9. Klik op Apply (Toepassen) , en klik dan opOK.
Voor Windows Server 2008 en Windows Server 2008 64-bit Edition
1. Klik op Start — Control Panel (Configuratiescherm) — Hardware and Sound (Hardware
en Geluiden) — Printers.
2. Klik met uw rechtermuisknop op dit printerpictogram en selecteer Sharing (Delen) .
3. Selecteer het selectievakje Share this printer (Deze printer delen) en vul dan een naam in, in het
selectievakje Share name (Sharenaam) .
4. Klik op Additional Drivers (Extra stuurprogramma's) en selecteer het besturingssysteem van
alle netwerkcliënten die deze printer gebruiken.
5. Klik op OK.
6. Klik op Apply (Toepassen) , en klik dan opOK.
Voor Windows 7, Windows 7 64-bit Edition, en Windows Server 2008 R2
1. Klik op Start — Devices and Printers (Apparaten en Printers) .
2. Klik met uw rechtermuisknop op dit printerpictogram en selecteer Printer properties
(Printereigenschappen) .
3. Selecteer op het tabblad Sharing (Delen) het selectievakjeShare this printer (Deze printer
delen) , en vul een naam in, in het tekstvakje Share name (Sharenaam) .
4. Klik op Additional Drivers (Extra stuurprogramma's) en selecteer het besturingssysteem van
alle netwerkcliënten die deze printer gebruiken.
5. Klik op OK.
6. Klik op Apply (Toepassen) , en klik dan opOK.
Controleren of de printer is gedeeld:
❏ Zorg dat het printerobject in de map Printers, Printers and Faxes (Printers en Faxen) of
Devices and Printers (Apparaten en Printers) is gedeeld. Het deelpictogram wordt onder het
printerpictogram weergegeven.
Epson AcuLaser C1750 Series
Gebruikershandleiding
Netwerk Basics
80