Download Print deze pagina

Een Smartapparaat Aansluiten; Het Volume Van Een Melodiepartij Verlagen (Functie Melody Suppressor) - Yamaha EZ-300 Gebruikershandleiding

Advertenties

Aansluiten op andere apparaten

Een smartapparaat aansluiten

Door een smartapparaat zoals een smartphone of
tablet aan te sluiten op het instrument, kunt
u verschillende functies gebruiken. Raadpleeg
'Smart Device Connection Manual (Handleiding voor
het aansluiten van smartapparaten' on de website
(pagina 8) voor meer informatie over aansluitingen.
Ga voor meer informatie over de compatibele
smartapparaten en apps naar de volgende pagina:
https://www.yamaha.com/kbdapps/
OPMERKING
• Als u het instrument gebruikt met een
muziekproductietoepassing zoals een DAW (Digital Audio
Workstation), schakelt u 'Loopback' (functie 045; pagina 62)
uit. Als deze optie is ingeschakeld, wordt een mix van de
audiogegevens en het geluid van het instrument naar de DAW
verzonden, wat rondzingen en onverwachte harde geluiden
kan veroorzaken.
• Gebruik een USB-kabel van het type AB die niet langer is dan
3 meter.
• USB 3.0-kabels kunnen niet worden gebruikt.
• U kunt het niveau van het audio-ingangsgeluid aanpassen via
de [USB TO HOST]-aansluiting met de functie-instellingen
'USBINVol' (functie 044; pagina 62).
Het volume van een melodiepartij
verlagen (functie Melody
Suppressor)
Als u het audiogeluid van een extern audioapparaat
of een op de [AUX IN]- of [USB TO HOST]-
aansluiting aangesloten computer weergeeft via dit
instrument, kunt u het melodiegedeelte van de
weergegeven audio onderdrukken of het volume
ervan verlagen. U kunt de functie gebruiken om de
melodiepartij te oefenen terwijl het geluid wordt
afgespeeld.
1
Speel audio af op het aangesloten
externe apparaat.
2
Druk meerdere keren op de knop
[FUNCTION] om 'MelodySP' (functie 046;
pagina 62) op te roepen.
on
MelodySP
Langer dan een
seconde ingedrukt
inhouden.
58
EZ-300 Gebruikershandleiding
046
Wordt weergegeven
wanneer Melody
Suppressor is
ingeschakeld
3
Druk op de knop [+/YES] om 'on' te
selecteren.
OPMERKING
• Als het instrument is aangesloten op de [USB TO HOST]-
aansluiting en Audio Loop Back (functie 045; pagina 62)
is ingesteld op OFF, kan de functie Melody Suppressor
niet worden gebruikt.
4
Om de Melody Suppressor-functie te
annuleren, drukt u op de knop [-/NO] om
"oFF" te selecteren.
Wanneer de melodie of het stemgeluid niet
zoals verwacht kan worden geannuleerd
(of zachter kan worden gezet)
1
Druk meerdere keren op de [FUNCTION]-
knop om 'SupprPan' op te roepen
(functie 047; pagina 63) terwijl de Melody
Suppressor-functie is ingeschakeld.
L63 – C – R63
(Links – Midden – Rechts)
C
SupprPan
2
Pas de panpositie van het geluid dat u
wilt annuleren (lager zetten) aan met de
knoppen [+/YES], [-/NO].
OPMERKING
• Afhankelijk van de specifieke muziekinhoud kunt u de
melodie of het stemgeluid mogelijk niet annuleren zoals
verwacht, zelfs niet als Melody Suppressor is
ingeschakeld.
047

Advertenties

Hoofdstukken

loading