Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Ventilatorkarakteristiek (Energy Saving) - Nidec Unidrive M300 Handleiding

Voor industriële automatisering met geïntegreerde plc en veiligheidsfuncties
Inhoudsopgave

Advertenties

Par.nr.
Omschrijving
5.080
Verlaagd akoestisch niveau van de
motor.
5.081
Overschakelen naar hoge schakel-
frequentie bij lage belasting
5.083
Meting v.d. tussenkringspanning
5.084
Extra slipcompensatie
5.088
Flux opbouw in Ur mode
#5.012 : Autotune
#5.012 = 1 : Statische autotune
Deze autotune kan alleen geschieden indien de motor stilstaat. Eerst moeten #5.007 t/m #5.010 geprogrammeerd
worden. Bij de eerst volgende start zal de statorweerstand en de transient inductie gemeten worden en in de
daarvoor bestemde parameters geladen worden. Indien een regelaar nog volledig in fabrieksprogrammering staat,
zal bij de eerste start een statische autotune plaatsvinden. Indien bij de eerste start niet de motor is aangesloten die
uiteindelijk op de regelaar aangesloten wordt, dan moet zodra de juiste motor is aangesloten wederom een
autotune worden uitgevoerd. Indien bij de eerste start geen motor, of een veel te kleine motor is aangesloten zal
de regelaar een Resistance storing genereren. Deze storing kan gereset worden echter de statorweerstand en
transient inductie worden geladen met een inhoud van 0. Na deze autotune moeten de run en vrijgave commando's
weggenomen worden om vervolgens weer in staat te zijn een draairichting te selecteren.
#5.012 = 2 : Statische en roterende autotune
Eerst moeten #5.006 t/m #5.011 en #10.06 geprogrammeerd worden. Deze autotune zal altijd geschieden in de
geselecteerde richting. In aanvulling op de statische autotune zal bij de roterende autotune de magnetiseringsstroom
en motorinductie gemeten worden. De motor zal accelereren tot 2/3 van de nominale motorfrequentie.
autotune wordt de statorinductie in #05.025 gemeten van waaruit de cosφ bepaald wordt in #05.010 en #0.009. Zolang er een
waarde in #05.025 staat is de cosφ in #5.010 of #0.009 niet meer handmatig te wijzigen.
vrijgave commando's weggenomen worden om weer in staat te zijn te kunnen starten.

#5.013 : Ventilatorkarakteristiek (energy saving)

Indien #5.013 op 1 gezet wordt, zal de motor een geredu-
ceerde motorspanning toegevoerd krijgen. Het resultaat is
dat er bespaard wordt op de motorverliezen in het gebied
waar het gevraagde motorkoppel laag is. Aan de hand van
het door de Unidrive M berekende motorkoppel zal het
motor-spanningsniveau aangepast worden. Dit heeft als
voordeel dat de belastingscurve van het aangedreven
werktuig exact gevolgd zal worden, waardoor een optimale
energiebesparing zal plaatsvinden. Dit werkt echter onder
de voorwaarde dat er slechts één motor op de Unidrive M
is aangesloten. Bij meerdere aangesloten motoren op de Unidrive M is het mogelijk een gefixeerde Volt/Hertz
karakteristiek te programmeren. Raadpleeg hiertoe de beschrijving #5.074 t/m #5.079 op de volgende pagina.
(230V / 400V)
5.009
Motor
spanning
Belastingsafhankelijke relatie tussen frequentie en Volt/Hertz verhouding
M300 handleiding versie 5.2
M300 menu 5
Motormap
Type
Eenh.
RW,Bit
RW,Bit
RW,Bit
RW,U
%
RW,U
sec.
- - - - - - - - - - - - - - - - - belasting - - - - - - - - - - - - -
100%
5.006
Motor frequentie
(50 Hz.)
Pagina 97 van 188
Fabr.
Bereik
progr.
Off (0)
On (1)
PWM patroon aanpassing om akoestisch
niveau van de motor te verlagen. Alleen bij
een schakelfrequentie van 2 t/m 6kHz.
Off (0)
On (1)
Drive schakelt om naar 16kHz bij een motor-
stroom lager dan 20% van #11.061. Alleen
bij een schakelfrequentie van 2 t/m 6kHz.
Off (0)
Off (0)
Tussenkringspanning continu gemeten.
On (1)
Tussenkringspanning wordt uitsluitend
gemeten indien Unidrive M niet in bedrijf is.
Tijdens bedrijf wordt deze meetwaarde
gebruikt en kan daarmee oscillaties voor-
komen bij een zwak voedingsnet of bij een
hoge inductie in de uitgang van de drive
0,0
100,0
Zie beschrijving Voltage Boost #5.014 op de
volgende pagina en slipcompensatie #5.027
drie pagina's verder.
0,1
0,5
Bij een last met inertie een progr. van 0,1 s,
in alle andere gevallen een progr. van 0,0 s.
Na deze autotune moeten de run en
Specifieke koppel/toeren
curve van een ventilator
en centrifugaalpomp.
Koppel
Toerental (frequentie)
75%
50%
25%
Bijzonderheden
Bij de roterende
0%
100 Hz.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Control techniques unidrive m400

Inhoudsopgave