d Zorg dat het selectievakje voor Use Windows to configure my wireless network
settings (Gebruik Windows om mijn draadloze netwerkinstellingen te
configureren) is aangevinkt.
e Klik op Advanced (Geavanceerd) .
f U kunt de printer in de ad-hodmodus of de infrastructuurmodus instellen.
❏
Voor Ad-hocmodus:
Selecteer Computer-to-computer (ad hoc) networks only (Uitsluitend computer-naar-computer (ad
hoc) netwerken) en sluit het dialoogvenster.
❏
Voor infrastructuurmodus:
Selecteer Access point (Infrastructure) networks only (Uitsluitend toegangspunt (infrastructuur)
netwerken) en sluit het dialoogvenster.
g Klik op Add (Toevoegen) om de Wireless network properties (Eigenschappen voor
draadloos netwerk) weer te geven.
h Vul de instelling in die u naar de printer wilt verzenden en klik op OK.
i Klik op Move up (Verplaatsen) om de instelling naar de bovenkant van de lijst te
verplaatsen.
j Klik op OKom het dialoogvenster Wireless Network Connection Properties
(Eigenschappen voor Draadloze netwerkverbinding) te sluiten.
Voor Windows Vista:
a Geef het Control Panel (Configuratiescherm) weer.
b Selecteer Network and Internet (Netwerk en internet) .
c Selecteer Network and Sharing Center (Netwerkcentrum) .
d Selecteer Connect to a network (Verbinding met een netwerk maken) .
e Selecteer het netwerk en klik dan op Connect (Verbinden) .
f Klik op Close (Sluiten) in het dialoogvenster nadat u heeft bevestigd dat de verbinding
succesvol is.
Voor Windows Server 2008:
Epson AcuLaser C1750 Series
Gebruikershandleiding
Netwerk Basics
77