Aansluiten op een computer
Als u de [USB TO HOST]-aansluiting van dit instrument
via een USB-kabel aansluit op een computer, kunt u de
volgende handige functies uitvoeren.
USB-
aansluiting
computer
USB-kabel
OPMERKING
• Gebruik een USB-kabel van het type AB die niet langer is dan
3 meter.
• USB 3.0-kabels kunnen niet worden gebruikt.
MIDI-bestanden overzetten, zoals song-
of stijlbestanden
U kunt songbestanden afspelen die zijn
overgebracht van een computer naar het instrument
(pagina 19) of gebruikerssongs (pagina 51) die zijn
opgenomen op het instrument overbrengen naar de
computer voor verdere bewerking en/of opslag.
Voordat u de bestandsoverdracht uitvoert, moet u de
functie-instellingen 'Storage Mode' (functie 059;
pagina 63) inschakelen. Raadpleeg 'Computer-related
Operations (Computergerelateerde handelingen)' op
de website (pagina 8) voor meer informatie.
Bestanden die kunnen worden overgedragen
• Songbestanden (extensie: .MID)
Songbestanden die op andere instrumenten of
computers zijn gemaakt, kunnen naar dit instrument
worden overgebracht. Opmerking: gebruikerssongs
die met dit instrument zijn gemaakt, kunnen niet als
een enkel bestand naar een computer worden
overgebracht.
• Stijlbestanden (extensie: .STY)
Dit instrument heeft geen functie voor het maken van
stijlbestanden, maar u kunt een stijlbestand
importeren dat op een ander apparaat is gemaakt. De
maximale capaciteit per bestand is 50 kB. Bestanden
die de limiet overschrijden, worden niet herkend op dit
instrument.
• Back-upbestanden (extensie: .BUP)
* U kunt de gegevens van 'Parameters die waar indien
nodig een back-up van wordt gemaakt' en 'Parameters
waar een back-up van wordt gemaakt (met uitzondering
van 'Slagingsstatus van Keys to Success') als het
instrument wordt uitgeschakeld' op pagina 59
overbrengen naar de computer en de gegevens
opslaan als één enkel back-upbestand.
OPMERKING
• Bestanden met een totaal van ongeveer 1,4 MB kunnen naar dit
instrument worden overgebracht.
• Als u een stijlbestand naar dit instrument overdraagt, moet u het
registreren voordat u het op het instrument gebruikt. Raadpleeg
'Een stijlbestand registreren' (pagina 50) voor meer informatie.
• Bestanden die naar het instrument worden overgebracht,
worden op het instrument weergegeven op volgorde van
symbool, nummer en alfabet.
[USB TO HOST]-
aansluiting
instrument
Aansluiten op andere apparaten
OPMERKING
• Als Storage Mode is ingeschakeld, kunt u het instrument niet
bespelen en kunt u ook geen MIDI- of audiogegevens verzenden/
ontvangen. Schakel Storage Mode alleen in als u bestanden
overbrengt.
MIDI-gegevens verzenden/ontvangen
Via de USB-kabelverbinding met een computer kunt
u naar MIDI-songs luisteren die op de computer
worden afgespeeld of uw spel op het instrument als
MIDI-gegevens opnemen op de computer.
Audiogegevens verzenden/ontvangen
(USB Audio-interface)
Met de USB-kabelverbinding naar een computer
kunt u ook de audiogegevens op de computer met
een hoge geluidskwaliteit afspelen op het instrument
of uw spel op het instrument als audiogegevens
opnemen op de computer.
Er moet een speciaal stuurprogramma worden
geïnstalleerd voor het verzenden/ontvangen van
audiogegevens. Raadpleeg 'Computer-related
Operations (Computergerelateerde handelingen)' op
de website (pagina 8) voor meer informatie.
OPMERKING
• Het volume kan zowel op de computer als met de [MASTER
VOLUME]-draaiknop van het instrument worden aangepast. U kunt
het niveau van het audio-ingangsgeluid ook aanpassen via de
[USB TO HOST]-aansluiting door 'USBINVol' op te roepen via
functienummer 044 (pagina 62) en de knoppen [0]–[9], [+/YES],
[-/NO] te gebruiken.
• Als u de audioweergave van het instrument naar de computer
uitvoert, bijvoorbeeld wanneer u het audio-ingangsgeluid van de
[USB TO HOST]-aansluiting opneemt met het spel dat op het
instrument wordt gespeeld, kunt u het niveau van de
audiogegevens niet aanpassen met de [MASTER VOLUME]-
draaiknop.
• Als u het instrument gebruikt met een muziekproductietoepassing,
zoals een DAW (Digital Audio Workstation), schakelt u 'Loopback'
(functie 045; pagina 62) uit. Als deze optie is ingeschakeld, wordt
een mix van de audiogegevens en het geluid van het instrument
naar de DAW verzonden, wat rondzingen en onverwachte harde
geluiden kan veroorzaken.
EZ-300 Gebruikershandleiding
57