Inhoudsopgave
Advertenties
5. Klik op de Restart printer to apply new settings (Start de printer opnieuw op om nieuwe
instellingen toe te passen)-toets om de werking in te stellen.
Het IP-adres is toegewezen aan uw printer. Om de instelling te controleren, geeft u de webbrowser
weer op een computer die is aangesloten op het netwerk en voert u het IP-adres in, in de adresbalk van
de browser. Indien het IP-adres juist is ingesteld, wordt de EpsonNet Config weergegeven in uw
browser.
U kunt ook het IP-adres aan de printer toewijzen bij het installeren van de print drivers met de
installatiewizard. Wanneer u gebruikmaatk van de netwerkinstallatiefunctie, en de Get IP Address
(IP-adres opvr.) is ingesteld op DHCP/AutoIP op het bedieningspaneelmenu, dan kunt u het
IP-adres instellen van0.0.0.0 tot het gewenste IP-adres op het printerselectievenster.
De IP-instellingen verifiëren
De volgende procedure gebruikt Windows XP als een voorbeeld.
1. Druk de Printer Settings (Configuratie) pagina af.
2. Kijk onder de IPv4 kop op de Printer Settings (Configuratie) pagina om zeker te zijn dat het
IP-adres, netwerkmasker en gatewayadres juist zijn.
Om te verifiëren of de printer actief is in het netwerk, dient u het pingcommando uit te voeren in uw
computer:
1. Klik op Start, en selecteer Run (Uitvoeren) .
2. Voer cmd in, en klik dan op OK.
Er wordt een zwart venster weergegeven.
3. Voer ping xx.xx.xx.xx in (waarbijxx.xx.xx.xx het IP-adres is van uw printer), en druk dan op de
Enter-toets.
4. Een antwoord van het IP-adres betekent dat de printer actief is op het netwerk.
Zie ook:
"Controleren en afdrukken van de Printer Settings (Configuratie) pagina" op pagina 34
Epson AcuLaser C1750 Series
Gebruikershandleiding
Netwerk Basics
33
Advertenties
Inhoudsopgave
