SD-Card parameters:
#11.036
Laatst overgezonden datablok
#11.036 toont het databloknummer van de SD-Card dat als laatste is overgezonden naar een Unidrive M.
#11.037
SD-Card geselecteerd datablok nummer
#11.038 en #11.039 geven de informatie over dit geselecteerde datablok.
#11.038
SD-Card datatype of datamodus van het in #11.037 geselecteerde datablok.
#11.038
Tekst
0
None
1
Open-loop
2
RFC-A
#11.039
SD-Card data versie van het in #11.037 geselecteerde datablok.
Voordat een parameterset in de SD-Card geschreven wordt kan in #11.077 een versienummer
meegegeven worden.
#11.042
SD-Card instructie, deze parameter is gekoppeld aan #0.030.
0 = NonE
1 = rEAd
2 = Prog
3 = Auto
4 = boot
#11.072
Macro file. Met deze parameter kan een macro file gecreeerd worden, zie volgende alinea.
#11.073
Type SD-Card.
NonE
= Geen SD-Card geplaatst
rES
= Gereserveerd
Sd.CArd = SD-Card geplaatst
#11.075
Read Only vlag.
#11.076
Waarschuwings vlag 1 = Waarschuwingen onderdrukt.
#11.077
File versie. De inhoud van deze parameter wordt meegenomen als de file op de SD-Card wordt
geschreven. Na overdracht van de file wordt deze parameter weer op 0 gezet. (Zie #11.039).
Macro file
D.m.v. #11.072 is het mogelijk een macro file te creëren die onafhankelijk is van het type, vermogen en werkings-
principe van de Unidrive M.
#11.072 = 0 (Fabrieksprogrammering)
Bij een <Prog> instructie van de SD-Card worden alle parameters afwijkend van fabrieksinstelling op de SD-Card
opgeslagen. Bij een <Read> instructie van de SD-Card wordt eerst de gehele Unidrive in fabrieksinstelling gezet en
aansluitend worden de parameters van de SD-Card file in de Unidrive geladen. Het werkingsprincipe is ook in de SD-
Card file opgenomen, dus als de Unidrive in Open Loop staat en de SD-Card file staat in RFC-A dan zal bij de <Read>
instructie de Unidrive ook in RFC-A gezet worden.
#11.072 = 1
Bij een <Prog> instructie van de SD-Card worden alle parameters afwijkend van default op de SD-Card opgeslagen.
Bij een <Read> instructie van de SD card wordt de Unidrive niet in fabrieksinstelling gezet en aansluitend worden de
parameters van de SD-Card file in de Unidrive geladen. Het werkingsprincipe is niet in de SD card file opgenomen, dus
als de Unidrive in Open Loop staat en de SD-Card file staat in RFC-A dan zal bij de <Read> instructie de Unidrive Open
Loop blijven staan.
Voorbeeld:
Een applicatie heeft een vaste implementatie van de PI regelaar in menu 14 die gebruikt wordt bij verschillende types
Unidrive M in verschillende vermogens.
Creëren van de macro:
De Unidrive waarin de macro wordt gecreëerd moet volledig in fabrieksinstelling blijven staan en uitsluitend de
parameters die betrekking hebben op de implementatie van de PI regelaar worden geprogrammeerd.
Vervolgens wordt #11.072 op 1 gezet en via een <Prog> instructie wordt de SD-Card geprogrammeerd.
Na de <Prog> instructie wordt #11.072 automatisch weer op 0 gezet.
Een macro in een Unidrive M laden.
Zodra de macro file d.m.v. een <Read> instructie in een Unidrive geladen wordt, zal de Unidrive herkennen dat het een
macro file betreft en dan niet eerst alle parameters in default zetten.
Macro overdragen in een ander Unidrive type.
Stel dat de macro is gecreëerd in een Unidrive M300 en wordt overgedragen in bv. een Unidrive M300. Dit is uiteraard
alleen mogelijk als de parameters in de macro ook aanwezig zijn in de Unidrive M300.
Na het geven van de <Read> instructie zal er een <Card Product> of <C.Pr> trip optreden, dit is geen storing maar een
waarschuwing dat er een verschil is tussen de Unidrive waarin de macro is gecreëerd en de Unidrive waar de macro in
wordt overgedragen. Deze trip kan worden gereset en de macro parameters worden geladen in de Unidrive.
M300 handleiding versie 5.2
Unidrive M300
SD Card
Type/modus
#11.037 = 0
Open-Loop mode parameterfile
RFC-A mode parameterfile
1 = Read Only vlag is geactiveerd.
Pagina 74 van 188