Zie MOTOR MIST ACCELERATIE OF VERMOGEN.
3. Ontstekingstiming is verkeerd of het ontstekingssysteem is defect.
Zorg voor onderhoud, reparatie of vervanging door een erkende
-
Can-Am-dealer, reparatiebedrijf of iemand anders van uw keuze.
Raadpleeg de EMISSIEGERELATEERDE GARANTIE VAN US EPA
in deze handleiding voor informatie over garantieclaims.
4. Carburator verkeerd ingesteld.
Zorg voor onderhoud, reparatie of vervanging door een erkende
-
Can-Am-dealer, reparatiebedrijf of iemand anders van uw keuze.
Raadpleeg de EMISSIEGERELATEERDE GARANTIE VAN US EPA
in deze handleiding voor informatie over garantieclaims.
134