ONDERHOUDSPROCEDURES
een goede baan loopt zodat deze
nergens hapert als u het stuur
draait.
Bougie
Locatie bougie
TYPISCH
RECHTERKANT VAN HET
VOERTUIG
1. Ontstekingsbougie
Verwijdering van de bougie
Koppel de bougiekabel los van de
bougie.
1. Bougiekabel
Draai de bougie één draai uit.
108
1. Ontstekingsbougie
Reinig de bougie en cilinderkop
met perslucht, indien mogelijk.
LET OP Zet altijd een veilig-
heidsbril op wanneer u met
perslucht werkt.
Draai de bougie helemaal los en
verwijder ze.
Installatie van bougies
Controleer voor de installatie of het
contactoppervlak van de cilinderkop
en de bougie niet vuil is.
Stel de bougiespleet met behulp
van
een
voelermaat
0,6 mm naar 0,7 mm.
Breng smeermiddel tegen het
vastvreten aan op de bougieschroef-
draad en installeer de bougie op-
nieuw.
Schroef de bougie in de cilinderkop
met de hand of met een passende
momentsleutel.
Draai de bougie aan met het voor-
geschreven draaimoment.
AANDRAAIMOMENT
Ontstekingsbougie
in
op
11,0 Nm ± 1,1 Nm