Voorwaarden voor het vaststellen van een goede fasevolgorde bij spanning
Netwerktype
Eenfase met 2 draden
Eenfase met 3 draden
Driefasen met 3 draden ∆ (2 stroomsensoren)
Driefasen met 3 draden ∆ open (2 stroomsensoren)
Driefasen met 3 draden Y (2 stroomsensoren)
Driefasen met 3 draden ∆ (3 stroomsensoren)
Driefasen met 3 draden ∆ open (3 stroomsensoren)
Driefasen met 3 draden Y (3 stroomsensoren)
Driefasen met 3 draden ∆ in evenwicht
Driefasen met 4 draden Y
Driefasen met 4 draden Y in evenwicht
Driefasen met 4 draden Y 2½
Driefasen met 4 draden ∆
Driefasen met 4 draden ∆ open
DC 2 draden
DC 3 draden
DC 4 draden
Voorwaarden voor het vaststellen van een goede faseverschuiving spanning stroom
Netwerktype
Eenfase met 2 draden
Eenfase met 3 draden
Driefasen met 3 draden ∆ (2 stroom-
sensoren)
Driefasen met 3 draden ∆ open
(2 stroomsensoren)
Driefasen met 3 draden Y (2 stroom-
sensoren)
Driefasen met 3 draden ∆ (3 stroom-
sensoren)
Driefasen met 3 draden ∆ open
(3 stroomsensoren)
Driefasen met 3 draden Y (3 stroom-
sensoren)
Driefasen met 3 draden ∆ in evenwicht
Driefasen met 4 draden Y
Driefasen met 4 draden Y in evenwicht
Driefasen met 4 draden Y 2½
Driefasen met 4 draden ∆
Driefasen met 4 draden ∆ open
DC 2 draden
DC 3 draden
DC 4 draden
De keuze tussen "last" of "bron" wordt in de configuratie gemaakt.
Afkorting
1P-2W
1P-3W
3P-3W∆2
3P-3W02
3P-3WY2
3P-3W∆3
3P-3W03
3P-3WY3
3P-3W∆B
3P-4WY
3P-4WYB
3P-4WY2
3P-4W∆
3P-4WO∆
DC-2W
DC-3W
DC-4W
Tabel 16
Fasevolgorde
Afkorting
spanning
1P-2W
Ja
1P-3W
Ja
3P-3W∆2
3P-3W02
Ja
3P-3WY2
3P-3W∆3
3P-3W03
Ja
3P-3WY3
3P-3W∆B
Ja
3P-4WY
Ja
3P-4WYB
Ja
3P-4WY2
Ja
3P-4W∆
Ja
3P-4WO∆
DC-2W
Nee
DC-3W
Nee
DC-4W
Nee
Tabel 17
Fasevolgorde
spanning
Nee
Ja
[ϕ (U12, U31), ϕ (U31, U23), ϕ (U23, U12)]
Ja (op U)
[ϕ (U12, U31), ϕ (U31, U23), ϕ (U23, U12)]
Ja (op U)
Nee
Ja (op V)
[ϕ (V1, V3), ϕ (V3, V2), ϕ (V2, V1)] = 120° +/-10°
Nee
Ja (op V)
ϕ (V1, V3) = 180° +/-10° [ϕ (U12, U31),
Ja (op U)
ϕ (U31, U23), ϕ (U23, U12)] = 120° +/-10°
Nee
Nee
Nee
ϕ (I1, V1) = 0° +/-60° voor een lading
ϕ (I1, V1) = 180° +/-60° voor een bron
[ϕ (I1, V1), ϕ (I2, V2)] = 0° +/-60° voor een lading
[ϕ (I1, V1), ϕ (I2, V2)] = 180° +/-60° voor een bron
[ϕ (I1, U12), ϕ (I3, U31)] = 30° +/-60° voor een lading [ϕ (I1, U12),
ϕ (I3, U31)] = 210° +/-60° voor een bron, geen stroomsensor op I2
[ϕ (I1, U12), ϕ (I2, U23), ϕ (I3, U31)] = 30° +/-60° voor een lading
[ϕ (I1, U12), ϕ (I2, U23), ϕ (I3, U31)] = 210° +/-60° voor een bron
ϕ
(I3, U12) = 90° +/-60° voor een lading
ϕ
(I3, U12) = 270° +/-60° voor een bron
ϕ
ϕ
[
(I1, V1),
(I2, V2),
ϕ
ϕ
[
(I1, V1),
(I2, V2),
ϕ
(I1, V1) = 0° +/-60° voor een lading
ϕ
(I1, V1) = 180° +/-60° voor een bron
ϕ
ϕ
[
(I1, V1),
ϕ
ϕ
[
(I1, V1),
(I3, V3)] = 180° +/-60° voor een bron, pas de V2
ϕ
ϕ
[
(I1, U12),
(I2, U23),
ϕ
ϕ
[
(I1, U12),
(I2, U23),
59
Opmerkingen
ϕ (V2, V1) = 180° +/-10°
= 120° +/-10°
= 120° +/-10°
ϕ (V1, V3) = 120° +/-10° No V2
Opmerkingen
ϕ
(I3, V3)] = 0° +/-60° voor een lading
ϕ
(I3, V3)] = 180° +/-60° voor een bron
(I3, V3)] = 0° +/-60° voor een lading
ϕ
(I3, U31)] = 30° +/-60° voor een lading
ϕ
(I3, U31)] = 210° +/-60° voor een bron