Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Nidec Unidrive M300 Handleiding pagina 96

Voor industriële automatisering met geïntegreerde plc en veiligheidsfuncties
Inhoudsopgave

Advertenties

Par.nr.
Omschrijving
5.018
Schakel- c.q. modulatiefrequentie
(0.037)
(zie beschrijving op de volgende
pagina's)
5.019
Vector-pauze modulatie
5.020
Quasi blokgolf modulatie
5.024
Transiente motorinductie
5.025
Stator inductie
5.027
Vrijgave slipcompensatie
(zie beschrijving op de volgende
pagina's)
5.028
Flux compensatie uit tijdens
koppelregeling.
5.031
Versterking U-DC regeling
5.032
Nm per Amp.
5.033
Slipcompensatie begrenzing
5.035
Schakelfrequentie niet verlagen bij
thermische overbelasting.
(zie beschrijving op de volgende
pagina's)
5.036
Slipcompensatie filter
5.037
Actuele schakelfrequentie
5.038
Laagste schakelfrequentie
5.040
Voltage boost bij vliegende start
(0.069)
5.042
Motorfasen omkeren
5.059
Maximum dode tijd compensatie
5.060
Stroom bij max. dode tijd comp.
5.061
Dode tijd compensatie uitschakelen RW,Bit
5.074
Boost spanning kniekpunt 1
5.075
Boost frequentie kniekpunt 1
5.076
Boost spanning kniekpunt 2
5.077
Boost frequentie kniekpunt 2
5.078
Boost spanning kniekpunt 3
5.079
Boost frequentie kniekpunt 3
M300 handleiding versie 5.2
M300 menu 5
Motormap
Type
Eenh.
Fabr.
progr.
RW,Txt
kHz.
3
RW,Bit
Off (0)
RW,Bit
Off (0)
RW,U
mH
0,000
RW,U
mH
0,00
RW,B
%
100,0
RW,Bit
Off (0)
RW,U
1
RO,U
Nm
RW,U
Hertz
10,00
RW,U
0
RW,Txt
ms
128
RO,U
kHz.
RW,U
kHz.
0,667
RW,U
1,0
RW,Bit
Off (0)
RO,U
µs
RO,U
%
Off (0)
RW,U
%
50,0
RW,U
%
50,0
RW,U
%
55,0
RW,U
%
55,0
RW,U
%
75,0
RW,U
%
75,0
Pagina 96 van 188
Bereik
Bijzonderheden
3 - 16
Selecteerbaar zijn:
0.667, 1, 2, 3, 4, 6, 8, 12 en 16 kHz.
Hogere schakelfrequentie geeft een lager
geluidsniveau van de motor en hogere
thermische verliezen in de Unidrive M.
On (1)
Met name 6- en 8-polige motoren kunnen
resonantieverschijnselen hebben bij lage
frequenties en lage belasting. Of motoren bij
nullast of vollast bij nominale frequentie. Deze
modulatievorm geeft een hoger geluidsniveau
van de motor en meer verliezen in de drive bij
lage frequenties.
On (1)
Ter verkrijging van een iets hogere uitgangs-
spanning dan ingangsspanning van de drive.
Toepasbaar bij een lage voedingsspanning of
lange motorkabel. Uitsluitend toepasbaar bij
constant koppel applicaties. Geeft meer
harmonische motorstroom en dus meer
motorverliezen in dit gebied.
500,000
Wordt gemeten tijdens statische autotune.
5000,00
Wordt gemeten tijdens roterende autotune.
±150,0
Belastingsafhankelijk zal de motorfrequentie
verhoogd worden om het toerental van de
motoras constant te houden. Bij 100% is dit
overeenkomstig de motortypeplaat #5.008.
On (1)
Koppelwenswaarde in #4.008 wordt omgezet
naar motorstroom in #4.004. Boven nominaal
toerental kan oscillatie in snelheid optreden
meestal door een verkeerde inhoud in #5.008.
Met #5.028 kan de fluxcompensatie worden
uitgeschakeld om oscillatie te voorkomen.
30
Tijdens het gecontroleerd decelereren (zie
#2.004) of bij "ride through" (zie #6.003) zal de
tussenkringspanning constant gehouden
worden d.m.v. deceleratie. De versterking van
deze regelkring wordt bepaald door #5.031
500,00
Deze kt factor wordt bepaald aan de hand van
de motordata bij een rendement van 90%.
Zie beschrijving volgende pagina's
10,00
0
Het thermische model van de Unidrive M
verlaagd de schakelfrequentie zo nodig om
oververhitting van de IGBT transistoren te
voorkomen. Zie ook #5.038.
1
Schakelfrequentie blijft gefixeerd op #5.018
64, 128,
Het aanpassen van de filtertijd kan oscillatie
256, 512
voorkomen bij een werktuig met een grote
massatraagheid. Raadpleeg tevens de
beschrijving op de volgende pagina's.
16
Diagnose parameter
16
Indien automatische schakelfrequentie
verlaging is vrijgegeven kan bij oplopende
thermische belasting de schakelfrequentie
teruglopen tot de laagte frequentie. D.m.v.
deze parameter kan hier een minimum
schakelfrequentie aan toegekend worden.
10,0
Fabrieksinstelling is voldoende voor kleine
motoren. Bij te hoge waarde accelereert de
motor bij vliegende start vanaf stilstand. Bij te
lage waarde is de vliegende start software niet
in staat het motortoerental te scannen.
On (1)
Draaiveld aan de uitgang wordt omgekeerd,
kan voordeel bieden bij grote motoren met
dikke motorkabels. Omschakeling bij Inhibit.
10 000
Deze parameters worden bepaald tijdens de
auto-tune
100,00
On (1)
100,0
Met deze parameters kan de Volt/Hertz curve
door de gebruiker geprogrammeerd worden.
100,0
Zie de beschrijving op de volgende pagina.
100,0
100,0
100,0
100,0

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Control techniques unidrive m400

Inhoudsopgave